Boekennieuws: ‘Middeleeuwers in drievoud’ door jonkvrouwe Marietje van Winter

Prof. em. jonkvrouwe dr. Johanna Maria van Winter (1927) is oud-hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en haar proefschrift ‘Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen’ is een standaardwerk in de adelsgeschiedenis. Ter ere van haar negentigste verjaardag verscheen er een bundel met 29 artikelen uit de afgelopen jaren, waarin niet alleen adel een onderwerp is, maar ook twee andere belangrijke onderzoeksvelden van haar: de geschiedenis van voeding en gezondheid en de geschiedenis van stad en provincie Utrecht.

Voor meer informatie en bestelmogelijkheid zie: https://verloren.nl/boeken/2086/213/28207/middeleeuwen/middeleeuwers-in-drievoud-hun-woonplaats-verwantschap-en-voeding.

Geboren: Van Meeuwen, Van Ogtrop en Verboom

Afb. 1. Het familiewapen Van Meeuwen.

Jonkheer Octave Walter Johannes van Meeuwen, geboren Amsterdam 26 november 2017, zoon van jonkheer Lodewijk Thomas van Meeuwen en Dineke van Meeuwen née van den Heuvel.

Afb. 2. Het familiewapen Hooft.

Emilia Isabelle Robin Cecilia van Ogtrop, geboren Amsterdam 26 november 2017, dochter van Robin Frank van Ogtrop en Isabelle Thyra Ebba van Ogtrop née jonkvrouwe Hooft.

De familie Van Ogtrop staat in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat.

Afb. 3. Het familiewapen Van Kinschot.

Floortje Marijke Alida Verboom, geboren ’s-Gravenhage 21 november 2017, dochter van Michiel Christiaan Verboom en Caroline Marijke Joanne Verboom née jonkvrouwe van Kinschot

Weekendtip: De Wereld van Pyke Koch

Afb. 1. Hedwig Maria (‘Heddy’) Koch née jonkvrouwe de Geer (1905-1988), portret door Pyke Koch in de collectie van het Centraal Museum Utrecht.

Van 18 november t/m 18 maart 2018 is in het Centraal Museum deze tentoonstelling te zien over Pyke Koch, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het neo- of magisch realisme in Nederland.

Pieter Frans Christiaan Koch (‘Pyke’) (1901-1991) stamde uit een familie, die is opgenomen in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat. Zijn vader, dr. Petrus Franciscus Christiaan Koch, was medisch doctor en geneesheer te Beek. Zijn moeder, Wilhelmina Petronella van Leeuwen Boomkamp, kwam eveneens uit een patriciaatsfamilie. Pyke studeerde aanvankelijk rechten, maar werd kunstschilder.

Afb. 2. Johanna Charlotte (‘Ocky’) barones van Boetzelaer (1910), portret door Pyke Koch in de collectie van het Centraal Museum Utrecht. Freule Ocky was bevriend met Heddy, de echtgenote van Pyke, en hij maakte verschillende portretten van haar.

In 1934 huwde hij jonkvrouwe Hedwig Maria de Geer (1905-1988), dochter van jonkheer mr. Dirk Jan de Geer, die in de jaren 1926-1929 minister-president was en dit opnieuw zou worden in 1939-1940. Het echtpaar kreeg twee zoons, waarvan de oudste in het huwelijk zou treden met een jonkvrouwe Wittert van Hoogland.

De tentoonstelling plaatst Pyke Koch in de context van zijn tijdgenoten en wil een dieper inzicht geven in zijn kunstenaarschap en in de politieke complexiteit van het Interbellum. Kochs bekentenis tot het fascisme wordt in perspectief gezet en zo wordt bijgedragen aan de nuancering van het debat over ‘goed’ of ‘fout’, dat sinds 1945 nog steeds gevoerd wordt.

Link naar meer informatie over deze tentoonstelling: http://centraalmuseum.nl/bezoeken/tentoonstellingen/de-wereld-van-pyke-koch/.

Ridderschap van Holland heropgericht

Afb. 1: Jonkheer drs. Roeland Elias, voorzitter van de Ridderschap van Holland.

Voor de komst van de Fransen in 1795 kenden de verschillende gewesten in de Republiek Ridderschappen, waarin edelen verschreven konden worden, als ze aan bepaalde toelatingseisen voldeden. Bij het herstel van de onafhankelijkheid in 1813 werden de Ridderschappen hersteld als onderdeel van de standenvertegenwoordiging en kregen ze een staatsrechtelijke functie, waarbij de Ridderschappen uit hun midden een aantal leden van de Provinciale Staten mochten kiezen. De grondwetswijziging van Thorbecke in 1848 zorgde voor de afschaffing van de Ridderschappen en een aantal hief zichzelf vroeger of later op, terwijl andere als vereniging bleven voortbestaan. In de afgelopen jaren is er binnen de Nederlandse adel een hernieuwde interesse in dit onderdeel van hun geschiedenis en na de heroprichting van de Ridderschap van Fryslan, Zeeland en Groningen is op 13 juni jl. de oprichtingsakte van de Ridderschap van Holland ondertekend. Jonkheer drs. Roeland Elias, voorzitter van de Ridderschap van Holland, vertelt in een gesprek met AiN meer hierover.

Jonkheer Roeland Elias (1966) is partner bij Psychologisch Adviesbureau PONTE en directeur bij softwarehuis ModuleZ. Hij woont in Amsterdam. Over zijn familie zegt Roeland Elias: “Het regentengeslacht Elias, dat zijn oorsprong heeft in de 14e eeuw in Brabant,  kent een rijke historie die vanaf de 16e eeuw verbonden is met de stad Amsterdam”.

Wanneer raakte u geïnteresseerd in uw familiegeschiedenis?
“Die interesse is er altijd al geweest. Familiegeschiedenis is iets waar je mee opgroeit, het is een constant gegeven.” Gevraagd naar zijn meest interessante voorvader antwoordt hij: “Ik ben geneigd te zeggen mijn vader, omdat hij degene is die ik het best gekend heb en waar ik het meest van geleerd heb. Kijkend naar de familie Elias is dat Jacob Elias, die op basis van zijn geloofskeuze in de 16e eeuw vanuit Brabant naar uiteindelijk Amsterdam trok en daarmee de Amsterdamse stamvader van de familie Elias werd. De bekendste voorvader via de vrouwelijke lijn is de Nederlandse zeeheld Michiel de Ruyter.”

De familie Elias en Amsterdam
“Op meerdere plekken zijn in Amsterdam zaken te vinden die aan de familie Elias herinneren. Zo is het familiewapen onder andere terug te vinden in het Amsterdam Museum, dat gevestigd is op de locatie van het Burgerweeshuis, in de Nieuwe Kerk en de Oude Kerk. Verder herinneren de naamplaten op de kisten in de crypte van Michiel de Ruyter in de Nieuwe Kerk aan de familie Elias.”

“Meer tastbare zaken zijn het familiehuis aan de Herengracht 166 met in de toog een bloemenmand met een bloeiende distel, het beeldmerk van de familie Elias. Daarnaast zijn er andere grachtenhuizen op de Heren- en Keizersgracht, die op een gegeven moment voor één of meerdere generaties toebehoorden aan de familie Elias, maar geen zichtbare kenmerken van de familie tonen, zoals het Huis Marseille en het huis In ’t Derde Vrede Jaar. Dan is er het Looyershofje dat in 1829 door jonkvrouwe Anna Maria Elisabeth Elias is gesticht. Ook herinnert de Burgemeester Eliasstraat in Amsterdam Nieuw West aan onze familie.”

Afb. 2: Mr. Pieter Elias (1688-1736), advocaat en secretaris te Amsterdam, kapitein der burgerij en hoofdingeland van Heerhugowaard. Van hem stammen alle huidige jonkheren en jonkvrouwen Elias en Witsen Elias af. Zijn zoon Gerbrand huwde een achterachterkleindochter van de zeeheld Michiel de Ruyter. Portret door Arnold Boonen uit 1728. Foto met dank aan het RKD.

Hoe is het idee voor de heroprichting van de Ridderschap van Holland ontstaan?
“Het initiatief komt oorspronkelijk bij mij vandaan. Ruim 4 jaar geleden kwam de gedachte bij me op om de Amsterdamse geslachten, die terug te vinden zijn op de wapenkaart uit 1901, te herenigen. Vandaaruit is het idee ontstaan voor eerst de heroprichting van de Ridderschap van Noord-Holland en daarna de heroprichting van de Ridderschap van Holland, dus inclusief Zuid-Holland, dat laatste is nu ruim anderhalf jaar geleden.”

In de afgelopen jaren is er een hernieuwde belangstelling voor de Ridderschappen en meerdere Ridderschappen (Fryslan, Zeeland en Groningen) zijn heropgericht. Als mogelijke verklaring geeft hij: “Wat je in het gewest Holland ziet, is dat tot ongeveer 150 jaar geleden er zeer nauwe relaties waren tussen de Hollandse regentengeslachten onderling. Deze verbondenheid is sindsdien sterk verminderd. Met de Ridderschap van Holland willen we een platform zijn om met name de verbondenheid van weleer tussen deze families terug te brengen. Mogelijk dat het zoeken naar verbondenheid een verklaring is voor de hernieuwde belangstelling voor de Ridderschappen.”

Kunt u iets vertellen over hoe de heroprichting tot stand is gekomen?
De afgelopen 18 maanden is intensief en op gedegen wijze aan de heroprichting gewerkt. De eerste stap hierbij was het ontwikkelen van ideeën over het vormgeven van de Ridderschap van Holland. In deze voorbereidende fase zijn diverse personen benaderd, die allen van doen hebben met ridderschappen.

Daarna heb ik in de zomer van 2016 jhr. mr. Jan Pieter H. Six gevraagd de rol van toekomstig secretaris op zich te nemen. Waarna wij de ideeën zijn gaan concretiseren. In oktober 2016 zijn allerlei potentiële belangstellenden aangeschreven. Voor de rol als toekomstig penningmeester is eind vorig jaar jhr. Mirza B.A. van der Does de Bye aangezocht.

Jan Pieter Six en ik hebben, in de rollen van respectievelijk secretaris en voorzitter van de in oprichting zijnde Ridderschap van Holland, in januari 2017 als gast het zgn. Interridderlijk Overleg (IRO) in Slot Loevestein bezocht. Wij kregen daar de gelegenheid onze plannen te ontvouwen. Naar aanleiding van dit overleg hebben wij ons plan op één punt gewijzigd en dat betreft het lidmaatschap van dames. In plaats van onze initiële opzet om hen het onbeperkt lidmaatschap toe te kennen, zijn we met de andere ridderschappen tot een compromis gekomen en kunnen dames bij ons nu geassocieerd lid worden.

Op 13 juni 2017 hebben Jan Pieter Six en ik in Hilversum, ten kantore van notaris mr. A.C.W. Graaf van Limburg Stirum, de oprichtingsacte getekend en werd de heroprichting een feit. Na de oprichting heeft de Mirza van der Does de Bye het penningmeesterschap op zich genomen.

Op 17 september jl. vond de eerste ALV van de heropgerichte Ridderschap van Holland plaats in het voormalig Burgerweeshuis te Amsterdam, de locatie waar vroeger de Ridderschap van Noord-Holland vergaderde. Tegenwoordig is hier het Amsterdam Museum gevestigd.

Met deze eerste ALV was het voor het eerst sinds 175 jaar dat de Ridderschap van Holland weer bijeen was. Een historisch moment, waarvoor ik iedereen die de heroprichting mede mogelijk heeft gemaakt zeer dankbaar ben.”

Afb. 3: Het vignet van de Ridderschap van Holland.

Grote belangstelling voor heropgerichte Ridderschap
“Ik kan niet anders zeggen dan trots te zijn op het feit dat op dit moment 46 personen tot de Ridderschap van Holland zijn toegetreden. Ik ben daarom ook zeer blij met de toewijding van mijn medebestuursleden Jan Pieter Six en Mirza van der Does de Bye om samen met mij van de Ridderschap van Holland een succes te maken.”

In de statuten wordt specifiek over de geadelde regentenfamilies gesproken. Van de autochtone Hollandse adel is eigenlijk alleen de familie Van Wassenaer nog over. Zijn er leden van deze familie lid geworden? “Tot op heden is dat nog niet het geval, maar wij heten leden van de familie Van Wassenaer van harte welkom. Uiteraard geldt hetzelfde voor leden van andere oudadellijke geslachten wiens voorvader(s) lid waren van de Ridderschap van Holland.”

Geografisch gezien woont het grootste deel van de Nederlandse adel in West-Nederland, met name jongeren trekken naar het Westen. Zijn de huidige leden overwegend leden van geadelde regentengeslachten of zitten er ook leden van geslachten bij die voor 1795 in de Ridderschappen van de andere gewesten zitting hadden? “Van de 46 toegetreden personen is rond de 75% procent afkomstig van Hollandse geslachten” en over de verhouding jongeren/ouderen zegt hij: “Op dit moment zijn de meeste personen in de leeftijd 50 jaar en ouder. Wij gaan er van uit dat ook jongeren de Ridderschap van Holland zullen weten te vinden.”

Vernieuwing & traditie
De Ridderschap van Holland heeft, in vergelijking met andere Ridderschappen, ruimere toelatingseisen: niet alleen nakomelingen van leden die voor 1850 zitting hadden, maar ook leden van geadelde Hollandse regentengeslachten en zelfs dames. Gevraagd naar de reden waarom hiervoor gekozen is, antwoordt Roeland Elias: “Zoals gesteld is de voornaamste doelstelling het terugbrengen van de verbondenheid tussen de huidige en toekomstige leden van de Hollandse adellijke geslachten. Daaronder vallen ook de dames, zij delen immers dezelfde achtergrond. Let wel, het gaat hier om dames die bij geboorte tot een adellijk geslacht behoren. Vanwege het ontbreken van een Ridderschap van Holland zijn leden van Hollandse geslachten toegetreden tot andere ridderschappen. Om niet te concurreren met andere ridderschappen, maar om samen te werken hebben wij de mogelijkheid geïntroduceerd dat leden van andere ridderschappen, mits hun ridderschap dat toelaat, geassocieerd lid kunnen worden bij de Ridderschap van Holland. Een redelijk aantal van hen heeft al van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en is als geassocieerd lid tot de Ridderschap van Holland toegetreden.”

Verbinden en ondersteunen
De doelen van de Ridderschap worden omschreven als verbinden en ondersteunen. Over op welke manier(en) de Ridderschap dit wil verwezenlijken zegt hij: “Om het eerste doel, verbinden te verwezenlijken streven wij naar twee activiteiten per jaar. We willen onder andere de leden laten kennismaken met hun eigen geschiedenis en die van de anderen. Je kunt hierbij denken aan wandelingen door de historische stadskernen, lezingen over de verwantschap tussen de diverse families binnen een stad en het bezoeken van familiehuizen of hofjes, die door families gesticht zijn. Onze tweede doelstelling is het verlenen van hulp aan instellingen en projecten ten behoeve van het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed van de Hollandse adellijke regentengeslachten. Aangezien we op 13 juni jl. met een lege kas gestart zijn, zijn we hier nog niet mee begonnen. Met behulp van donaties zouden we daar wel versneld invulling aan kunnen geven.”

En wat hoopt u te zien als u over 25 jaar terugkijkt op wat de Ridderschap van Holland bereikt heeft? “Dan zie ik een bloeiende ridderschap, die door de volgende generatie met belangstelling en toewijding wordt voort gezet.”

1 december Wereld Aidsdag: de Roze Jonker

Afb. 1. Jonkheer Floris Michiels van Kessenich, © familie-archief Michiels van Kessenich.

Jonkheer Floris Willem Marie Michiels van Kessenich (1957-1991) haalde met zijn ludieke acties regelmatig de landelijke pers. Het waren acties tegen discriminerende wetgeving in binnen- en buitenland, maar ook acties binnen het onderwijs en de rooms-katholieke kerk. Hierbij maakte hij heel bewust gebruik van zijn naam en afkomst en zo liep hij op Roze Zaterdag 1983 in Leiden mee in pak met een bord ‘Adel loopt ook mee’. Onder mede-studenten kreeg hij al snel de bijnaam ‘Freule Michiels van Kessenicht’

Afb. 2. De biografie uit 2000 over Floris Michiels van Kessenich door Jos Verstegen.

Hij richtte in 1979 de Donderdagavond Eetclub op (www.donderdagavondeetclub.nl) en richtte Dignity Nederland op, een organisatie voor katholieke homo’s. In 1991 overleed hij aan de gevolgen van Aids. Zijn nalatenschap leeft voort in Stichting De Rose Jo(n)ker, die acties in de geest van Floris ondersteunt (www.rosejonker.nl).

In 2000 verscheen er een biografie over hem door Jos Verstegen: ‘Floris Michiels van Kessenich, homo-activist in corps, kerk en politiek’.

Link naar meer informatie: www.hiv-aidsmonument.nl/dierbaren_item/403.

Het meisje Pompe van Slingelandt: teruggekeerd in Dordrecht

Afb. Christina Pompe van Slingelandt door Johannes Mijtens, vanaf nu te zien in het Dordrechts Museum. Foto met dank aan het Dordrechts Museum.

Het Dordrechts Museum maakte deze week bekend dat het een bijzonder bruikleen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft gekregen: een portret door Johannes Mijtens van Christina Pompe van Slingelandt. Het portret hangt nu naast het beroemde portret door Jacob Cuyp van haar broertje Michiel

Christina Pompe van Slingelandt werd op 1 augustus 1647 gedoopt in Dordrecht. Haar vader, mr. Matthijs Pompe van Slingelandt (1621-1679), stamde uit een vooraanstaand regentengeslacht uit Dordrecht en nakomelingen werden in 1818 in de Nederlandse adel verheven en leven als jonkheren Pompe van Meerdervoort voort. In de Grote Kerk in Dordrecht herinnert aan de grootouders van Christina,  Michiel Pompe van Meerdervoort en Adriana van Beveren, nog heden de begrafeniskapel, met een rijk gebeeldhouwd hek, dat bekroond wordt door hun beider monogrammen.

Mr. Matthijs Pomp van Slingelandt was heer van Slingelandt, dijkgraaf van Alblasserwaard, oudraad en kerkmeester van Dordrecht. Hij huwde in 1642 Mundina van Beveren en hertrouwde in 1654, na haar overlijden, Maria Elisabeth Musch. Christina Pompe van Slingeland was een dochter uit het eerste huwelijk. In 1665 huwde zij op achttienjarige leeftijd mr. Pieter Beelaerts (1639-1691), die schepen en burgemeester van Dordrecht zou worden en gecommiteerde in de Raad van State. Van het echtpaar Beelaerts-Pompe van Slingelandt stammen alle huidige jonkheren Beelaerts van Blokland af en de patriciaatstakken Beelaerts, Beelaerts van Emmichoven en Beelaerts van Benthuizen.

Het portret werd in 1980 door nakomelinge mevr. P.D. Kolff née Beelaerts van Emmichoven aan het Rijk geschonken.

Te koop: het huis van Leopold graaf van Limburg Stirum

Afb. 1. Lange Voorhout 19-21. Foto met dank aan het Rijksvastgoedbedrijf.
Afb. 2. Leopold graaf van Limburg Stirum, foto met dank aan het RKD.

Het Rijksvastgoedbedrijf verkoopt aan het Lange Voorhout in Den Haag een imposant pand, waarvan de geschiedenis nauw met belangrijke gebeurtenissen in de Nederlandse geschiedenis verbonden is. Het huis was eigendom van Leopold graaf van Limburg Stirum (1758-1840), die samen met Van Hogendorp en Van der Duyn van Maasdam bekendheid verwierf als het Driemanschap.

Dit Driemanschap ligt aan de basis van de onafhankelijkheid van Nederland en bereidde de terugkeer van de Oranjes na de Franse Tijd voor. In 1813 kwam de tijdelijke regering in het huis van Leopold van Limburg Stirum bijeen en hier werd op 30 november de latere Koning Willem I welkom geheten: ‘Een weinig voor vyf uren kwam de Prins in den Haag aan. Zyne Hoogheid was gezeten in een open rijtuig met den graaf van Limburg Stirum in wiens hôtel, in het Groote Voorhout Hoogstdezelve is afgestapt.’ De gehele stad was verlicht vanwege ‘dezer even blyde als belangryke gebeurtenis’ en vanaf het balkon sprak hij het toegestroomde volk toe in gloedvolle bewoordingen, waarbij hij zich zeer bewust was van de historische betekenis van dit moment.

Afb. 3. Eén van de salons in Lange Voorhout 19-21. Foto met dank aan het Rijksvastgoedbedrijf.

Link naar de site van het Rijksvastgoedbedrijf met meer informatie: www.biedboek.nl/nl/realestate/view/366/lange-voorhout-19-21-te-den-haag.

Veilingnieuws: de brief van Emilia van Nassau

Afb. 1. De brief uit 1619 van ‘Emilia de Nassau princesse de Portugal’. Foto met hartelijke dank aan Van Stockum’s Veilingen B.V.

Op woensdag 29 november komt er bij Van Stockum in Den Haag een gesigneerde brief van Emilia Gravin van Nassau (1569-1629) uit 1619 onder de hamer. Emilia was een dochter van Willem van Oranje bij zijn tweede echtgenote Anna van Saksen. Emilia werd als jong meisje bij haar moeder weggehaald, omdat deze een buitenechtelijke affaire had. Zij groeide op bij haar oom op de Dillenburg in Duitsland en kwam daarna naar Nederland. Hier werd zij uiteindelijk voor haar ongehuwde broer Stadhouder Maurits de gastvrouwe aan het Hof bij ontvangsten.

Afb. 2. Emilia van Nassau op een portret door Daniël van den Queborn uit de collectie van de Geschiedkundige Vereniging Oranje-Nassau in Paleis Het Loo.

Tijdens een van deze ontvangsten leerde zij Emmanuel van Portugal kennen (1568-1638), die een buitenechtelijke zoon was van de kroonprins van Portugal. Een huwelijk leek onmogelijk door verschil in geloof, het ontbreken van middelen en zijn onwettige afkomst, maar het paar trad in 1597 in het geheim in het huwelijk. Het duurde enige tijd voor de contacten met haar broer weer hersteld waren, maar Emilia noemde zich sindsdien ‘Emilia de Nassau princesse de Portugal’, waarmee ook deze brief ondertekend is.

Het echtpaar kreeg tien kinderen, woonde lange tijd op kasteel Wijchen, maar leefde uiteindelijk gescheiden van elkaar. Haar nakomelingen in de vrouwelijke lijn zijn talrijk, waaronder vele leden van de Nederlandse adel.

De brief is in het Frans en het betreft een aanbevelingsbrief voor een ‘sieur Caulil’. De opbrengst wordt geschat op 100-200 euro.

Link naar de veilingwebsite met zoekfunctie (de brief betreft kavel nr. 257): https://vanstockums-catalogus.nl/portal/auction.

National Geographic Fotowedstrijd 2017: Mascha van Lynden tot Oldenaller

Afb. 1. De winnende foto van Mascha van Lynden tot Oldenaller. Foto met hartelijke dank aan Mascha van Lynden tot Oldenaller.

Afgelopen woensdag werd bekend dat Mascha barones van Lynden tot Oldenaller deze prestigieuze fotowedstrijd heeft gewonnen en dat de jury unaniem haar foto van een vlinder, die zojuist zijn pop heeft verlaten, tot beste foto heeft uitgeroepen. De voorzitter van de jury was lovend in zijn woorden en zei: “Het beeld doet in zijn gedetailleerdheid denken aan het werk van 17e-eeuwse fijnschilders.”

Afb. 2. Mascha van Lynden tot Oldenaller in haar dierenfotografiestudio.

Natuur stelt nooit teleur
Mascha van Lynden (49) komt uit Klazienaveen en begon ongeveer 14 jaar geleden met macrofotografie. Daarvoor waren het eerst vakantiekiekjes, maar daarna werd ze echt fanatiek: “Toen begon ik echt interesse te krijgen in het hele kleine gebeuren en in insecten. Ik wilde mensen echt dingen laten zien die ik zag en anderen vaak niet, want de insectenwereld is heel erg mooi.” Natuur vindt zij prachtig en stelt nooit teleur: “Natuur laat zich niet regisseren, het is mooi, grillig, geweldig. Wij als mensen kunnen zoveel van de natuur en vooral ook van de insectenwereld leren.” Ze fotografeert vooral met apparatuur van Olympus.

Magisch moment
In haar achtertuin heeft zij een tunnelkas staan en daarin worden groenten en kruiden verbouwd. De rupsen die zich daarin te goed doen aan de boerenkool, laat ze ook gewoon lekker zitten en dit keer bleven er ook een paar als pop op de wand zitten van de kas. De wittige, ietwat doorzichtige plastic wand hiervan zorgde voor prachtig licht en het hele gebeuren van pop tot vlinder was goed te zien: “Ik ben dat hele proces eens gaan volgen, maar de eerste twee keer was ik te laat en de vlinders waren al gevlogen. Ik ben vervolgens een dag in de kas gaan zitten (brood en koffie mee), maar toen heb ik de hele dag op een dode pop zitten wachten. Deze kwam gewoon niet uit.” Uiteindelijk was het raak: “Dit was mazzel, ik zag ‘m uitkomen, ben pijlsnel naar binnen gerend, heb m’n camera gepakt en schieten maar, met dit resultaat.” En het moment is magisch te noemen door het licht, de kleuren, de gedetailleerheid en het moment van de geboorte van de vlinder, die net uit zijn pop is gekropen.

Mascha van Lynden fotografeert veel dieren en heeft een dierenfotografiestudio. Af en toe fotografeert ze ook mensen. Meer weten en benieuwd naar ander werk van haar? Kijk dan op www.maschavanlynden.nl.

Nieuwe ‘Arcadië’: vol informatie over buitenplaatsen en landgoederen

Afb. Buitenplaats Berg en Vaart op de voorpagina van de nieuwe Arcadië.

Het magazine ‘Arcadië’ wordt uitgegeven door de Stichting Vrienden Particuliere Buitenplaatsen en in de nieuwste uitgave valt ook dit keer weer veel te lezen op het gebied van adellijk erfgoed.

Zo staan er een boeiende artikelen in over grotten en florabeelden op buitenplaatsen. Daarnaast komt het echtpaar Greve-Geijssen aan het woord over hun buitenplaats Berg en Vaart en vertelt de familie Doude van Troostwijk over Hofstede Sterreschans. Erg bijzonder is het verhaal over Huys ten Donck van de jonkheren Groeninx van Zoelen, waarin de herinneringen van de dochter van de tuinbaas verteld worden; een uniek tijdsdocument en een kijkje achter de (personeels)schermen van een grote buitenplaats.

Voor 30 euro per jaar wordt u donateur, steunt u de werkzaamheden van deze stichting, kunt u deelnemen aan bijzondere excursies en krijgt u ook nog eens dit zeer lezenswaardige magazine.

Link naar de website van deze stichting: www.vriendenphb.nl