Boekennieuws: Stinzen, staten en buitenplaatsen in Friesland

Afb. Op de voorkant van het boek Epemastate in Ysbrechtum.

De huizen van adellijke en patricische families in Friesland worden stinzen en staten genoemd. Eens stond Friesland hier vol mee, maar velen zijn in de loop der eeuwen verdwenen. Wat bleef, vormt nog steeds een rijk erfgoed in Friesland, dat een mooi beeld biedt van de representatie van de Friese adel, patriciërs en ook rijke kooplieden in de voorbije eeuwen. De huizen en hun interieurs laten de smaak en welvaart van hun vroegere bewoners zien, waarbij ook de tuinen volop aandacht kregen.

Kunsthistorica drs. Rita Radetzky schreef voor de Stichting Staten en Stinzen dit standaardwerk, waarin een overzicht wordt gegeven van wat er bleef van dit belangrijke erfgoed. Het boek begint met een inleiding, waarin wordt ingegaan op de historische ontwikkeling van stinzen, staten en buitenplaatsen. Stinzen waren verdedigbare gebouwen van steen, waarvan er ooit zo’n zevenhonderd geweest moeten zijn. Het waren meestal torens op een kunstmatige verhoging of op een omgracht terrein. Toen het tijdperk van de stinzen voorbij was door de komst van het zware geschut, kwam er een nieuw type huis: de state. Dit was een representatief huis met veel meer aandacht voor comfort. Vanaf de 18e eeuw kwam er een bloeiperiode voor buitenplaatsen, waarbij de recreatieve functie steeds belangrijker werd.

Hierna volgen er afzonderlijke hoofdstukken over de overgebleven stinzen, staten, stadspaleizen en andere huizen, buitenplaatsen in de achttiende eeuw en negentiende eeuw en poortgebouwen. Bij ieder huis wordt het verhaal verteld van de bouw- en bewoningsgeschiedenis, waarbij zeer fraaie foto’s de huidige situatie laten zien en historische foto’s van onder meer interieurs en bewoners het verleden laten herleven.

Achterin het boek maken een adreslijst van alle stinzen, staten en buitenplaatsen met daarbij een overzichtelijke kaart het boek compleet.

Stinzen, staten en buitenplaatsen in Friesland is een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in dit erfgoed. Op overzichtelijke wijze en met diepgang worden de huizen in beeld gebracht, waarbij de rijke illustraties het verhaal compleet maken.

Voor meer informatie over dit boek en bestelmogelijkheid zie http://www.statenstinzen.nl/nieuws/het-boek-van-staten-en-stinzen/.

Belangrijke schenking aan kasteel Helmond

Afb. Jonkheer Carel Frederik Wesselman van Helmond, heer van Helmond, (1859-1918) met echtgenote jonkvrouwe Anna Maria Emelia Arnoldina de Jonge van Zwijnsbergen (1858-1955) en dochters freule Emilie (links) en freule Betsy (rechts). Foto met dank aan © Mark Luis Earp.

De heer Mark Luis Earp woont in het Verenigd Koninkrijk en vond bij toeval foto’s en documenten terug, die afkomstig zijn van zijn grootmoeder Emilia Susanna Maria Trip née jonkvrouwe Wesselman van Helmond (1895-1987), echtgenote van jonkheer Herman Trip. Zijn grootmoeder groeide op kasteel Helmond op en dit kasteel was van 1781 tot aan de verkoop in 1920 in het bezit van de jonkheren Wesselman van Helmond.

De foto’s en documenten vertellen het verhaal van de laatste generaties Wesselman van Helmond op het kasteel: het echtpaar Wesselman van Helmond-De Jonge van Zwijnsbergen en hun dochters freule Emilia en freule Betsy.

Kasteel Helmond is nu een museum en meer dan een bezoek waard. Voor meer informatie zie https://www.museumhelmond.nl/kasteel-helmond/.

Link naar een uitgebreid artikel met foto’s en een filmpje online in het Eindhovens Dagblad https://www.ed.nl/helmond/kasteel-helmond-krijgt-doos-vol-schatten-van-de-familie-wesselman~a88a1e4b/.

Overleden: J.C.J.M.S. barones van der Borch van Verwolde

Afb. 1. Josephina Carolina Johanna Margaretha Sophia barones van der Borch van Verwolde (1914-2018). Foto met hartelijke dank aan en met toestemming van Kamp Amersfoort/www.kampamersfoort.nl.

Vorige week zondag overleed Josephina Carolina Johanna Margaretha Sophia barones van der Borch van Verwolde op de leeftijd van ruim 103 jaar. Haar leven omspande meer dan een eeuw, waarin zij de gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen uit de geschiedenis van dichtbij zou meemaken. Deze gebeurtenissen zouden van grote invloed zouden zijn op de familie Van der Borch én op Verwolde, dat het centrum was voor haar en haar familie: de roaring twenties met grote economische groei, de beurskrach van 1929 met de daarop volgende crisisjaren, de Tweede Wereldoorlog en in de jaren hierna de sterk veranderde maatschappelijk omstandigheden.

In Memoriam
Josephina Carolina Johanna Margaretha Sophia barones van der Borch van Verwolde werd geboren op 26 augustus 1914 in Gorssel. Haar roepnaam was eigenlijk Caroline, maar in de familie werd zij haar leven lang Kieks genoemd. In Gorssel was haar vader, mr. Willem Henrik Emile baron van der Borch van Verwolde, vanaf 1911 burgemeester. Hij stamde uit een oudadellijk geslacht, dat zijn oorsprong in de 14e eeuw in het Duitse graafschap Lippe vindt. Een voorvader vestigde zich in de 17e eeuw als officier in Statendienst in de Nederlanden en door huwelijken en het bezit van Verwolde, ging de familie deel uitmaken van de Ridderschap van Zutphen. Haar moeder was Line Voûte, die uit een familie kwam die terug te vinden is in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat. Haar familie stamde oorspronkelijk uit Frankrijk en een voorvader vestigde zich begin 18e eeuw als koopman in Amsterdam. Kieks was het derde kind in het gezin en had twee oudere broers. Na haar werden er nog twee zusjes en een broertje geboren. Het gezin bewoonde het huis Het Mastler, dat binnen de gemeente Gorssel in Eefde gelegen was.

Afb. 2. Line barones van der Borch van Verwolde née Voûte met haar vijf oudste kinderen. Rechts vooraan: Kieks. Foto part. coll.

Naast het burgemeesterschap van een kleine gemeente als Gorssel, was er voor haar vader voldoende tijd over om andere activiteiten te ontplooien. Zo nam hij in het jaar van haar geboorte het initiatief voor een commissie om in Gorssel geld in te zamelen voor het Rode Kruis, had hij de leiding over de opvang van 100 Franse kinderen die voor het oorlogsgeweld in 1917 naar Nederland geëvacueerd waren en richtte hij in 1924 na grote overstromingen in het IJsselgebied een watersnoodcommissie op en gaf hij leiding aan het reddingswerk.

Daarnaast vond hij voldoende tijd om te gaan jagen en verloor op donderdag 2 oktober 1924 ‘… terwijl hij in Almen op de jacht was, zijn portefeuille, inhoudende een aanzienlijk geldbedrag…’, maar volgens krantenberichten werd deze de dag erna door een politiehond teruggevonden.

Op 1 januari 1928 werd hem op eigen verzoek eervol ontslag verleend en bij zijn afscheid was men vol lof: als burgemeester was hij daadkrachtig ‘… die de welvaart onzer plaats zeer zijn ten goede gekomen en die het aanzien onzer gemeente hebben verhoogd.’ Hij had een belangrijk aandeel in het nieuwe gemeentehuis ‘… dat zeker het mooiste en doelmatigste gebouw van dien aard in het geheele gewest is geworden.’ Hij zorgde voor verbetering van de wegen met nieuwe beplantingen ‘kenner als hij was van boschbouw…’, trad op tegen de werkloosheid door werkverschaffing, spande als voorzitter van een comité tot bevordering van de aanleg zich in voor de tramlijn Deventer-Zutphen en ‘… toonde een warm hart te hebben voor de behoeftigen, die steun van de overheid van noode hadden.’

Afb. 2. Allard Philip van der Borch (1690-1766), de eerste heer van Verwolde uit het geslacht Van der Borch.

Aanleiding voor het ontslagverzoek van haar vader was de verhuizing naar huis Verwolde, dat middelpunt was van een uitgestrekt landgoed. Evert Jan Benjamin van Goltstein kocht in 1738 huis Verwolde en 1/3 van de heerlijkheid en vervolgens werd zijn schoonzoon Allard Philip van der Borch (1690-1766) heer van Verwolde. Diens zoon, Frederik Willem van der Borch (1737-1781) werd de bouwheer van het huidige huis in 1776. Op huis Verwolde was in 1926 grootmoeder Paulina Adriana Jacoba barones van der Borch van Verwolde née barones van Zuijlen van Nijevelt overleden en hiermee kwam het huis beschikbaar voor bewoning door het jonge gezin.

Voordien werd het huis groots gerestaureerd en hiervoor waren de middelen ruim aanwezig, want haar moeder stamde uit een gefortuneerde familie. Overgrootvader Voûte had zich in de 19e eeuw in Ned.-Indië gevestigd en werd daar raadsheer in het Hooggerechtshof van Batavia. Diens zoon werd in 1887 medeoprichter van de firma Mirandolle, Voûte & Co., een importmaatschappij van Indische producten, en wist hiermee een groot fortuin op te bouwen. Dit Indische fortuin kwam goed van pas bij de restauratie van huis Verwolde: er werd een toren aangebouwd voor extra ruimte en om een meer kasteelachtig uiterlijk te verkrijgen, er kwam stromend water, elektriciteit, centrale verwarming, telefoon en zelfs een lift. Ook het park werd grondig aangepakt met onder meer een parterre met buxuspatronen in historiserende stijl.

Afb. 4. De achterzijde van huis Verwolde met links de toren die door de ouders van Kieks werd aangebouwd.

Toen alles klaar was, nam het gezin zijn intrek in het huis met daarbij een stoet personeel: in het huis werkte vier personen, in de tuin zes en in de bossen ongeveer twintig. Het inkomen voor deze royale leefstijl kwam uit Ned.-Indië en niet uit het landgoed. Heel lang hield deze grootse leefstijl geen stand, want door de krach van 1929 en de daarop volgende crisisjaren viel dit inkomen grotendeels weg en moest er bezuinigd worden. Huis Verwolde werd gesloten en het gezin ging voor drie jaar in Zwitserland wonen, waar het leven goedkoper was.

In 1934 besloten haar ouders uiteen te gaan. Haar vader vestigde zich eerst in het mondaine Montreux en later in Biarritz en hertrouwde twee keer: de eerste keer met de Amerikaanse Alma Orthwein en de tweede keer met jonkvrouwe Catharina Helena Maria van Suchtelen van de Haare, douairière mr. François Stephan Alexander baron Creutz. Haar moeder werd de nieuwe Vrouwe van Verwolde en nam het beheer hiervan op zich. Het grote huis werd niet meer bewoond, maar er werd een boerderij op het landgoed verbouwd en hier ging zij met haar kinderen wonen. In de jaren hierna verlieten de kinderen het huis. Zo ging de oudste broer van Kieks in Leiden rechten studeren en woonde een tijdlang in Parijs en haar op één na oudste broer vertrok naar Ned.-Indië om daar in het familiebedrijf Mirandolle, Voûte & Co. te gaan werken. Kieks vertrok naar Zürich in Zwitserland, waar zij aan het conservatorium piano studeerde.

Afb. 5. Het familiewapen Van der Borch van Verwolde: drie zwarte vogels in zilver.

Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zou grote gevolgen hebben voor de familie: haar oudste broer zat in het verzet, werd verraden en werd in 1943 door de bezettende macht gefusilleerd. Haar op één na oudste broer bracht deze jaren door in Japanse gevangenkampen. Huis Verwolde bood in deze jaren onderdak aan een sanatorium uit ’s-Gravenhage. Na de oorlog nam haar jongste broer het beheer van het landgoed over en ging met zijn gezin huis Verwolde weer bewonen – zeer tegen de zin van de moeder van Kieks, die het huis te groot en niet meer van deze tijd vond. Kieks woonde in deze jaren in Apeldoorn, tot zij terugkeerde naar Laren. Hier bewoonde zij op het landgoed Groot Bekman, waar ook haar moeder al gewoond had.

Huis Verwolde werd in 1977 voor een symbolisch bedrag van 1 gulden verkocht aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen, omdat de tijdsomstandigheden sterk veranderd waren: de inkomsten uit het landgoed liepen terug, terwijl de lasten snel waren toegenomen. Hierdoor was het bewonen van een dergelijk historisch huis niet langer mogelijk. Kieks bleef zich echter verbonden voelen met haar voorvaderlijk huis. Voor de restauratie van de unieke behangselen in de blauwe Chinese kamer deed zij een genereuze schenking, waarmee deze kamer in 2012 in oude glorie hersteld kon worden. Ook vierde zij ieder jaar traditiegetrouw haar verjaardag op Verwolde in de oranjerie of op Groot Bekman.

Op 20 juli van dit jaar was Kieks nog even landelijk nieuws, omdat zij 103 jaar oud voor het eerst op de plek was, waar op 20 juli 1943 haar broer Emile op 33-jarige leeftijd samen met 19 anderen werd geëxecuteerd. Hier woonde zij de herdenking bij en werd er namens de hele familie door haar nichtje Sophia een krans gelegd, die getooid was met linten, met daarop de namen Van der Borch van Verwolde en Voûte, in de kleuren geel en zwart – de kleuren waaraan de luiken van de boerderijen op Verwolde te herkennen zijn.

Op zondag 29 juli overleed ‘onze lieve Tante Kieks’ en haar neven en nichten zijn dankbaar dat zij zo lang van haar hebben kunnen genieten, die een laatste schakel was in de familiegeschiedenis naar een verdwenen verleden.

Afb. 6. De voorzijde van huis Verwolde: ontworpen door Philip Willem Schonk, architect van stadhouder Willem V.

Terugkijken: De Opvolgers met Sander Schimmelpenninck

Afb. Sander graaf Schimmelpenninck in De Opvolgers. Screenshot met dank aan De Opvolgers/WNL op NPO1.

Sander graaf Schimmelpenninck (1984) is hoofdredacteur van het blad Quote. In het tv-programma De Opvolgers volgt hij tien familiebedrijven, waar een wisseling van de wacht gaande is van de oude op de jongere generatie. Afgelopen dinsdag was de eerste aflevering.

In de intro zegt hij onder meer: “Opvolging is cruciaal, dat weet ik als geen ander. Ik kom zelf uit een geslacht waarbij dat belangrijk is.” Voorvader Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1826) kocht in 1799 landgoed en huis Nijenhuis in Diepenheim voor 36.000 gulden. Zijn familie bewoont dit nog steeds en Sander vertegenwoordigt de 8ste generatie sinds het familiebezit werd.

Meer weten over de landgoederen Nijenhuis (200 ha.) en Westerflier (300 ha.) van de familie Schimmelpenninck? Kijk dan op www.nijenhuisenwesterflier.nl.

Voor het terugkijken van de uitzending online zie https://www.uitzendinggemist.net/aflevering/443088/De_Opvolgers.html.

Geboren: Röell

Afb. Het familiewapen Röell.

Jonkheer Hendrik Willem Frederik Maarten Jozef (‘Hein’) Röell, geboren Blaricum 21 juli 2018, zoon van jonkheer Cornelis Willem Arthur Alexander (‘Cees’) Röell en Martina Cornelia Louise Maria (‘Maartje’) Röell née Lindemann.

Tentoonstelling op kasteel Cannenburch: Hoog Bezoek!

Afb. 1. Michel van Maarseveen, directeur Paleis Het Loo, en Peter van den Tweel, directeur Geldersch Landschap & Kasteelen, kwamen bij de opening in de auto van Prins Hendrik naar kasteel Cannenburch.

Paleis Het Loo wordt de komende jaren verbouwd en daarom is een verzameling Oranje-objecten uit de collectie van Het Loo nu tijdelijk te zien op kasteel Cannenburch. Tegelijk is er op de eerste verdieping van het linker Bouwhuis een tentoonstelling te zien, waar het verhaal verteld wordt van de Koninklijke bezoeken aan de baronnen D’Isendoorn à Blois op de Cannenburch. Dr. Paul Rem, conservator Paleis Het Loo, zei hierover bij de opening: “Op een gegeven ogenblik ben je uitgetennist en dan is het leuk dat je thee kunt gaan drinken op een kasteel, waarvan je de bewoners kent.”

Afb. 2. Een feestelijk oranje gedekte tafel met Oranje souvenirs in de jachtkamer van het kasteel.

De laatste kasteelheer uit de familie D’Isendoorn was Frederik Karel Theodoor baron d’lsendoorn à Blois (1784-1865) en als kamerheer i.b.d. van de Koningen Willem I, II en III kende hij de Oranjes goed. De bezoeken van leden van de Koninklijke familie gaven in kranten nog weleens aanleiding tot speculaties over de verkoop van het kasteel aan de Oranjes en hierover leest u meer op de tentoonstelling.

Het kasteelinterieur vormt een verrassend decor voor de Oranje souvenirs en er is veel aandacht aan de vormgeving besteed. De band van de verschillende kasteelbewoners met de Oranjes wordt duidelijk gemaakt door oranje strikken op hun portretten.

Meer weten over deze tentoonstelling en over bezoekmogelijkheden? Zie https://www.glk.nl/actueel/evenementen1/evenement/?bericht=3564.

Afb. 3. Oranje rookwaren in de herenkamer van kasteel Cannenburch.