Promotie Tom de Witt Hamer over ridderlijke orden: “Lid worden in de voetstappen van de historie.”

Afb. 1. Jonkheer dr.ing. Tom en mr. Ellen Versélewel de Witt Hamer-Zwaan met links hun zoon Michiel en rechts hun zoon Friso. Echtgenote Ellen en zoon Friso fungeerden als paranimfen bij de promotie.

Afgelopen donderdag promoveerde jonkheer dr.ing. Tom Versélewel de Witt Hamer in een volle  aula van het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen op zijn proefschrift over de ridderlijke orden in Nederland in de jaren 1965-2015.

Er waren veel lovende opmerkingen door zijn opponenten: ‘origineel en verrassend’, ‘heel leesbaar’, ‘doorwrocht en prachtig uitgegeven’, ‘boeiend en origineel’ en ‘een interessant boek over een bijzondere wereld, gedreven en zakelijk ook al gaat het over wonderlijke figuren’.

Prof. P. Janssens vroeg Tom de Witt Hamer waarom hij besloten had om de 23 zeer verschillende orden als één geheel te behandelen. Hierop antwoordde hij, dat hij geïntrigeerd was geraakt door het verschijnsel dat er sinds de jaren zestig nieuwe orden zijn ontstaan. Door de oudere orden werd hier tegenaan gekeken als ‘die zijn niet echt’. Hij maakte een splitsing in grotere orden uit het Heilige Land en de kleinere orden en stelde uit de eerste categorie een Top Vijf op, die alleen op Nederland betrekking had om te kijken hoe de ontwikkelingen voor Nederland zijn verlopen.

Naar aanleiding van een vraag van prof.mr. G.R. de Groot stelde Tom de Witt Hamer, dat zolang een afgetreden vorst een orde blijft claimen, hij orden kan blijven verlenen. Hij zal geen nieuwe orden in zijn land van herkomst kunnen oprichten, maar wel een nieuwe huisorde kunnen instellen.

Afb. 2. Het boek dat naar aanleiding van het onderzoek van Tom de Witt Hamer verschenen is.

Als reactie op een vraag van prof.dr. H. Ronnes zei hij onder meer, dat de grote overeenkomst tussen de verschillende orden is: “Alle orden hebben de ridderlijke deugden en het Christendom hoog in het vaandel staan. Het grote verschil met de nieuwe orden is: deze zijn oecumenisch.”

Dr. K. Bruin zei dat Tom de Witt Hamer geconcludeerd had dat de ridderlijke orden maatschappelijk relevant zijn en dat deze voor zichzelf het adellijk zelfbeeld kunnen bevestigen. Hij vroeg zich af of je verenigingen als No Surrender en Satudarah dan ook maatschappelijk relevant kon noemen. Hierop reageerde Tom de Witt Hamer dat de orden een vorm van eigenwaarde geven, maar dat de goede werken extern gericht zijn en hulp en ondersteuning bieden aan anderen dan hun eigen groep. De netwerkvorming noemde hij maatschappelijk relevant, omdat hier hele goede dingen voor de maatschappij uit voortkomen.

“Authenticiteit van de orde wordt bepaald door de status van de oprichter”, stelde dr. K.E. Knibbe, waarop Tom de Witt Hamer reageerde met dat hij in verband met zijn onderzoek van geen enkele orde zou zeggen of hij echt of authentiek was. Volgens hem worden orden in Nederland erkend op basis van criteria die er niet zijn. Ze hebben een semi-officiële status, omdat bijvoorbeeld hun insignes op een militair uniform gedragen mogen worden of omdat er soms leden van het Koninklijk Huis bij betrokken zijn.

Prof. P. Janssens vroeg zich af of de leden zich bewust zijn van hun reële drijfveren. Volgens Tom de Witt Hamer waren er nieuwe orden met zelfs nep-prinsen waar status en financieel gewin voorop stonden, maar voor de andere orden geldt dat caritas en geloof de drijfveren zijn vanuit de oude traditie. Hij noemde dit: “Lid worden in de voetstappen van de historie.”

Hierna trok de commissie zich terug en kwam na korte tijd terug om de promovendus mee te delen dat hem de doctorstitel verleend was. De lofrede werd uitgesproken door de promotor prof.dr. Y.B. Kuiper, die memoreerde hoe hij samen met de te vroeg overleden prof.dr. J. Dronkers en met Tom de Witt Hamer een goed drietal vormde: “Jaap de cijfers, ik de verhalen en jij het werk.” Hij was vol lof over het eindresultaat en zei dat Tom de ridderromantiek in zichzelf goed had bestreden.

Ook benieuwd naar het onderzoek van Tom de Witt Hamer? Zijn onderzoek is in de serie werken van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde als boek verschenen: Geloven verplicht. Een elite-onderzoek naar ridderlijke orden in het Koninkrijk der Nederlanden (1965-2015).

Voor meer informatie en bestelmogelijkheid zie www.knggw.nl/actueel/nieuws/nieuwe-uitgave-geloven-verplicht/.