Raad van State: Carlos Hugo Klynstra wordt prins de Bourbon de Parme

Afb. Het familiewapen De Bourbon de Parme, dat Carlos Hugo Klynstra als prins de Bourbon de Parme mag gaan voeren. Foto met dank aan de Hoge Raad van Adel

De Afdeling Rechtspraak van de Raad van State heeft uitspraak gedaan op 28 februari 2018. Daarbij zijn alle bezwaren, die prins Carlos tegen het vonnis van de Rechtbank heeft aangevoerd, verworpen. De uitspraak van de Rechtbank is bekrachtigd en als gevolg hiervan zal binnenkort het K.B. tot naamswijziging worden getekend. Carlos Hugo Klynstra zal vanaf dat moment Carlos Hugo prins de Bourbon de Parme heten en het predikaat Koninklijke Hoogheid dragen. Alleen in één opzicht heeft de Afdeling Rechtspraak anders geoordeeld dan de Rechtbank. Naast prins Carlos trad als procespartij ook het “Huis de Bourbon de Parme” op. De Rechtbank had deze procespartij niet ontvankelijk verklaard omdat het geen belanghebbende zou zijn. De Afdeling Rechtspraak oordeelde hier anders over. Het “Huis de Bourbon de Parme” was wel belanghebbende, maar moet nu ook genoegen nemen met afwijzing van het door dit Huis ingestelde beroep.

Voor eerdere berichten over deze zaak door jonkheer mr. Dolph Boddaert op AiN zie:

https://www.adelinnederland.nl/minister-verklaart-bezwaarschrift-carlos-prins-bourbon-parme-ongegrond-zoon-carlos-hugo-wordt-prins/

https://www.adelinnederland.nl/beroep-carlos-bourbon-parme-afgewezen-jonkheer-mr-dolph-boddaert/

Deel 95 van het ‘Blauwe boekje’ is verschenen

Afb. 1. Deel 95 is rijk geïllustreerd in kleur, waaronder deze portretten van mr. Norbertus Cornelius Maria Smits van Oyen, heer in Oijen (1863-1945), die gehuwd was met Elisabeth Johanna Eugenia Maria Hendrichs (1867-1965), telg uit een patriciaatsfamilie. De naaste familie van dit echtpaar laat mooi de verbondenheid van adel en patriciaat zien: zijn broer werd in 1909 in de Nederlandse adel verheven en diens nakomelingen leven als jonkheren/jonkvrouwen Smits van Oyen voort. Van de 4 gehuwde kinderen uit het huwelijk Smits van Oyen-Hendrichs huwde de oudste zoon een jonkvrouwe Von Bönninghausen tot Herinckhave, de oudste dochter een jonkheer Verheyen, een tweede dochter de zoon van een Belgische Baron van de Put en de jongste dochter huwde een telg uit de patriciaatsfamilie Mathon. Portretten door C. Guequier, 1929, coll. Museum Kemperland. Foto’s met hartelijke dank aan de Stichting Het Blauwe Boekje.

Het 95ste deel van het Nederland’s Patriciaat, dat meestal het ‘Blauwe boekje’ wordt genoemd als tegenhanger van het ‘Rode boekje’ van het Nederland’s Adelsboek, werd onlangs gepresenteerd.

Afb. 2. De voorkant van het Blauwe Boekje.

Sinds 1910 verschijnt deze serie vrijwel jaarlijks en hierin zijn de genealogieën opgenomen van inmiddels ruim 1800 families die in de afgelopen 150 jaar een belangrijke rol hebben gespeeld in de Nederlandse maatschappij. De serie biedt unieke onderzoeksmogelijkheden en onder meer hierover schrijft dr. C.A.M. Gietman in de inleiding. Elke genealogie bevat een korte inleiding waarin de familie met een aantal karakteristieken wordt gekenschetst. Bij het voorwoord zijn in tabelvorm al die karakteristieken van alle dertien families samengevat.

In alfabetische volhorde worden in dit deel de volgende families behandeld: Cankrien, Greidanus (van Wimersma Greidanus, Idema Greidanus), Heijse, Houben, Kersten, Laane, van Lede, van Haren Noman, Pigeaud, Scherpenhuijsen Rom, Scheidius, Smits (Smits van Oyen) en Thijssen (Heerkens Thijssen). Wie de genealogieën goed bekijkt, ziet ook nu weer hoe adel en patriciaat nauw met elkaar verbonden zijn.

De serie het Nederland’s Patriciaat werd na de Tweede Wereldoorlog tot in 2015 uitgegeven door het Centraal Bureau voor Genealogie, maar dit deel is tot stand gekomen door een nieuw samen­werkings­verband van Historisch Bureau de Clercq te Lisserbroek en Uitgeverij Verloren te Hilversum, onder toezicht van het bestuur van Stichting Het Blauwe Boekje.

Afb. 3. V.l.n.r.: uitgever Thys VerLoren van Themaat en drs. Daan de Clercq, eindredacteur en directeur van de stichting, en drs. Alle Diderik de Jonge (voorzitter) en drs. Marjolein Regout (secretaris) namens het bestuur van Stichting Het Blauwe Boekje. Foto met hartelijke dank aan de Stichting Het Blauwe Boekje.

Link naar de website van de Stichting Het Blauwe Boekje: https://www.blauweboekje.nl/.

Link naar de website van Uitgeverij Verloren met bestelmogelijkheid: https://verloren.nl/boeken/2086/245/28263/genealogie/nederlands-patriciaat-95-2016-2017.

Herbouw Slot Schaesberg komt dichterbij

Afb. 1. Screenshot van de website van de Stichting Landgoed Slot Schaesberg. Foto met dank aan www.slotschaesberg.nl.

In het Limburgse Landgraaf ligt de ruïne van het in Maaslandse renaissance-stijl gebouwde kasteel Schaesberg, dat tot de confisquatie in 1944 door de Nederlandse Staat in het bezit was van de Graven Van Schaesberg.

De in 2013 opgerichte Stichting Landgoed Slot Schaesberg heeft zich tot doel gesteld niet alleen het kasteel, maar ook de kasteelhoeve op historisch wetenschappelijk wijze te herbouwen. Deze week meldde de website van de stichting dat de gemeente Landgraaf een erfpacht- en opstalovereenkomst heeft getekend met de stichting, waardoor deze eigenaar is geworden van de 6 ha. grond en de opstallen. Hiermee is de basis gelegd voor de toekomstige herbouw door de stichting.

Afb. 2. Een ansichtkaart van de imponerende kasteelhoeve met toegangspoort. Part. coll.

De geregelde stamreeks van het oudadellijke Limburgse geslacht Van Schaesberg gaat terug tot in 1460, maar de eerste vermelding dateert al uit 1239. In 1637 werd de titel Baron des H.R. Rijk verleend en in 1706 volgde de titel Graaf des H.R. Rijk. De Chef de Famille kreeg tegelijk het predikaat ‘Hoch- und Wohlgeboren’. In 1712 werden de heerlijkheden Kerpen en Lommersum verheven tot Graafschap van het H.R. Rijk en hierdoor kregen de Graven van Schaesberg zitting in de Westfaalse Gravenbank en werden zij tot de regerende adel gerekend. Hiermee waren zij ‘ebenbürtig’ aan vorstelijke families. In 1829 ontving het Hoofd van de familie het predikaat ‘Erlaucht’, dat zich in het Nederlands als Illustere Hoogheid kan laten vertalen.

De graven Van Schaesberg bewoonden tot begin 18e eeuw het slot, maar latere generaties woonden in Duitsland. De Van Schaesbergs hebben na 1814 nooit tot de adel van het Koninkrijk der Nederlanden behoord, maar kunnen wel tot de autochtone adel van Nederlands grondgebied gerekend worden. Samen met de graven Van Aldenburg Bentinck, Van Rechteren Limpurg en Von Quadt zu Wykradt behoren zij tot de enige adellijke Nederlandse geslachten die tot Hoge Adel gerekend worden en in deel 2 opgenomen zijn van de Gotha. Hierdoor zijn zij in rang gelijkgesteld met regerende families.

Link naar de website van de Stichting Landgoed Slot Schaesberg: www.slotschaesberg.nl.

Tentoonstelling: De wereld achter een poppenhuis Willem Tholen, Lita de Ranitz en vrienden

Afb. Het grote Poppenhuis van Lita de Ranitz, 1910, Collectie Haags Historisch Museum. Foto Rob Mostert.

T/m 10 juni 2018 staat in het Haags Historisch Museum het poppenhuis centraal van jonkvrouwe Willemine Elisabeth Edzardine de Ranitz (1876-1960). Het poppenhuis laat gedetailleerd zien hoe de betere kringen in het ’s-Gravenhage van omstreeks 1910 leefden. Tijdens deze tentoonstelling worden er verbindingen met hedendaagse ontwerpers en verzamelaars van miniatuurkunst gelegd en is er werk te zien van hedendaagse kunstenaars als Daniel Spoerri, David LaChapelle, Erwin Olaf en Rob Scholte.

De Haagse freule Lita huwde de kunstenaar Willem Bastiaan Tholen en dankzij zijn connecties zijn er in het poppenhuis ook schilderijtjes van kunstenaars als Toorop, Mauve en Jongkind te zien. Samen met haar vriendin, freule Marie Auguste van Hogendorp (1864-1931), ging zij op zoek naar meubeltjes en miniatuur voorwerpen. Het interieur is van verfijnde kwaliteit met kunstvoorwerpen, geborduurde Perzische tapijten en een badkamergordijn op blauwe zijde met rozen en pauwen, dat geborduurd werd door haar zusje freule Anna de Ranitz (1872-1958).

Link naar de website van het Haags Historisch Museum met meer informatie: https://www.haagshistorischmuseum.nl/tentoonstelling/de-wereld-achter-een-poppenhuis.

Openstelling Trompenburgh: 25 februari en 18 maart

Afb. De buitenplaats Trompenburgh, die vernoemd werd naar en gebouwd werd door admiraal Cornelis Tromp (1629-1691). Foto met dank aan www.monumentenbezit.nl.

Trompenburgh behoort tot de mooiste buitenplaatsen in ’s-Graveland en valt op door zijn bijzondere bouw met achthoekige koepel. Het huis kende in de loop der eeuwen meerdere families die het in bezit hadden, waaronder de familie Straalman. In 1771 werd het huis gekocht door mr. Matthijs des H.R. Rijksbaron Straalman (1722-1808), die onder meer burgemeester was van Amsterdam en op Trompenburgh overleed. Zijn zoon mr. Anne Willem baron Straalman (1758-1824) bekleede ook vele functies en werd in 1816 in de Nederlandse adel ingelijfd. Ook hij overleed op Trompenburgh en zijn erfgenamen verkochten het huis in 1827.

Op 16 juni 1827 werd ‘De gerenomeerde HEEREN-HUIZINGE, van de Hofstede Trompenburg’ in veiling gebracht met daarbij de tuinmanswoning, een boerenwoning, stallen en een koetshuis voor 12 paarden. De bijbehorende 19 bunder grond kon afzonderlijk gekocht worden, maar dan diende het huis wel ‘geamoveerd’ (gesloopt) te worden. Gelukkig vond Trompenburgh een koper, die het in zijn geheel kocht, waardoor het nu nog steeds te bewonderen is.

Op 25 februari en 18 maart is Trompenburgh beperkt opengesteld. Reserveren is noodzakelijk en kan via https://www.natuurmonumenten.nl/natuurgebieden/schoonoord/agenda/kom-binnen-kijken-bij-trompenburgh-s-graveland.

Onbekend damesportret Winterveiling Venduehuis 21 en 22 februari

Afb. De onbekende dame. Kavel 88 in de Winterveiling van het Venduehuis op 21 en 22 februari.

Op 21 en 22 februari vindt bij het Venduehuis der Notarissen in Den Haag de Winterveiling plaats, waarbij dit portret van een onbekende dame geveild zal worden. Drs. Philomeen van ’t Hooft van het Venduehuis is benieuwd of iemand de identiteit kan achterhalen en schreef er het onderstaande verhaal over.

Je ziet wel eens portretten van onbekende personen waarvan je denkt: het moet toch mogelijk zijn de naam van de geportretteerde te achterhalen. Dat geldt ook voor dit ovale portret van een, ons onbekende, Elegante dame met parelcollier door JOSEPH DÉSIRÉ COURT (Rouen 1797 – Parijs 1865).

COURT studeerde aan de École des Beaux Arts in Parijs en later in Rome. Hij maakte furore met schilderijen met historische onderwerpen; zijn schilderij ‘De dood van Caesar’ hangt in het Louvre. In zijn latere jaren maakte COURT vooral portretten van hooggeplaatste personen, prinsen en hovelingen, al dan niet in opdracht van Louis Philippe I, koning van Frankrijk tussen 1830-1848.

De dame op dit portret heeft mogelijk behoord tot die hofkringen. Zij is getooid met massa’s parels. In het haar is een streng parels gevlochten. Om haar hals draagt ze één of meerdere parelsnoeren; we tellen tenminste 5 rijen. Haar fraaie kanten sjaal wordt op de borst bijeengehouden door een imposante ‘Devant de Corsage’. Een Devant de Corsage is een grote, meestal driehoekige broche die laag en midden op de borst wordt gedragen. Het sieraad is vaak voorzien van afhangende parels of edelstenen die tot aan de maag reiken, vandaar dat het sieraad in het Engels wel Stomacher wordt genoemd. Op dit portret bestaat de broche uit een rozet met – mogelijk- saffieren waaronder drie grote parels hangen. Het blauw van de saffieren komt terug in de ogen van de dame die zittend voor een wijnrode draperie is afgebeeld.

Wie weet welke naam deze elegante, rijk geklede dame draagt met haar licht melancholieke oogopslag en zachte glimlach, mag zich melden. ‘Elegante dame met parelcollier’ door JOSEPH COURT wordt geveild als kavel 88 in de Winterveiling op 21 en 22 februari aanstaande.

Link naar de website van het Venduehuis der Notarissen: https://www.venduehuis.com/

Olympische Winterspelen 1936: Gratia Maria Margaretha barones Schimmelpenninck van der Oye (1912-2012)

Afb. ‘Freule A. Schimmelpenninck van der Oye, de eenige Nederlandsche deelneemster aan de Olympische Winterspelen, in actie tijdens de Slalom (behendigheidswedstrijden) te Garmisch Partenkirchen.’

Freule Gratia was een telg uit het adellijke geslacht Schimmelpenninck van der Oye, dat teruggaat tot in 1418 in Zutphen en waarvoor in 1820 de titel van baron werd erkend.

Het Olympische gedachtengoed zat er al vroeg in, want haar vader, mr. Alphert baron Schimmelpenninck van der Oye, was sinds 1925 lid van het Internationaal Olympisch Comité. Nadat haar ouders in 1930 besloten hadden uiteen te gaan, bleef zij bij haar moeder, jonkvrouwe Henriette Susanna Frederique Huyssen van Kattendijke, wonen en kwam tijdens hun verblijf in Oostenrijk in aanraking met de skisport.

In 1935 werd zij zesde bij de wereldkampioenschappen alpineskiën en het jaar erop werd zij de eerste Nederlandse vrouw die aan de Olympische Winterspelen deelnam. Hier eindigde zij op de 14e plaats bij het alpineskiën.

Link naar een interessant artikel online over haar: https://historiek.net/het-rokje-van-de-freule/40379/

Illustre Lieve Vrouwe Broederschap: interview met jonkheer Diederik Laman Trip, Gus baron van der Feltz en Ferdinand Sassen

Afb. V.l.n.r. Ferdinand Sassen, jonkheer Diederik Laman Trip en Gus baron van der Feltz, leden van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Foto met hartelijke dank aan Lisette Broess-Croonen.

In 1318 werd de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap in ’s-Hertogenbosch opgericht en het 700-jarig bestaan was de aanleiding voor het genootschap om in de openbaarheid te treden. Gisteren werd een tentoonstelling in het Noordbrabants Museum door Z.M. Koning Willem-Alexander geopend, die ook lid van het genootschap is.

Het genootschap doet aan liefdadigheid, heeft een oecumenisch karakter, behoudt zijn tradities en culturele erfgoed, en door dit met ruim 100 leden samen te delen, leren zij elkaar heel goed kennen en worden zij broeders, aldus regerend proost jonkheer Diederik Laman Trip.

Het genootschap kende en kent vele leden uit de rode en blauwe boekjes, en wordt door de buitenwereld als elitair ervaren. “Zo kijkt de buitenwereld er tegenaan en dat begrijp ik wel. Maar als je er zelf in zit, dan zie je dat zelf minder, maar ik begrijp dat mensen dat vinden”, aldus een lid in het NOS Journaal.

Lisette Broess-Croonen interviewde drie leden: jonkheer Diederik Laman Trip, Gus baron van der Feltz en Ferdinand Sassen, die uit een patriciaatsfamilie stamt. Link naar het interview online in het Stadsblad Den Bosch: https://www.stadsbladdenbosch.nl/nieuws/algemeen/359750/inkijkje-in-de-illustre-lieve-vrouwe-broederschap.

Link naar meer informatie over de tentoonstelling ‘Geloven in vriendschap’ in het Noordbrabants Museum: http://www.hetnoordbrabantsmuseum.nl/bezoek/tentoonstellingen-activiteiten/tentoonstellingen/geloven-in-vriendschap/

BinnensteBuiten: landgoed Den Treek-Henschoten & Fleur de Beaufort

Afb. Jonkvrouwe Fleur de Beaufort in Binnenstebuiten, waarin zij vertelt over landgoed Den Treek-Henschoten. Screenshot met dank aan Binnenstebuiten.

In het programma BinnensteBuiten werd in de aflevering van 12 februari jl. een bezoek gebracht aan het landgoed Den Treek-Henschoten, dat in 1807 gekocht werd door mr. Willem Hendrik de Beaufort (1775-1829), wiens nakomelingen het nog steeds bezitten. Met ruim 2200 ha. behoort Den Treek tot de grootste landgoederen in Nederland en meer dan 540 nakomelingen uit de familie De Beaufort in de mannelijke en vrouwelijke lijn hebben aandelen in de N.V. waarin dit belangrijke cultuur- en natuurbezit is ondergebracht. Er worden vele activiteiten georganiseerd, waarbij de familieleden ook actief betrokken zijn. In BinnensteBuiten vertelt jonkvrouwe Fleur de Beaufort meer over Den Treek.

Link naar de uitzending online: http://www.uitzendinggemist.net/aflevering/424332/Binnenstebuiten.html.
Link naar de website van Den Treek-Henschoten: http://www.dentreekhenschoten.nl.