Op stand aan de wand (2): Fanny barones Nahuys née Hodgson (1810-1882); schoonheid als reactie op de lelijkheid 💙💛

Afb. 1. Francis Martha (‘Fanny’) barones Nahuys née Hodgson (1810-1883). Gouache op papier, part. coll.

Vandaag is ‘Schoonheid als reactie op de lelijkheid 💙💛 Some beauty in ugly times. 💙💛‘ trending op social media. De stichting Adel in Nederland werkt hier van harte aan mee met dit portretje van Fanny barones Nahuys in een zachtgele jurk met blauwe sjerp.

Het onderstaande verhaal stond in het digitale magazine van AiN, jaargang 1, nr. 2 – april 2017. Dit magazine wordt per mail aan de donateurs van de stichting Adel in Nederland toegestuurd.

Francis (‘Fanny’) Martha barones Nahuys née Hodgson (1810-1882) werd geboren op Beechhouse in Macclesfield in het Verenigd Koninkrijk als dochter van Brian Hodgson en Catherine Houghton, die beiden uit families van grootgrondbezitters stamden. Grootvader Hodgson leefde als een landedelman en had een grote meute windhonden. Daarnaast commandeerde hij jarenlang de vrijwillige cavalerie. Een zusje van haar grootvader was gehuwd met de bisschop van Londen en de familie vertoefde vaak in het bisschoppelijk paleis.

Haar vader was een gepassioneerd jager en was daarnaast bankier. Samen met een neef had hij een bankiershuis gesticht, maar dat ging failliet en “… hoewel hij zijn tegenslagen moedig droeg, had hij niet de kwaliteiten die een geruïneerde heer in staat stelde om op middelbare leeftijd een nieuwe start te maken.” Gelukkig had haar moeder een sterk karakter en waren er hulpvaardige connecties, zodat haar vader slotvoogd van Martello Towers werd.

Afb. 2. Mr. Petrus Cornelis Nahuys (1803-1882), Commissaris des Konings in Overijssel, gravure part. coll.

Haar broers zochten hun geluk in India en in brieven aan haar werd zij altijd ‘Dearest Fanny’ genoemd. Zo schreef één van haar broers in 1825 aan haar: “Mijn lieve Fan! Een brief met datum 23 mei van onze dierbare moeder, geeft mij een charmant verslag van je talenten, werkzaamheden en kundigheden. Je houdt van muziek en bent voorbestemd om er in uit te blinken. Je hebt jezelf die elegante talen Frans en Italiaans eigen gemaakt. Hoe verlang ik er naar om mijn lieve Fanny een Italiaans lied te horen zingen met de smaak en het gevoel van een echte muziekliefhebber!”

In 1839 trad zij in het huwelijk met jonkheer mr. Petrus Cornelis Nahuys (1803-1882). Haar echtgenoot was al jarenlang een goede bekende van haar, want haar oudere zusje Ellen was in 1826 de derde echtgenote van diens vader geworden. Hierdoor werden de beide zusjes stiefmoeder en -dochter van elkaar. Haar schoonvader maakte carrière in Nederlands-Indië en werd uiteindelijk raad van Indië met de rang van generaal-majoor. In 1842 werd hem vanwege zijn vele verdiensten de titel van baron bij eerstgeboorte verleend en na zijn overlijden volgde zijn zoon hem in deze titel op en werd Fanny vervolgens barones Nahuys.

Haar echtgenoot was rechter in de arrondissementsrechtbank en later raadsheer in het gerechtshof in Arnhem. Hij beëindigde zijn carrière glansrijk als commissaris des Konings in Overijssel. De laatste jaren van hun leven woonden zij op het landgoed ’s Heeren Loo in Ermelo en nadat haar echtgenoot in 1882 was overleden, overleed zij in het jaar erop op drieënzeventigjarige leeftijd en werd bijgezet naast haar echtgenoot in de Van Nahuys grafkelder op de oude begraafplaats aldaar.

FRANCES MARTHA HODGSON
DOUAIRIERE Mr P.C. BARON NAHUIJS
GEB. TE MANLESFIELD IN ENGELAND
21 JANUARI 1810
OVERL. OP ‘sHEERENLOO TE ERMELO
22 JULI 1883

Het huwelijk bleef kinderloos en hun bezittingen vererfden op de neven en nichtjes Nahuys. In november van dat jaar werden ‘eenige Nieuwe Schilderijen en geëncadreerde Aquarellen’ uit haar nalatenschap geveild. Het afgebeelde portretje vererfde via een nichtje in de vrouwelijke lijn. Latere generaties hechtten geen waarde meer aan deze en andere Nahuys portretjes en gezamenlijk belandden ze in een kist op een rommelmarkt, waar ze door een gelukkige vinder werden aangekocht.

De buitenplaats ’s Heerenloo met ‘wit marmeren VESTIBULE en GANG, vier ruime BENEDENKAMERS, waaronder groote ZAAL’ en nog meer kamers boven, werd na haar overelijden in veiling gebracht, waarbij het ‘naar den nieuwsten smaak aangelegd PARK’ werd geroemd ‘met zeldzame HEESTERS en CONIFEREN’, een koepel en ‘zeldzaam fraai uitzicht in het park en op de Zuiderzee’ met ‘prachtige vergezichten’ over het water. Ook de ruim 250 hectare bossen, weilanden en akkers gingen onder de hamer.

Literatuur & bronnen
Nederland’s Adelsboek, jaargang 89 (2000-2001). ’s-Gravenhage.
William Wilson Hunter (1896). The life of Brian Houghton Hodgson. British resident at the Court of Nepal. London.
De Tijd, 9 november 1883, 4.
Het Nieuws van den Dag, 24 augustus 1883, 4.