Boekrecensie ‘Goede namen. Adel en patriciaat in naoorlogs Nederland’, door jonkheer Tom de Witt Hamer


Met als titel Goede namen en ondertitel Adel en patriciaat in naoorlogs Nederland verscheen in november 2021 de nieuwste publicatie van socioloog Kees Bruin. Eerder publiceerde Bruin al over onder meer het Nederlandse adelsbeleid, elites, het Nederlandse decoratiestelsel en de Johanniter Orde in Nederland. Het boek telt 272 pagina’s, heeft 46 afbeeldingen en bevat een uitgebreid notenapparaat.

Op de omslag lezen we: ‘Goede namen: dat is de wereld van de betere kringen, dubbele namen, oud geld, deftigheid en voornaamheid. Het zijn de families die vaak generaties lang stad en land bestuurd hebben: adel en patriciaat. Ze vormden de top van de maatschappelijke piramide, gaven de toon aan en waren tot ver in de twintigste eeuw te vinden op plaatsen van macht en aanzien, of dat nu de regering was, het bedrijfsleven, het Rode Kruis of het Nederlands Olympisch Comité. Centraal in dit boek staat de vraag of en hoe deze deftige kringen zich hebben gehandhaafd in de roerige naoorlogse periode, met haar erfbelasting, de revolte tegen het regentendom en de opkomst van nieuwe elites. Het bezit van goede namen wordt bekeken op drie aspecten: het verkrijgen, behouden en verliezen ervan. […] Duidelijk wordt dat de rol van adel en patriciaat in de Nederlandse samenleving nog niet helemaal is uitgespeeld, mede dankzij de blijvende behoefte aan verhalen en beelden van aristocratische rijkdom, kastelen en buitenplaatsen, oftewel ‘het sprookje’, waar de media maar al te graag in voorzien.’

In tien hoofstukken gaat Bruin in op de drie aspecten verkrijgen, behouden en het verliezen van goede namen van adel en patriciaat. Het eerste hoofdstuk gaat over namen en deftigheid, over het verkrijgen van dubbele namen. Daarna komen het verkrijgen van adeldom en opname in Nederland’s Patriciaat (het blauwe boekje) aan bod. Vervolgens gaat hij in op het handhaven van goede namen in enkele hoofdstukken over familieverenigingen, ondernemende millennials, manieren, nieuwkomers, geld en stand ophouden. Het laatste aspect, verliezen van een goede naam, wordt uiteen gezet in enkele hoofdstukken over ‘foute’ keuzen in de Tweede Wereldoorlog, schandalen uit de jaren zestig en het diskrediet door incompetent bestuur. Tot slot trekt Bruin lijnen naar het heden en wordt de balans opgemaakt waarbij hij de vraag stelt hoe sterk de aantrekkingskracht van adel en patriciaat nog is. Dat Bruin veel materiaal voor deze hoofdstukken verzameld heeft, mag blijken uit de vele eindnoten die in de publicatie zijn opgenomen.

Bruin zegt dat duidelijk wordt dat de rol van adel en patriciaat in de Nederlandse samenleving nog niet helemaal is uitgespeeld. Mij bekruipt na lezing toch het gevoel dat zijn boodschap ook is dat de teloorgang van adel en patriciaat als leidende elite in Nederland zich onverminderd heeft doorgezet na de Tweede Wereldoorlog. De door hem gekozen afbeelding op de omslag van zijn publicatie van de hal van een onttakeld huis spreekt in dat opzicht tot de verbeelding.

Het vlot geschreven en informatieve boek is een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de ontwikkeling en het functioneren van adel en patriciaat in onze moderne tijd. Het is te bestellen via de boekhandel of via de uitgever WBooks https://wbooks.com/winkel/nederland/algemeen/goede-namen-adel-en-patriciaat-in-naoorlogs-nederland/

Jonkheer Tom Versélewel de Witt Hamer, juli 2022.