Boekennieuws: Dwarsligger van beroep. Ridder van Rappard

Klaas Tammes schreef deze biografie over mr. Louis Rudolph Jules ‘Rolly’ ridder van Rappard (1906-1994) en gaf deze als ondertitel: de spraakmakendste burgemeester van Nederland. Spraakmakend was hij zeker en Van Rappard nam geen blad voor de mond om luid en duidelijk zijn mening te geven. Journalisten noteerden graag zijn opvallende uitspraken en ook de televisie stond voor hem te dringen. Op een uitnodiging van Mies Bouwman ging hij niet in (‘Mevrouw, u bent een van de gevaarlijkste dames van het land!’), maar bij Willem Duys kreeg en nam hij ruim het woord en deze bestempelde hem tot zijn boeiendste spreker ooit. De cabaretier Paul van Vliet nam hem op de hak met het lied ‘Het Van Rappardreservaat’, waarin hij zong over zeldzaam geworden Nederlanders.

Rolly van Rappard behoorde tot één van de zeven (en niet zes, p. 173) overgebleven geslachten binnen de Nederlandse adel met de titel ridder. Zijn titel droeg hij met trots en hij vond dat hij door zijn afkomst voorbestemd was om een dienende taak te vervullen in de samenleving. Hiërarchie in een samenleving vond hij noodzakelijk (‘de mens moest zich immers een weg naar boven kunnen banen’) en de adel zorgde voor continuïteit. Hij was dan ook voor uitbreiding van de adel.

Zijn leven stond in het teken van traditie: hij studeerde rechten in Utrecht, werd lid van het selecte dispuut Tres Faciunt Collegium, werd burgemeester en huwde een barones Van Hardenbroek, die vriendin was van Koningin Juliana. Daarnaast was hij lid van de Nederlandse Adelsvereniging, lid van de Johanniter Orde en kon hij vanwege zijn afkomst en vier adellijke grootouders commandeur van de Ridderlijke Duitsche Orde worden.

In een tijd waarin de meeste edelen niet met een titel of predikaat te koop liepen, profileerde hij zich juist als edelman en gebruikte hij zijn titel. Toen hij in 1971 meedeed aan de Tweede Kamerverkiezingen stond hij dan ook prominent op de verkiezingsposter van zijn eigen partij Nederlands Appèl als Ridder van Rappard met daarbij de verkiezingsleus: voor fatsoen.

Zijn titel ridder zorgde voor vele toespelingen hierop en ook de schrijver doet hier aan mee en noemt het huis van de familie Van Rappard in Gorinchem ineens een ‘roemruchte ridderhofstede’ (p. 251), terwijl het niet meer was dan een villa. Bij zijn uitvaart werd hij herinnerd als ‘een ridder zonder vrees, met als enige wapens zijn tong en pen’.

Rolly van Rappard kon briljant zijn, maar ook recalcitrant. Hij was ‘een ridder zonder vrees of blaam die de misstanden bestreed waar hij ze waarnam’. Als burgemeester had hij veel verder kunnen komen dan een stadje als Gorinchem, maar hij stond zichzelf uiteindelijk verbaal in de weg.

Benieuwd geworden naar het interessante levensverhaal van Rolly ridder van Rappard door Klaas Tammes? Kijk dan voor meer informatie en bestelmogelijkheid op https://www.uitgeverijbalans.nl/boeken/dwarsligger-van-beroep/.