27 t/m 30 juni: timed online veiling Veilinghuis Van Spengen met portretten echtpaar Sprenger-jonkvrouwe De Jonge

Afb. 1. Gerard Jacob Sprenger (1806-1878) en echtgenote jonkvrouwe Anna Petronella Dana de Jonge (1806-1888). Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Van Spengen.

Van 27 t/m 30 juni loopt er een timed online veiling af bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum met kunst, antiek, zilver, porselein, juwelen, enz. Tot de aangeboden kavels behoren o.a. portretten van de patriciaatsfamilie Sprenger, waaronder het echtpaar Sprenger-jonkvrouwe De Jonge. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogus voor wat verder geveild wordt op https://vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

Kavel 1319 betreft de portretten van Gerard Jacob Sprenger (1806-1878) en echtgenote jonkvrouwe Anna Petronella Dana de Jonge (1806-1888). Hij stamde uit een patriciaatsfamilie in het Blauwe Boekje. Zijn vader, Johan Jacob Sprenger (1782-1855), was maire en provisioneel schout van Oostkapelle, lid van de Fa. Spoors en Sprenger en lid Gedeputeerde Staten van Zeeland. Daarnaast was hij voorzitter van de Centrale Directie van Walcheren (polder Walcheren) en van de Kamer van Koophandel in Middelburg. Zijn moeder, Digna Johanna Meyners (1780-1850), was vrouwe van Duinbeek en bracht deze buitenplaats met zijn karakteristieke torentje als erfdochter in de familie Sprenger. Waarschijnlijk waren het zijn ouders die bij Duinbeek de landschapstuin lieten aanleggen, die helaas bij de inudatie van Walcheren in 1944 verloren ging.

Gerard Jacob Sprenger werd, evenals zijn vader, lid van de Fa. Spoors en Sprenger. Daarnaast was hij lid van de Raad van Middelburg, Gedeputeerde bij de Staten van Zeeland en luitenant-kolonel bij de Schutterij in Middelburg. In 1833 huwde hij jonkvrouwe Anna Petronella Dana de Jonge en samen kregen zij zeven kinderen.

De portretten worden getaxeerd op 200-300 euro. Veilingopbrengst 115 euro. De portretten van het echtpaar Sprenger-Meyners zijn verkocht voor 410 euro. Op deze zelfde veiling worden meerdere portretten uit de familie Sprenger aangeboden, waarmee aan een kleine familiegalerij een einde lijkt te komen.

Benieuwd naar wat er verder bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum geveild wordt? Kijk dan in de online catalogus https://vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

Afb. 2. Johan Jacob Sprenger (1782-1855) en echtgenote Digna Johanna Meyners (1780-1850), vrouwe van Duinbeek. Foto met hartelijke dank aan  Veilinghuis Van Spengen.

Zondag 3 juli: timed online veiling Veilinghuis Peerdeman met de stoel met familiewapen van jonkheer Storm van ’s Gravesande

Afb. 1. Een indrukwekkende armfauteuil in historiserende stijl met familiewapen Storm van ‘s Gravesande –  een zetel om gasten mee te kunnen imponeren. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Peerdeman in Utrecht.

Op zondag 3 juli loopt er een timed online veiling af bij Veilinghuis Peerdeman in Utrecht met kunst, antiek, design, sieraden en ook deze stoel met familiewapen van jonkheer Storm van ’s Gravesande. Lees het verhaal hieronder en kijk voor de online catalogus van Veilinghuis Peerdeman op https://veilinghuispeerdeman.nl/main.php?mode=catalogselect

Lotnummer 2412 betreft, volgens de omschrijving van het veilinghuis, een ‘Gestoken gezwart houten armfauteuil bekroond door het familiewapen van storm van ‘s Gravesande, geflankeerd door een leeuw en een paard, eind 19e eeuw, vermoedelijk afkomstig uit kasteel Den Bramel of Huis Kiefskamp, Vorden’. AiN gaat er met 99% zekerheid vanuit dat deze stoel afkomstig is van Den Bramel uit het bezit van jonkheer Imilius Frederik Storm van ’s Gravesande.

Jonkheer Imilius Frederik Storm van ’s Gravesande (1822-1891) stamde uit een oude regentenfamilie uit Delft. Zijn vader werd in 1842 in de Nederlandse adel verheven en sindsdien was hij jonkheer. Hij leidde het leven van een landedelman, dankzij het fortuin dat hij via de familie van zijn moeder geërfd had en bewoonde het kasteeltje Den Bramel in Vorden, dat zijn vader in 1824 gekocht had. Hij werd in Vorden lid van de gemeenteraad en later zelfs wethouder. Daarnaast was hij president-kerkvoogd van de hervormde gemeente in Vorden en plaatsvervangend kantonrechter in Lochem.

Den Bramel werd aan de smaak des tijds aangepast en aan de achterzijde verrees een uitbouw om meer ruimte te scheppen voor het groeiende huishouden. Uiteindelijk zouden er acht kinderen geboren worden, waarvan de eerste helaas dood geboren werd. In het huis hingen vele portretten van illustere voorouders in de vrouwelijke lijn uit de geslachten De Kempenaer, Fagel, Van Heeckeren en Van Gronsfeld-Diepenbroeck.

Deze portretten zullen zeker zijn interesse in zijn voorgeslacht gestimuleerd hebben en het is bekend dat hij een actief genealoog en heraldicus was. Op Den Bramel hingen meerdere ingelijste stambomen en kwartierstaten, die de bezoekers geïmponeerd zullen hebben met de afkomst van jonkheer Imilius. In 1888 bezoekt dominee Jacobus Craandijk Den Bramel, waar hij met “… gulle Geldersche gastvrijheid…” wordt ontvangen. Hij beschrijft het interieur: “Een zeer groote vestibule beslaat de geheele diepte van het gebouw tusschen de beide aan den achtergevel uitspringende vleugels en is smaakvol met antieke meubels en jagttrofeën versierd. Aan de eene zijde liggen achter elkander twee fraaije zalen, ruime vertrekken, in den stijl der 17de eeuw gemeubeld en met een groot aantal portretten.”

Deze armfauteuil in historiserende stijl met het familiewapen Storm van ’s Gravesande zal zeer waarschijnlijk in opdracht van jonkheer Imilius gemaakt zijn en deel hebben uitgemaakt van de rijke aankleding ‘in den stijl der 17de eeuw’.

De armfauteuil wordt getaxeerd op 400-600 euro. Veilingopbrengst 750 euro.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt op zondag 3 juli bij bij Veilinghuis Peerdeman in Utrecht? Kijk dan in de online catalogus op https://veilinghuispeerdeman.nl/main.php?mode=catalogselect

Afb. 2. Den Bramel omstreeks 1870, voor de grote verbouwingen door jonkheer Imilius Storm van ‘s Gravesande, die hier rechts te zien is. Jonkheer Imilius lijkt hier in de voordeur te staan, maar dit is een tuinbeeld, dat in de familie de ondeugende bijnaam ‘Oom Imilius in z’n blootje’ kreeg.

 

Overleden: F.J.A. baron van Verschuer (1957-2022)

Afb. Frans Jacob Albert baron van Verschuer (1957-2022). Screenshot met dank aan Omroep Gelderland.

Frans Jacob Albert baron van Verschuer, geboren huis Kleine Spijk, Beesd 11 november 1957, zoon van mr. Otto Willem Arnold baron van Verschuer, heer van Echteld, Enspijk en Mariënwaerdt, en jonkvrouwe Catharina Theresia van Sminia, directeur landgoed Mariënwaerdt, overleden Utrecht 20 juni 2022, echtgenoot van Nathalie Fernande barones van Verschuer née des Tombe.

Huwelijk in het Huis Mecklenburg-Strelitz

Afb. 1. Z.H. Alexander Erfprins van Mecklenburg en Hande Macit voor Schloss Mirow. Het slot was één van de residenties van de Groothertogen van Mecklenburg-Strelitz en in de nabijgelegen slotkerk bevindt zich de grafkelder van de familie. Foto met hartelijke dank aan het Huis Mecklenburg-Strelitz.

Op 17 juni jl. vond in de Grote Zaal van Slot Mirow het burgerlijk plaats van Z.H. Alexander Erfprins van Mecklenburg en de Turks-Nederlandse Hande Macit. Als getuigen traden op: Michael Hertog van Mecklenburg, broer van de Erfprins, en Dr. Rajko Lippert. Erfprins Alexander (1991) is de oudste zoon van Borwin Hertog van Mecklenburg, Chef de Famille van het Huis Mecklenburg-Strelitz, en Alice Hertogin van Mecklenburg née Wagner. Erfprins Alexander studeerde environmental management in Ierland. Na zijn afstuderen werkte hij eerst voor Coillte, het bosbouwbedrijf van de Republiek Ierland, maar sinds 2019 werkte hij in Neustrelitz voor een particulier bosbouwbedrijf in de Staat Mecklenburg-Vorpommern. In de afgelopen jaren verbleef hij al vaker Nederland en was hij hier bij verschillende gelegenheden te zien, waaronder het Tulpenbal. Zijn broer Michael Hertog van Mecklenburg zit in het organiserend comité hiervan. Tijdens het Tulpenbal in 2019 in het Kurhaus in Scheveningen leerden Erfprins Alexander en Hande Macit elkaar kennen en de vonk sloeg diezelfde avond over. Inmiddels wonen beiden in Rotterdam en zijn nu druk bezig met de voorbereidingen van het kerkelijk huwelijk.

Hande Macit (1992)  werd geboren in Tarsus in Turkije en is de enige dochter van de heer Suphi Macit en mevrouw Cemile Macit née Uçar. Zij studeerde aan het Tarsus Americain College, voor zij in 2010 naar Nederland verhuisde om International Business Administration te gaan studeren aan de Rotterdam School of Management Erasmus University. Zij studeerde in 2014 af en kreeg vervolgens de Nederlandse nationaliteit. Vier jaar later richtte zij, samen met haar broer, de Luwia Yoghurt company op. In 2019 werd zij genomineerd voor Rotterdamse Zakenvrouw 2019 in de categorie ‘Aanstormend talent’.

De naam Mecklenburg klinkt in Nederland zeker niet onbekend: de overgrootmoeder van Koning Willem-Alexander, Koningin Wilhelmina, was gehuwd met Hendrik Hertog van Mecklenburg, Vorst der Wenden, Schwerin en Ratzenburg, Graaf van Schwerin, heer van de landen Rostock en Stargard (1876-1934). De Groothertogdommen Mecklenburg-Schwerin en Mecklenburg-Strelitz werden tot in 1918 geregeerd door de familie Mecklenburg.

Afb. 2. De vonk tussen Erfprins Alexander en Hande Macit sloeg in 2019 over op het Tulpenbal in het Kurhaus in Scheveningen. Op deze foto zien we het paar rechts, op misschien wel de eerste foto waarop zij naast elkaar staan. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.

Geboren: Stoop

Afb. De familiewapens van de adellijke familie Stoop (links) en de patriciaatsfamilie Van de Loo (rechts).

Jonkvrouwe Alianora Dorothy Selimée Stoop, geboren Zeist, 13 juni 2022, dochter van jonkheer Martijn Hendrik Stoop en Monica Saskia Christiane Marie Stoop née van de Loo.

Slot Zuylen: tentoonstelling ‘Moord en Brand!’ geopend

Afb. 1. Slot Zuylen in het warme avondlicht van vrijdag 3 juni. Het slot waar Belle van Zuylen woonde en dat tot 1951 door haar familie, de baronnen Van Tuyll van Serooskerken bewoond werd, werd in 1952 in een stichting ondergebracht. Sindsdien is het opengesteld voor bezoekers.

Op vrijdag 3 juni vond op Slot Zuylen de feestelijke opening plaats van de tentoonstelling ‘Moord en Brand!’. Deze tentoonstelling gaat over Slot Zuylen en de gebeurtenissen in het Rampjaar 1672, toen ons land, de Republiek der Verenigde Nederlanden, werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisschoppen van Keulen en Münster.

Hieronder: een kort fragment van het muzikaal onthaal met drie ‘Rampliederen’ over de gebeurtenissen in het Rampjaar 1672.

De aanwezigen werden op het voorplein muzikaal onthaald met drie gezongen Rampliederen, begeleid op harp en cello, die verhaalden over de gebeurtenissen in het Rampjaar 1672. Willem te Slaa, directeur Stichting Exploitatie Slot Zuylen, heette de aanwezigen welkom en zei: “Zo feestelijk als het nu is, zo’n puinhoop was het 350 jaar geleden.” Na decennia bezuinigen (“Er is niks nieuws onder de zon”) moest een klein leger van 20.000 soldaten het opnemen tegen een overmacht van 120.000 soldaten.
Stadhouder Willem III wilde Utrecht wel verdedigen, maar dan moest buiten de stad alles plat, om zo een goed schootsveld te creëren. Dit gebeurde door allerlei strubbelingen niet en de gevolgen waren uiteindelijk groot voor Utrecht en de Vechtstreek, toen de Franse troepen Utrecht binnenvielen: “Veel kastelen en dorpen gingen verloren. Er was een bewind van terreur en om de oorlog te financieren legden de Fransen brandschattingen op.” Ook Slot Zuylen werd gebrandschat en de bewoners moesten 4000 gulden betalen, waardoor het ontkwam aan vernietiging – de kwitantie van de intendant van de Franse Koning is op deze tentoonstelling te zien.

Afb. 2. Willem te Slaa, directeur Stichting Exploitatie Slot Zuylen, heette de aanwezigen welkom en zei: “Zo feestelijk als het nu is, zo’n puinhoop was het 350 jaar geleden.”

Hierna kreeg Rob van Muilekom, gedeputeerde Binnenstedelijke Ontwikkeling, Wonen, Cultuur & Erfgoed, Gezonde leefomgeving en Hart van de Heuvelrug bij de provincie Utrecht, het woord: “Hoe actueel is het thema in deze tijden”, zei hij over deze tentoonstelling en de vergelijkingen tussen toen in de Vechtstreek en nu in Oekraïne komen bij de bezoekers van deze tentoonstelling vanzelf op. Hij complimenteerde de inzet van velen die bij Slot Zuylen betrokken zijn, ook in onzekere Corona tijden, en was blij dat Slot Zuylen weer opengesteld was met een bijzondere tentoonstelling, want “Dit is een plek, die bezocht móet worden!” Hij was lovend over de samenwerkingen met kasteel Amerongen, want “Sámen bereik je méér!” Hierna verklaarde hij de tentoonstelling ‘Moord en Brand!’ voor geopend en konden de aanwezigen in het slot de tentoonstelling bezoeken. Deze zeer fraai vormgegeven tentoonstelling door Karel Buijn, is een aanrader om te bezoeken. Rondom ‘Moord en Brand!’ worden er meer activiteiten georganiseerd, zoals lezingen, concerten en diners in de kasteeltuin, dus het is een aanrader om de website van Slot Zuylen in de gaten te houden: www.slotzuylen.nl.

Afb. 3. Linksboven: de kwitantie van 4000 gulden, waarmee de vernietiging van Slot Zuylen werd afgekocht. Rechtsboven: Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken (1642-1682), kasteelheer van Zuylen in 1672, met echtgenote Anna Elisabeth van Reede (1652-1682) en hun kinderen Reinout Gerard en Trajectina Anna Elisabeth. Rechtsonder: gedeputeerde Rob van Muilekom, die de tentoonstelling opende. Middenonder: huis Vechtvliet, dat door de Fransen in 1673 verwoest.

Familie De Beaufort verkoop Oranjestein aan Stichting Stinze-Stiens

Afb. Huis Oranjestein in Oranjewoud bij Heereveen. Foto met dank aan/door Rick0098b – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=16006022

Oranjestein werd in 1820 gekocht door de schatrijke Pieter Cats (1763-1832) en vererfde via de patriciaatsfamilie Bieruma Oosting uiteindelijk op Agatha Victoria de Beaufort née jonkvrouwe van Sminia (1929-2019). Zij was gehuwd met ds. Jonkheer mr. Arent Mijndert Albert de Beaufort (1927-1999), die predikant was. Zijzelf was hofdame hon. van Koningin Beatrix en haar moeder was de laatste Bieruma Oosting. Oranjestein is nu door haar erfgenamen verkocht aan Stichting Stinze-Stiens, die recent ook Epemastate kocht.

Landgoed Oranjestein is een uniek historisch landgoed, dat door de jaren heen zijn eigen sfeer en stijl heeft weten te behouden. Het landgoed was lange tijd in bezit van de familie en verkeert in zeer goede staat. De familie heeft niet alleen een uitstekend onderhoud gewaarborgd maar heeft ook geïnvesteerd in het behoud van het landgoed.

Stichting Stinze-Stiens heeft het landgoed aangekocht vanwege de combinatie van de goede en originele staat van het geheel én de aanwezigheid van een bijzonder landschapspark van tuinarchitect Lucas Pieter Roodbaard inclusief veel historische bebouwing, hekwerken, follies en tuinornamenten.

Stichting Stinze-Stiens is opgericht in augustus 2021. Het echtpaar Willem van Riemsdijk en Trudy van Riemsdijk-Zandee, grondleggers van de activiteiten van de stichting, waarborgen op deze wijze dat hun initiatieven in de toekomst worden voortgezet, uitgebouwd en bewaakt. Een van de doelstellingen van de stichting is het ondersteunen van behoud en ontwikkeling van historisch belangrijke landgoederen, parken en tuinen in Friesland. Daarbij ligt prioriteit bij locaties waar ook historische bebouwing aanwezig is.

De stichting heeft de wens om de bij Oranjestein aanwezige stinzenflora, tevens een belangrijk aandachtsgebied van de stichting, te optimaliseren. Concrete plannen voor het landgoed zullen in een later stadium vorm krijgen. Uitgangspunt is een beperkte openstelling van het park, om het behoud ervan te waarborgen, in lijn met de focus van Stichting Stinze- Stiens op het behoud en ontwikkeling van historisch erfgoed.

Stichting Stinze-Stiens is verguld met deze verwerving. Het landgoed kent zijn gelijke in Fryslân niet en blijft door de aankoop behouden voor de provincie, een wens van Stichting Stinze-Stiens en diverse andere spelers die het behoud en zorgvuldig beheer van Friese landgoederen van belang achten.