Willem Gevers was een telg uit een Rotterdams regentengeslacht en in 1815 werd een voorvader in de Nederlandse adel verheven met het predikaat jonkheer. In 1857 werd aan zijn grootvader de titel van baron bij recht van eerstgeboorte verleend en Willem Gevers werd na het overlijden van zijn vader de derde opeenvolgende in de familie met de titel baron.
In 1936 deed hij mee aan de Olympische Winterspelen bij het onderdeel bobsleeën samen met Samuel J. Dunlop. In de krant kon men over hun deelname lezen: ‘De Nederlandsche bob startte met W.J. baron Gevers als bestuurder en S.J. Dunlop als remmer. Onze bob maakte een vrij goede tijd van 1 min. 31.44 sec.’, maar het werd uiteindelijk de 10e plaats van de tweeëntwintig deelnemers.
Na de Olympische Winterspelen vervolgde baron Gevers zijn diplomatieke carrière en werd tenslotte H.M. ambassadeur bij het Hof van St. James te Londen en te Reykjavik.
Vrijdagavond 9 februari vond in het Grand Hotel Huis ter Duin in Noordwijk het 50e Wiener Ball plaats, dat ook nu weer weer bijzonder geslaagd genoemd mag worden. Dit jaar waren er als gasten met de hoogste rang twee Oostenrijkse Aartshertogen uit de Keizerlijke familie Habsburg-Lotharingen aanwezig: Aartshertog Sandor en echtgenote Aartshertogin Herta. Zij stammen uit de tak die tot in 1860 in het Groothertogdom Toscane regeerde.
De avond werd geopend door het Jungdamen- en Jungherrenkomitee, waarin dit jaar onder meer debuteerden jonkheer Frederik van Heurn, Francien van Gent, met een barones Van der Feltz als moeder, en Claire Schrameijer, die een jonkvrouwe Van Rijckevorsel van Kessel als moeder heeft. Daarnaast debuteerden er telgen uit de patriciaatsfamilies Smits van Oyen, Van Hall, Hamstra en Schalij.
Na de zeer geslaagde openingsdans, die onder leiding van de Weense dansmeester Heinz Heidenreich was ingestudeerd, was het: “Alles Walzer!” en kon er door iedereen gewalst worden op de klanken van het Ensemble Johann Strauss. Hierna verspreidden de balgasten zich over de verschillende zalen en AiN zag en sprak velen uit het rode boekje: Van Rijckevorsel van Kessel, Versélewel de Witt Hamer, Taets van Amerongen van Renswoude, Von Balluseck, Van Tets, Van der Feltz, Van Nispen tot Sevenaer, Van Eysinga, Van de Poll, Verheyen, Filz von Reiterdank, Van Beijma thoe Kingma, Van Dedem, De Savornin Lohman, Groeninx van Zoelen en Van Weede. Ook het blauwe boekje was goed vertegenwoordigd met patriciaatsfamilies als Döderlein de Win, Enschedé, Dudok van Heel, Van Hasselt, Van Helsdingen, Westerouen van Meeteren en Kaars Sypesteyn.
Wat het Wiener Ball steeds opnieuw bijzonder maakt, is de mix van adel, patriciaat, leden van de hofhouding, vertegenwoordigers uit de politiek en het bedrijfsleven, terwijl de sfeer feestelijk, stijlvol en toch ongedwongen is.
Om 24.00 uur was de Mitternachtsquadrille o.l.v. dansmeester Heinz Heidenreich en stond de dansvloer vol balgasten, die aansluitend enthousiast deelnamen aan de Galop.
Op vrijdagavond 9 februari 2018 vond in Grand Hotel Huis ter Duin in Noordwijk het 50e Wiener Ball plaats, waarbij 64 jongedames en jongeheren debuteerden en na binnenkomst een openingsdans uitvoerden. Deze werd ingestudeerd o.l.v. de Oostenrijkse dansmeester Heinz Heidenreich en werd uitgevoerd onder muzikale begeleiding van het Ensemble Johann Strauss.
Hieronder het filmpje dat AiN van de openingsdans maakte.
Na de openingsdans werd de Weense Wals door de debuterende jongedames en jongeheren ingezet. Nadat het ‘Alles Walzer!’ was geroepen, werd de dansvloer vrijgegeven voor de andere balgasten.
Hieronder het filmpje dat AiN van de Weense Wals maakte met het ‘Alles Walzer!’
In de komende dagen volgen meer filmpjes en foto’s, houd daarom de website goed in de gaten!
Vandaag worden de 23e Olympische Winterspelen officieel in Pyeongchang geopend. In 1928 deed Nederland hier voor het eerst aan mee en de eerste vlaggendrager (en ook enige adellijke vlaggendrager ooit voor Nederland) was jonkheer Edwin Louis Teixeira de Mattos (1898-1976).
Jonkheer Edwin Louis Teixeira de Mattos werd op 28 januari 1898 geboren te Amsterdam als jongste van een tweeling. Zijn vader, jonkheer Henry Teixeira de Mattos, stamde uit een Portugees-joods geslacht van kooplieden en bankiers dat zich in de 17e eeuw in Amsterdam gevestigd had en waarvan verschillende leden in de 19e eeuw protestant werden. In 1892 werd zijn grootvader in de Nederlandse adel verheven met het predikaat jonkheer. Zijn moeder, jonkvrouwe Maria Johanna van den Berch van Heemstede, stamde uit een regentengeslacht uit Nijmegen, waarvan een voorvader in 1842 in de Nederlandse adel werd verheven, eveneens met het predikaat jonkheer.
Hij groeide op in een gezin met vijf kinderen in Amsterdam. Zijn vader was hier firmant bij de familiebank Gebr. Teixeira de Mattos. Edwin Teixeira was sportief ingesteld en geïnteresseerd in meerdere sporten. Zo tenniste hij en nam hij deel aan internationale tenniswedstrijden, maar daarnaast deed hij ook mee aan wedstrijden van de Koninklijke Nederlandse Automobiel Club met zijn Lancia Lambda.
In 1928 deed Nederland voor het eerst mee aan de Olympische Winterspelen, die in Sankt Moritz werden georganiseerd. Zijn bobsleeteam bestond in eerste instantie uit Curt van de Sandt (captain), Jacques Paul Delprat, Henri Louis Dekking, Hubert Menten en Levy Thomans, maar de laatstgenoemde trok zich terug en Edwin Teixeira nam zijn plaats in.
Voor aanvang van de Spelen dook het gerucht in de kranten op, dat de bobsleeploeg zich had teruggetrokken, maar vervolgens verscheen dit bericht over de openingsceremonie: ‘Voor Nederland was vaandeldrager de heer Teixeira de Mattos, die deel uitmaakt van den bobploeg, die door Menten geleid wordt. De aanwezigheid van de Nederlandsche bobslederenners bevestigde opnieuw, dat de Nederlandsche bob-ploeg niet voornemens is zich uit de Olympische wedstrijden terug te trekken, ondanks alle geruchten, in tegengestelden zin, die sommige Nederlandsche bladen hebben vermeld. Naar ik uit goede bron verneem, zijn Menten en zijn vrienden stellig voornemens de volgende week Donderdag en Vrijdag aan den start te verschijnen.’ Speciaal voor hun deelname werd de bob “Tromp’ gebouwd. Hun team werd uiteindelijk 12e van de drieëntwintig deelnemende teams.
Na de Olympische Winterspelen vervolgde Edwin Teixeira zijn werkzaamheden als referendaris bij de Rijksvoorlichtingsdienst. Pas op latere leeftijd, hij was toen zestig jaar, huwde hij de zesendertigjarige Sabina Louise Henriette Baumgarten, dochter van een kantoorbediende, en zij vestigden zich uiteindelijk aan de Alexander Gogelweg 63 in ’s-Gravenhage. Hun huwelijk duurde ruim zeventien jaar. Zijn laatste levensjaar werd getekend door ziekte tot hij op 15 januari 1976 te ’s-Gravenhage kwam te overlijden: ‘Heden overleed zacht en kalm na een langdurig ziekbed mijn Echtgenoot, Broer en Oom Jonkheer Edwin Louis Teixeira de Mattos op de leeftijd van 77 jaar.’ Zijn weduwe overleefde hem achtentwintig jaar en overleed op 31 mei 2004 eveneens te ’s-Gravenhage.
Dr. Conrad Gietman is historicus en is als universitair docent verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens zijn studie naar de aristocratische genealogie in Nederland in de jaren 1850-1950 kwam hij vele opmerkelijke uitspraken tegen over afkomst, status en beschaving. Op het Twitteraccount Oude Genealogen deelt hij deze nu: https://twitter.com/OudeGenealogen.
Zijn laatste tweet ging over Lamoraal Hans Willem van Aylva baron Rengers (1795-1866), die uit een oude Groninger adellijke familie stamde en gehuwd was met een gravin Van Bylandt. In 1846 schreef hij enigszins verzuchtend: ‘De zucht naar adellijke titels en schoon klinkende namen heeft hand over hand toegenomen […], vooral in ons zoo vrijzinnig vaderland, en thans is er geen ambtenaar of rentenier die niet vroeg of laat solliciteert om een titel.’
Museum Buren en Oranje organiseert op dinsdag 20 februari in Buren een herdenkingsbijeenkomst ter gelegenheid van de 400ste sterfdag van Philips Willem Prins van Oranje Graaf van Buren.
Philips Willem was de oudste zoon van Willem van Oranje uit diens eerste huwelijk met Anna van Egmond Gravin van Buren. Philips Willem werd 13 jaar oud als student aan de Universiteit van Leuven door Spaanse soldaten gevangen genomen en als gijzelaar meegenomen naar Spanje. Hij zou zijn vader uiteindelijk nooit terugzien en met zijn halfbroers voerde hij na zijn terugkeer een strijd over de erfenis. Hij huwde Eleonora de Bourbon, een nichtje van de Franse Koning Hendrik IV, en overleed kinderloos in 1618
De locatie is de St. Lambertuskerk in Buren en de aanvang is 19.00 uur. De toegang is gratis. Tijdens deze bijeenkomst zal de biografie ‘Philips Willem. De verloren zoon van Willem van Oranje’ van P.J. Schipperus gepresenteerd worden en de schrijver zal hierover een lezing geven.
De provincie Utrecht gaat dit jaar ruim 3 miljoen bijdragen aan de restauratie van 20 rijksmonumenten, waarvan er 8 historische buitenplaatsen zijn met een rijke adellijke geschiedenis.
De 8 historische buitenplaatsen zijn:
– buitenplaats Doornveld
– kasteel Renswoude
– Hydepark
– menagerie Nyenrode
– tuinmuur landgoed Zuylestein
– villa Vijverhof
– tuinhuis Heidestein
– interieur kasteel de Haar
Kasteel Heeze is sinds 1760 familiebezit en wordt nog steeds bewoond door de baronnen Van Tuyll van Serooskerken. Het kasteel heeft een zeer bijzonder interieur, waarbij enkele kamers uniek zijn, omdat zij nog steeds de authentieke 18e-eeuwse inrichting hebben.
Eén van deze kamers is de Blauwe Kamer met het behang en de stoffering uit de 18e eeuw. Dankzij een subsidie van de Bankgiroloterij kunnen het behang en het tapijt nu gerestaureerd worden.
Een familiewapen kan op vele manieren toegepast worden en kon men in het verleden niet alleen op zegelringen, maar ook op huizen, portretten, grafstenen, koetsen, serviezen, menukaarten, enz. aantreffen. Tegenwoordig beperkt het gebruik zich grotendeels tot zegelringen, ook al zie je bv. ook op nieuwe grafstenen – vooral bij adellijke families – het familiewapen steeds vaker weer afgebeeld worden.
Bij grote diners werden de knechten in livrei gehesen, het liefst in de kleuren van het familiewapen, waarbij het in de 19e eeuw een veel voorkomend gebruik was, dat op de knopen het wapen zelf werd afgebeeld. Een volger van AiN zag onlangs op een veiling een livreiknoop gemaakt omstreeks 1900 door de Haagse firma P. Mansvelt & Z. en gaf deze tip aan ons door. Het betreft een samengesteld wapen met twee omziende griffioenen met daarboven een rangkroon met 9 parels. Dit betreft een Duitse gravenkroon, terwijl in Nederland een gravenkroon 3 fleurons en 2 parels heeft.
De combinatie van een Nederlandse adellijke familie met een Duitse gravenkroon maakte de zoektocht wat makkelijker en na enig speurwerk vond AiN de bijbehorende familienaam: Van Bylandt. Deze oude Gelderse familie gaat terug tot in de 13e eeuw en heeft als stamvader Dirc Doys, die ministeriaal (dienstman) van Gelre was. In 1678 werd een voorvader door Keizer Leopold I verheven tot Graaf des H.R. Rijks en dit verklaart het gebruik van de Duitse gravenkroon, terwijl vanaf 1814 nakomelingen met de titel graaf/gravin werden opgenomen in de Nederlandse adel. De Van Bylandts vormden in de 19e en begin 20e eeuw een grote familie, maar de Nederlandse tak beperkt zich nu tot enkele nakomelingen die in Canada leven. In het rode boekje treft men overigens het wapenschild in deze samengestelde vorm niet aan, maar in andere bronnen is deze wel terug te vinden.