Veilingnieuws: Van Aldenburg Bentinck vaandel, Schuurbeque Boeye wapenschild en wapenkaart

Afb. 1. Het grafelijk wapen Van Aldenburg Bentinck op een hermelijnen mantel met vorstenkroon. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Peerdeman/www.veilinghuispeerdeman.nl

Op zondag 7 februari loopt er een online veiling af bij Veilinghuis Peerdeman in Utrecht. Tot de aangeboden kavels behoren een Van Aldenburg Bentinck vaandel, een Schuurbeque Boeye wapenschild en een bijzondere wapenkaart uit 1695. Lees het verhaal hierbij hieronder of kijk in de catalogus voor wat er verder geveild wordt op https://www.veilinghuispeerdeman.nl/main.php?mode=catalogselect

Van Aldenburg Bentinck vaandel
De familie Bentinck behoort tot de oude Gelderse adel en gaat terug tot in 1343, toen de stamvader Johan Bentinck vermeld werd. Het familiewapen is een zilveren ankerkruis op een blauw veld. Op het vaandel is het wapen te zien van de tak Van Aldenburg Bentinck. Deze tak stamt van Hans Willem Bentinck (1649-1709) af, die met Stadhouder Willem III naar Engeland ging en daar tot groot aanzien kwam. Hij werd als dank voor zijn verdiensten verheven tot onder meer Earl of Portland.

Zijn zoon Willem Bentinck (1704-1774) huwde Charlotte Sophie des H.R. Rijksgravin von Aldenburg (1715-1800), vrouwe van Varel en Kniphausen en door dit huwelijk ontstond niet alleen de naam Van Aldenburg Bentinck, maar werd deze tak ook regerend in Varel en Kniphausen in Duitsland. In 1845 werden nakomelingen erkend te behoren tot de Hohe Adel in Duitsland met het predikaat Erlaucht bij eerstgeboorte. Op grond van voorgaande is het wapen Van Aldenburg Bentinck geplaatst op een rode mantel gevoerd met hermelijn, met gouden franje en koorden, en bekroond met de kroon van de vorsten van het Heilige Roomse Rijk. Op deze wijze is aan het wapen te zien dat de Van Aldenburg Bentincks eens behoorden tot de regerende families en daardoor gelijk in rang zijn aan de huidige Europese vorstenhuizen.

Het wapen is gevierendeeld, waarbij linksboven en rechtsonder het wapen Bentinck is te zien: een zilveren ankerkruis op een blauw veld. Rechtsboven en linksonder is het Van Aldenburg wapen te zien, opnieuw gevierendeeld met in blauw een steigerend zilveren paard en in zilver drie rode rozen. Onder het wapen de wapenspreuk CRAIGNEZ HONTE (vrees schande).

Afb. 2. Een 19e eeuws houten wapenschild van de jonkheren Schuurbeque Boeye. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Peerdeman/www.veilinghuispeerdeman.nl

Schuurbeque Boeye
De familie Schuurbeque Boeye is een oude Zeeuwse familie, waarvan de stamvader, Jan Boye(nzoon) in de 15e eeuw in Zierikzee leefde. De familie bracht vele bestuurders voort. In 1746 trad mr. Jan Boeye, onder meer burgemeester van Zierikzee, in het huwelijk met Anna Schuurbeque en hierdoor ontstond de dubbele achternaam. In 1842 werd hun kleinzoon verheven in de Nederlandse adel en zijn nakomelingen leven als jonkheren/jonkvrouwen Schuurbeque Boeye voort.

Het betreft een gesneden en gepolychromeerd houten wapenschild: in zilver een zwart sluitblok met twee boeien, een blauwe golvende dwarsbalk en in rood een zilveren kat, daarboven een helm, het geheel omgeven door acanthusbladeren. Het helmteken (een hertekop) ontbreekt.

Afb. 3. Wapenkaart uit 1695 met alle familiewapens van de vooraanstaande geslachten in het gewest Holland. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Peerdeman/www.veilinghuispeerdeman.nl

Wapenkaart
Deze wapenkaart, een ingekleurde gravure, is afkomstig uit: Stoopendael, B. ‘wapenen der steden en oud-adelyke geslachten in de machtige republyke van Holland en West-Vriesland.’ Haarlem, B.Cleynhens, uit 1695. Hierop staan links- en rechtsboven de wapens van Stadhouder Willem III en echtgenote Mary Stuart en links- en rechtsonder de wapens van Cornelis Tromp ‘Grave van Sylliesburgh’ en ‘Engel Baron de Ruyter’. In het middendeel zijn de familiewapens te zien van alle vooraanstaande geslachten uit de 17e eeuw in het gewest Holland.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt? Kijk dan in de online catalogus van Veilinghuis Peerdeman op https://www.veilinghuispeerdeman.nl/main.php?mode=catalogselect

RKD ontvangt fotoalbums met portretten uit ruim vijftig adellijke families

Afb. 1. Album Groeninx van Zoelen XI, collectie RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.

Onlangs ontving het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis maar liefst veertien negentiende-eeuwse fotoalbums, geschonken door jonkvrouw Anna Katharina Groeninx van Zoelen. Naast foto’s van haar voorouders bevatten de albums ook portretten uit ruim vijftig andere adellijke families.

Albums met cartes-de-visite
Het verzamelen van portretfoto’s werd in de negentiende eeuw een geliefde bezigheid door de ontwikkeling van de zogenaamde carte-de-visite: een kleine portretfoto met een standaardformaat van ongeveer 165 x 105 mm. De kaartjes werden verzameld in speciaal daarvoor ingerichte albums. In de negentiende eeuw een prijzige liefhebberij, dus in eerste instantie voorbehouden aan de hoogste kringen. De veertien albums die het RKD ontving zijn afkomstig van jonkvrouw Agneta Hendrika van de Poll (1857-1933), dame-du-palais en waarnemend grootmeesteres van koningin Wilhelmina, en haar echtgenoot jonkheer mr. Frédéric Willem Eduard Groeninx van Zoelen (1844-1922). Zowel de ouders als de grootouders van dit echtpaar zijn in de albums vertegenwoordigd – voor zover die niet vóór 1860 zijn overleden, want toen bestond de carte-de-visite in Nederland nog niet. De portretten in de albums zijn veelal gemaakt door de vroege Haagse fotografen Robert Severin, Maurits Verveer, Henri Pronk en later De Lavieter & Co.

Afb. 2. Camille Silvy, Portret van Aurelia Elisabeth gravin van Limburg Stirum (1812-1899), Londen, 1860-1868, carte-de-visite, collectie RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.

Hofhouding
De leden van de uitgebreide familie van het echtpaar Groeninx van Zoelen-van de Poll bekleedden belangrijke functies aan het hof, posities die werden doorgegeven aan de volgende generatie. Agneta’s grootmoeder Deutz van Assendelft-Rendorp en haar tante Deutz van Assendelft-van Lennep waren respectievelijk grootmeesteres van koningin Sophie en dame-du-palais van koningin Emma. Frédérics moeder Aurelia Elisabeth gravin van Limburg Stirum was dame-du-palais van koningin Sophie. Op de portretten in de albums is dan ook een groot deel van de hofhouding uit de tweede helft van de negentiende eeuw te zien. De vroegste albums bevatten een ware verzameling van familieleden, kennissen en ‘collega’s’ – wat bij de familie Groeninx van Zoelen gedeeltelijk op hetzelfde neer kwam. Typische mannenalbums met portretten van hoogleraren en medestudenten, of albums ontvangen vanwege maatschappelijke functies, zijn er ongetwijfeld ook geweest, maar ontbreken in deze collectie.

Van prestige naar gezin
Ook vanuit fotohistorisch perspectief zijn de albums interessant. De oudere albums zijn klein en bevatten slechts één foto per pagina. Door de datering en de afgebeelde personen wordt duidelijk dat de kleine albums zijn samengesteld door een eerdere generatie. Pas in de latere albums kreeg het eigen gezin de nadruk. Dat fotograferen in de loop der tijd makkelijker en goedkoper werd, is goed te zien aan de foto’s van na 1880. Werden er voorheen sporadisch kinderfoto’s gemaakt, nu was het geen probleem om een album geheel te vullen met de vier kinderen Groeninx van Zoelen-van de Poll. Een van hen was Reinier Frédéric Otto Groeninx van Zoelen, de grootvader van de schenkster. De enige dochter van het echtpaar kreeg de naam Adolphine Agneta. Zij zou later grootmeesteres van koningin Juliana worden en de albums aan de volgende generatie doorgeven.

Afb. 3. Maurits Verveer, Portret van jonkheer Alfred Montaldo Boreel (1849-1912) (rechts) en een onbekende man, Den Haag, ca. 1870-1877, kabinetfoto, collectie RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.

Collectie van het RKD
Het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis in Den Haag is het mondiale kennis- en documentatiecentrum op het gebied van de beeldende kunsten van de Nederlanden. Al meer dan 85 jaar verzamelt, onderzoekt, beheert en presenteert het instituut kunsthistorische informatie voor musea, universiteiten en publiek. De rijke collectie van het RKD bestaat uit een de kunsthistorische bibliotheek, (beeld)documentatie en bijna 2,5 kilometer aan uniek archiefmateriaal, zoals brieven, dagboeken, foto’s en tekeningen. In de collectie portreticonografie bewaart het RKD vele cartes-de-visite, maar een dergelijke verzameling portretfoto’s uit de kring van het hof, met een herleidbare herkomst, was nog niet aanwezig. Deze schenking vormt dan ook een prachtige aanvulling op de collectie van het RKD. De albums uit familie Groeninx van Zoelen brengen de leden van de negentiende-eeuwse hofhouding in beeld, en kunnen bij het identificeren van andere adellijke portretten een belangrijke rol spelen. Het is in de toekomst voor iedereen mogelijk om digitaal door deze prachtige albums te bladeren. Kijk voor meer informatie op http://www.rkd.nl

Jorden van Foreest: winnaar Tata Steel-schaaktoernooi

Afb. Jorden van Foreest, screenshot met dank aan de NOS.

Jonkheer Jorden van Foreest (21 jaar) won gisteren in Wijk aan Zee de 83ste editie van het Tata Steel-schaaktoernooi. Kenners zien in deze zege een doorbraak naar de wereldtop.

In de familie van Jorden van Foreest komt meer schaaktalent voor: niet alleen zijn zusje en vier broers schaken, maar ook zijn overgrootvader jonkheer Arnold Engelinus van Foreest (1863-1954) en diens broer jonkheer Dirk van Foreest (1862-1956) waren grote schaaktalenten; beiden waren drie keer Nederlands kampioen.

Link naar het bericht over zijn overwinning op de site van de NOS met een filmpje, waarin Jorden van Foreest geïnterviewd wordt: https://nos.nl/artikel/2366818-van-foreest-stunt-bij-tata-schaaktoernooi-eerste-nederlandse-winnaar-sinds-1985.html

Boekennieuws: Vier seizoenen in Damascus, door Fernande van Tets

In maart 2018, als de oorlog in Syrië zijn achtste jaar ingaat, verhuist Fernande van Tets naar Damascus. Terwijl om haar heen het Syrische leger de laatste opstandige gebieden door middel van uithongering en bombardementen tot overgave dwingt, leeft zij als communicatiemedewerker voor de Verenigde Naties in de weelde van het Four Seasons Hotel, met de geheime dienst in de lobby. Tijdens het zogeheten ‘jaar van de overwinning’ ziet ze wat die overwinning gekost heeft: een land in puin en een bevolking op drift. Ze praat met Syriërs over hoe zij de toekomst zien – van de angst om te verdwijnen in een Syrische gevangenis tot het vinden van een geschikte partner nu zoveel mensen dood of gevlucht zijn. Syrië stuurt aan op de terugkeer van vluchtelingen uit het buitenland, en ook in Nederland vinden we dat het tijd is voor de Syriërs om naar huis te gaan. Maar wat is er voor hen nog om naar terug te keren? Fernande van Tets schetst een indrukwekkend en huiveringwekkend beeld van een land waar het leven niet vanzelfsprekend is.

Jonkvrouwe Fernande van Tets (1985) heeft Arabisch en politicologie gestudeerd. In 2011 verhuisde zij naar Beiroet. Zij heeft als freelancejournalist voor onder meer Trouw, De Groene Amsterdammer, The Independent en de televisiezender France 24 gewerkt. In de jaren 2018-2019 werkte zij als communicatiemedewerker voor UNRWA, de hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen van de VNi n Damascus.

Link naar bestelmogelijkheid https://www.thomasrap.nl/boek/vier-seizoenen-in-damascus/

Kijk hieronder de boekpresentatie terug met een interview met de auteur:

 

TV tip: De strijd om het Binnenhof, over Rutger Jan Schimmelpenninck

Afb. Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825), op een portret als gezant van de Bataafse Republiek te Parijs (1798-1802, 1803-05), met zijn vrouw Catharina Nahuys (1770-1844) en zijn kinderen Catharina (1790-1842) en Gerrit (1794-1863). Dochter Catharina zou later in het huwelijk treden met Salomon baron Dedel (1775-1846). Zoon Gerrit werd in 1834 verheven in de Nederlandse adel en hem werd de titel graaf verleend. Uit het tweede huwelijk van zoon Gerrit met Jeannette Philippine Frederique Caroline Constantine von Knobelsdorff (1796-1852) komen de huidige graven en jonkheren Schimmelpenninck voort. Portret door Pierre Prud’hon, 1801 – 1802, coll. Rijksmuseum Amsterdam.

Mr. Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825), stamvader van de graven en jonkheren Schimmelpenninck, groeide op in Deventer waar zijn vader wijnkoper was. Hij had in de Franse tijd een stormachtige carrière en bracht het in de jaren 1805-1806 tot raadspensionaris van Nederland, waarmee hij grote invloed kreeg. In 1799 kocht hij voor 36.000 gulden de havezate Nijenhuis. Het huis en het omringende 200 ha. grote landgoed zijn nog steeds in het bezit van zijn familie en het huis wordt bewoond door zijn nazaten, de graven Schimmelpenninck.

Vanavond is op NPO 2 tussen 22.20-23.15 uur De strijd om het Binnenhof te zien, waarin dit keer Rutger Jan Schimmelpenninck en echtgenote Catharina Nahuys de hoofdpersonen zijn.

Link naar meer informatie over deze uitzending: https://www.tvgids.nl/tv/de-strijd-om-het-binnenhof/102652511

Link naar een interview (PREMIUM artikel) met nazaat Albert graaf Schimmelpenninck over zijn voorvader Rutger Jan Schimmelpenninck n.a.v. deze uitzending: https://www.tubantia.nl/hof-van-twente/in-diepenheim-leeft-de-geest-van-bijna-president-rutger-jan-schimmelpenninck-voort~a6b40b34/

Boekennieuws: Sporen van Six in Lisse

Afb. Op de voorkant het portret van (waarsch.) Pieter Six (1655-1703) door Caspar Netscher uit 1677.

De voetafdruk van een Amsterdamse familie op een dorpsgemeenschap in de jaren 1640-1763.

De Nederlandse familie Six behoorde eeuwenlang tot de elite van de maatschappij en vanaf 1815 werden verschillende leden in de Nederlandse adel opgenomen als jonkheer of baron bij eerstgeboorte. Over de verschillende generaties Jan Six is veel geschreven. Over de drie generaties Pieter Six is weinig bekend. Wie waren zij en welke sporen hebben zij achtergelaten in Lisse? Ze maakten deel uit van de vroedschap van Amsterdam, werden advocaat, burgemeester en bewindhebber van de VOC. Dankzij erfenissen zat Pieter Six I goed in de slappe was. Hij bleek in 1674 rijker te zijn dan zijn broer Jan. De generaties Pieter Six hadden vanaf 1640 een hofstede met landerijen in Lisse. Dat verrijkten zij in 1662 met de aankoop van het Keukenduin. Ze groeven het duin af, het zand werd met duizenden schepen afgevoerd door de zandsloot.

Pieter Six II was een fervent kunstverzamelaar, zijn huis aan de Herengracht in Amsterdam leek wel een museum. Ook in de hofstede in Lisse hingen veel schilderijen waaronder het bekende portret van Jan Six I door Rembrandt uit 1654. Het boek Sporen van Six in Lisse laat zien dat de band met het dorp steeds hechter werd. Pieter Six III liet in zijn testament een legaat na aan de Diaconie van Lisse om er een hofje mee te stichten. Hij overleed in 1755, zijn echtgenote Geertruida van der Lijn in 1763, kinderloos. Het einde van een tijdperk.

Link naar bestelmogelijkheid via Uitgeverij Verloren https://verloren.nl/boeken/regio-s-en-steden/holland_2/sporen-van-six-in-lisse

Bevrijding Auschwitz: de familie Lopes Suasso

Afb. Jonkheer Francisco Ephraïm Lopes Suasso (1864-1944), de laatste mannelijke telg van het adellijke geslacht Lopes Suasso. Foto met dank aan www.joodsmonument.nl.

Zesenzeventig jaar geleden werd op 27 januari het vernietigingskamp Auschwitz bevrijd. Op deze datum wordt maandag herdacht dat zes miljoen Joden vermoord werden.

Onder deze zes miljoen namen ook drie leden en drie aangehuwde leden van de adellijke familie Lopes Suasso. Het geslacht Lopes Suasso gaat terug tot in de 16e eeuw in Spanje. In 1676 werd een voorvader door Koning Karel II van Spanje verheven tot Baron van Avernas le Gras. In de 17e eeuw vestigde de familie zich in Nederland en behoorde hier tot de Portugees-Joodse gemeente.

De familie maakte fortuin als handelaren en bankiers en financierde de politiek van Stadhouder Willem III die leidde tot de ‘Glorious Revolution’ in Engeland en de koningskroon voor Willem III. In de jaren 1818, 1821 en 1831 werden drie leden in de Nederlandse adel erkend met het predikaat van jonkheer.

In de Tweede Wereldoorlog kwamen de volgende familieleden om in de concentratiekampen:

Jonkheer Francisco Ephraïm Lopes Suasso, geboren Amsterdam 31 oktober 1864, overleden concentratiekamp Auschwitz omstr. 21 mei 1944, 79 jaar, weduwnaar van Estella Lopes Suasso née Henriques de Castro (1861-1941). Hij was de laatste mannelijke nakomeling van de familie Lopes Suasso.

Jonkheer David Gabriël Leonard Lopes Suasso, geboren ’s-Gravenhage 25 april 1891, overleden concentratiekamp Auschwitz omstreeks 26 februari 1943, 51 jaar (zoon van voorgaande).

Anna Bosch née jonkvrouwe Lopes Suasso, geboren Hannover 30 januari 1867, overleden Theresienstadt 24 mei 1944, 76 jaar, weduwe van François Gustaaf Thierry Bosch (1856-1940) (zusje van jonkheer Francisco Ephraïm).

Mozes Spier, geboren Kalkar 10 september 1864, overleden concentratiekamp Sobibor 30 april 1943, 78 jaar, gescheiden echtgenoot van jonkvrouwe Rachel Lopes Suasso (1863-1912).

Rachel Anna Mendes da Costa, geboren Amsterdam 30 maart 1892, overleden concentratiekamp Sobibor 16 april 1943, 51 jaar, douairière jonkheer Mozes Lopes Suasso (1880-1931), zij hertrouwde in 1933 Albert Cohn, geboren Magdeburg 11 juli 1871, overleden concentratiekamp Auschwitz 6 september 1944, 73 jaar.

Bénoit Franco Mendes, geboren Amsterdam 18 maart 1869, overleden concentratiekamp Auschwitz 20 oktober 1944, weduwnaar van Esther Franco Mendes née jonkvrouwe Lopes Suasso (1881-1931), 75 jaar.

In het komende themanummer ‘Oorlog & Vrede’ van het digitale magazine van de stichting Adel in Nederland, dat de donateurs vier keer per jaar per mail toegestuurd krijgen, zal het tragische verhaal van de familie Lopes Suasso te lezen zijn. Benieuwd naar dit verhaal? Word dan voor 17,50 euro per jaar donateur. Mail voor meer informatie naar info@adelinnederland.nl.

Veilingnieuws: het verhaal bij het portret van Cornelis Gerritsz. de Lange

Afb. Portret van een koopman uit de 17e eeuw.

Op maandag 25 januari loopt er een online veiling af bij Veilinghuis Korendijk, dat een dependance is van het Zeeuws Veilinghuis in Middelburg. Eén van de aangeboden kavels is dit portret. Lees het verhaal hierbij hieronder of kijk in de catalogus voor wat er verder geveild wordt op https://korendijk.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

RECTIFICATIE:
Dankzij een attente en zeer gewaardeerde tip werden wij er attent op gemaakt dat het afgebeelde portret niet Cornelis Gerritsz. de Lange kan betreffen. De schilder heeft wel de houding en de achtergrond (de traanrokerij ‘Het Platten’) overgenomen van het oorspronkelijke portret door Lucas van de Kaey uit 1664, maar het gezicht is teveel afwijkend. In de catalogus van Veilinghuis Korendijk staat het daarom nu omschreven als ‘Portret van een koopman uit de 17e eeuw’. Intrigerende vraag hierbij blijft wel, wat de schilder of de opdrachtgever heeft bewogen een kopie te (laten) maken met een afwijkend gezicht, terwijl op de zuil wel vermeld staat ‘Cornelis de Lange AETATIS 75’.

Afb. 2. Het originele portret: Cornelis Gerritsz. de Lange, portret door Lucas van de Kaey 1664. Foto RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.

Cornelis Gerritsz. de Lange werd geboren omstreeks 1589 en overleed in Jisp op 28 december 1664. Hij was eigenaar van de (walvis)traankokerij ‘Het Platten’ in Jisp. Jisp maakte in de 16e en 17e eeuw een grote bloei door, mede dankzij de walvisvaart. De familie De Lange was zeer prominent in Jisp en hield zich niet alleen bezig met de walvisvaart, maar was ook actief als traankoker, olieslager, koopman en bestuurder. Cornelis de Lange was commandeur-eigenaar walvisvaarder en burgemeester van Jisp. Mogelijk had zijn achternaam De Lange een verband met zijn rijzige gestalte.

Zijn achterkleindochter Anna Adriaans de Lange (1714-1753) trad in 1734 in het huwelijk met Pieter Pergerrits (1707-1757), die koopman in obligaties, brouwer, jeneverstoker en schepen van Purmerend was. Hij werd verbannen uit Holland en Westfriesland, nadat hij obligaties vervalst had en vluchtte naar Denemarken. Zijn vrouw en kinderen liet hij achter en deze kinderen namen daarop de familienaam van hun moeder over. De huidige jonkheren De Lange zijn nakomelingen van dit echtpaar.

Pieter Pergerrits kwam in Denemarken tot aanzien, werd zeepfabrikant en kocht het landgoed Buderupholm. In 1752 werd hij door Koning Frederik V van Denemarken in de Deense adelstand verheven met de familienaam De Lange van Bergen. Op basis van deze adelsverheffing werden nakomelingen van hem in de jaren 1996-1998 ingelijfd in de Nederlandse adel.

Informatie op het kopieportret:
Op het portret staat een man afgebeeld met een brief in zijn hand met daarop de tekst  ‘Volherdt staegh volmaeckt slaegh anno 1654’ en op de zuil ‘Cornelis de Lange AETATIS 75’. Op de achtergrond is de traankokerij ‘Het Platten’ te zien.

Het portret meet 116-99 cm en is een vrije kopie naar het portret door Lucas van de Kaey uit 1664 van Pieter Gerritsz. de Lange. Het wordt getaxeerd op 600-800 euro.

Kijk in de online catalogus voor wat verder geveild wordt op https://korendijk.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog