Overleden: dr. A.J. van Meurs

Meurs, Ted van
Afb. 1. Dr. Alfred Johan van Meurs, foto door Phil Nijhuis in ‘Arts en Auto’ juli/augustus 2015

Dr. Alfred Johan (‘Ted’) van Meurs, geboren Medan (Nederlands-Indië) 1 augustus 1922, overleden Voorburg 13 februari 2016, Officier in de Orde van Oranje-Nassau, met de zwaarden, drager van het Kruis van Verdienste, het Oorlogsherinneringskruis en het Verzetsherdenkingskruis, echtgenoot van Anna Jacoba van Meurs née jonkvrouwe Storm van ’s Gravesande, weduwnaar van Ida Betty Gerssen.

In Memoriam
Alfred Johan van Meurs werd geboren op 1 augustus 1922 in Medan in het toenmalige Nederlands-Indië als zoon van Johannes Cornelis van Meurs en Cécile Marthe Argoud, die beiden stamden uit in Ned.-Indië gevestigde families. Hij groeide de eerste jaren op in Medan en hier was zijn vader werkzaam als agent van de Ned.-Indische Escompto Maatschappij en bestuurslid van de Handelsvereniging Medan. In 1925 vertrok het gezin naar Nederland en vestigde zich in Rotterdam, waar zijn vader werkzaam werd op het kantoor aldaar van de Ned.-Indische Escompto Maatschappij. Het gezin ging aan de Mathenesserlaan 450a wonen en hier werden vervolgens op 15 februari 1927 zijn zusje Cécile Marthe en op 20 november 1928 zijn broertje Ferdinand Jan geboren, maar zijn broertje overleed helaas enkele maanden na de geboorte op 12 januari 1929. In 1934 reisde het gezin terug naar Ned.-Indië en ging in Batavia wonen, waar zijn vader werd benoemd tot procuratiehouder en chef wisselzaken bij de voornoemde maatschappij.

In september 1940 ging hij geneeskunde studeren in Leiden, maar toen de universiteit daar werd gesloten na het protest tegen het ontslag van de Joodse hoogleraren, zette hij zijn studie illegaal in Amsterdam voort en behaalde daar in 1943 zijn kandidaats, ook al werd dit niet officieel erkend. Samen met vele andere studenten werd hij in 1943 na de aanslag op generaal Seyffardt opgepakt en kwam in Kamp Amersfoort terecht, maar hij wist bij een overplaatsing naar de gevangenis in Scheveningen te ontsnappen en dook onder. In 1944, na de landing van de Geallieerden in Normandië, werd hij opnieuw opgepakt, maar wist uiteindelijk in Duitsland aangekomen opnieuw te ontsnappen en kwam via Zwitserland als Engelandvaarder in het Verenigd Koninkrijk terecht. Nadat hij als vaandrig in het KNIL benoemd was, vertrok hij naar Suriname om daar zijn opleiding te voltooien en behaalde daar zijn ‘vademecum voor geneesheer in de tropen’ – een diploma dat niet in Nederland geldig was.

Na Suriname volgde opnieuw een verblijf in Ned.-Indië, waar de onafhankelijkheidsoorlog juist begon. Hier was hij eerst bataljonsarts en later arts in het militair hospitaal in Batavia. Hier maakte hij van dichtbij het grote leed ten gevolge van de strijd mee en hierover zei hij later: “We hebben het niet goed gedaan met Indië. Nederland had veel eerder moeten meewerken aan de onafhankelijkheid. Er waren genoeg capabele mensen die het gezag hadden kunnen overnemen.” In 1950 vloog hij terug naar Nederland en leerde onderweg de stewardess Ida Betty Gerssen kennen en zij huwden kort daarop, want hij vertrok als vrijwilliger naar Korea en “Als ik zou sneuvelen, zou zij tenminste een uitkering krijgen.” De omstandigheden waaronder de Nederlandse militairen werden uitgezonden waren slecht en ook na terugkomst was de ontvangst koud. Toch was hij hierover niet verbitterd, maar bouwde hij energiek aan een nieuw bestaan, eerst als bedrijfsarts bij de Nederlandse Spoorwegen en daarna bijna vijftig jaar als huisarts in ’s-Gravenhage.

Storm van s Gravesande, wapen
Afb. 2. Het familiewapen Storm van ‘s Gravesande

Na het overlijden van zijn echtgenote in 1995, met wie hij twee zoons en twee dochters kreeg, hertrouwde hij in 2003 met jonkvrouwe Anna Jacoba Storm van ’s Gravesande. Haar familie zou later over hem zeggen: “Hij kwam op latere leeftijd in onze familie en bleek een aanwinst!” Zij stamde uit een oud regentengeslacht dat uit ’s-Gravenzande afkomstig was en dat eeuwenlang bestuurders in Delft en later in ’s-Hertogenbosch voortbracht. In 1842 werd een voorvader in de Nederlandse adel verheven met het predicaat van jonkheer.

Vanwege zijn vele verdiensten behaagde het H.M. om hem te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, met de zwaarden. Daarnaast werd hij onderscheiden met: het Kruis van Verdienste, het Oorlogsherinneringskruis, het Verzetsherdenkingskruis, het Ereteken voor Orde en Vrede, met de gespen “1947”, “1948” en “1949”, het Kruis voor Recht en Vrijheid met de gesp “Korea 1950”, het Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als Officier, 35 jaar, de United Nations Service Medal, met de gesp “Korea”, de Order of Military Merit Wharang with Silver Star, van de Republiek Zuid-Korea en de Korean War Service Medal, van de Republiek Zuid-Korea.

Op 13 februari 2016 kwam hij in Voorburg te overlijden: “Verdrietig, maar ook dankbaar, geven wij kennis van het overlijden van mijn allerliefste man, onze lieve papa en coole opa Ted van Meurs”. Dr. Alfred Johan van Meurs werd drieënnegentig jaar en wordt diep betreurd door zijn echtgenote, zoons, dochters, schoondochter, schoonzoons, klein- en achterkleinkinderen en verdere familieleden. De herdenkingsbijeenkomst vond plaats op 18 februari in de Kloosterkerk op het Lange Voorhout in ’s-Gravenhage en aansluitend vond de begrafenis plaats op de Gemeentelijke Begraafplaats aan de Kerkhoflaan.

Bericht en foto mede met dank aan een lezenswaardig interview in ‘Arts en Auto’ van juli/augustus 2015 door Wout de Bruijne met foto’s door Phil Nijhuis: www.vox-voks.nl/files/Ted-van-Meurs.pdf