Het verhaal bij een graf: het graf-met-de-handjes

Afb. 1. Het graf-met-de-handjes. Foto met hartelijke dank aan Harry Segers wwwharrysegers.nl.

Jonkvrouwe Josephina Carolina Petronella Hubertina van Aefferden (1820-1888) stamde uit een roomskatholieke, adellijke familie en haar vader werd in 1816 benoemd in de Ridderschap van Limburg. Haar broer koos in 1830 voor de Belgische Opstand en verwierf in 1839 de Belgische nationaliteit. Als dank hiervoor kreeg hij de Belgische titel van burggraaf in 1871.

Jacobus Warnerus Constantinus van Gorkum (1809-1880) kwam uit een protestantse familie, die recent tot aanzien gekomen was: de stamvader in de 17e eeuw was schipper, zijn grootvader was kunstschilder en met zijn vader kwam het aanzien: deze vocht in de Slag bij Waterloo, werd onderscheiden met de Militaire Willemsorde en bracht het zelfs tot generaal-majoor. Daarnaast was hij een fel tegenstander van de Belgische afscheiding in 1830. Aangezien zijn ouders zestien kinderen kregen, zal er op financieel gebied niet veel te verwachten zijn geweest. In 1923 werd de familie overigens wel opgenomen in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat.

De twee werden verliefd op elkaar, maar hun huwelijkswens stuitte op grote weerstand vanwege de verschillen in geloof, status, rijkdom, politieke voorkeur en afkomst. In 1842 huwden ze elkaar ondanks deze bezwaren toch en waren vervolgens bijna achtendertig jaren gelukkig getrouwd. Het huwelijk werd gezegend met drie kinderen: twee zoons en een dochter.

Afb. 2. Jacobus Warnerus Constantinus van Gorkum (1809-1880). Foto coll. RKD, Den Haag.

Op 28 augustus 1880 overleed Jacobus, die in voorgaande jaren benoemd was tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, na een periode van ziekte: “Heden overleed tot onze diepe droefheid onze innig geliefde echtgenoot, vader en behuwdvader, de HoogEdelGestrenge Heer J.W.C. van Gorkum, gepensioneerd Kolonel, Militie-Commissaris in het Hertogdom Limburg” en hij werd bijgezet op de protestantse begraafplaats van Roermond. De plek leek vreemd gekozen: niet in één van de streng geordende rijen, maar buiten het stramien tegen de muur, die grensde aan de katholieke begraafplaats – heel Roermond zal er zijn verbazing over uitgesproken hebben.

Acht jaar later op 29 november 1888 overleed Josephine: “Tot onze diepe droefheid overleed heden, na een kortstondig, doch smartelijk lijden, onze innig geliefde Moeder, Behuwdmoeder en Grootmoeder, Jonkvrouwe Josephine van Aefferden, Echtgenoote van wijlen den HoogEdel Gestrenge Heer J.W.C. van Gorkum, gep. Kolonel.”

En toen bleek de reden voor de bijzondere plaats van zijn graf acht jaar eerder: haar graf kwam juist aan de andere zijde van de muur op de roomskatholieke begraafplaats te liggen. En wie dacht dat het verschil in geloof tussen beiden had getriomfeerd, kwam bedrogen uit, want hun graven werden verbonden door twee innig verstrengelde handen, waardoor zij tot in de dood met elkaar voor eeuwig verbonden bleven.

“For never was a story of more…” love
Than this of Josephine van Aefferden and her Jacobus van Gorkum.