Het verhaal bij een foto uit de collectie van de Backer Stichting

Afb. 1. Het huis in de Torenstraat te Breda van jonkheer en mevrouw Backer-Willinck. Foto met hartelijke dank aan de Backer Stichting/www.backercollectie.nl.

In 1910 werd de Backer Stichting opgericht door jonkheer mr. Johan Ferdinand Backer (1856-1928) met als doel om het rijke en bijzondere erfgoed van de familie bijeen te houden. Anno 2021 beschikt deze stichting over een website met een uitgebreide database, waarin het bezit online is terug te zien: www.backercollectie.nl. Eén foto hierin betreft het huis in de Torenstraat te Breda van jonkheer Ferdinand Backer (1835-1900). Hieronder het verhaal over deze bewoner.

Afb. 2. Het echtpaar Backer-Willinck in Wiesbaden in 1896 met een dochter, schoonzoon en twee kleindochters. Foto part. coll.

Moderne adel in de 19e eeuw: jonkheer Ferdinand Backer (1835-1900).
Op kleine foto is links staande jonkheer Ferdinand Backer (1835-1900) te zien. Hij stamde uit een oud Amsterdams regentengeslacht en 1815 werd zijn grootvader in de Nederlandse adel verheven met het predikaat van jonkheer. Qua functies en huwelijken waren de Backers heel traditioneel en onder de huwelijkspartners in de voorgaande generaties komen we bekende, nadien geadelde, Amsterdamse regentennamen tegen als Bicker, Elias, Dedel en Rendorp.

Jonkheer Ferdinand Backer huwde zelf buiten de kleine Amsterdamse huwelijksmarkt met Elisabeth Antoinette Willinck (1838-1920) (op de kleine foto rechts zittend te zien) en ook al had haar naam in Amsterdam misschien geen bekende klank, zij stamde wel uit een vooraanstaande Zutphense familie, die al in de eerste jaargang van het Nederland’s Patriciaatsboekje werd opgenomen. Haar vader was kapitein ter zee en haar grootvader was wijnkoper en (heel modern voor zijn stand) zeepfabrikant. Haar broer en zwagers waren ook officieren bij de marine en één zwager bracht het zelfs tot vice-admiraal, werd minister van Marine en adjudant i.b.d. van Koning Willem III.

De vader van jonkheer Ferdinand Backer was stadsecretaris van Amsterdam en twee van Ferdinands broers studeerde heel traditioneel rechten en waren jurist, terwijl een andere broer ingenieur was en later opzichter werd bij waterstaat en betrokken was bij de droogmaking van polders. Ondanks de grotendeels traditionele achtergrond en het bestaande netwerk koos jonkheer Ferdinand Backer voor een andere carrière: hij werd mede-oprichter en firmant van een fabriek in Breda.

In 1862 stichtte hij, zevenentwintig jaar oud, samen met ir. C.M. de Bruyn Kops een machinefabriek met de naam De Bruyn Kops & Backer, waarvan de naam later, na een directiewissel, veranderde in Backer en Rueb. Het bedrijf begon als machinefabriek en ijzergieterij, maar produceerde later ook stoomketels en stoommachines. Vanaf 1883 werden er ook stoomtramlocomotieven gebouwd, die bekend stonden onder de naam ‘Backertjes’. Het bedrijf werd de grootste op dit gebied in Nederland en bouwde meer stoomlocomotieven dan alle andere bedrijven samen.

Dankzij zijn zakelijke succes kon jonkheer Ferdinand Backer een traditioneel aristocratisch leven leiden overeenkomstig zijn stand: hij bewoonde een groot huis in de Torenstraat in Breda, had inwonend personeel, zijn zoon ging rechten studeren in Leiden, zijn dochters werden gepresenteerd aan het Hof (mede dankzij hun oom de vice-admiraal en adjudant i.b.d. van Koning Willem III?) en er werd gereisd, zoals een reisje in 1896 naar Wiesbaden, waar op 7 mei als herinnering deze foto werd gemaakt.

En hoe verging het zijn vier kinderen? Zijn zoon bleef ongehuwd, werd advocaat en procureur en later directeur bij een assurantiemaatschappij, om uiteindelijk referendaris op het ministerie van Justitie te worden. Eén dochter bleef ook ongehuwd, terwijl de andere dochters een jonkheer Siberg (jonge adel) en een baron Van Heeckeren van Waliën (oude adel) huwden. Beide schoonzoons begonnen hun carrière traditioneel, maar maakten later de overstap naar het bedrijfsleven: jonkheer Siberg was eerst kapitein bij het Oostindisch Leger, maar werd later directeur van de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij in Leiden en baron Van Heeckeren was eerst officier bij de marine en werd uiteindelijk directeur van zijn eigen bank, de N.V. Hollandsche Handelsbank te Haarlem.

Kijken we naar de familienamen van alle nakomelingen van jonkheer Ferdinand Backer, dan zien we daarbij alleen adellijke (Van Heeckeren van Waliën, Siberg, Van Lynden) en een patriciaatsnaam voorkomen (Meertens).

Keren we tot slot terug naar de foto uit 1896, dan zien we hierop jonkheer Ferdinand Backer met zijn echtgenote Elisabeth Antoinette Willinck, dochter Anne Maria Siberg née jonkvrouwe Backer (1865-1933), schoonzoon jonkheer Eduard Cornelis Siberg (1860-1906) en zijn kleindochters, de freules Pauline Elisabeth Antoinette (1887-1958) en Elisabeth Antoinette (1889-1975). Laatstgenoemde zou in 1975 overlijden als laatste van het adellijke geslacht Siberg. Verstild voor zich uitkijkend poseren zij allen voor ons in het decor van een wagon en het is bijna verleidelijk om hierin een verwijzing te zien naar het moderne ondernemerschap van jonkheer Ferdinand Backer.

Afb. 3. Drie van de vier kinderen van het echtpaar Backer-Willinck. V.l.n.r. jonkvrouwe Willemina Johanna Backer, jonkvrouwe Johanna Backer en jonkheer Ferdinand Gerhard Willem Jacob Backer. Foto part. coll.