‘Beroep Carlos de Bourbon de Parme afgewezen’, door jonkheer mr. Dolph Boddaert

Op 18 november jl. werd bij de Rechtbank Den Haag het beroep van Carlos prins de Bourbon de Parme afgewezen. Jonkheer mr. Dolph Boddaert, oud-advocaat en lid van de Raad van Advies van de Stichting Adel in Nederland, schreef hierover het onderstaande artikel.

Afb. Het familiewapen De Bourbon de Parme, met dank aan de Hoge Raad van Adel
Afb. Het familiewapen De Bourbon de Parme, met dank aan de Hoge Raad van Adel

Beroep Carlos de Bourbon de Parme afgewezen.

Mijn bijdrage van 12 maart j.l. eindigde met de mededeling, dat de Minister van Veiligheid en Justitie op 9 maart uitspraak had gedaan op het bezwaarschrift van Carlos prins de Bourbon de Parme tegen een eerder gegeven ministerieel besluit. Daarbij had de Minister van Justitie beslist, dat Carlos’ zoon Carlos Hugo Klynstra naamswijziging zou krijgen in “de Bourbon de Parme” met de titel prins en het predikaat Koninklijke Hoogheid (zie AiN 12 maart www.adelinnederland.nl/minister-verklaart-bezwaarschrift-carlos-prins-bourbon-parme-ongegrond-zoon-carlos-hugo-wordt-prins/).

De bezwaren van Carlos werden ongegrond verklaard en het oorspronkelijke besluit werd gehandhaafd. Carlos heeft tegen dit besluit van de Minister beroep ingesteld bij de Rechtbank Den Haag en deze Rechtbank heeft op 18 november uitspraak gedaan, waarbij het beroep van Carlos andermaal is afgewezen.

De bezwaren van Carlos en de daarop volgende weerlegging door de Rechtbank, kunnen als volgt worden samengevat:

  1. Carlos stelt, dat hij het hoofd is van het Huis de Bourbon de Parme. Dit zou naast het Huis van Oranje-Nassau het enige koninklijk huis in Nederland zijn met zijn eigen historisch gegroeide regels, die bepalen of een nazaat tot het Huis behoort en zo aanspraak kan maken op een adellijke titel.

De rechtbank zegt hierover, dat Carlos in 1996 een Nederlandse adellijke titel (prins) heeft gekregen. De overgang van deze adellijke titel wordt door het Nederlandse recht beheerst. Of Carlos Hugo al dan niet tot het “Huis” gaat behoren, is een particuliere aangelegenheid, die niet door het Nederlandse adelsrecht wordt beheerst.

  1. Carlos Hugo is geboren in 1997. Op 1 april 1998 trad een wet in werking, waarbij het familierecht gewijzigd werd. Daardoor werd de wijziging van de geslachtsnaam, zoals bedoeld in dit geval, mogelijk gemaakt. Volgens Carlos heeft deze wet geen terugwerkende kracht tot 1997.

De Rechtbank leidt uit de Memorie van Toelichting op die wet echter af, dat de gevraagde naamkeuze ook mogelijk is voor kinderen geboren vóór 1 april 1998, zoals Carlos Hugo.

  1. Verder beroept Carlos zich op een oud verdrag tussen de Republiek der Verenigde Nederlanden en het Koninkrijk Spanje uit 1714 (het “Tractaet”) waarin zou zijn vastgelegd, dat er wederzijds respect en erkenning zou zijn voor elkaars adeldom, zonder dat hierop inbreuk mag worden gemaakt.

De rechtbank zegt hierover, dat het hier om een Nederlandse adellijke titel gaat, waarop het “Tractaet” niet van toepassing is.

  1. Voorts betoogt Carlos, dat hij niet vergeleken kan worden met andere in de Nederlandse adel ingelijfde personen. Hij is zelf als soeverein ingelijfd. Zijn situatie komt meer overeen met de leden van het Koninklijk Huis dan met de overige leden van de Nederlandse adel.

De Rechtbank stelt vast, dat de Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis alleen van toepassing is op leden van het Koninklijk Huis. Op alle andere Nederlandse edellieden is de “Wet op de Adeldom” van toepassing, dus ook op Carlos.

  1. De Wet op de Adeldom (WoA) zou volgens Carlos niet van toepassing zijn op gevallen, waarin het vaderschap gerechtelijk is vastgesteld, omdat deze mogelijkheid om het vaderschap gerechtelijk te laten vaststellen pas in de wet is gekomen na de inwerkingtreding van de WoA.

De Rechtbank zegt hierover, dat de juridische werking van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap juist sterker is dan die van de erkenning, nu deze terugwerkende kracht heeft en niet ongedaan kan worden gemaakt. Artikel 3 van de WoA (dat gaat over inlijving in de Nederlandse adel) is dan ook gewoon van toepassing.

  1. Carlos beroept zich erop, dat de overgang van de titel in strijd is met de regels van het Huis de Bourbon de Parme. Door zijn inlijving is het Huis de Bourbon de Parme tot de Nederlandse adel gaan behoren, zodat de verervingsregels moeten worden uitgelegd aan de hand van de regels van het Huis de Bourbon de Parme. Inlijving is immers “een manifestatie van het respect dat de ene soeverein jegens het adelsstatuut van een andere soeverein heeft”.

De rechtbank zegt hiervan, dat er geen buitenlands adelsstatuut is ingelijfd. De inlijving heeft tot gevolg, dat een buitenlandse edelman tot de Nederlandse adel gaat behoren. De bij inlijving verkregen titel is een Nederlandse titel, die volgens het Nederlandse recht vererft.

  1. Ten slotte beroept Carlos zich nog op het “evenredigheidsvereiste”, in die zin dat de Minister de wederzijdse belangen onvoldoende zou hebben afgewogen. Volgens Carlos zou het belang van zijn zoon Hugo Klynstra om zijn naam en titel te verkrijgen beperkt zijn. Carlos zou er daarentegen een groot belang bij hebben om te voorkomen, dat er een nieuwe tak van het geslacht de Bourbon de Parme ontstaat, die geen deel uitmaakt van de eeuwenoude Bourbon-dynastie.
Afb. 2 Robert II Hertog van Parma (1854-1859), op 16-jarige leeftijd in 1864, vijf jaar nadat hij als regerende Hertog was afgezet bij de Italiaanse eenwording.
Afb. 2 Robert II Hertog van Parma (1854-1859) op 16-jarige leeftijd in 1864, vijf jaar nadat hij als laatste regerende Hertog van Parma was afgezet bij de Italiaanse eenwording. Foto part. coll.

De Rechtbank merkt hierover op, dat de eventuele inlijving van Carlos en zijn broer en zusters al aan de orde is gesteld bij de totstandkoming van de WoA in 1993. Die omstandigheid is dus verdisconteerd in de WoA. De bedoeling van artikel 3 van de WoA is om het Nederlandse familie- en erfrecht zonder onderscheid van toepassing te laten zijn op alle kinderen van personen, die tot de Nederlandse adel behoren. Voor een belangenafweging is dan ook geen plaats.

Het is nog niet bekend of Carlos tegen de uitspraak beroep zal instellen bij de Raad van State. De termijn hiervoor loopt tot 30 december a.s.

Wanneer ik over deze zaak enige opmerkingen zou mogen maken, dan zijn dat de volgende:

a) Het Huis de Bourbon de Parme is geen rechtspersoon of entiteit, noch naar Nederlands recht, noch naar Frans, Italiaans of Spaans recht. En als er al een zodanig Huis bestaat, dan heeft dat zijn soevereiniteit in elk geval verloren na de afzetting van de laatste hertog van Parma in 1859. Het is nu hooguit nog een informele vereniging van een aantal familieleden. Die kunnen huisregels vaststellen, maar die gelden dan alleen voor henzelf, en niet voor derden, laat staan voor de Nederlandse overheid. En wanneer die regels niet in overeenstemming zijn met de huidige maatstaven met betrekking tot discriminatie (zoals in dit geval op grond van geboorte uit een buitenhuwelijkse samenleving), dan zou het te overwegen zijn om die huisregels maar eens te herzien.

b) Volgens de WoA gaat adeldom op gelijke wijze over op binnen en buiten het huwelijk geboren kinderen. Als dit ten aanzien van Carlos Hugo geweigerd zou worden, dan zou hij gediscrimineerd worden ten opzichte van andere buiten het huwelijk geboren kinderen in dezelfde positie.

Dolph Boddaert

Bergen 28 november 2016

Bent u ook geïnteresseerd in adellijk erfgoed en nieuws en wilt u de werkzaamheden van onze stichting steunen? Word dan voor 17,50 euro per jaar donateur van onze Stichting Adel in Nederland door een mail te sturen naar nieuwsbrief@adelinnederland.nl. M.i.v. januari 2017 ontvangt u dan ook regelmatig onze digitale nieuwsbrief boordevol informatie.