Schenking van jonkheer Van Kretschmar aan het Mauritshuis: portret Van Kretschmar

Jean-Baptiste Perronneau | Portret van Jacob van Kretschmar (1721-1792), 1754 | Pastel en crayon op papier, 60 x 45 cm | Mauritshuis, Den Haag | Schenking van jonkheer F.G.L.O. van Kretschmar, 2018

Op 14 januari 2019 overleed in Aldeburgh (UK) 99-jarige leeftijd jonkheer Frederik Gerhard Lodewijk Oswald (‘Frits’) van Kretschmar van Veen. Hij was oud-directeur van het Iconografisch Bureau te ’s-Gravenhage, dat tegenwoordig deel uitmaakt van Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Chef de Famille en Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Als kind raakte hij geïnteresseerd in portretten door de vele familieportretten die bij zijn grootouders in huis hingen, ook al werd hier eigenlijk niet over gepraat. Door eigen onderzoek ontdekte hij toen al dat vele identificaties niet klopten en dat echtparen, die keurig naast elkaar hingen, zich soms eigenlijk incestueus tot elkaar verhielden: moeders hingen naast zoons en zusters waren ineens gehuwd met hun broers.

Het Mauritshuis ontving vorig jaar een genereuze schenking van jonkheer Van Kretschmar: een fraai pastelportret uit 1754, gemaakt door de Franse kunstenaar Jean-Baptiste Perronneau (c. 1715-1783). Het portret toont de Hagenaar Jacob van Kretschmar, een voorouder van de schenker. De pastel bleef altijd in familiebezit en is een zeer fraai voorbeeld van het werk van Perronneau. Vanwege hun lichtgevoeligheid mogen pastels niet permanent worden getoond, maar deze aanwinst is nu voor voor enkele maanden te zien in zaal 13 van het Mauritshuis.

Emilie Gordenker, directeur Mauritshuis: “We zijn jonkheer Van Kretschmar erg dankbaar. Het Mauritshuis bezit een weliswaar kleine, maar mooie verzameling achttiende-eeuwse kunst. De aanwinst versterkt deze groep schilderijen en pastels, waardoor we een nieuw facet kunnen laten zien.”

Van Kretschmar was van grote waarde voor het Iconografisch Bureau. Hij zorgde er voor dat de instelling zich niet alleen toelegde op het bijeenbrengen van documentatie over Nederlandse portretten, maar zich ook richtte op de wetenschappelijke bestudering daarvan. Hij leverde daar zelf een grote bijdrage aan door zijn publicaties over de Nederlandse portretkunst – verschenen over een periode van tientallen jaren – en door het inventariseren van particuliere, veelal adellijke verzamelingen familieportretten. Zijn grote inzet en warme belangstelling voor het Nederlands cultureel erfgoed werden gewaardeerd: Van Kretschmar ontving bij zijn afscheid als directeur in 1984 de zilveren museummedaille.