Nieuwe website Orde van Malta

Afb. Een screenshot van de startpagina van de nieuwe website.

De Souvereine Militaire Hospitaal Orde van Malta Associatie Nederland heeft sinds kort een nieuwe website, die vol informatie staat over de geschiedenis en de vele activiteiten van deze orde.

De Associatie Nederland werd bij besluit van de Vorst Grootmeester van 20 januari 1911 heropgericht. De Orde heeft ruim 120 leden in Nederland. De leden (mannen en vrouwen) kunnen van adel zijn, zijn belijdend katholiek en ouder dan 21 jaar, en hebben de Nederlandse nationaliteit. De doelstellingen van de Orde moeten in woord en daad onderschreven worden. Sinds 1919 is de Orde gevestigd aan de Nieuwgracht in Utrecht. Voorzitter van het Kapittel is jonkheer mr. P.L.M. van Meeuwen.

Link naar de nieuwe website: https://ordevanmalta.nl.

Geboren: Cabot

Afb. Het familiewapen Bentinck. Afbeelding met hartelijke dank aan het Archivariaat Bentinck-Schoonheten.

George Lewis Pickering Cabot, geboren ’s-Gravenhage 27 november 2017, zoon van James Cabot en Renée Meta Cornélie Cabot née barones Bentinck van Schoonheten.

Promotie Tom de Witt Hamer over ridderlijke orden: “Lid worden in de voetstappen van de historie.”

Afb. 1. Jonkheer dr.ing. Tom en mr. Ellen Versélewel de Witt Hamer-Zwaan met links hun zoon Michiel en rechts hun zoon Friso. Echtgenote Ellen en zoon Friso fungeerden als paranimfen bij de promotie.

Afgelopen donderdag promoveerde jonkheer dr.ing. Tom Versélewel de Witt Hamer in een volle  aula van het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen op zijn proefschrift over de ridderlijke orden in Nederland in de jaren 1965-2015.

Er waren veel lovende opmerkingen door zijn opponenten: ‘origineel en verrassend’, ‘heel leesbaar’, ‘doorwrocht en prachtig uitgegeven’, ‘boeiend en origineel’ en ‘een interessant boek over een bijzondere wereld, gedreven en zakelijk ook al gaat het over wonderlijke figuren’.

Prof. P. Janssens vroeg Tom de Witt Hamer waarom hij besloten had om de 23 zeer verschillende orden als één geheel te behandelen. Hierop antwoordde hij, dat hij geïntrigeerd was geraakt door het verschijnsel dat er sinds de jaren zestig nieuwe orden zijn ontstaan. Door de oudere orden werd hier tegenaan gekeken als ‘die zijn niet echt’. Hij maakte een splitsing in grotere orden uit het Heilige Land en de kleinere orden en stelde uit de eerste categorie een Top Vijf op, die alleen op Nederland betrekking had om te kijken hoe de ontwikkelingen voor Nederland zijn verlopen.

Naar aanleiding van een vraag van prof.mr. G.R. de Groot stelde Tom de Witt Hamer, dat zolang een afgetreden vorst een orde blijft claimen, hij orden kan blijven verlenen. Hij zal geen nieuwe orden in zijn land van herkomst kunnen oprichten, maar wel een nieuwe huisorde kunnen instellen.

Afb. 2. Het boek dat naar aanleiding van het onderzoek van Tom de Witt Hamer verschenen is.

Als reactie op een vraag van prof.dr. H. Ronnes zei hij onder meer, dat de grote overeenkomst tussen de verschillende orden is: “Alle orden hebben de ridderlijke deugden en het Christendom hoog in het vaandel staan. Het grote verschil met de nieuwe orden is: deze zijn oecumenisch.”

Dr. K. Bruin zei dat Tom de Witt Hamer geconcludeerd had dat de ridderlijke orden maatschappelijk relevant zijn en dat deze voor zichzelf het adellijk zelfbeeld kunnen bevestigen. Hij vroeg zich af of je verenigingen als No Surrender en Satudarah dan ook maatschappelijk relevant kon noemen. Hierop reageerde Tom de Witt Hamer dat de orden een vorm van eigenwaarde geven, maar dat de goede werken extern gericht zijn en hulp en ondersteuning bieden aan anderen dan hun eigen groep. De netwerkvorming noemde hij maatschappelijk relevant, omdat hier hele goede dingen voor de maatschappij uit voortkomen.

“Authenticiteit van de orde wordt bepaald door de status van de oprichter”, stelde dr. K.E. Knibbe, waarop Tom de Witt Hamer reageerde met dat hij in verband met zijn onderzoek van geen enkele orde zou zeggen of hij echt of authentiek was. Volgens hem worden orden in Nederland erkend op basis van criteria die er niet zijn. Ze hebben een semi-officiële status, omdat bijvoorbeeld hun insignes op een militair uniform gedragen mogen worden of omdat er soms leden van het Koninklijk Huis bij betrokken zijn.

Prof. P. Janssens vroeg zich af of de leden zich bewust zijn van hun reële drijfveren. Volgens Tom de Witt Hamer waren er nieuwe orden met zelfs nep-prinsen waar status en financieel gewin voorop stonden, maar voor de andere orden geldt dat caritas en geloof de drijfveren zijn vanuit de oude traditie. Hij noemde dit: “Lid worden in de voetstappen van de historie.”

Hierna trok de commissie zich terug en kwam na korte tijd terug om de promovendus mee te delen dat hem de doctorstitel verleend was. De lofrede werd uitgesproken door de promotor prof.dr. Y.B. Kuiper, die memoreerde hoe hij samen met de te vroeg overleden prof.dr. J. Dronkers en met Tom de Witt Hamer een goed drietal vormde: “Jaap de cijfers, ik de verhalen en jij het werk.” Hij was vol lof over het eindresultaat en zei dat Tom de ridderromantiek in zichzelf goed had bestreden.

Ook benieuwd naar het onderzoek van Tom de Witt Hamer? Zijn onderzoek is in de serie werken van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde als boek verschenen: Geloven verplicht. Een elite-onderzoek naar ridderlijke orden in het Koninkrijk der Nederlanden (1965-2015).

Voor meer informatie en bestelmogelijkheid zie www.knggw.nl/actueel/nieuws/nieuwe-uitgave-geloven-verplicht/.

Kerstfair op Mariënwaerdt

Afb. 1. De 16e Kerstfair op Mariënwaerdt.

Vanaf vandaag t/m 10 december is er op landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt een grote Kerstfair, die voor de 16e keer georganiseerd wordt. Het ruim 900 ha. grote Mariënwaerdt is sinds 1734 familiebezit en vererfde van de graven Van Bylandt op de baronnen Van Balveren en daarna op de baronnen Van Verschuer. Er zijn ruim 140 stands, er is een ijsbaan en ook is er de mogelijkheid om Huis Mariënwaerdt te bezichtigen, dat in kerstsfeer is aangekleed.

Voor meer informatie kijk op: www.marienwaerdt.nl/kerstfair/.

Afb. 2. Het statige inrijhek met v.l.n.r. de wapens van de drie eigenaar-families: Van Balveren, Van Bylandt en Van Verschuer. Foto met dank aan www.marienwaerdt.nl.

Boekennieuws: ‘Middeleeuwers in drievoud’ door jonkvrouwe Marietje van Winter

Prof. em. jonkvrouwe dr. Johanna Maria van Winter (1927) is oud-hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en haar proefschrift ‘Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen’ is een standaardwerk in de adelsgeschiedenis. Ter ere van haar negentigste verjaardag verscheen er een bundel met 29 artikelen uit de afgelopen jaren, waarin niet alleen adel een onderwerp is, maar ook twee andere belangrijke onderzoeksvelden van haar: de geschiedenis van voeding en gezondheid en de geschiedenis van stad en provincie Utrecht.

Voor meer informatie en bestelmogelijkheid zie: https://verloren.nl/boeken/2086/213/28207/middeleeuwen/middeleeuwers-in-drievoud-hun-woonplaats-verwantschap-en-voeding.

Geboren: Van Meeuwen, Van Ogtrop en Verboom

Afb. 1. Het familiewapen Van Meeuwen.

Jonkheer Octave Walter Johannes van Meeuwen, geboren Amsterdam 26 november 2017, zoon van jonkheer Lodewijk Thomas van Meeuwen en Dineke van Meeuwen née van den Heuvel.

Afb. 2. Het familiewapen Hooft.

Emilia Isabelle Robin Cecilia van Ogtrop, geboren Amsterdam 26 november 2017, dochter van Robin Frank van Ogtrop en Isabelle Thyra Ebba van Ogtrop née jonkvrouwe Hooft.

De familie Van Ogtrop staat in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat.

Afb. 3. Het familiewapen Van Kinschot.

Floortje Marijke Alida Verboom, geboren ’s-Gravenhage 21 november 2017, dochter van Michiel Christiaan Verboom en Caroline Marijke Joanne Verboom née jonkvrouwe van Kinschot

Weekendtip: De Wereld van Pyke Koch

Afb. 1. Hedwig Maria (‘Heddy’) Koch née jonkvrouwe de Geer (1905-1988), portret door Pyke Koch in de collectie van het Centraal Museum Utrecht.

Van 18 november t/m 18 maart 2018 is in het Centraal Museum deze tentoonstelling te zien over Pyke Koch, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het neo- of magisch realisme in Nederland.

Pieter Frans Christiaan Koch (‘Pyke’) (1901-1991) stamde uit een familie, die is opgenomen in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat. Zijn vader, dr. Petrus Franciscus Christiaan Koch, was medisch doctor en geneesheer te Beek. Zijn moeder, Wilhelmina Petronella van Leeuwen Boomkamp, kwam eveneens uit een patriciaatsfamilie. Pyke studeerde aanvankelijk rechten, maar werd kunstschilder.

Afb. 2. Johanna Charlotte (‘Ocky’) barones van Boetzelaer (1910), portret door Pyke Koch in de collectie van het Centraal Museum Utrecht. Freule Ocky was bevriend met Heddy, de echtgenote van Pyke, en hij maakte verschillende portretten van haar.

In 1934 huwde hij jonkvrouwe Hedwig Maria de Geer (1905-1988), dochter van jonkheer mr. Dirk Jan de Geer, die in de jaren 1926-1929 minister-president was en dit opnieuw zou worden in 1939-1940. Het echtpaar kreeg twee zoons, waarvan de oudste in het huwelijk zou treden met een jonkvrouwe Wittert van Hoogland.

De tentoonstelling plaatst Pyke Koch in de context van zijn tijdgenoten en wil een dieper inzicht geven in zijn kunstenaarschap en in de politieke complexiteit van het Interbellum. Kochs bekentenis tot het fascisme wordt in perspectief gezet en zo wordt bijgedragen aan de nuancering van het debat over ‘goed’ of ‘fout’, dat sinds 1945 nog steeds gevoerd wordt.

Link naar meer informatie over deze tentoonstelling: http://centraalmuseum.nl/bezoeken/tentoonstellingen/de-wereld-van-pyke-koch/.

Ridderschap van Holland heropgericht

Afb. 1: Jonkheer drs. Roeland Elias, voorzitter van de Ridderschap van Holland.

Voor de komst van de Fransen in 1795 kenden de verschillende gewesten in de Republiek Ridderschappen, waarin edelen verschreven konden worden, als ze aan bepaalde toelatingseisen voldeden. Bij het herstel van de onafhankelijkheid in 1813 werden de Ridderschappen hersteld als onderdeel van de standenvertegenwoordiging en kregen ze een staatsrechtelijke functie, waarbij de Ridderschappen uit hun midden een aantal leden van de Provinciale Staten mochten kiezen. De grondwetswijziging van Thorbecke in 1848 zorgde voor de afschaffing van de Ridderschappen en een aantal hief zichzelf vroeger of later op, terwijl andere als vereniging bleven voortbestaan. In de afgelopen jaren is er binnen de Nederlandse adel een hernieuwde interesse in dit onderdeel van hun geschiedenis en na de heroprichting van de Ridderschap van Fryslan, Zeeland en Groningen is op 13 juni jl. de oprichtingsakte van de Ridderschap van Holland ondertekend. Jonkheer drs. Roeland Elias, voorzitter van de Ridderschap van Holland, vertelt in een gesprek met AiN meer hierover.

Jonkheer Roeland Elias (1966) is partner bij Psychologisch Adviesbureau PONTE en directeur bij softwarehuis ModuleZ. Hij woont in Amsterdam. Over zijn familie zegt Roeland Elias: “Het regentengeslacht Elias, dat zijn oorsprong heeft in de 14e eeuw in Brabant,  kent een rijke historie die vanaf de 16e eeuw verbonden is met de stad Amsterdam”.

Wanneer raakte u geïnteresseerd in uw familiegeschiedenis?
“Die interesse is er altijd al geweest. Familiegeschiedenis is iets waar je mee opgroeit, het is een constant gegeven.” Gevraagd naar zijn meest interessante voorvader antwoordt hij: “Ik ben geneigd te zeggen mijn vader, omdat hij degene is die ik het best gekend heb en waar ik het meest van geleerd heb. Kijkend naar de familie Elias is dat Jacob Elias, die op basis van zijn geloofskeuze in de 16e eeuw vanuit Brabant naar uiteindelijk Amsterdam trok en daarmee de Amsterdamse stamvader van de familie Elias werd. De bekendste voorvader via de vrouwelijke lijn is de Nederlandse zeeheld Michiel de Ruyter.”

De familie Elias en Amsterdam
“Op meerdere plekken zijn in Amsterdam zaken te vinden die aan de familie Elias herinneren. Zo is het familiewapen onder andere terug te vinden in het Amsterdam Museum, dat gevestigd is op de locatie van het Burgerweeshuis, in de Nieuwe Kerk en de Oude Kerk. Verder herinneren de naamplaten op de kisten in de crypte van Michiel de Ruyter in de Nieuwe Kerk aan de familie Elias.”

“Meer tastbare zaken zijn het familiehuis aan de Herengracht 166 met in de toog een bloemenmand met een bloeiende distel, het beeldmerk van de familie Elias. Daarnaast zijn er andere grachtenhuizen op de Heren- en Keizersgracht, die op een gegeven moment voor één of meerdere generaties toebehoorden aan de familie Elias, maar geen zichtbare kenmerken van de familie tonen, zoals het Huis Marseille en het huis In ’t Derde Vrede Jaar. Dan is er het Looyershofje dat in 1829 door jonkvrouwe Anna Maria Elisabeth Elias is gesticht. Ook herinnert de Burgemeester Eliasstraat in Amsterdam Nieuw West aan onze familie.”

Afb. 2: Mr. Pieter Elias (1688-1736), advocaat en secretaris te Amsterdam, kapitein der burgerij en hoofdingeland van Heerhugowaard. Van hem stammen alle huidige jonkheren en jonkvrouwen Elias en Witsen Elias af. Zijn zoon Gerbrand huwde een achterachterkleindochter van de zeeheld Michiel de Ruyter. Portret door Arnold Boonen uit 1728. Foto met dank aan het RKD.

Hoe is het idee voor de heroprichting van de Ridderschap van Holland ontstaan?
“Het initiatief komt oorspronkelijk bij mij vandaan. Ruim 4 jaar geleden kwam de gedachte bij me op om de Amsterdamse geslachten, die terug te vinden zijn op de wapenkaart uit 1901, te herenigen. Vandaaruit is het idee ontstaan voor eerst de heroprichting van de Ridderschap van Noord-Holland en daarna de heroprichting van de Ridderschap van Holland, dus inclusief Zuid-Holland, dat laatste is nu ruim anderhalf jaar geleden.”

In de afgelopen jaren is er een hernieuwde belangstelling voor de Ridderschappen en meerdere Ridderschappen (Fryslan, Zeeland en Groningen) zijn heropgericht. Als mogelijke verklaring geeft hij: “Wat je in het gewest Holland ziet, is dat tot ongeveer 150 jaar geleden er zeer nauwe relaties waren tussen de Hollandse regentengeslachten onderling. Deze verbondenheid is sindsdien sterk verminderd. Met de Ridderschap van Holland willen we een platform zijn om met name de verbondenheid van weleer tussen deze families terug te brengen. Mogelijk dat het zoeken naar verbondenheid een verklaring is voor de hernieuwde belangstelling voor de Ridderschappen.”

Kunt u iets vertellen over hoe de heroprichting tot stand is gekomen?
De afgelopen 18 maanden is intensief en op gedegen wijze aan de heroprichting gewerkt. De eerste stap hierbij was het ontwikkelen van ideeën over het vormgeven van de Ridderschap van Holland. In deze voorbereidende fase zijn diverse personen benaderd, die allen van doen hebben met ridderschappen.

Daarna heb ik in de zomer van 2016 jhr. mr. Jan Pieter H. Six gevraagd de rol van toekomstig secretaris op zich te nemen. Waarna wij de ideeën zijn gaan concretiseren. In oktober 2016 zijn allerlei potentiële belangstellenden aangeschreven. Voor de rol als toekomstig penningmeester is eind vorig jaar jhr. Mirza B.A. van der Does de Bye aangezocht.

Jan Pieter Six en ik hebben, in de rollen van respectievelijk secretaris en voorzitter van de in oprichting zijnde Ridderschap van Holland, in januari 2017 als gast het zgn. Interridderlijk Overleg (IRO) in Slot Loevestein bezocht. Wij kregen daar de gelegenheid onze plannen te ontvouwen. Naar aanleiding van dit overleg hebben wij ons plan op één punt gewijzigd en dat betreft het lidmaatschap van dames. In plaats van onze initiële opzet om hen het onbeperkt lidmaatschap toe te kennen, zijn we met de andere ridderschappen tot een compromis gekomen en kunnen dames bij ons nu geassocieerd lid worden.

Op 13 juni 2017 hebben Jan Pieter Six en ik in Hilversum, ten kantore van notaris mr. A.C.W. Graaf van Limburg Stirum, de oprichtingsacte getekend en werd de heroprichting een feit. Na de oprichting heeft de Mirza van der Does de Bye het penningmeesterschap op zich genomen.

Op 17 september jl. vond de eerste ALV van de heropgerichte Ridderschap van Holland plaats in het voormalig Burgerweeshuis te Amsterdam, de locatie waar vroeger de Ridderschap van Noord-Holland vergaderde. Tegenwoordig is hier het Amsterdam Museum gevestigd.

Met deze eerste ALV was het voor het eerst sinds 175 jaar dat de Ridderschap van Holland weer bijeen was. Een historisch moment, waarvoor ik iedereen die de heroprichting mede mogelijk heeft gemaakt zeer dankbaar ben.”

Afb. 3: Het vignet van de Ridderschap van Holland.

Grote belangstelling voor heropgerichte Ridderschap
“Ik kan niet anders zeggen dan trots te zijn op het feit dat op dit moment 46 personen tot de Ridderschap van Holland zijn toegetreden. Ik ben daarom ook zeer blij met de toewijding van mijn medebestuursleden Jan Pieter Six en Mirza van der Does de Bye om samen met mij van de Ridderschap van Holland een succes te maken.”

In de statuten wordt specifiek over de geadelde regentenfamilies gesproken. Van de autochtone Hollandse adel is eigenlijk alleen de familie Van Wassenaer nog over. Zijn er leden van deze familie lid geworden? “Tot op heden is dat nog niet het geval, maar wij heten leden van de familie Van Wassenaer van harte welkom. Uiteraard geldt hetzelfde voor leden van andere oudadellijke geslachten wiens voorvader(s) lid waren van de Ridderschap van Holland.”

Geografisch gezien woont het grootste deel van de Nederlandse adel in West-Nederland, met name jongeren trekken naar het Westen. Zijn de huidige leden overwegend leden van geadelde regentengeslachten of zitten er ook leden van geslachten bij die voor 1795 in de Ridderschappen van de andere gewesten zitting hadden? “Van de 46 toegetreden personen is rond de 75% procent afkomstig van Hollandse geslachten” en over de verhouding jongeren/ouderen zegt hij: “Op dit moment zijn de meeste personen in de leeftijd 50 jaar en ouder. Wij gaan er van uit dat ook jongeren de Ridderschap van Holland zullen weten te vinden.”

Vernieuwing & traditie
De Ridderschap van Holland heeft, in vergelijking met andere Ridderschappen, ruimere toelatingseisen: niet alleen nakomelingen van leden die voor 1850 zitting hadden, maar ook leden van geadelde Hollandse regentengeslachten en zelfs dames. Gevraagd naar de reden waarom hiervoor gekozen is, antwoordt Roeland Elias: “Zoals gesteld is de voornaamste doelstelling het terugbrengen van de verbondenheid tussen de huidige en toekomstige leden van de Hollandse adellijke geslachten. Daaronder vallen ook de dames, zij delen immers dezelfde achtergrond. Let wel, het gaat hier om dames die bij geboorte tot een adellijk geslacht behoren. Vanwege het ontbreken van een Ridderschap van Holland zijn leden van Hollandse geslachten toegetreden tot andere ridderschappen. Om niet te concurreren met andere ridderschappen, maar om samen te werken hebben wij de mogelijkheid geïntroduceerd dat leden van andere ridderschappen, mits hun ridderschap dat toelaat, geassocieerd lid kunnen worden bij de Ridderschap van Holland. Een redelijk aantal van hen heeft al van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en is als geassocieerd lid tot de Ridderschap van Holland toegetreden.”

Verbinden en ondersteunen
De doelen van de Ridderschap worden omschreven als verbinden en ondersteunen. Over op welke manier(en) de Ridderschap dit wil verwezenlijken zegt hij: “Om het eerste doel, verbinden te verwezenlijken streven wij naar twee activiteiten per jaar. We willen onder andere de leden laten kennismaken met hun eigen geschiedenis en die van de anderen. Je kunt hierbij denken aan wandelingen door de historische stadskernen, lezingen over de verwantschap tussen de diverse families binnen een stad en het bezoeken van familiehuizen of hofjes, die door families gesticht zijn. Onze tweede doelstelling is het verlenen van hulp aan instellingen en projecten ten behoeve van het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed van de Hollandse adellijke regentengeslachten. Aangezien we op 13 juni jl. met een lege kas gestart zijn, zijn we hier nog niet mee begonnen. Met behulp van donaties zouden we daar wel versneld invulling aan kunnen geven.”

En wat hoopt u te zien als u over 25 jaar terugkijkt op wat de Ridderschap van Holland bereikt heeft? “Dan zie ik een bloeiende ridderschap, die door de volgende generatie met belangstelling en toewijding wordt voort gezet.”

1 december Wereld Aidsdag: de Roze Jonker

Afb. 1. Jonkheer Floris Michiels van Kessenich, © familie-archief Michiels van Kessenich.

Jonkheer Floris Willem Marie Michiels van Kessenich (1957-1991) haalde met zijn ludieke acties regelmatig de landelijke pers. Het waren acties tegen discriminerende wetgeving in binnen- en buitenland, maar ook acties binnen het onderwijs en de rooms-katholieke kerk. Hierbij maakte hij heel bewust gebruik van zijn naam en afkomst en zo liep hij op Roze Zaterdag 1983 in Leiden mee in pak met een bord ‘Adel loopt ook mee’. Onder mede-studenten kreeg hij al snel de bijnaam ‘Freule Michiels van Kessenicht’

Afb. 2. De biografie uit 2000 over Floris Michiels van Kessenich door Jos Verstegen.

Hij richtte in 1979 de Donderdagavond Eetclub op (www.donderdagavondeetclub.nl) en richtte Dignity Nederland op, een organisatie voor katholieke homo’s. In 1991 overleed hij aan de gevolgen van Aids. Zijn nalatenschap leeft voort in Stichting De Rose Jo(n)ker, die acties in de geest van Floris ondersteunt (www.rosejonker.nl).

In 2000 verscheen er een biografie over hem door Jos Verstegen: ‘Floris Michiels van Kessenich, homo-activist in corps, kerk en politiek’.

Link naar meer informatie: www.hiv-aidsmonument.nl/dierbaren_item/403.