Zondag 30 september: laatste bezoekmogelijkheid ‘Winters in Brussel’ op kasteel d’Ursel

Afb. 1. Kasteel d’Ursel werd in 1761 en 1765 door de Italiaanse architect Servandoni in classicistische stijl aangepast en verkreeg toen de huidige verschijning.
Afb. 2. Het affiche van de tentoonstelling met de voorgevel van het stadspaleis van de hertogen D’Ursel in Brussel.

Op het kasteel d’Ursel in Hingene bij Antwerpen is zondag 30 september de laatste bezoekmogelijkheid van de tentoonstelling, waarop het verhaal verteld wordt van het verdwenen Hôtel d’Ursel, het stadspaleis van de hertogelijke familie D’Ursel.

Net als zovele adellijke families leefden de hertogen D’Ursel mee op de getijden van de seizoenen en brachten eeuwenlang de zomers door op hun kasteel d’Ursel in Hingene en de winters in hun stadspaleis in Brussel. Het huis kende sinds de aankoop in 1590 niet alleen een rijke geschiedenis, maar ook een zeer rijk interieur. Lang bleef het samen met zijn bewoners als een anachronisme tot in de 20e eeuw moedig in stand, in een stad en een wereld die zich in hoog tempo moderniseerden. Uiteindelijk deden erfenisverdelingen en successierechten hun werk en werd het verkocht om in 1960 onder de slopershamer ten onder te gaan.

Op deze tentoonstelling tonen interieurfoto’s, documenten, maquettes, bouwtekeningen, portretten en voorwerpen het grootse verdwenen verleden en interieur van dit stadspaleis. In de begeleidende teksten komen ook de vroegere bewoners aan het woord, zoals Hedwige markiezin de Maupeou-Monbail née gravin d’Ursel (1902-1987), dochter van de 7e hertog d’Ursel. Melancholisch schrijft zij kort voor de afbraak: ‘Elke ochtend, als ik wakker werd, keek ik naar het groene damast, de vergulde lambriseringen, de fijne decoratie die binnenkort zouden verdwijnen. Ze hebben zoveel van onze generaties voorbij zien komen en wij zijn de laatste. Door de grote geschiedenis, die sterker is dan wij, moeten wij hun opgeven…. En elke dag hield ik er een beetje meer van.’

Afb. 3. Een maquette van de voorgevel van het Hôtel d’Ursel in de grote salon van kasteel d’Ursel in Hingene met zijn unieke roze Chinese behang.

De Nederlandse adel kent op dit moment geen leden met de titel van hertog, maar onder Koning Willem I werden er drie hertogen in de Nederlandse adel opgenomen: De Beaufort-Spontin, De Looz-Corswarem en D’Ursel. Hun nakomelingen kozen in 1830 na de Belgische afscheiding voor de Belgische nationaliteit en gingen daardoor deel uitmaken van de Belgische adel, maar formeel behoren zij ook nog steeds tot de Nederlandse adel.

Afb. 4. De grote salon in het verdwenen Hôtel d’Ursel in Brussel, één van de vele fraaie foto’s op deze tentoonstelling.

Eén van deze drie was Charles Joseph hertog d’Ursul (1777-1860). Hij werd grootmeester van Koningin Wilhelmina, de echtgenote van Koning Willem I. In 1830 stond hij bekend als zeer orangistisch en zijn huis in Brussel werd door het opstandige volk geplunderd. Hij zocht zijn toevlucht in zijn zomerverblijf kasteel d’Ursel in Hingene en schreef: ‘Ik heb een grote weerzin om opnieuw voet in Brussel te zetten en ik ben niet meer in het huis geweest sinds ik er verjaagd ben door een bende plunderaars.’ Uiteindelijk koos hij in 1830 voor de Belgische nationaliteit en zijn nakomelingen leven nog steeds voort in de Belgische adel, waarbij de Chef de Famille de titel van hertog heeft en de overige leden de titel graaf/gravin voert.

Afb. 5. Portretten en voorwerpen uit het verdwenen Hôtel d’Ursel in Brussel.

In 1973 werd het kasteel d’Ursel verkocht door de 8e hertog. Sinds 1994 is het kasteel in het bezit van de provincie, die het restaureerde en er sindsdien succesvol vele activiteiten organiseert. In 2009 keerde een belangrijk deel van de oorspronkelijk inrichting terug dankzij een bruikleen van de 10e hertog: duizenden boeken en verder portretten, meubelen en siervoorwerpen.

Let op: voor individueel bezoek is de tentoonstelling en het kasteel alleen nog op zondag 30 september tussen 13.00 en 18.00 uur te bezichtigen.

Link naar de website van kasteel d’Ursel voor meer informatie https://www.kasteeldursel.be/bezoek/winters-in-brussel–de-stadsresidentie-van-de-familie-d-ursel–1.html.

Voor wie niet in de gelegenheid is om de tentoonstelling te bezoeken: AiN bezocht de tentoonstelling en in één van de komende uitgaven van het digitale magazine van de Stichting Adel in Nederland (AiN) komt een uitgebreide reportage in woord en beeld over kasteel d’Ursel en deze tentoonstelling te staan. Door voor 17,50 euro per jaar donateur van AiN te worden, ontvangt u dit jaar vier keer het digitale magazine in uw mailbox. Daarnaast ontvangt u als donateur voorrang bij door AiN georganiseerde excursies. Meer weten? Mail naar nieuwsbrief@adelinnederland.nl.

Afb. 6. Het toegangshek met in de verte het kasteel d’Ursel in Hingene.

Skeltemania in Schettens: kolonel Schelte van Aysma herleeft

Afb. Skeltemania: een muziektheaterstuk over de Friese edelman Schelte van Aysma (1578-1637).

Aanstaande vrijdag en zaterdag (28 en 29 september) zijn er twee extra voorstellingen van Skeltemania.

Skeltemania is een muziektheaterstuk over de Friese edelman Schelte van Aysma (1578-1637) en speelt zich grotendeels af op de oorspronkelijke plaats van zijn kasteel in Schettens.
De herontdekking van de helm in 2016, de vondst van de grafkelder in 2017 en het DNA onderzoek en herbegrafenis leidde tot een heuse ‘skeltemania’.

In de voorstelling wordt het leven van kolonel Schelte van Aysma en zijn vrouw Tjempck van Osinga fantastisch gespeeld door twee professionele acteurs en vele amateurspelers.
Na de één uur durende voorstelling op Osinga State gaan alle bezoekers mee in een rouwstoet naar de kerk van Schettens. Daar speelt de laatste scene zich af, waar zich een verrassend slot aandient.

Tot slot is er een SkelteMuseum ingericht, waar alle opzienbarende gebeurtenissen van de afgelopen jaren nog eens kunnen worden beleefd. Tevens is daar een prachtig 7 minuten durend filmpje over de edelman te zien.

Voor meer informatie zie www.skeltemania.nl

T/m 24 september: grote online veiling Venduehuis met o.a. tekening door tragisch verdronken jonkheer Van Rappard

Afb. 1. ‘Le Repos du Vieillard’, gedateerd 24 februari 1809, gesigneerd J.A.E.W. van Rappard. Lotnummer 4. Foto met hartelijke dank aan het Venduehuis in Den Haag.

Bij het Venduehuis in Den Haag is t/m 24 september een grote online veiling, waar onder meer een houtskooltekening op papier online wordt geveild van de hand van jonkheer mr. Johan Arnold Aemilius van Rappard (1794-1826). De tekening is getiteld ‘Le Repos du Vieillard’ en werd in 1809 door jonkheer Van Rappard gemaakt, toen hij 14 jaar oud was. Jonkheer Van Rappard werd later advocaat, plaatsvervangend rechter gerechtshof te Arnhem, lid van de gemeenteraad en wethouder aldaar. In 1826 verdronk hij bij een dramatische gebeurtenis, die grote indruk maakte in het hele land.

Op 6 augustus 1826 liep een pleziertochtje uit op een drama voor jonkheer Van Rappard, de douairière Brantsen, haar twee jonge kinderen, kolonel Kuyck en de kinderen Weerts. ‘Een allertreurigst voorval heeft gisteren avond eene algemeene verslagenheid in deze stad veroorzaakt: zeven personen zijn door het omslaan van een bootje op den Rijn verongelukt’, zo schreef men in de krant.

De stoomboot, die wekelijks tussen Rotterdam en Arnhem zou gaan varen, maakte op 6 augustus 1826 zijn eerste tocht met aan boord vele prominenten en passeerde nabij Arnhem het Huis Hulkestein. Hier woonde de douairière Brantsen née Maria Leopoldina Catharina van Hasselt. Drie maanden eerder was haar echtgenoot jonkheer mr. Johan Brantsen overleden en zij bleef achter met een dochtertje van 12 en een zoontje van 10 jaar.

IJselijke geschiedenis
De tuinman van het landgoed vuurde met een geweer saluutschoten af en hierdoor werd het hoge gezelschap aan boord opmerkzaam op mevrouw Brantsen. Drie heren stapten van boord in een sloep en gingen aan wal om mevrouw Brantsen op te halen: jonkheer Van Rappard, wethouder van Arnhem, kolonel Kuyck en de controleur Nahuijs. ‘Zij slaat de uitnoodiging eerst beleefdelijk af, alleen aan herhaalden aandrang geeft zij toe, en hier hecht zich nu de draad vast der ijselijke geschiedenis, welke de oorzaak is van den rouw van zo veele waardige familien.’

De douairière Brantsen stapte aan boord, met haar dochtertje en zoontje, ‘… een jonge juffer uit Zutphen, een zoontje van den heer Dijckmeester uit Tiel en twee kinderen van den heer burgemeester Weerts.’ Het bootje vaart naar het stoomschip ‘… maar – eensklaps verliest het kleine vaartuig het evenwigt, slaat om, en allen die zich in hetzelve bevinden, storten in den stroom.’ Enkelen werden gered, maar mevrouw Brantsen, haar beide kinderen, jonkheer Van Rappard, kolonel Kuyck en de beide kinderen van burgemeester Weerts verdronken jammerlijk.

Opbollende japon
Naar verluid bleef de de douairière Brantsen dankzij haar opbollende zware zijden japon eerst nog stroomafwaarts drijven, maar hulp kwam te laat en haar zielloos lichaam werd eerst vier dagen later bij Rhenen gevonden. In de krant kon men lezen: ‘Algemeen is de deelneming in den rouw over dat ontzettend verlies.’

Lijst van slachtoffers:

  1. Maria Leopoldina Catharina Brantsen née van Hasselt (1779-1826), douairière jonkheer mr. Johan Brantsen.
  2. Jonkvrouwe Gerardina Diederica Wilhelmina Agatha Brantsen (1814-1826)
  3. Jonkheer Johan Coenraad Louis Anthony Brantsen (1815-1826)
  4. Jonkheer mr. Johan Arnold Aemilius van Rappard (1794-1826), advocaat, plaatsvervangend rechter gerechtshof te Arnhem, lid van de gemeenteraad en wethouder aldaar
  5. Wouter Kuyck (1775-1826), kolonel-commandant 13e afdeling infanterie
  6. Anna Margaretha Theodora Helena Johanna Wilhelmina Weerts ( 1813-1826)
  7. Johan Alexander Weerts ( 1819-1826)

Link naar de catalogus waar online t/m 24 september geboden kan worden https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=156

Afb. 2. Johan Derk Gebly maakte een aquarel van de ramp. Op de achtergrond is Huis Hulkestein van de familie Brantsen te zien. Coll. Centraal Bureau voor Genealogie, Familiearchief Kuyck

T/m 30 september: tentoonstelling “Local Heroes”, door Barbara van Ittersum en Abia Jansen

Afb. 1. V.l.n.r. Abia Jansen, wethouder kunst & cultuur Touria Meliani, die de tentoonstelling opende, en Barbara van Ittersum. Foto met hartelijke dank aan Barbara van Ittersum.

Afgelopen zondag werd in Art Gallery ‘Het Magazijn’ de tentoonstelling “Local Heroes” geopend, waarop bijzonder werk van Barbara van Ittersum en Abia Jansen te zien is. Kunstfotograaf Barbara van Ittersum fotografeerde voor de portretserie “Local Heroes” unieke persoonlijkheden in Amsterdam, waarbij zij nauw samenwerkte met de styliste en designer Abia Jansen.

Afb. 2. Werk van Barbara van Ittersum en Abia Jansen op de tentoonstelling “Local Heroes” in Art Gallery ‘Het Magazijn’ in Amsterdam. Foto met hartelijke dank aan Barbara van Ittersum.

De portretten in deze serie zijn geen gewone portretten. Ieder portret benadrukt de persoonlijkheid van de geportretteerden. Deze zijn stuk voor stuk unieke persoonlijkheden uit Amsterdam en onder hen bevinden zich architecten, modeontwerpers en grafische ontwerpers, filmmakers, schrijvers, schilders, acteurs, enz. De portretten doen denken aan de geschilderde portretten uit de Gouden Eeuw, terwijl ze vertaald worden naar eigentijdse en intrigerende personages.

Barbara van Ittersum (1965), nakomelinge uit het Overijsselse geslacht van de baronnen Van Ittersum, studeerde schilderkunst, theater, grafische en audiovisuele vormgeving. Daarna specialiseerde zij zich in fotografie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en vanaf 1987 is ze werkzaam als fotografe – kunstenares. Vanuit haar theatrale achtergrond ontwikkelde zij haar kenmerkende expressieve stijl. Zij exposeerde sindsdien veel in binnen- en buitenlandse galerieën en musea, met vele internationale publicaties van haar onderscheidende werken in kunst-magazines, tijdschriften en kranten.

Abia Jansen werkte in de afgelopen jaren als styliste en designer samen met verschillende fotografen, zoals Micha Klein en Inez van Lamsweerde. Werk dat zij in samenwerking gemaakt heeft, is aangekocht door het Groninger Museum en het Amsterdam Museum.

De tentoonstelling is t/m 30 september te zien in Art Gallery ‘Het Magazijn’ Oude Zijdsvoorburgwal 153A in Amsterdam. Kijk voor meer informatie op www.facebook.com/magazijn-295978087928

Link naar de website van Barbara van Ittersum http://www.absolutephotography.net/

Afb. 3. Een zeer gelaagde opening met veel belangstelling afgelopen zondag in Art Gallery ‘Het Magazijn’ in Amsterdam.

12 en 13 oktober: jubileumsymposium ‘Adellijke vrouwen: levens & representaties’ op Slot Zuylen

Afb. 1. Een bijzonder symposium op een geweldige locatie: Slot Zuylen in Utrecht.

Dit jaar bestaat de Werkgroep Adelsgeschiedenis 25 jaar. Om deze mijlpaal te vieren, organiseert de Werkgroep op 12 en 13 oktober a.s. het internationale symposium Noble Women: Life Roles and Representations /Adellijke Vrouwen: Levens en Representaties. Het symposium richt zich op de verschillende manieren waarop adellijke vrouwen vanaf de late middeleeuwen tot het begin van de negentiende eeuw vorm gaven aan de taken die op grond van hun ‘hoge geboorte’ aan hen werden toegedacht. Decor van het symposium is Slot Zuylen – de geboorteplek van de philosophe Belle van Zuylen, waarschijnlijk de beroemdste adellijke vrouw uit de Nederlandse geschiedenis.

AiN hoorde dat er al veel belangstelling bestaat voor het symposium, het aantal plaatsten is echter beperkt. Wilt u verzekerd zijn van toelating, meldt u zich dan zo spoedig mogelijk aan. U vindt het aanmeldingsformulier hier: https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSdJLNOCHrZ6rC6kzzrYkrDSQQHVZnUeq5jqMQ9tVPTXdLd6ug/viewform

Programma Jubileum Symposium Werkgroep Adelsgeschiedenis Adellijke vrouwen: levens & representaties 12 & 13 oktober 2018, Slot Zuylen

Vrijdag 12 oktober

09.00–10.00 Inloop met koffie, registratie
10.00–10.15 Welkom door Redmer Alma, voorzitter van de Werkgroep Adelsgeschiedenis
10.15–10.45 Keynote door Els Kloek

11.00–12.45 SESSIE I – ADELLIJKE VROUWEN EN KASTELEN IN DE MIDDELEEUWEN
1. Elizabeth den Hartog, Defending the castle like man: women and the building and defense of castles
2. Wendy Landewé, Edelvrouwen als ‘bouwheren’ in de middeleeuwse creatieve cultuur
3. Fred Vogelzang, Rapunzel: de verbeelding van ruimte(n) voor vrouwen in middeleeuwse kastelen
4. Eva-Maria Butz, Burgfrauen – Frauenburgen: Überlegungen zu Wittumsburgen

12.45–14.45 Lunch, rondleidingen door het kasteel en posterpresentaties

14.45–16.30 SESSIE II: LEVENSROLLEN VOOR ADELLIJKE VROUWEN
1. Redmer Alma, Occa Johanna Ripperda: een Europese dame
2. Stephany Freyer, Life Paths of lesser noble women at Princely Courts
3. Evelyn Ligtenberg, Ongehuwde adellijke vrouwen in de vroegmoderne tijd
4. Jaap Geraerts, Models of devotion: catholic women in the Dutch Republic

16.30 – 17.00 Afsluiting

Afb. 2. Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken, (1740-1805). Portret door Guillaume de Spinny op slot Zuylen. Zij is bekend geworden onder haar schrijversnaam Belle van Zuylen.

Zaterdag 13 oktober

9.00–9.30 Inloop met koffie

9.30–11.15 SESSIE III – REPRESENTATIE VAN ADELLIJKE VROUWEN IN MIDDELEEUWEN EN VROEGMODERNE TIJD
1. Sanne Frequin, Heraldische representatie op grafmonumenten
2. Monique Rakhorst, Het sieradenkistje van Amalia van Solms
3. Thomas Kullmann, The construction of female nobility in Sir Philip Sidney’s Astrophil and Stella
4. Sophie Reinders, Literaire representatie in vriendenboekjes van adellijke vrouwen

11.15–11.30 Koffiepauze

11.30–12.45 SESSIE IV – HOFCULTUUR IN DE REPUBLIEK
1. Ineke Huysman, De macht van de brief. Briefwisselingen van de Hollandse en Friese stadhoudersvrouwen 1605-1759
2. Simone Nieuwenbroek, Tussen Noordeinde en het Voorhout. Anna van Hannover en de Bentincks 1737-1759
3. Lidewij Nissen, Een vorstin in Leeuwarden. Sophia Hedwig van Brunswijk-Wolfenbüttel (1592-1642) en de Friese Nasssaus

12.45–14.30 Lunch, rondleidingen door het kasteel en posterpresentaties

14.30–15.45 SESSIE V – REFLECTIE EN ZELFREFLECTIE
1. Greddy Huisman, Het dagboek van Belle van Ittersum (1783-1809)
2. Aafke Brunt, Marie Cornelie van Wassenaer Obdam (1793-1850)
3. Yme Kuiper, Jeanne van Andringa de Kempenaer 15.45–16.00 Theepauze

16.00–17.15 SESSIE VI – BELLE VAN ZUYLEN
1. Margriet Lacy-Bruijn, Belle van Zuylen onafhankelijk – in hoeverre en tegen welke prijs?
2. Suzan van Dijk, Belle van Zuylen over rangen en standen
3. Hanneke Ronnes, Belle van Zuylen, vrouwengeschiedenis & adelsgeschiedenis

17.15 – 17.30 Afsluiting door Redmer Alma, voorzitter Stichting Werkgroep Adelsgeschiedenis
17.30 – 18.30 Afsluitende borrel

Afb. 3. Slot Zuylen: locatie voor het jubileumsymposium van de Werkgroep Adelsgeschiedenis.

Prinsjesdag 2018: grootmeesteres barones Van Zuylen van Nijevelt en kamerheer jonkheer De Wijkerslooth de Weerdesteyn groeten het vaandel

Afb. 1. Grootmeester drs. Jan Th. Versteeg en grootmeesteres drs. Bibi barones Van Zuylen van Nijevelt groeten het vaandel. Screenshot met dank aan de NOS.

Drs. Maria Louise Alexandra (‘Bibi’) barones van Zuylen van Nijevelt née jonkvrouwe den Beer Poortugael is vandaag op Prinsjesdag aanwezig in haar functie als grootmeesteres en op dit screenshot verlaat zij net Paleis Noordeinde, samen met grootmeester drs. Jan Versteeg.

De grootmeesteres is gehuwd met Philip Hugo baron van Zuylen van Nijevelt, directeur van het vakantie- en attractiepark Duinrell. Zijn voorvader Philip Julius graaf van Zuylen van Nijevelt (1743-1826) werd in 1822 door Koning Willem I erkend in de Nederlandse adel met de titel baron en barones voor zijn nakomelingen, terwijl hijzelf de titel graaf kreeg. Deze titel vererft sindsdien door eerstgeboorterecht op de oudste zoon.

Afb. 2. De grootmeester en grootmeesteres in de Galacoupé, wachtend op vertrek vanaf paleis Noordeinde naar de Ridderzaal. Screenshot met dank aan de NOS.

Waarom Bibi barones is en nog geen gravin
Onlangs overleed de vader van Philip Hugo, Hugo Robert Joan graaf van Zuylen van Nijevelt (1929-2018). Hij was de 5e opeenvolgende in de familie met de titel graaf en Philip Hugo komt als oudste zoon nu in aanmerking om in deze titel op te volgen. Maar dat betekent nog niet dat hij en Bibi nu meteen de titel graaf en gravin hébben: eerst moet bij de Hoge Raad van Adel op verzoek officieel vastgesteld worden wie gerechtigd is in de familie om op te volgen. Pas daarna verleent de Raad agreatie van titelopvolging en kan de titel zowel in het filiatieregister van de Nederlandse adel als bij de gemeentelijke basisadministratie worden ingeschreven. Gezien het recente overlijden van hun (schoon)vader zal om die reden nog geen verzoek bij de Hoge Raad van Adel zijn ingediend en tot die tijd hebben Bibi en haar echtgenoot de titel baron en barones. Dat op de website van het Koninklijk Huis vandaag de titel gravin voor de grootmeesteres gebruikt wordt, moet als een hoffelijkheidsgebaar gezien worden.

Afb. 3. Kamerheer jonkheer ir. Roelof J. de Wijkerslooth de Weerdesteyn (links) en ceremoniemeester drs. Simon A. van der Burg groeten het vaandel.

Kamerheer jonkheer De Wijkerslooth de Weerdesteyn
Jonkheer ir. Roelof Jozef de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1946), heer van Weerdesteyn, is oud-senior manager bij Unilever N.V. In de jaren 1991-2000 was hij directeur-generaal wetenschappen bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Van 2000-2012 was hij voorzitter van het college van bestuur van de Radboud Universiteit. In 2008 werd hij benoemd tot kamerheer van Koningin Beatrix in de provincie Gelderland en sinds 2013 is hij kamerheer van Koning Willem-Alexander.

Nakomeling Willem van Oranje
Aardige bijzonderheid is, dat hij in de vrouwelijke lijn een wettige nakomeling is van Willem van Oranje: via zijn overovergrootmoeder Charlotte Antoinette Amélie Zéphyrine barones de Wijkerslooth de Weerdesteyn née Princesse de La Tremoïlle et de Thouars (1825-1879) stamt hij af van Charlotte Brabantina Gravin van Nassau (1580-1631), dochter van Willem van Oranje. Zij trad in 1598 in het huwelijk met Claude Hertog de La Tremoïlle en de Thouars (1566-1604).

18-19 september: grote veiling van porselein en Aziatica bij het Zeeuws Veilinghuis

Afb. 1. V.l.n.r. een 17e-eeuwse rolvaas (15.000-20.000 euro), een 18e-eeuws bord met het familiewapen De Heere (3.000-4.000 euro) (verschillende familieleden kwamen uit Middelburg en waren betrokken bij de VOC) en een Kangxi schotel met bloemen en vogels (300-400 euro). Foto’s met hartelijke dank aan het Zeeuws Veilinghuis.

Opvallend in oude boedelinventarissen uit adellijk en regenten bezit is de grote hoeveelheid porselein die hierin wordt aangetroffen. Porselein – in adellijk taalgebruik ‘blauw’ genoemd – was geliefd en werd graag verzameld. Het kon op kasten, commodes en schoorsteenmantels geëtaleerd worden en getuigen van de rijkdom en smaak van een familie. Soms werden er zelfs speciaal serviezen op bestelling gemaakt (chine de commande) met het familiewapen.

Al sinds 1602 worden er veilingen van Chinees porselein in Middelburg gehouden en het Zeeuws Veilinghuis zet deze traditie voort. Nog niet zo lang geleden veilde zij veel porselein uit het bezit van de adellijke families Van Eysinga en Schimmelpenninck van der Oye. Op 18 en 19 september is er bij dit veilinghuis weer een grote veiling van porselein en Aziatica.

Kijk voor de catalogus (met de mogelijkheid voor online bieden) op http://www.zeeuwsveilinghuis.eu/catalogus.php.

Afb. 2. Advertentie: het Zeeuws Veilinghuis organiseert meerdere keren per jaar veilingen en vraagt ook inbreng van antiek, porselein en kunst.

Het portret van baron Dibbets

Afb. 1. Bernardus Johannes Cornelis baron Dibbets (1782-1839) met enkele van zijn onderscheidingen. Hij was Ridder in de Orde van de Unie (onder het Koninkrijk Holland), Lid van het Legioen van Eer (onder het Keizerrijk Frankrijk), Ridder in de Orde van de Reunie (onder het Keizerrijk Frankrijk), Ridder Militaire Willems-Orde 3e klasse en drager van het Metalen Kruis (in het Koninkrijk der Nederlanden). Foto met dank aan het Veilinghuis Onder de Boompjes in Leiden.

Bij het Veilinghuis Onder de Boompjes in Leiden wordt een portret geveild van Bernardus Johannes Cornelis baron Dibbets (1782-1839). Baron Dibbets stamde uit een geslacht dat teruggaat op Derrik Jansen, die in 1663 als pachter van het goed Emaus in Terwolde genoemd wordt. In de tweede generatie werd de familienaam Debets tot deze in de volgende generaties Dibbets werd.

Bernardus werd in 1782 geboren in Arnhem en maakte als officier carrière in Bataafse, Hollandse, Franse en Nederlandse dienst. Uiteindelijk bereikte hij in 1831 de rang van luitenant-generaal. In het Koninkrijk der Nederlanden werd hij in de jaren 1814-1818 provisioneel inspecteur bij de infanterie en vervolgens van 1818-1826 provinciaal commandant van Limburg. In 1830 werd hij opperbevelhebber van het vijfde militair commando en de vesting Maastricht. Het is aan hem te danken dat Maastricht na de Belgische opstand Nederlands bleef: ‘Hij was toen te Maastricht, alwaar hij door zijnen onwankelbaren trouw en vastberadenheid de grootste diensten aan het vaderland en den koning bewezen heeft.’

Vanwege zijn verdiensten werd hij in 1835 in de Nederlandse adel verheven met de titel van baron bij eerstgeboorte. Vier jaar later overleed hij in Maastricht. Uit zijn huwelijk met Julia Johanna van Tengnagell (1785-1851), uit een Gelderse adellijke familie, werden zeven kinderen geboren. De nakomelingen in Nederland zijn in de mannelijke lijn uitgestorven, maar de huidige baron Dibbets, de 10e die deze titel voert sinds zijn voorvader deze in 1835 kreeg, woont in Australië en hier leeft de familie in de mannelijke en vrouwelijke lijn voort.

Het portret meet 33 x 29 cm, is niet gesigneerd en wordt geschat op 200-300 euro.

Link naar de site van het veilinghuis: https://onderdeboompjes.nl.

Afb. 2. De opgeplakte tekst op de achterzijde van het portret. Foto met dank aan het Veilinghuis Onder de Boompjes in Leiden.

Jonkheer Jan Six ontdekt tweede schilderij van Rembrandt

Afb. Jonkheer Jan Six: kunsthistoricus en kunsthandelaar.

Opnieuw heeft kunsthandelaar en kunsthistoricus jonkheer Jan Six een onbekend schilderij van Rembrandt ontdekt (voor een eerdere ontdekking zie https://www.adelinnederland.nl/jonkheer-jan-six-ontdekt-schilderij-van-rembrandt/). Op het portret wordt een bijbelse scène verbeeld: Laat de kinderen tot mij komen.

Jan Six is opgegroeid aan de Amstel in Amsterdam in het familiehuis. In het statige pand is de vermaarde kunstverzameling van de familie Six ondergebracht met als topstuk het portret van voorvader Jan Six door Rembrandt – het enige portret door Rembrandt dat nog in het bezit is van nakomelingen met dezelfde familienaam. Jan Six is altijd door Rembrandt gefascineerd geweest en met deze tweede vondst staat hij opnieuw in de schijnwerpers.

Link naar een uitgebreid artikel online in De Volkskrant over deze laatste vondst: https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/kunsthandelaar-jan-six-ontdekt-weer-een-nieuwe-rembrandt~b7ca0af1/.

Link naar twee artikelen in de NRC over een conflict dat is ontstaan na de vondst van het eerste schilderij: https://www.nrc.nl/nieuws/2018/09/13/sensationele-vondst-rembrandt-inzet-van-vete-kunsthandelaren-a1616453 en https://www.nrc.nl/nieuws/2018/09/13/moet-ik-die-kulverhalen-van-six-slikken-a1616452

Jonkheer Jan Six (1978) studeerde kunstgeschiedenis en werkte bij veilinghuis Sotheby’s in Londen en Amsterdam als hoofd van de afdeling Oude Meesters. Sinds 2008 is hij kunsthandelaar en heeft hij zijn eigen galerie, gespecialiseerd in schilderijen en tekeningen van Hollandse en Vlaamse Oude Meesters.