
Op het sfeervolle kerkhof bij de Dorpskerk van Wassenaar staat tegen de zijkant van de kerk een fraai grafmonument, waaronder zich een grafkelder bevindt van de familie Van Wassenaer Obdam. Hier het bijzondere verhaal waarom deze grafkelder leeg is.
Sophie Wilhelmine des H.R. Rijksgravin van Wassenaer Obdam née barones van Heeckeren van Kell (1772-1847) was een dochter van Jacob Derk Carel van Heeckeren, heer van Ruurlo, Lichtenberg, Engelenburg en Kell, en Johanna Juliana van Wassenaer. Zij was 35 jaar oud toen zij in 1808 in het huwelijk trad met de 38-jarige Jacob Unico Wilhelm des H.R. Rijksgraaf van Wassenaer Obdam, baanderheer van Wassenaar en Zuidwijk, vrijheer van Lage, heer van Twickel, Obdam, Spierdijk, Wognum, Hensbroek, Kernheim, Weldam en Olidam (1769-1812). Hij was reeds twee keer eerder gehuwd geweest met eerst Adriana Margaretha Clifford (1772-1797) en vervolgens Margaretha Helena Alewijn (1776-1802). Uit dit tweede huwelijk werd een dochter geboren: Maria Cornelia gravin van Wassenaer (1799-1850).
Het derde huwelijk kwam ongetwijfeld mede voort uit de wens om een zoon te krijgen en om zo de tak Obdam van het geslacht Van Wassenaer te kunnen voortzetten, Vier jaar later kwam Jacob Unico Wilhelm echter te overlijden, waarmee deze tak in de mannelijke lijn uitgestorven was.
De douairière gravin Sophie Wilhelmine kreeg vervolgens de zorg voor haar 12-jarige stiefdochter, die een begeerde erfdochter was vanwege haar grote fortuin. In 1826 werd zij grootmeesteres van Koningin Wilhelmina van Pruisen, echtgenote van Koning Willem I, en Prinses Marianne. Enkele jaren later werd zij grootmeesteres van Koningin Anna Paulowna. In 1831 werd er een geschikte huwelijkspartner gevonden voor haar stiefdochter, die inmiddels tweeëndertig jaar oud was. Het werd haar neef, de 21-jarige mr. Jacob Dirk Carel baron van Heeckeren (1809-1875), waardoor het Van Wassenaer Obdam fortuin uiteindelijk zou vererven op de Van Heeckerens.

In 1847 kwam Sophie Wilhelmine op 74-jarige leeftijd te overlijden: ‘Heden overleed alhier de Hoog Geborene Vrouwe Douairière Gravinne van WASSENAER, Geboren Baronesse van HEECKEREN van KELL, Groot-Meesteresse van H.M. de Koningin. ’s Gravenhage , 1 Januarij 1847’. Inmiddels was het verbod op begraven in kerken ingegaan en Sophie Wilhelmine kon daarom niet bijgezet worden bij haar echtgenoot in de grafkelder Van Wassenaer Obdam in de Grote of Sint-Jacobskerk in Den Haag.
Er werd naast de dorpskerk van Wassenaar een nieuwe grafkelder aangelegd met daarop staande tegen de zijmuur van de kerk een imposant, tempelvormig grafmonument, bekroond met een timpaan met daarop afgebeeld een slang, die symbool staat voor leven en dood. Deze bijt zichzelf in de staart en dat symboliseert de vergankelijkheid in de oneindige kringloop van het leven. Links en rechts staan twee urnen afgebeeld, die symbool staan voor rouw. Het hart van het monument wordt gevormd door een wit marmeren stèle met daarop het familiewapen Van Wassenaer Obdam met daaronder de familiespreuk MUTANDO NON MUTOR – alles verandert, maar door mee te veranderen, blijf ik dezelfde.
Op de zerk die de grafkelder afdekt, is een tekst aangebracht, waarin de gravin douairière wordt herinnerd als EEN VROUW DIE RYK VAN CHRISTEN DEUGD was en DER ARMEN TOEVLUGT WAS IN NOODEN. Zij was, vanwege haar schenkingen, DER WEDUWEN TROOST en DER WEEZEN VREUGD. Daarna richt het opschrift zicht rechtstreeks tot de bezoekers van dit graf: VRAAGD GY DIE DIT GESCHRIFT ZULT LEZEN/OP DEZEN ZERKSTEEN WANDELAAR/WIE MAG DIE EEDLE VROUWE TOCH WEZEN/ZY WAS GRAVIN VAN WASSENAAR.

In 1850 werd in deze grafkelder haar stiefdochter Maria Cornelia gravin van Wassenaer bijgezet en aan haar werd het volgende grafschrift opgedragen:
Op de Hoogwelgebooren Mevrouw van
Heeckeren Wassenaer
De laatste telg der Wassenaers
Rust onder deze Zerk
Eert haar gedacht’nis wandelaars!
Want weldoen was haar werk
Geen rijkdom, glans of eer verblindde
Het oog der eedle Vooren
Aan den deugd die zij beminde
Bleef steeds haart hart gebooren
Haar naam zal daarom blijven leven
Bij het laatste nageslacht
Haar vorm op aller tongen zweven
Zoo lang men vroomheid acht.
Overigens was zij niet de laatste Van Wassenaer, maar de laatste van de tak Van Wassenaer Obdam en de familie Van Wassenaer leeft nu nog steeds voort.
Eigenlijk zou de weduwnaar mr. Jacob Dirk Carel baron van Heeckeren in deze grafkelder ook zijn rustplaats hebben moeten vinden, maar hij hertrouwde in 1852 Isabelle Antoinette barones Sloet van Toutenburg (1823-1872) en kreeg met haar drie kinderen. Om ruimte te bieden voor latere generaties werd er een aantal meters verderop voor de oude grafkelder een nieuwe grafkelder gesticht en de stoffelijke resten van Sophie Wilhelmine en Maria Cornelia werden hierin opnieuw bijgezet. En zo bleef tegen de zijkant van de Dorpskerk in Wassenaar een leeg graf achter met een imposant grafmonument, dat herinnert aan een ‘eedle vrouwe’, die een weldoenster was voor weduwen en wezen.
