Nieuwste blog Nathalie barones van Verschuer née des Tombe

Afb. Nathalie van Verschuer: blogger over het landgoedleven op Mariënwaerdt.
Afb. Nathalie van Verschuer: blogger over het landgoedleven op Mariënwaerdt. Foto met hartelijke dank aan Mariënwaerdt.

Nathalie van Verschuer is samen met haar echtgenoot Frans baron van Verschuer directeur van landgoed Mariënwaerdt. Op ‘Leven op een landgoed’ houdt zij een blog bij, waarin zij vertelt over haar leven op Mariënwaerdt en haar werkzaamheden hiervoor. In haar nieuwste blog vertelt zij over het fruit dat nu geoogst wordt, de goede eigenschappen hiervan en ook staat er een heerlijk recept op voor aardbeientaart.

Het ruim 900 ha. grote Mariënwaerdt is sinds 1734 familiebezit en vererfde van de graven Van Bylandt op de baronnen Van Balveren en daarna op de baronnen Van Verschuer.

Link naar haar nieuwste blog: https://levenopeenlandgoed.blog/2017/07/04/oogst-uit-de-moestuin/.

Uitreiking Virtus scriptieprijs aan Gerrit van Oosterom

Afb. 1. Heidi gravin van Limburg Stirum, directeur NKS Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats, overhandigd de oorkonde van de Virtus scriptieprijs aan Gerrit van Oosterom.
Afb. 1. Heidi gravin van Limburg Stirum, directeur NKS Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats, overhandigt de oorkonde van de Virtus scriptieprijs aan Gerrit van Oosterom.
gronden-van-vermaak-van-oosterom
Afb. 2. De voorkant van de masterscriptie van Gerrit van Oosterom.

Op dinsdag 27 juni werd in Utrecht voor de eerste keer de Virtus scriptieprijs uitgereikt door de Werkgroep Adelsgeschiedenis. Uit handen van Heidi gravin van Limburg Stirum, directeur NKS Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats, ontving Gerrit van Oosterom de oorkonde met het bijbehorende geldbedrag voor zijn scriptie ‘Gronden van vermaak. Een reconstructie van de ontwikkeling van de buitenplaatscultuur en het buitenplaatslandschap langs de Oude Rijn tussen Leiden en Utrecht (1600-1900)’. De NKS kon dankzij zijn grote bibliotheek en medewerkers een aandeel leveren bij zijn onderzoek.

Het juryrapport roemde onder meer zijn heldere vraagstelling, het aansluiten bij recente literatuur, het omvangrijke bronnenonderzoek en het analytisch vermogen van de auteur; het was een scriptie die ver boven het gemiddelde uitsteeg.

Zijn scriptie is via deze link online te lezen: www.rug.nl/research/kenniscentrumlandschap/mscripties/masterscriptie_g_van_oosterom_8_juli_2015.pdf.

Hierna sprak Gerrit van Oosterom over de buitenplaats Brittenrust, die een welhaast iconische status kreeg, omdat het één van de eerste grote huizen was die afgebroken werd en dit maakte indruk. Hij noemde het opvallend dat de Oude Rijn vooral geassocieerd wordt met de Romeinen, terwijl er uit deze tijd bijna niets bewaard is gebleven. Hij maakte een onderscheid tussen de verschillende buitenplaatsen als tussen dodo’s en schildpadden: grote buitenplaatsen die ten onder gingen en boerderijen die tot buitenplaats transformeerden en vervolgens weer tot boerderij vervielen.

Op deze avond waren er nog drie interessante ‘flits-lezingen’:

‘Buitenplaatslandschappen. Een verkenning’, door drs. Ben Olde Meierink.

In zijn lezing noemde hij jonkheer dr. Henri van der Wyck (1927-2001) de vader van de term buitenplaatslandschap. Als voorbeelden van buitenplaatslandschappen gaf hij de Oude Rijn, de zuidelijke Vecht, het gebied rondom Amsterdam en ’s Graveland. Opvallend gegeven hierbij was steeds dat de elite in elkaars nabijheid ging wonen. Dit ‘samenkruipen van elites’ noemde hij een oud patroon en kon je terugzien aan de Langbroeker Wetering, waar de adel in de Middeleeuwen al dicht bij elkaar in woontorens ging wonen. Als vestigingsplaats voor een buitenplaats zie je meestal de voorkeur voor rivieren met scheepvaart.

‘Vrouwenalba amicorum: vriendschap tussen stad en platteland rond 1600’, door dr. Sophie Reinders.

In de 16e en 17e eeuw waren vrouwenalba vooral een adellijk fenomeen. Wat zij opvallend noemde, was het duidelijke netwerk, waarbij men dezelfde namen in de verschillende alba tegenkwam. Ook al werd er vaak ‘tweedehands materiaal’ gebruikt en duiken dezelfde citaten vaker op, toch hadden deze een persoonlijke betekenis. Het beeld dat de adellijke dames op afgelegen kastelen op het platteland woonden, moet bijgesteld worden. Ook al stamden zij uit families die deze kastelen al generaties lang in bezit hadden, toch bezaten de meeste riddermatige families stadswoningen in verband met comfort en veiligheid. De tegenstelling tussen stad en platteland vond zij dan ook veel kleiner en de vrouwenalba reisden veelvuldig tussen stad en platteland.

‘Kastelen, buitenplaatsen en de verleiding van dubbele namen’, door dr. Conrad Gietman.

Kasteelnamen kunnen op verschillende manieren voortleven, maar zeker ook als toevoeging van familienamen. In de 11e eeuw onderscheiden edelen zich door voornamen, maar ook door kasteelnamen, ook al hadden niet alle edelen een familienaam. Omstreeks 1430 had 1 op de 3 edelen in Zeeland nog een patroniem, maar aan het einde van de Middeleeuwen hadden alle edelen een achternaam. De incorporatie van de kasteelnaam leverde status op – door hem ‘de glans van de toevoeging’ genoemd. In Gelderland en Overijssel werd omstreeks 1600 de toevoeging van de naam van de havezate gebruik, die waarschijnlijk verband hield met toelating tot de Ridderschap. Het mooist denkbare distinctief vond hij het toponiem dat de familienaam herhaalde, zoals Van Rechteren tot Rechteren. Ook de familie Van Haersolte deed hier aan mee en bouwde een nieuw huis op de vermeende plek van het stamslot en noemde zich Van Haersolte tot Haerst. Tot in onze tijd leeft het verlangen naar dubbele namen voort en worden heerlijkheden nog steeds om die reden gekocht.

Tentoonstelling: Wie het breed heeft…

Afb. Wytze van Cammingh en Sophia van Vervou op hun huwelijksportretten door Wybrand de Geest. Foto's met dank aan www.museummartena.nl.
Afb. Wytze van Cammingh en Sophia van Vervou op hun huwelijksportretten door Wybrand de Geest. Foto’s met dank aan www.museummartena.nl.

Tot 5 november is in het stadskasteeltje het Martenahuis in Franeker een tentoonstelling te zien waarop het echtpaar Wytze van Cammingha en Sophia van Vervou centraal staat. Het echtpaar liet zich op vorstelijke wijze door de 17e-eeuwse Friese societyschilder Wybrand de Geest portretteren. De Van Cammingha’s waren machtige edelen en heer van Ameland, terwijl Sophia vermogend was en in het bezit van het Martenahuis. De tentoonstelling vertelt het verhaal bij de portretten – door het museum de Friese Marten en Oopjen genoemd, naar de portretten van Rembrandt –, de personen en hun problematische verbintenis. Wat de tentoonstelling extra bijzonder maakt, is dat deze huwelijksportretten uit privé-bezit al meer dan 30 jaar niet meer voor het publiek te zien zijn geweest – een goede reden om er te gaan kijken!

Link naar de website van het Martenahuis met meer informatie over bezoekmogelijkheden: www.museummartena.nl.

Nieuwe magazine AiN: vol met informatie en verhalen

coverHet juninummer van het digitale magazine van AiN is gisteren aan de donateurs toegestuurd en staat ook dit keer weer boordevol informatie. De 44 pagina’s staan vol met informatie en verhalen met vele foto’s.

Zo staat er een fotoreportage in over de Menkemaborg met het verhaal van de laatste jonkheer Alberda van Menkema. Verder is er een interview met Sophie Reinders over haar onderzoek naar alba amicorum van adellijke vrouwen en haar boek ‘De mug en de kaars’.

In de vaste rubrieken ‘Moord & Brand’, ‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’, ‘Het verhaal bij een graf’, ‘Op stand aan de wand’ en ‘Gevallen voor het vaderland’ zijn er de volgende verhalen:

  • Graaf van Bylandt en zijn automobielongeval
  • De ‘Heimführung’ van het echtpaar Von Rechteren-Limpurg-Speckfeld – Van Rechteren Limpurg in 1907
  • De grafkelder van mr. Pieter Rutger Feith (1773-1853) en Adriana Maria Feith née ten Dall (1770-1866)
  • Het portret van Sonia Bulitschoff douairière jonkheer Frank Lodewijk Willem van Schuylenburch, heer van Schuilenburg
  • Felix Dono Ortt (1907-1944)

ain-5In een uitgebreid In Memoriam wordt het bijzondere levensverhaal verteld van Hermann Sylvius Graf von Pückler, Freiherr von Groditz (1939-2017), een Duitse graaf met Nederlandse adellijke voorouders in de families Van Limburg Stirum en De Constant Rebecque, die grote inzet had voor het historische erfgoed van zijn familie.

ain-3Dr. Conrad Gietman, historicus en schrijver van het bekende standaardwerk over de Oost-Nederlandse adel ‘Republiek van adel. Eer in de Oost-Nederlandse adelscultuur’ schreef zijn eerste column n.a.v. de 18e-eeuwse Afrikaanse bediende Presto, terwijl jonkheer mr. Dolph Boddaert, kenner bij uitstek op adelsrechtelijk gebied, over de nieuwste ontwikkelingen in de Belgische zaak Delphine Boël een bijdrage heeft geschreven.

ain-2Tot slot is er weer een overzicht van genealogisch nieuws van adellijke families en aanverwante geslachten op het gebied van geboortes (De Rotte, Van Tuyll van Serooskerken, Sandberg, Van Eys, Rutgers van Rozenburg, Bentinck van Schoonheten, Six), huwelijk (Van der Does de Willebois) en overledenen (Verheyen, Van Nispen tot Sevenaer, Van Sminia, De Weichs de Wenne, Op ten Noort, Van Asch van Wijck, Michiels van Kessenich, Quarles van Ufford, De Geer, Van Pallandt en De Ranitz).

ain-4Wilt u ook 6 keer per jaar het digitale magazine van AiN ontvangen? Word dan nu donateur. De Stichting Adel in Nederland heeft als doel het digitaal aanbieden van informatie over adel in Nederland in de ruimste zin. Voor € 17,50 per jaar kunt u donateur worden, ontvangt u zes keer per jaar het digitale magazine en steunt u ons in onze werkzaamheden. Daarnaast krijgt u korting op en voorrang bij door AiN georganiseerde excursies. AiN heeft de cultuele ANBI-status en daardoor kunt u als donateur bij de opgave voor de inkomstenbelasting giftenaftrek krijgen. Meer weten en opgeven als donateur? Stuur dan een mail naar nieuwsbrief@adelinnederland.nl.

Tentoonstelling: Rembrandt en Jan Six. De ets en de vriendschap

Afb. Rembrandt van Rijn, Jan Six, 1647, ets, Museum Het Rembrandthuis.
Afb. Rembrandt van Rijn, Jan Six, 1647, ets, Museum Het Rembrandthuis.

T/m 3 september is in het Rembrandthuis deze tentoonstelling te zien, waarop het beeld geschetst wordt van de vriendschap tussen Jan Six en Rembrandt. Jan Six kent iedereen van het geweldige portret van hem door Rembrandt, dat nog steeds bij zijn nakomelingen de jonkheren Six aan de Amstel in Amsterdam hangt, maar veel minder bekend, is deze intieme ets van Jan Six lezend bij het raam. Het wordt tot de hoogtepunten in het oeuvre van Rembrandt gerekend. De tentoonstelling gaat in op de fascinatie rondom de ets, de opdrachtgever en de kunstenaar in de eeuwen erna.

Lees meer op www.rembrandthuis.nl/nl/bezoek/tentoonstellingen/rembrandt-en-jan-six-de-ets-en-de-vriendschap/.

Kasteel Ruurlo: vanaf vandaag geopend

Afb. Een compilatie van oude ansichtkaarten van kasteel Ruurlo van omstreeks 1900.
Afb. Een compilatie van oude ansichtkaarten van kasteel Ruurlo van omstreeks 1900.

Afgelopen zaterdag werd kasteel Ruurlo na een lange restauratie heropend door prof.mr. Pieter van Vollenhoven. Jacob van Heeckeren, knape, kocht Ruurlo in 1420 en werd daardoor heer van Roderlo – de toenmalige naam. Ruurlo was sindsdien eeuwenlang familiebezit van de Van Heeckerens. Wel raakte het tussentijds even uit de familie, toen het door huwelijk vererfde op het geslacht De Rode van Hekeren en het daarna verkocht werd aan een Schimmelpenninck van der Oye.

In 1727 kocht Jacob Derk van Heeckeren het stamslot van zijn voorvaderen terug en het bleef vervolgens familiebezit tot in 1977. Daarna werd het gemeentehuis en sinds 2012 is het eigendom van de heer H.D. Melchers, die het een museumfunctie heeft gegeven met een grote collectie schilderijen van Carel Willink.

Link naar meer informatie over het museum, dat vanaf vandaag voor het publiek geopend is: www.museummore-kasteelruurlo.nl.

Veilingnieuws: vader en zoon Van Eck

eck-van
Afb. Vader en zoon Van Eck. Foto met dank aan het Venduehuis der Notarissen in ‘s-Gravenhage.

Bij het Venduehuis der Notarissen vindt op 28 en 29 juni een kunst- en antiekveiling plaats waar onder meer deze twee portretten worden geveild.

Het linker portret betreft François Willem Lambert van Eck (1825-1888), zoon van Gerard van Eck en Agatha barones van Haersolte. Hij was notaris te Arnhem en eigenaar van het landgoed Mariëndaal in Oosterbeek. Het rechter portret betreft zijn zoon Gerard van Eck (1853-1891), die uit zijn huwelijk met Gerarda Cornelia de Bruijn geboren werd. Hij was wethouder en overleed ongehuwd.

Het geslacht Van Eck is een Tielse-Arnhemse familie, die teruggaat tot de eerste vermelding in 1539. In de 17e eeuw ging de familie door huwelijken en functies tot de kleine groep van regentenfamilies behoren. De portretten (kavel 1053) zijn geschilderd door Barend Leonardus Hendriks, meten 76×60 cm en worden geschat op 400-600 euro.

Link naar de site van het Venduehuis met de catalogus online: www.venduehuis.com.

Ir. Albert graaf Schimmelpenninck: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau

Afb. 1. Ir. Albert graaf Schimmelpenninck: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Foto met hartelijke dank aan Kasteel Twickel.
Afb. 1. Ir. Albert graaf Schimmelpenninck: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Foto met hartelijke dank aan Kasteel Twickel.

In 1984 trad ir. Albert graaf Schimmelpenninck in dienst bij de stichting Twickel en kreeg hij de dagelijkse leiding over ruim 6500 hectare grond, 250 gebouwen – met als pronkstuk kasteel Twickel – en ongeveer vijftig medewerkers. Na 33 jaar met Twickel verbonden te zijn geweest, ging hij met pensioen en gisteren was de afscheidsreceptie in de oranjerie op Twickel. Hier werd hij vanwege zijn vele verdiensten benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Albert Schimmelpenninck, die zelf afkomstig is uit een familie met een oude landgoedtraditie, is civiel ingenieur en was, voor hij op Twickel werkzaam werd, bouwcoördinator bij het Diaconessenziekenhuis in Utrecht. Twickel behoort tot de grootste particuliere landgoederen in Nederland en is door de laatste eigenaresse Marie Amelia barones van Heeckeren née Gräfin von Aldenburg Bentinck (1879-1975) in een stichting ondergebracht. De huidige bewoners, die familie van haar zijn, bewonen een zijvleugel.

Afb. 2. Ir. Albert graaf Schimmelpenninck, met links naast hem zijn echtgenote, luistert naar de toespraak van Maurits van den Wall Bake, die voorzitter is van het College van Regenten van de Stichting Twickel. Foto met hartelijke dank aan kasteel Twickel.
Afb. 2. Ir. Albert graaf Schimmelpenninck, met links naast hem zijn echtgenote, luistert naar de toespraak van Maurits van den Wall Bake, die voorzitter is van het College van Regenten van de Stichting Twickel. Foto met hartelijke dank aan kasteel Twickel.

In de jaren van zijn rentmeesterschap kwam hij voor grote uitdagingen op Twickel te staan: de aanleg van de rondweg door Delden, die de historische band tussen kasteel en stad verbrak, grote restauratieprojecten, nieuwe milieuregels en de vele veranderingen in de landbouw.

Op de website van kasteel Twickel zegt mr. Maurits van den Wall Bake, voorzitter van het College van Regenten van de Stichting Twickel naar aanleiding van het afscheid van Albert graaf Schimmelpenninck: “De rentmeester vervult bij Twickel een uiterst belangrijke functie. Hij bereidt het beleid voor, is op operationeel gebied als eerste verantwoordelijk voor de vervulling van de doelstellingen van de stichting en geeft leiding aan een werkorganisatie van ongeveer 50 medewerkers. Schimmelpenninck heeft deze functie meer dan 33 jaar op uitmuntende wijze vervuld.”

Afb. 3. Kasteel Twickel vanuit de formele tuin gezien.
Afb. 3. Kasteel Twickel vanuit de formele tuin gezien.

Zondag 25 juni: lezing ‘Haagse huizen en buitenplaatsen’

haagse-en-leidse-buitenplaatsenAanstaande zondag geeft kunsthistoricus René W.Chr. Dessing, directeur van de Stichting Kastelen, Buitenplaatsen en Landgoederen (www.skbl.nl), een lezing in het Haags Historisch Museum over dit belangrijke erfgoed in en om Den Haag. Met behulp van vele beelden vertelt hij de rijke geschiedenis van deze huizen en buitenplaatsen.

De lezing is goed te combineren met de tentoonstelling Arm en Rijk/Rijk en Arm, die momenteel in dit museum te bezichtigen is, waarop ook de geschiedenis van buitenplaatsen en hun bewoners aan bod komt.

Voor meer informatie en aanmelden, kijk op: www.haagshistorischmuseum.nl/agenda/lezing-haagse-huizen-en-buitenplaatsen.

Voor meer informatie over het afgebeelde boek, dat door René Dessing geschreven werd, zie een eerder bericht op AiN: www.adelinnederland.nl/tweede-druk-haagse-en-leidse-buitenplaatsen-landelijke-genoegens-adel-en-burgerij/.