Overleden: mr. H.N.C. baron van Tuyll van Serooskerken

Afb. Op de foto v.l.n.r. de drie broers Van Tuyll: Hendrik Nicolaas Cornelis (1916-2017), Carel Frederik Hendrik (1924-2014) en Jan Maximiliaan (1918-2007). Foto part. coll.
Afb. Op de foto v.l.n.r. de drie broers Van Tuyll: Hendrik Nicolaas Cornelis (1916-2017), Carel Frederik Hendrik (1924-2014) en Jan Maximiliaan (1918-2007). Foto part. coll.

Mr. Hendrik Nicolaas Cornelis baron van Tuyll van Serooskerken, heer van Heeze, Leende en Zesgehuchten, geboren Geldrop 22 november 1916, overleden kasteel Heeze, Heeze 5 juli 2017, Officier in de Orde van Oranje-Nassau, waarnemend burgemeester van Steenderen (1956-1962), burgemeester van Doesburg (1956-1961), burgemeester van Lochem (1964-1971), voorzitter van het Bestuur van de Nederlandse Kastelenstichting (1968-1978), lid van de Raad van Beheer van de Nederlandse Kastelenstichting (1979-1985), Rechtsridder Johanniter Orde, weduwnaar van Micheline Marguerite Henriette Mathilde Halewyck de Heusch.

Hij werd geboren op Huis Kampzicht in Geldrop, waar zijn ouders later het familiebezit kasteel Geldrop zouden gaan bewonen. Op 28-jarige leeftijd kreeg hij van een achterneef te horen, dat hij deze zou opvolgen in het bezit van kasteel Heeze en daarmee heer van Heeze, Leende en Zesgehuchten zou worden. Kasteel Heeze is sinds 1760 familiebezit van de Van Tuylls. In 1946 volgde hij daadwerkelijk als eigenaar op en zette zich sindsdien met zijn Belgische echtgenote Micheline Marguerite Henriette Mathilde Halewijck de Heusch, met wie hij datzelfde jaar in het huwelijk trad, in voor de instandhouding en restauratie van het kasteel, waarbij ook het interieur grote aandacht van beiden kreeg.

Vorig jaar vierde hij nog op kasteel Heeze zijn 100e verjaardag en acht dagen later mocht hij de Belgische Koning en Koningin ontvangen, die hier hun driedaagse staatsbezoek aan Nederland afsloten. Op 5 juli overleed hij op kasteel Heeze en gisteren werd hij bijgezet in het familiegraf op het oude kerkhof in Heeze, waar hij herenigd werd met zijn echtgenote.

Boekrecensie ‘Petersburg, Roem der Hoven. De verdwenen lusthof van Peter de Grotes agent Christoffel Brants’

Afb. De voorkant van het boek met zicht op de gevel, de aanlegsteiger en de imponerende triomfboog, die ter ere van tsaar Peter de Grote in hardsteen was uitgehouwen.
Afb. De voorkant van het boek met zicht op de gevel, de aanlegsteiger en de imponerende triomfboog, die ter ere van tsaar Peter de Grote in hardsteen was uitgehouwen.

Ooit stonden er in de heerlijkheid Nederhorst meer dan tien buitenplaatsen. Als mooiste werd Petersburg genoemd, dat door de Amsterdamse koopman Christoffel Brants (1664-1732) verbouwd werd. Het werd vernoemd naar tsaar Peter de Grote, tot wiens intimi Christoffel Brants gerekend werd en in 1717 viel hem zelfs de eer te beurt om door de tsaar in de Russische adel verheven te worden.

Over deze verdwenen buitenplaats verscheen deze uitgebreide en zorgvuldige monografie en de aanleiding hiervoor was de vondst van een serie van twaalf gravures, die met de hand ingekleurd waren, van het huis, de bijgebouwen en de beroemde tuinen.

In de inleiding komt de voorgeschiedenis aan bod, waarin onder meer het ontstaan van het landschap, de ontginningen en de gebeurtenissen tijdens de inval van het Franse leger in de 17e eeuw aan bod komen. Daarna wordt Petersburg geplaatst in het buitenplaatsenlandschap, dat na 1672 in de Vechtstreek ontstond en waar vele Amsterdamse regenten hun rijkdom toonden in vorstelijke buitenhuizen.

Vervolgens wordt Christoffel Brants geïntroduceerd en krijgt de lezer uitvoerig informatie over zijn familie en zijn handelsactiviteiten in Rusland, waar hij zijn fortuin verdiende – bij zijn overlijden op 2 miljoen geschat. In Rusland ging hij tot de intimi van tsaar Peter de Grote behoren en deze bezocht hem in Nederland op Petersburg, waarover mooie anekdotes in het boek verteld worden.

In het volgende hoofdstuk komen het huis, de bijgebouwen en de tuinen aan de orde. De gedetailleerde tekeningen en beschrijvingen laten zien dat Christoffel Brants buitengewoon fraaie tuinen had met vele tuinornamenten en – uniek voor zijn tijd – zelfs een Russische badstoof, die als sauna in gebruik was. De vele fraaie afbeeldingen hierbij doen Petersburg herleven.

De laatste hoofdstukken vertellen het verhaal van latere eigenaren, waaronder leden van in de 19e eeuw geadelde Amsterdamse regentengeslachten als Graafland en Hooft, en het verhaal van de ondergang in een tijd waarin vele andere buitenplaatsen hetzelfde lot van sloop trof. Schreef men in 1719 in het boek ‘De Zegepraalende Vecht’ nog “ó Petersburg! Blijf lang in stand’, een eeuw later gingen huis en tuin ten onder en wat rest is Petersburg als archeologisch monument.

De samenwerking tussen de NKS, het Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats, en het Van Brants Rus Hofje, gesticht door Christoffel Brants, heeft samen met de verschillende auteurs geleid tot een bijzonder boek, dat zowel voor de geïnteresseerde leek als voor de deskundigen op het gebied van buitenplaatsen meer dan de moeite waard is!

Link naar bestelmogelijkheid via Uitgeverij Verloren: https://verloren.nl/boeken/2086/247/28196/adel/petersburg,-roem-der-hoven.

Getrouwd: Bethell & Hooft Graafland

Afb. Het familiewapen Hooft Graafland.
Afb. Het familiewapen Hooft Graafland. Wapenafbeelding met hartelijke dank aan de Hoge Raad van Adel.

The Hon. Richard Alexander David Bethell of the Barons Westbury en jonkvrouwe Alexa Wendela Hooft Graafland, Londen 8 juli 2017.

The Hon. Alexander Bethell is de enige zoon van de 6th Baron Westbury en hij zal zijn vader in de toekomst als 7th Baron Westbury opvolgen.

Tentoonstelling ‘Le fabuleux voyage du chevalier Lycklama en orient (1865-68)’

lycklama-a-nijeholt-tentoonstelling
Afb. De poster van de tentoonstelling met rechts de Friese jonkheer Tinco Martinus Lycklama à Nijeholt (1837-1900) en zijn handtekening.
Lycklama a Nijeholt, Tinco
Afb. 2. Jonkheer Tinco Martinus Lycklama à Nijeholt (1837-1900) in Oriëntaalse dracht.

Het Friese geslacht Lycklama à Nijeholt ontleent zijn achternaam aan de stamvader Lyckele Ebelens, die begin 16e eeuw leefde en wiens nakomelingen zich eerst Lyckles en later Lycklama gingen noemen, wat zoon-van-Lyckle betekent. Het naamsdeel à Nijeholt werd in de vijfde generatie toegevoegd en moet gelezen worden als ‘te Nijeholt’. Nijeholt heet tegenwoordig Nijeholtpade en hier hadden de Lycklama’s veel bezit.

De familie werd in de 17e eeuw actief in de vervening en het laten graven van de Opsterlandsche Compagnonsvaart droeg in grote mate bij aan het succes hiervan. Duizenden hectaren grond werden afgegraven en werden vervolgens in vruchtbare landbouwgrond omgezet, hetgeen aanzienlijk aan het familievermogen bijdroeg. Door hun bezit en huwelijken gingen de Lycklama’s à Nijeholt tot de bestuurlijke elite van Friesland behoren en waren generaties lang grietmannen, die aan het hoofd van de plattelandsgemeenten stonden.

In 1817 werd jonkheer Tinco Martinus Lycklama à Nijeholt (1766-1844) door Koning Willem I in de Nederlandse adel verheven. Hij begon zijn carrière als grietman, bekleedde in de Franse Tijd verschillende functies en werd in 1814 lid van de Grote Vergadering van Notabelen, die over de nieuwe grondwet moest stemmen. Nadien werd eerst hij lid van de Tweede Kamer en uiteindelijk van de Eerste Kamer. Daarnaast was hij lid en voorzitter van de Ridderschap van Friesland en beheerde hij zijn omvangrijke bezittingen.

Zijn kleinzoon, over wie de tentoonstelling gaat, ging in Cannes ging wonen en naar hem is de Tinco Lycklama Foundation genoemd, die deze bijzondere tentoonstelling mede tot stand heeft gebracht.

De adellijke tak van het geslacht Lycklama à Nijeholt stierf in 1917 uit, maar de niet-geadelde takken leven voort en zijn opgenomen in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat. Vertegenwoordigers hieruit zijn vandaag bij de opening aanwezig.

Link naar de website van het museum in Cannes: www.cannes.com/fr/culture/musee-de-la-castre.html.

Link naar de website van de Tinco Lycklama Foundation: https://tincolycklama.org/.

Wilt u onze werkzaamheden steunen en 6 keer per jaar het digitale magazine van AiN ontvangen?
De Stichting Adel in Nederland heeft als doel het digitaal aanbieden van informatie over adel in Nederland in de ruimste zin. Voor € 17,50 per jaar kunt u donateur worden, ontvangt u zes keer per jaar het digitale magazine en steunt u ons in onze werkzaamheden. Daarnaast krijgt u korting op en voorrang bij door AiN georganiseerde excursies. AiN heeft de cultuele ANBI-status en daardoor kunt u als donateur bij de opgave voor de inkomstenbelasting giftenaftrek krijgen. Meer weten en opgeven als donateur? Stuur dan een mail naar nieuwsbrief@adelinnederland.nl.

 

Expositie ‘Quilts op Middachten’

Afb. De voorkant van het boek, dat over quilts op Middachten verschenen is.
Afb. De voorkant van het boek, dat over quilts op Middachten verschenen is.

In juli en augustus is er tijdens de zomeropenstelling van kasteel Middachten speciale aandacht voor de prachtige oude quilts uit de collectie van kasteel Middachten. Voor deze gelegenheid is de slaapkamer van Caroline Mechtild gravin van Aldenburg Bentinck née Gräfin zu Waldeck und Pyrmont (1826-1899) in oude luister hersteld, zodat de bezoekers een goede indruk kunnen krijgen van haar adellijke leefwereld.

De nieuwe en oude quilts uit de verzameling van kasteel Middachten zijn gefotografeerd voor het boek ‘PROMENADE dans un château HOLLANDAIS’ van An Moonen en Petra Prins en dit is in de oranjerie in de bijzonder fraaie tuinen van het kasteel te verkrijgen.

Kasteel Middachten is sinds 1190 familiebezit en is sindsdien nooit verkocht, maar altijd vererfd. De huidige eigenaar, Franz Graaf zu Ortenburg, is de 25e heer van Middachten.

Link naar de website van kasteel Middachten met informatie over bezoekmogelijkheden en de workshops & lezingen die er over quilts gegeven worden: www.middachten.nl.

Nieuwste blog Nathalie barones van Verschuer née des Tombe

Afb. Nathalie van Verschuer: blogger over het landgoedleven op Mariënwaerdt.
Afb. Nathalie van Verschuer: blogger over het landgoedleven op Mariënwaerdt. Foto met hartelijke dank aan Mariënwaerdt.

Nathalie van Verschuer is samen met haar echtgenoot Frans baron van Verschuer directeur van landgoed Mariënwaerdt. Op ‘Leven op een landgoed’ houdt zij een blog bij, waarin zij vertelt over haar leven op Mariënwaerdt en haar werkzaamheden hiervoor. In haar nieuwste blog vertelt zij over het fruit dat nu geoogst wordt, de goede eigenschappen hiervan en ook staat er een heerlijk recept op voor aardbeientaart.

Het ruim 900 ha. grote Mariënwaerdt is sinds 1734 familiebezit en vererfde van de graven Van Bylandt op de baronnen Van Balveren en daarna op de baronnen Van Verschuer.

Link naar haar nieuwste blog: https://levenopeenlandgoed.blog/2017/07/04/oogst-uit-de-moestuin/.

Uitreiking Virtus scriptieprijs aan Gerrit van Oosterom

Afb. 1. Heidi gravin van Limburg Stirum, directeur NKS Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats, overhandigd de oorkonde van de Virtus scriptieprijs aan Gerrit van Oosterom.
Afb. 1. Heidi gravin van Limburg Stirum, directeur NKS Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats, overhandigt de oorkonde van de Virtus scriptieprijs aan Gerrit van Oosterom.
gronden-van-vermaak-van-oosterom
Afb. 2. De voorkant van de masterscriptie van Gerrit van Oosterom.

Op dinsdag 27 juni werd in Utrecht voor de eerste keer de Virtus scriptieprijs uitgereikt door de Werkgroep Adelsgeschiedenis. Uit handen van Heidi gravin van Limburg Stirum, directeur NKS Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats, ontving Gerrit van Oosterom de oorkonde met het bijbehorende geldbedrag voor zijn scriptie ‘Gronden van vermaak. Een reconstructie van de ontwikkeling van de buitenplaatscultuur en het buitenplaatslandschap langs de Oude Rijn tussen Leiden en Utrecht (1600-1900)’. De NKS kon dankzij zijn grote bibliotheek en medewerkers een aandeel leveren bij zijn onderzoek.

Het juryrapport roemde onder meer zijn heldere vraagstelling, het aansluiten bij recente literatuur, het omvangrijke bronnenonderzoek en het analytisch vermogen van de auteur; het was een scriptie die ver boven het gemiddelde uitsteeg.

Zijn scriptie is via deze link online te lezen: www.rug.nl/research/kenniscentrumlandschap/mscripties/masterscriptie_g_van_oosterom_8_juli_2015.pdf.

Hierna sprak Gerrit van Oosterom over de buitenplaats Brittenrust, die een welhaast iconische status kreeg, omdat het één van de eerste grote huizen was die afgebroken werd en dit maakte indruk. Hij noemde het opvallend dat de Oude Rijn vooral geassocieerd wordt met de Romeinen, terwijl er uit deze tijd bijna niets bewaard is gebleven. Hij maakte een onderscheid tussen de verschillende buitenplaatsen als tussen dodo’s en schildpadden: grote buitenplaatsen die ten onder gingen en boerderijen die tot buitenplaats transformeerden en vervolgens weer tot boerderij vervielen.

Op deze avond waren er nog drie interessante ‘flits-lezingen’:

‘Buitenplaatslandschappen. Een verkenning’, door drs. Ben Olde Meierink.

In zijn lezing noemde hij jonkheer dr. Henri van der Wyck (1927-2001) de vader van de term buitenplaatslandschap. Als voorbeelden van buitenplaatslandschappen gaf hij de Oude Rijn, de zuidelijke Vecht, het gebied rondom Amsterdam en ’s Graveland. Opvallend gegeven hierbij was steeds dat de elite in elkaars nabijheid ging wonen. Dit ‘samenkruipen van elites’ noemde hij een oud patroon en kon je terugzien aan de Langbroeker Wetering, waar de adel in de Middeleeuwen al dicht bij elkaar in woontorens ging wonen. Als vestigingsplaats voor een buitenplaats zie je meestal de voorkeur voor rivieren met scheepvaart.

‘Vrouwenalba amicorum: vriendschap tussen stad en platteland rond 1600’, door dr. Sophie Reinders.

In de 16e en 17e eeuw waren vrouwenalba vooral een adellijk fenomeen. Wat zij opvallend noemde, was het duidelijke netwerk, waarbij men dezelfde namen in de verschillende alba tegenkwam. Ook al werd er vaak ‘tweedehands materiaal’ gebruikt en duiken dezelfde citaten vaker op, toch hadden deze een persoonlijke betekenis. Het beeld dat de adellijke dames op afgelegen kastelen op het platteland woonden, moet bijgesteld worden. Ook al stamden zij uit families die deze kastelen al generaties lang in bezit hadden, toch bezaten de meeste riddermatige families stadswoningen in verband met comfort en veiligheid. De tegenstelling tussen stad en platteland vond zij dan ook veel kleiner en de vrouwenalba reisden veelvuldig tussen stad en platteland.

‘Kastelen, buitenplaatsen en de verleiding van dubbele namen’, door dr. Conrad Gietman.

Kasteelnamen kunnen op verschillende manieren voortleven, maar zeker ook als toevoeging van familienamen. In de 11e eeuw onderscheiden edelen zich door voornamen, maar ook door kasteelnamen, ook al hadden niet alle edelen een familienaam. Omstreeks 1430 had 1 op de 3 edelen in Zeeland nog een patroniem, maar aan het einde van de Middeleeuwen hadden alle edelen een achternaam. De incorporatie van de kasteelnaam leverde status op – door hem ‘de glans van de toevoeging’ genoemd. In Gelderland en Overijssel werd omstreeks 1600 de toevoeging van de naam van de havezate gebruik, die waarschijnlijk verband hield met toelating tot de Ridderschap. Het mooist denkbare distinctief vond hij het toponiem dat de familienaam herhaalde, zoals Van Rechteren tot Rechteren. Ook de familie Van Haersolte deed hier aan mee en bouwde een nieuw huis op de vermeende plek van het stamslot en noemde zich Van Haersolte tot Haerst. Tot in onze tijd leeft het verlangen naar dubbele namen voort en worden heerlijkheden nog steeds om die reden gekocht.

Tentoonstelling: Wie het breed heeft…

Afb. Wytze van Cammingh en Sophia van Vervou op hun huwelijksportretten door Wybrand de Geest. Foto's met dank aan www.museummartena.nl.
Afb. Wytze van Cammingh en Sophia van Vervou op hun huwelijksportretten door Wybrand de Geest. Foto’s met dank aan www.museummartena.nl.

Tot 5 november is in het stadskasteeltje het Martenahuis in Franeker een tentoonstelling te zien waarop het echtpaar Wytze van Cammingha en Sophia van Vervou centraal staat. Het echtpaar liet zich op vorstelijke wijze door de 17e-eeuwse Friese societyschilder Wybrand de Geest portretteren. De Van Cammingha’s waren machtige edelen en heer van Ameland, terwijl Sophia vermogend was en in het bezit van het Martenahuis. De tentoonstelling vertelt het verhaal bij de portretten – door het museum de Friese Marten en Oopjen genoemd, naar de portretten van Rembrandt –, de personen en hun problematische verbintenis. Wat de tentoonstelling extra bijzonder maakt, is dat deze huwelijksportretten uit privé-bezit al meer dan 30 jaar niet meer voor het publiek te zien zijn geweest – een goede reden om er te gaan kijken!

Link naar de website van het Martenahuis met meer informatie over bezoekmogelijkheden: www.museummartena.nl.

Nieuwe magazine AiN: vol met informatie en verhalen

coverHet juninummer van het digitale magazine van AiN is gisteren aan de donateurs toegestuurd en staat ook dit keer weer boordevol informatie. De 44 pagina’s staan vol met informatie en verhalen met vele foto’s.

Zo staat er een fotoreportage in over de Menkemaborg met het verhaal van de laatste jonkheer Alberda van Menkema. Verder is er een interview met Sophie Reinders over haar onderzoek naar alba amicorum van adellijke vrouwen en haar boek ‘De mug en de kaars’.

In de vaste rubrieken ‘Moord & Brand’, ‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’, ‘Het verhaal bij een graf’, ‘Op stand aan de wand’ en ‘Gevallen voor het vaderland’ zijn er de volgende verhalen:

  • Graaf van Bylandt en zijn automobielongeval
  • De ‘Heimführung’ van het echtpaar Von Rechteren-Limpurg-Speckfeld – Van Rechteren Limpurg in 1907
  • De grafkelder van mr. Pieter Rutger Feith (1773-1853) en Adriana Maria Feith née ten Dall (1770-1866)
  • Het portret van Sonia Bulitschoff douairière jonkheer Frank Lodewijk Willem van Schuylenburch, heer van Schuilenburg
  • Felix Dono Ortt (1907-1944)

ain-5In een uitgebreid In Memoriam wordt het bijzondere levensverhaal verteld van Hermann Sylvius Graf von Pückler, Freiherr von Groditz (1939-2017), een Duitse graaf met Nederlandse adellijke voorouders in de families Van Limburg Stirum en De Constant Rebecque, die grote inzet had voor het historische erfgoed van zijn familie.

ain-3Dr. Conrad Gietman, historicus en schrijver van het bekende standaardwerk over de Oost-Nederlandse adel ‘Republiek van adel. Eer in de Oost-Nederlandse adelscultuur’ schreef zijn eerste column n.a.v. de 18e-eeuwse Afrikaanse bediende Presto, terwijl jonkheer mr. Dolph Boddaert, kenner bij uitstek op adelsrechtelijk gebied, over de nieuwste ontwikkelingen in de Belgische zaak Delphine Boël een bijdrage heeft geschreven.

ain-2Tot slot is er weer een overzicht van genealogisch nieuws van adellijke families en aanverwante geslachten op het gebied van geboortes (De Rotte, Van Tuyll van Serooskerken, Sandberg, Van Eys, Rutgers van Rozenburg, Bentinck van Schoonheten, Six), huwelijk (Van der Does de Willebois) en overledenen (Verheyen, Van Nispen tot Sevenaer, Van Sminia, De Weichs de Wenne, Op ten Noort, Van Asch van Wijck, Michiels van Kessenich, Quarles van Ufford, De Geer, Van Pallandt en De Ranitz).

ain-4Wilt u ook 6 keer per jaar het digitale magazine van AiN ontvangen? Word dan nu donateur. De Stichting Adel in Nederland heeft als doel het digitaal aanbieden van informatie over adel in Nederland in de ruimste zin. Voor € 17,50 per jaar kunt u donateur worden, ontvangt u zes keer per jaar het digitale magazine en steunt u ons in onze werkzaamheden. Daarnaast krijgt u korting op en voorrang bij door AiN georganiseerde excursies. AiN heeft de cultuele ANBI-status en daardoor kunt u als donateur bij de opgave voor de inkomstenbelasting giftenaftrek krijgen. Meer weten en opgeven als donateur? Stuur dan een mail naar nieuwsbrief@adelinnederland.nl.