De adelskwestie Changuion

Afb. Het familiewapen Changuion.

Het laatste nummer van ‘De Nederlandsche Leeuw’ van juni 2019 bevat een belangrijk artikel van de hand van mr. C.P. Briët over de uit Frankrijk afkomstige familie Changuion.

François Daniël Changuion (1766-1850) was onder meer secretaris van het provisioneel bewind (het driemanschap onder leiding van Gijsbert Karel van Hogendorp) in 1813, en later gezant naar de V.S. Hij werd in 1815 wegens zijn verdiensten bij de totstandkoming van het Koninkrijk verheven in de Nederlandse adel. Maar in 1823 werd hij bij verstek veroordeeld wegens valsheid in geschrifte, waarna hij niet meer tot de Nederlandse adel werd gerekend. Een officieel besluit tot verval van adeldom is er nooit geweest, maar hij werd niet meer vermeld op de eerste adelslijst van 1825. Zijn kinderen, voor zover geboren voor het vonnis van 1823, stonden wel op die lijst en behielden hun adeldom.

Ten gevolge van een misverstand is vanaf 1912 in de literatuur aangenomen dat zijn kleinkinderen ook niet tot de Nederlandse adel behoorden, omdat deze geboren waren na 1823. Briët toont evenwel aan de hand van documenten haarfijn aan, dat deze kleinkinderen en verdere nakomelingen nog wel degelijk tot de Nederlandse adel behoren. Een kleinzoon, jhr. Louis Anne Changuion (1840-1910) is de stamvader van een talrijk nageslacht in Zuid-Afrika, dat tot de Nederlandse adel behoort.

Meer weten over de Nederlandsche Leeuw? Kijk dan op https://www.knggw.nl/

Tweede Pinksterdag Dag van het Kasteel 2019: Gelderse kastelen

Dag van het Kasteel 2016 Gelderland
Afb. De zeven opengestelde buitenplaatsen en kastelen van Geldersch Landschap & Kasteelen, foto’s met dank aan www.glk.nl

Tweede Pinksterdag is de Dag van het Kasteel en in heel Nederland zijn kastelen en buitenplaatsen opengesteld. Ook in Gelderland zijn er op deze dag meerdere kastelen te bezichtigen, waarbij het thema internationale en koloniale banden de leidraad zal zijn. Geldersch Landschap & Kasteelen (www.glk.nl) beheert meer dan 150 natuurgebieden, landgoederen en meerdere kastelen, die vandaag te bezichtigen zijn en die een mooi beeld bieden van adellijke representatie door de eeuwen heen.

Benieuwd naar opengestelde buitenplaatsen en kastelen bij u in de buurt? Het NKS Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaatsen, de initiatiefnemer van de Dag van het Kasteel, heeft een website, waarop te zien is welke kastelen en buitenplaatsen vandaag bij u in de buurt zijn opengesteld. Kijk voor meer informatie op www.dagvanhetkasteel.nl

Tentoonstelling ‘Deftige Dieren’ op kasteel Amerongen geopend

Afb. 1. De zevenjarige Maria Frederica des H.R. Rijksgravin van Reede op haar portret naar Jean-Etienne Liotard, waarop zij met Markiesje, haar hondje te zien is. Het portret is, naast vele andere familieportretten met huisdieren, te zien op deze unieke tentoonstelling.

Donderdag vond op kasteel Amerongen de feestelijke opening plaats van de tentoonstelling ‘Deftige Dieren’, een tentoonstelling rondom de adellijke omgang met dieren op Kasteel Amerongen vanaf de Gouden Eeuw. Op het zonovergoten voorplein zaten de genodigden tegenover een catwalk, die een belangrijke rol bij de opening zou spelen.

Eerst was er het welkomstwoord van Herman Sietsma, directeur van de Stichting Kasteel Amerongen. Hij vond het thema dieren bij uitstek passen bij de huidige ontwikkelingen in de maatschappij, waarbij dieren steeds meer aanwezig zijn, tot aan de oprichting van een poltieke partij aan toe. Hij noemde Elisabeth von Ilsemann née gravin van Aldenburg Bentinck als voorbeeld op kasteel Amerongen van een uitgesproken dierenliefhebber, waarvan de inspanningen voor dieren nog steeds zichtbaar zijn in Amerongen.

Afb. 2. V.l.n.r. Alain de Brauwere, Elsabé von Ilsemann en Godard von Ilsemann, nazaten van de Van Aldenburg Bentincks, ontvangen uit handen van Herman Sietsma, directeur van de Stichting Kasteel Amerongen, de eerste exemplaren van het boekje ‘Deftige Dieren. Adellijke omgang met dieren op kasteel Amerongen vanaf de Gouden Eeuw’. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.

Na de verschillende fondsen, waaronder de M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, bedankt te hebben, roemde hij de inzet van de vele vrijwilligers: “Een huis als dit is een sociale gemeenschap, waarin hard wordt gewerkt door vele vrijwilligers om alles in stand te houden“. Hierna overhandigde hij de eerste exemplaren van het boekje ‘Deftige Dieren. Adellijke omgang met dieren op kasteel Amerongen vanaf de Gouden Eeuw’ aan drie nakomelingen van de familie Van Aldenburg Bentinck: Elsabé von Ilsemann, Godard von Ilsemann en Alain de Brauwere.

Afb. 3. De presentator van deze opening was de acteur en cabaretier Joep Onderdelinden, die te paard kwam aanrijden op het voorplein van kasteel Amerongen. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.

Hierna kwam acteur, cabaretier en presentator Joep Onderdelinden op een paard het voorplein opgereden. Op de catwalk presenteerde hij met vijf verschillende hondenrassen het verhaal van vijf bewoners van het kasteel en hun favoriete huisdier. Zo vertelde hij het verhaal over Senta, de teckel van de Duitse Keizer Wilhelm II, die als banneling op kasteel Amerongen woonde. ‘Die treue Senta’ mocht alles “En ze beet zelfs in de keizerlijke enkels van de Keizerin”, aldus Joep. Net zoals de andere honden van de Keizer, die stonken, vlooien verspreidden en de meubels beschadigden, zodat de hofmaarschalk August Graf zu Eulenburg er zijn handen vol aan had om alles weer presentabel te maken voor gasten.

Afb. 3. Joep Onderdelinden poseert met Sophie (links) en Jara (rechts), die de openingshandeling verrichtten door blauwe linten te strikken bij de vijf honden. Op de achtergrond v.l.n.r. mopshondje Robby, markiesje Bibi, hazewindhond Remus, teckel Evert en sint bernard Balou, vergezeld van hun baasjes. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.

De openingshandeling werd verricht door Sophie, nakomelinge van de Van Aldenburg Bentincks, en Jara. Zij waren gekleed als de zevenjarige Maria Frederica des H.R. Rijksgravin van Reede op haar portret naar Jean-Etienne Liotard, waarop zij met Markiesje, haar hondje staat afgebeeld. Door het strikken van een blauw lint met twee parels, net als op het voornoemde portret, bij de vijf honden werd de tentoonstelling geopend.

Ook benieuwd naar de tentoonstelling Deftige Dieren en kasteel Amerongen? Kijk dan op https://www.kasteelamerongen.nl/plan-je-bezoek/rondleidingen-en-zaalgidsenopstelling/themajaar-deftige-dieren.

Op de foto’s hieronder de vijf deelnemende honden, die het verhaal van de kasteelbewoners door de eeuwen heen illustreerden. Foto’s met hartelijke dank aan Hans Hampsink.

In het komende juninummer van het magazine van AiN, dat aan de donateurs per mail wordt toegestuurd, komt een uitgebreid verslag te staan met foto’s van adellijke genodigden die u hier niet op de website ziet. Als u nu voor 17,50 euro per jaar donateur wordt, ontvangt u meteen het maartnummer en binnenkort het juninummer. Later dit jaar volgen dan nog twee uitgaven vol adellijke verhalen, foto’s en genealogisch nieuws. Mail voor meer informatie naar nieuwsbrief@adelinnederland.nl.

Afb. 5. Ook in het kasteel zijn dieren op verschillende manieren aanwezig, zoals hier op tafel als tafelstuk – in het verleden toppunt van goede smaak, maar nu denken we hier inmiddels iets anders over. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.
Afb. 6. Kasteel Amerongen in de namiddagzon, een schatkamer vol eeuwenoude adellijke geschiedenis.

Boekennieuws: Groene parels in Overijssel

Afb. 1. Een doorkijk op de Kranenkamp in Diepenveen met als inzet De Colckhof in Heino.

Ongeveer een tiende deel van Overijssel wordt gevormd door buitenplaatsen en landgoederen; een grote rijkdom die Overijssel ook wel de naam ‘Tuin van Nederland’ heeft gegeven.

In ‘Groene parels in Overijssel. Wandelen door lommerijke landschapsparken’, door Willemieke Ottens, Els van der Laan-Meijer en Karin Bevaart, worden oude kaarten gebruikt om het nieuwe verhaal te vertellen bij deze landschapsparken, waarbij tevens aandacht wordt gegeven aan de landschappelijke situering, de historische ontwikkeling en de ruimtelijke architectonische kwaliteiten van deze parken.

In de inleiding geeft Heimerick Tromp een introductie op de landschapsstijl in Nederland en Overijssel in de 18e eeuw. Hierna wordt het belang van de eigenaren beschreven en wordt er een overzicht gegeven van verschillende tuinarchitecten, die voor Overijssel belangrijk zijn geweest. Vervolgens wordt er uitleg gegeven over de gebruikte kaarten.

Het grootste deel van het boek bestaat uit beschrijvingen van de parken en tuinen op basis van geografische spreiding in zeven regio’s: Zwolle en omgeving, Deventer en Diepenveen, IJsselzone, Vechtstreek, Kop van Overijssel, Salland en Twente. Iedere beschrijving bestaat uit een historisch gedeelte, waarbij veel adellijke eigenaren de revue passeren. Vervolgens worden de tuinen en parken in hun ontwikkeling beschreven. Door de kadastrale kaarten uit 1811 en 1832 te combineren met actuele reliëfkaarten wordt goed zichtbaar wat uit het verleden van de grootse aanleg bewaard is gebleven – maar helaas ook verdwenen.

‘Groene parels in Overijssel’ is een prettig leesbaar boek met zeer goede informatie over buitenplaatsen en landgoederen in Overijssel. Voor wie meer wil weten over hun geschiedenis, vindt achterin een uitgebreide literatuurlijst per beschreven aanleg. In de goede traditie van Waanders Uitgevers uit Zwolle is ook dit boek weer zeer fraai en rijk geïllustreerd. Hierbij nodigen de gecombineerde kaarten niet alleen uit om te kijken en te vergelijken, maar ook om zelf ter plaatse naar al dit moois te gaan kijken.

Link naar meer informatie en bestelmogelijkheid: https://www.waandersdekunst.nl/groene-parels-in-overijssel.html.

Afb. 2. De gecombineerde kadastrale kaart uit 1826 in combinatie met een actuele reliëfkaart van de aanleg van kasteel Twickel. Foto met dank aan Waanders Uitgevers in Zwolle.

Hertogin Maria van Gelre te gast op kasteel Ammersoyen tijdens Pinksterdagen

Afb. 1. Kasteel Ammersoyen werd eeuwenlang bewoond door het bekende adellijke geslacht Van Arkel en was daarna in het bezit van de opeenvolgende Zuidnederlandse geslachten De Lichtervelde, Christyn de Ribaucourt en De Woelmont. Sinds 1957 is het in het bezit van Geldersch Landschap & Kasteelen, die het kasteel zijn oude luister heeft teruggegeven. Foto met hartelijke dank aan Albert Speelman.

Dit jaar is hertogin Maria van Gelre samen met haar hofhouding te gast in kasteel Ammersoyen tijdens het jaarlijks terugkerende Pinksterevenement Ammersoyen Middeleeuws Bewoond. De stichting Het Woud der Verwachting verbeeldt Maria en haar hofhouding met tientallen personages.

Afb. 2. De replica van de houppelande van hertogin Maria van Gelre, vervaardigd door Het Woud der Verwachting, is tijdens Ammersoyen Middeleeuws Bewoond (beide Pinksterdagen) te zien in de Trouwzaal van kasteel Ammersoyen. Foto met hartelijke dank aan Geldersch Landschap & Kasteelen/www.glk.nl.

Maria van Gelre (1380 – na 1427), geboren als in Frankrijk als Marie d’Harcourt in een vooraanstaande adellijke familie, werd hertogin van Gelre in 1405 door haar huwelijk met Reinoud IV, hertog van Gelre en Gulik en graaf van Zutphen. Maria is vooral bekend door het gebedenboek dat ze heeft laten maken. Het wordt wel gezien als een van de belangrijkste kunstschatten uit het laatmiddeleeuws Gelre. Nader onderzoek naar dit gebedenboek door de Radboud Universiteit leidde begin vorig jaar nog tot een tentoonstelling over deze middeleeuwse hertogin in Museum het Valkhof in Nijmegen.

In dit gebedenboek staat Maria zelf afgebeeld in een felblauw gewaad; een houppelande. Het Woud der Verwachting heeft op basis van deze afbeelding een replica gemaakt. Wanneer Maria op Ammersoyen in een stoet paarden arriveert, draagt zij het gewaad dat na haar entree tentoongesteld wordt in de Trouwzaal waar het publiek een kijkje kan nemen.

Over het evenement
Tijdens Ammersoyen Middeleeuws Bewoond is zowel in het kasteel als op het buitenterrein veel te beleven. Het kasteel wordt bewoond door tientallen middeleeuwse figuren uit de hofhouding van Maria van Gelre. Er zijn kinderenspelen, een markt met kramen en ambachten, een valkenier, boogschutters, zwaardvechters en theater. Het gezelschap Datura speelt vrolijke middeleeuwse muziek en er wordt gedanst.

Zondag 9 en maandag 10 juni (1e en 2e Pinksterdag), 11.00 – 17.00 uur
Het gehele programma is te bekijken op www.middeleeuwsammersoyen.nl

Afb. 3. Maria van Gelre afgebeeld in het gebedenboek. (Staatsbibliotheek Berlijn). Foto met hartelijke dank aan Geldersch Landschap & Kasteelen/www.glk.nl.

Buitenplaats Spijkerbosch: stemmen uit het archief

Afb. 1 Buitenplaats Spijkerbosch in Olst, sinds 1914 Van Limburg Stirum bezit.

Op 2e Pinksterdag 10 juni, de Dag van het Kasteel, vindt er op buitenplaats Spijkerbosch in Olst een bijzondere activiteit plaats: acteur, regisseur en cameraman Mike Ho Sam Sooi neemt je in een theatrale performance mee naar een plantage en de mensen die hier in de 19e en 20e eeuw woonden en werkten.

Spijkerbosch is sinds 1914 in het bezit van de familie Van Limburg Stirum, die huis en tuinen in de afgelopen jaren zorgvuldig en smaakvol restaureerden. Het huis is particulier bewoond en normaal niet toegankelijk voor bezoekers, maar voor deze speciale gelegenheid is er de mogelijkheid om een kijkje in het huis te nemen.

Op de zolder bevinden zich dozen vol oude brieven en kasboeken, die door vererving op Spijkerbosch zijn gekomen. Hieruit bleek dat de voorouders van de huidige bewoner, Eef graaf van Limburg Stirum, net als de voorouders van Mike Ho Sam Sooi eigenaar waren van dezelfde plantage. Maar dan in een andere tijd en onder andere omstandigheden.

Na een korte inleiding door de gastheer/vrouw volgt een korte wandeling door het huis en vindt in de eetkamer de theatrale perfomance plaats. Het programma duurt 40 à 50 min. En er zijn opvoeringen om 11.30, 13.30 en 15.30 uur. De entree bedraagt 10 euro en kaarten hiervoor kunnen online gekocht worden. Kijk voor meer informatie en de mogelijkheid kaarten hiervoor te kopen op https://dagvanhetkasteel.nl/buitenplaats-spijkerbosch/

Afb. 2. Zicht op de achterzijde van de historische buitenplaats Spijkerbosch vanuit het omringende landschapspark.

 

Veilingnieuws: de vlinderboeken van baron Van Tuyll van Serooskerken

Afb. 1. Vier boeken uit de jaren 1779-92 met onder meer 351 gegraveerde en met de hand ingekleurde platen, uit het bezit van ds. Carel Frederik Hendrik baron van Tuyll van Serooskerken (1924-2014). Foto’s met hartelijke dank aan het Zeeuws Veilinghuis/www.zeeuwsveilinghuis.eu.

Op 5 en 6 juni vindt er bij het Zeeuws Veilinghuis een grote veiling plaats met Indonesische schilderijen, kunst en antiek. Eén van de kavels betreft vier boeken ‘Papillons d’Europe’ uit 1779-92 van baron Van Tuyll van Serooskerken. Lees hieronder het levensverhaal van deze baron-dominee met een grote liefde voor de natuur én vlinders, of kijk op de website van het Zeeuws Veilinghuis met de online catalogus om te zien wat er verder geveild wordt op www.zeeuwsveilinghuis.eu. Het Zeeuws Veilinghuis biedt ook de mogelijkheid om online mee te bieden!

Carel Frederik Hendrik baron van Tuyll van Serooskerken werd geboren op 17 maart 1924 te Geldrop. Zijn vader, Jan Maximiliaan baron van Tuyll van Serooskerken, heer van Geldrop, was een telg uit een Zeeuws geslacht dat voor het eerst in 1472 vermeld wordt. De stamvader kocht de heerlijkheid Serooskerke op Schouwen en ging de naam daarvan voeren. In de 16e eeuw werd de naam Van Tuyll aangenomen op grond van een vermeende verwantschap met het Betuwse adellijke geslacht van die naam. In 1822 werd een rechtstreekse voorvader opgenomen in de Nederlandse adel met de titel van baron. Zijn moeder, jonkvrouwe Carolina Frederika Henriette Quarles van Ufford, stamde uit een geslacht dat oorspronkelijk uit Norfolk in Engeland stamde en dat teruggaat tot begin 16e eeuw. In de 17e eeuw vestigde de familie zich als kooplieden in Rotterdam en ging in de daarop volgende generaties tot de kleine groep van regentenfamilies behoren. In 1815 werd een voorvader van haar verheven in de Nederlandse adel met het predikaat van jonkheer.

Afb. 2. V.l.n.r. de drie broers van Tuyll van kasteel Geldrop: Hendrik Nicolaas Cornelis (Henk), Carel Frederik Hendrik (Carel) en Jan Maximiliaan (Max) baronnen van Tuyll van Serooskerken. Foto part. coll.

Opgroeien op kasteel Geldrop
Hij groeide als jongste van drie broers in Geldrop op het Huis Kampzicht op tot het gezin in 1933 verhuisde naar kasteel Geldrop. Dit kasteel was door het huwelijk van zijn grootvader Van Tuyll met een erfdochter Hoevenaar in het bezit van de familie gekomen. De familie Hoevenaar was door koop in 1828 eigenaar geworden van Geldrop en door succesvol ondernemerschap, de familie bezat onder meer suikerfabrieken in Ned.-Indië, kon Geldrop in de 19e eeuw grondig verbouwd worden en werd er op grote voet geleefd.

Zijn vader was lid van de gemeenteraad en wethouder van Geldrop en beheerde daarnaast na het overlijden in 1933 van grootmoeder Van Tuyll née Hoevenaar het door hem geërfde kasteel en het uitgebreide bezit in Geldrop. Het geestelijke klimaat waarin hij opgroeide, zou hij later omschrijven als ‘ethisch’ in plaats van confessioneel of vrijzinnig. Belangrijk was wat je voor je naasten kon betekenen en zo deed zijn moeder veel voor de mensen in het dorp. Van zijn moeder kreeg hij ook de grote liefde voor bloemen, vogels en vlinders mee.

Na zijn opleiding voltooid te hebben – hij zat onder meer in Ede op school – vertrok hij in 1949 als tabaksplanter naar Indonesië, omdat hij wilde bijdragen aan de opbouw van het land. Ook wilde hij zendingswerk verrichten, maar de politieke gebeurtenissen zorgde er voor dat hij terugkeerde naar Nederland. Hier ging hij weer bij zijn moeder (zijn vader was voor de oorlog al overleden) op kasteel Geldrop wonen en werd daarna werkzaam voor Natuurmonumenten. Zijn moeder bleef tot aan haar overlijden in 1972 op Geldrop wonen en twee jaar later verkochten hij en zijn broers het kasteel aan de gemeente Geldrop.

Afb. 3. Kasteel Geldrop vanuit het park gezien.

Geestelijke adeldom
Uiteindelijk begon hij aan een studie theologie, een keuze die in zijn familie niet heel gewoon was, ook al had hij wel een oom die leider was van de spirituele Soefi-beweging in Nederland. Na deze studie in 1965 voltooid te hebben, werd hij als Hervormd predikant beroepen in Biggekerke en Meliskerke. Hierdoor keerde hij terug naar zijn Zeeuwse roots. Over zijn adellijke afkomst zei hij eens: “Die hele adel doet mij niet zo veel. Niet dat ik ertegen ben, maar ik zie het als een oud geveltje. Vanuit historisch oogpunt heeft het iets aardigs, maar het is zeker niet iets waarop ik me wil laten voorstaan. Tot m’n verdriet merk ik nog altijd dat je snel een etiket opgeplakt krijgt.” Daarom praatte hij er liever niet over en geestelijke adeldom vond hij veel belangrijker.

Inmiddels was hij in 1956 gehuwd met Josephine Albertha van Schothorst. Zij kwam uit een Veluwse familie die teruggaat tot eind 16e eeuw en die eeuwenlang in Barneveld woonachtig was geweest als landbouwers. In 1812 nam de familie de naam Van Schothorst aan naar de hofstede waarop zij gewoond en gewerkt had. In de laatste generaties waren haar voorouders onderwijzer en directeur van de Rijks HBS en haar vader was Hervormd predikant. Haar grootmoeder van moederszijde was een jonkvrouwe Van Geen. Zij vestigden zich in Maarssen en samen kregen zij drie dochters, maar de tweede dochter (de oudste van een tweeling) overleed helaas een dag na haar geboorte.

Afb. 4. Van rups tot vlinder: iedere pagina zit vol kleurrijke details. Foto met hartelijke dank aan het Zeeuws Veilinghuis/www.zeeuwsveilinghuis.eu.

In 1976 werd hij predikant in de Evangelisch-Lutherse Kerk in Middelburg en Vlissingen. In deze kerk kon hij zich erg vinden door de grotere rol van de liturgie in de eredienst. In datzelfde jaar kochten zij ook de buitenplaats Molenwijk in Oostkapelle, dat niet heel ver lag van Serooskerke, waarvan zijn voorvader vijf eeuwen eerder de heerlijkheidsrechten gekocht had. Het huis dateerde uit 1819 en in de jaren die volgden, restaureerden zij het voorbeeldig. Hij genoot enorm van het huis en het park met de vijverpartij en zei hierover: “Ik ben altijd een buitenman gebleven. Op-en-top. Veel meer dan theoloog. Ik ben eigenlijk helemaal geen theoloog. De dogmatiek zegt mij totaal niets.”

In het huis stichtte hij zijn eigen museum: het Fossielen Museum. Hierin bracht hij zijn grote verzameling onder. Met dit museum had hij een bedoeling: “Wat wij bezoekers willen leren is dat God deze aarde heeft geschapen in een lange tijd en dat wij mensen in staat zijn om dat kolossale, grootse werk binnen een aantal jaren kapotte maken. (…) Ik wijs hen erop hoe kostbaar hun leven is in Gods ogen en dat ze er daarom zuinig op moeten zijn.”

Passie voor vlinders
Nadat hij in 1989 met emeritaat was gegaan en het Hare Majesteit behaagd had om hem te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, had hij voldoende tijd om zich te wijden aan zijn nieuwe passie: het aquarelleren van vlinders. Door de jaren heen had hij deze talloze keren gefotografeerd en nu legde hij ze minutieus vast, want vlinders waren voor hem het mooiste voorbeeld van Gods liefde voor dieren.

Op 5 december 2014 kwam ds. Carel Frederik Hendrik van Tuyll van Serooskerken op negentigjarige leeftijd te overlijden. Uit zijn bezit stamt deze serie van vier boeken, ‘Papillons d’Europe’, door J.J. Ernst in Parijs in de jaren 1779-92 uitgegeven. Het betreft acht delen, in vier boeken, met drie gegraveerde titels waarvan twee in kleur, drie platen met voorwerpen om vlinders te vangen en 351 gegraveerde, met de hand gekleurde platen. De vier boeken worden getaxeerd op 5000-6000 euro. De veilingopbrengst was 5000 euro.

Afb. 5. 351 gegraveerde en met de hand ingekleurde platen brengen honderden vlinders fenomenaal in beeld. Foto met hartelijke dank aan het Zeeuws Veilinghuis/www.zeeuwsveilinghuis.eu.

Jaarverslag Hoge Raad van Adel 2018

Vorige week werd het jaarverslag van de Hoge Raad van Adel gepubliceerd. Naast adviezen voor wapens voor gemeenten, emblemen voor de Krijgsmacht en gemeentevlaggen, is de Raad als adviseur betrokken geweest bij een al langer lopende adelszaak. Het betrof een verzoek voor een geslachtsnaamwijziging en in hoger beroep is hier in februari vorig jaar een positieve uitspraak over gedaan.

Verder heeft de Raad in 2018 zijn goedkeuring uitgesproken over de opvolging in een titel. Bij een aantal Nederlandse adellijke geslachten heeft de ‘Chef de Famille’ een hogere titel dan de overige leden. Deze titel vererft volgens recht van eerstgeboorte. Zo overleed afgelopen jaar Hugo Robert Joan graaf van Zuylen van Nijevelt (1929-2018). De titel van graaf wordt bij deze familie bij recht van eerstgeboorte gevoerd, terwijl de overige leden baron/barones zijn. De oudste zoon is als nieuwe Chef de Famille de 6e opeenvolgende graaf Van Zuylen van Nijevelt.

Ook heeft de Raad geassisteerd bij de opvolging van het Engelse Baronet-predikaat bij de familie Boreel, waardoor jonkheer Stephan Gerard Boreel nu de 14e Baronet is. De familie Boreel is de enige overgebleven familie binnen de Nederlandse adel die dit niet-adellijke, maar wel erfelijke Engelse predikaat mag voeren.

De Raad gaf in 2018 een positief advies voor de benoeming van F.C. baron van Aerssen Beijeren van Voshol tot ridder van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht. Verder werden er verklaringen van toelating tot de Orde van Malta gegeven ten behoeve van R.E.M. barones van Hövell tot Westerflier en Wezeveld en C.C.M. barones van Hövell tot Westerflier en Wezeveld als dames van Eer en Devotie, aan jonkvrouwe N.F.M. van der Does de Willebois als dame van Gratie en Devotie en aan jonkheer J.H.A. van der Does de Willebois als ridder van Gratie en Devotie.

Link naar het hele jaarverslag online met een uitgebreid overzicht van alle werkzaamheden: https://www.hogeraadvanadel.nl/documenten/jaarverslagen/2018/12/31/jaarverslag-hoge-raad-van-adel-2018

Veilingnieuws: het tafelzilver Van Burmania Rengers

Afb. 1. 24 couverts uit de familie Van Burmania Rengers met een gewicht van ca. 3,6 kg. Foto met hartelijke dank aan het Zeeuws Veilinghuis/www.zeeuwsveilinghuis.eu.

Op 5 en 6 juni vindt er bij het Zeeuws Veilinghuis een grote veiling plaats met Indonesische schilderijen, kunst en antiek. Eén van de kavels betreft tafelzilver van de baronnen Van Burmania Rengers. Lees hieronder het verhaal hierbij of kijk op de website van het Zeeuws Veilinghuis met de online catalogus om te zien wat er verder geveild wordt op www.zeeuwsveilinghuis.eu. Het Zeeuws Veilinghuis biedt ook de mogelijkheid om online mee te bieden!

Afb. 2. De letters BR met de baronnenkroon van de familie Van Burmania Rengers. Foto met hartelijke dank aan het Zeeuws Veilinghuis/www.zeeuwsveilinghuis.eu.

Tot de oude adel uit Groningen behoort het geslacht Rengers, waarvan de stamvader in 1353 als burgemeester van Groningen genoemd wordt. Deze familie kent verschillende takken: Rengers, Van Burmania Rengers, Juckema van Burmania Rengers, Van Aylva Rengers, Schratenbach Rengers, Looxma van Welderen Rengers en Van Welderen Rengers. Van deze takken leeft alleen Van Welderen Rengers nu nog voort.

De naamsvarianten ontstonden door huwelijken met erfdochters uit geslachten die op uitsterven stonden. Zo huwde Egbert Rengers, heer van Farmsum, Tuwinga, Oldenhuis en Tammingehuizen (1687-1745) in 1712 Titia Barbara van Burmania (1686-1714), die de erfdochter was van de Camminghaburg en Oosterbroek. Hun enige zoon kreeg de achternaam Van Burmania toegevoegd, zodat de naam Burmania voortgezet zou worden.

De bestekkist bevat twee sets van 12 zilveren couverts. De oudste couverts dateren uit 1719 en zijn gemaakt door de Haagse zilversmid Pieter Kersbergen. Deze zijn gegraveerd met het familiewapen Van Burmania. In 1765 werden de couverts aangevuld bij de zilversmid Servaas van der Gaaff in Den Haag. De eikenhouten bestekkist draagt de naam van Hoeker en Zoon Juweliers in Amsterdam en is eind 19e eeuw gemaakt. Op de buitenzijde is een zilveren plaat bevestigd met de initialen BR met daarboven een baronnenkroon met zeven parels.

Afb. 3. Frederik Constantijn Willem Juckema van Burmania baron Rengers (1839-1928) en Woltera Geertruida gravin van Limburg Stirum (1842-1904). Foto en portret part. coll.

Aangezien Hoeker en Zoon pas vanaf 1883 onder deze naam bestonden, lijkt de meest aangewezen persoon in de stamboom als opdrachtgever voor de bestekkist (en daarmee eigenaar van dit tafelzilver op dat moment) Frederik Constantijn Willem Juckema van Burmania baron Rengers (1839-1928) te zijn. Hij kreeg bij Koninklijk Besluit in 1870 toestemming om zijn familienaam Rengers te wijzigen in Juckema van Burmania Rengers.

Hij bereikte de rang van generaal-majoor tit. en was bevelhebber van de Rij- en Hoefsmidschool in Amersfoort. Zijn eerste echtgenote was Woltera Geertruida gravin van Limburg Stirum (1842-1904) en na haar overlijden huwde hij Digna Johanna Fransen van de Putte (1852-1923). Hun enige zoon bekleedde verschillende functies aan het Hof als kamerheer, hofmaarschalk en grootmeester. Met het overlijden van de dochter van de laatstgenoemde in 1952 stierf de naam Juckema van Burmania Rengers uit.

Het totale gewicht van de 24 couverts is ca. 3,6 kg en het wordt getaxeerd op 2000-3000 euro. De veilingopbrengst was 3000 euro.

Afb. 4. Tafelzilver uit 1719 met het familiewapen Van Burmania. Foto met hartelijke dank aan het Zeeuws Veilinghuis/www.zeeuwsveilinghuis.eu.