Een leeg graf in Wassenaar – het graf Van Wassenaer Obdam

Afb. 1. Het Van Wassenaer Obdam graf naast de Dorpskerk in Wassenaar: een leeg graf.

Op het sfeervolle kerkhof bij de Dorpskerk van Wassenaar staat tegen de zijkant van de kerk een fraai grafmonument, waaronder zich een grafkelder bevindt van de familie Van Wassenaer Obdam. Hier het bijzondere verhaal waarom deze grafkelder leeg is.

Sophie Wilhelmine des H.R. Rijksgravin van Wassenaer Obdam née barones van Heeckeren van Kell (1772-1847) was een dochter van Jacob Derk Carel van Heeckeren, heer van Ruurlo, Lichtenberg, Engelenburg en Kell, en Johanna Juliana van Wassenaer. Zij was 35 jaar oud toen zij in 1808 in het huwelijk trad met de 38-jarige Jacob Unico Wilhelm des H.R. Rijksgraaf van Wassenaer Obdam, baanderheer van Wassenaar en Zuidwijk, vrijheer van Lage, heer van Twickel, Obdam, Spierdijk, Wognum, Hensbroek, Kernheim, Weldam en Olidam (1769-1812). Hij was reeds twee keer eerder gehuwd geweest met eerst Adriana Margaretha Clifford (1772-1797) en vervolgens Margaretha Helena Alewijn (1776-1802). Uit dit tweede huwelijk werd een dochter geboren: Maria Cornelia gravin van Wassenaer (1799-1850).

Het derde huwelijk kwam ongetwijfeld mede voort uit de wens om een zoon te krijgen en om zo de tak Obdam van het geslacht Van Wassenaer te kunnen voortzetten, Vier jaar later kwam Jacob Unico Wilhelm echter te overlijden, waarmee deze tak in de mannelijke lijn uitgestorven was.

De douairière gravin Sophie Wilhelmine kreeg vervolgens de zorg voor haar 12-jarige stiefdochter, die een begeerde erfdochter was vanwege haar grote fortuin. In 1826 werd zij grootmeesteres van Koningin Wilhelmina van Pruisen, echtgenote van Koning Willem I, en Prinses Marianne. Enkele jaren later werd zij grootmeesteres van Koningin Anna Paulowna. In 1831 werd er een geschikte huwelijkspartner gevonden voor haar stiefdochter, die inmiddels tweeëndertig jaar oud was. Het werd haar neef, de 21-jarige mr. Jacob Dirk Carel baron van Heeckeren (1809-1875), waardoor het Van Wassenaer Obdam fortuin uiteindelijk zou vererven op de Van Heeckerens.

Afb. 2. Sophie Wilhelmine des H.R. Rijksgravin van Wassenaer Obdam née barones van Heeckeren van Kell (1772-1847), coll. J. Töpfer.

In 1847 kwam Sophie Wilhelmine op 74-jarige leeftijd te overlijden: ‘Heden overleed alhier de Hoog Geborene Vrouwe Douairière Gravinne van WASSENAER, Geboren Baronesse van HEECKEREN van KELL, Groot-Meesteresse van H.M. de Koningin. ’s Gravenhage , 1 Januarij 1847’. Inmiddels was het verbod op begraven in kerken ingegaan en Sophie Wilhelmine kon daarom niet bijgezet worden bij haar echtgenoot in de grafkelder Van Wassenaer Obdam in de Grote of Sint-Jacobskerk in Den Haag.

Er werd naast de dorpskerk van Wassenaar een nieuwe grafkelder aangelegd met daarop staande tegen de zijmuur van de kerk een imposant, tempelvormig grafmonument, bekroond met een timpaan met daarop afgebeeld een slang, die symbool staat voor leven en dood. Deze bijt zichzelf in de staart en dat symboliseert de vergankelijkheid in de oneindige kringloop van het leven. Links en rechts staan twee urnen afgebeeld, die symbool staan voor rouw. Het hart van het monument wordt gevormd door een wit marmeren stèle met daarop het familiewapen Van Wassenaer Obdam met daaronder de familiespreuk MUTANDO NON MUTOR – alles verandert, maar door mee te veranderen, blijf ik dezelfde.

Op de zerk die de grafkelder afdekt, is een tekst aangebracht, waarin de gravin douairière wordt herinnerd als EEN VROUW DIE RYK VAN CHRISTEN DEUGD was en DER ARMEN TOEVLUGT WAS IN NOODEN. Zij was, vanwege haar schenkingen, DER WEDUWEN TROOST en DER WEEZEN VREUGD. Daarna richt het opschrift zicht rechtstreeks tot de bezoekers van dit graf: VRAAGD GY DIE DIT GESCHRIFT ZULT LEZEN/OP DEZEN ZERKSTEEN WANDELAAR/WIE MAG DIE EEDLE VROUWE TOCH WEZEN/ZY WAS GRAVIN VAN WASSENAAR.

Afb. 3. Maria Cornelia gravin van Wassenaer (1799-1850), de laatste Van Wassenaer Obdam, op haar portret door J.B. van der Hulst in de collectie van kasteel Twickel.

In 1850 werd in deze grafkelder haar stiefdochter Maria Cornelia gravin van Wassenaer bijgezet en aan haar werd het volgende grafschrift opgedragen:

Op de Hoogwelgebooren Mevrouw van
Heeckeren Wassenaer
De laatste telg der Wassenaers
Rust onder deze Zerk
Eert haar gedacht’nis wandelaars!
Want weldoen was haar werk
Geen rijkdom, glans of eer verblindde
Het oog der eedle Vooren
Aan den deugd die zij beminde
Bleef steeds haart hart gebooren
Haar naam zal daarom blijven leven
Bij het laatste nageslacht
Haar vorm op aller tongen zweven
Zoo lang men vroomheid acht.

Overigens was zij niet de laatste Van Wassenaer, maar de laatste van de tak Van Wassenaer Obdam en de familie Van Wassenaer leeft nu nog steeds voort.

Eigenlijk zou de weduwnaar mr. Jacob Dirk Carel baron van Heeckeren in deze grafkelder ook zijn rustplaats hebben moeten vinden, maar hij hertrouwde in 1852 Isabelle Antoinette barones Sloet van Toutenburg (1823-1872) en kreeg met haar drie kinderen. Om ruimte te bieden voor latere generaties werd er een aantal meters verderop voor de oude grafkelder een nieuwe grafkelder gesticht en de stoffelijke resten van Sophie Wilhelmine en Maria Cornelia werden hierin opnieuw bijgezet. En zo bleef tegen de zijkant van de Dorpskerk in Wassenaar een leeg graf achter met een imposant grafmonument, dat herinnert aan een ‘eedle vrouwe’, die een weldoenster was voor weduwen en wezen.

Afb. 4. Op de voorgrond de nieuwe grafkelder Van Heeckeren van Kell-Van Wassenaer Obdam met op de achtergrond zichtbaar, tegen de zijkant van de kerk, het grafmonument Van Wassenaer Obdam.

Kasteelbezoek met Pasen: Amerongen, Ammersoyen, Cannenburch, Doorwerth, Hernen, Menkemaborg, Rosendael, Verwolde, Slot Zuylen en Zypendaal

Afb. 1. Deze zeven kastelen van Geldersch Landschap & Kastelen zijn niet alleen nu met Pasen, maar ook in de rest van het jaar te bezoeken: kasteel Ammersoyen, kasteel Cannenburch, kasteel Doorwerth, kasteel Hernen, kasteel Rosendael, huis Verwolde enhuis  Zypendaal. Kijk voor de bezoekmogelijkheden op https://www.glk.nl/7-kastelen-beleven

Niet alleen nu met Pasen, maar ook in de rest van het jaar zijn deze kastelen meer dan de moeite waard om een bezoek aan te brengen! Deze tien kastelen behoren tot de Vrienden van de stichting Adel in Nederland en daarom brengen wij u deze graag onder de aandacht!

Alle tien behoren zij tot het unieke adellijke erfgoed van Nederland en vertellen niet alleen het verhaal van adellijke wooncultuur en representatie in vorige eeuwen, maar ook over het leven downstairs.

Afb. 2. Slot Zuylen, in Zuilen bij Utrecht, waar Belle van Zuylen eens woonde en dat tot 1951 door haar familie, de baronnen Van Tuyll van Serooskerken bewoond werd. In 1952 werd het in een stichting ondergebracht. Sindsdien is het opengesteld voor bezoekers. Voor bezoekmogelijkheden zie: https://slotzuylen.nl/
Afb. 3. De Menkemaborg in Groningen: van 1682 tot in 1902 in het bezit van de Groninger jonkers Alberda van Menkema. In 1927 werd de borg opengesteld als museum. Voor bezoekmogelijkheden zie: https://menkemaborg.nl/
Afb. 4. Kasteel Amerongen werd na de verwoesting in het Rampjaar 1672 door de baronnen Van Reede weer opgebouwd en vererfde uiteindelijk op de graven Van Aldenburg Bentinck. Sinds 1977 is het een museum. Voor bezoekmogelijkheden zie: https://www.kasteelamerongen.nl/

Kasteel Rosendael: tandem e spinis rosa – uiteindelijk groeit uit de doornen een roos

Afb. 1. Kasteel Rosendael, één van de zeven opengestelde kastelen van Geldersch Landschap en Kasteelen. Lees meer over de bezoekmogenlijkheden op Kastelen | Geldersch Landschap en Kasteelen (glk.nl)

Kasteel Rosendael is één van de zeven opengestelde kastelen van Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK). Rosendael kwam in 1977 als legaat van Willem Frederik Torck baron van Pallandt (1892-1977) in het bezit van GLK en die restaureerde huis en park, met daarin de beroemde Bedriegertjes, zorgvuldig. Het kasteel is zó ingericht alsof de familie Van Pallandt even weg is. Het kasteel en het park zijn te bezoeken – net als de zes andere opengestelde kastelen van GLK. Kijk voor meer informatie hierover op https://www.glk.nl/7-kastelen-beleven

In de 17e eeuw woonde hier het adellijke geslacht Van Arnhem dat het middeleeuwse kasteel verbouwde tot een aangenaam landpaleis met vorstelijk aangelegde tuinen. Ter herinnering aan de verbouwing werd een gevelsteen ingemetseld met het jaartal 1616 en de tekst TANDEM E SPINIS ROSA – uiteindelijk groeit er uit de doornen een roos.

Op Goede Vrijdag worden er in de Dominicanenkerk in Zwolle twee kale houten kruisen binnengedragen en vooraan in de kerk bij een derde opgericht. Tijdens de dienst kunnen de kerkgangers hier hun meegebrachte bloemen neerleggen. Het doet mij ieder jaar weer denken aan de belofte verwoord op de gevelsteen in kasteel Rosendael – uiteindelijk groeit er uit de doornen een roos.

Wij wensen u goede Paasdagen toe!

Za. 19 april in Leeuwarden: lezing over Zwanendriften & Zwanenhalsbanden

Afb. Een zwanenhalsband afkomstig van Fogelsangstate: adellijk statussymbool.

Op zaterdag 19 april 13.30 uur geeft André Buwalda een (gratis!) lezing over Zwanendriften & Zwanenhalsbanden in de Gysbert Japicx-seal van Tresoar in Leeuwarden.

Vanaf de middeleeuwen zijn er al zwanendriften in Europa, die gewoonlijk waren voorbehouden aan de grote machthebbers en heerlijkheden. Friesland had hierop, zoals wel vaker, een uitzonderingspositie. Veel dorpen en states hadden hier het recht op het houden van zwanen op en buiten hun eigen grond. Met aangebrachte zwanenmerken kon het eigendom worden aangetoond. Daarnaast waren mooi versierde zwanenhalsbanden ook een uitstekend middel om uiting te geven aan je status. Toen de Friese adel steeds meer Friesland verliet, of uitstierf, ging het ook bergafwaarts met de zwanendriften. Toch hebben enkelen het nog lang volgehouden, totdat het wettelijk verboden werd in 2016. De zwaan is hierdoor eeuwenlang een symbool voor de adel geweest en een dankbaar onderwerp voor een lezing met veel afbeeldingen.

André A. Buwalda (1972) doet al zo’n 25 jaar genealogisch onderzoek naar diverse families. Verder heeft ook de geschiedenis van de tweelingdorpen Schettens en Longerhouw zijn grote interesse. Vanaf 2015 heeft André, samen met conservator Jeroen Punt, historisch onderzoek verricht naar de Friese officier Schelte van Aysma. Dit resulteerde o.a. in de restauratie van de familiegrafkelder, een herbegrafenis door de Koninklijke Landmacht en de theaterproductie Skeltemania en tenslotte de adel erkenning van nazaat Frans Lauta van Aysma. Hij publiceert de laatste jaren voornamelijk over (adellijke) officieren in de Friese Regimenten en werkt momenteel met Jeroen aan de uitgave van de dagboeken van de Friese stadhouder Willem Lodewijk (Us Heit). Zie ook www.frieseregimenten.nl
Leden van de NGV, Stichting Vrienden van de Archieven in Friesland/Freonen fan de Argiven yn Fryslân (FAF) en andere belangstellenden zijn van harte welkom bij deze bijeenkomst.

Link naar de website van https://www.tresoar.nl/bezoeken/agenda/ngvlezing-andre-a-buwalda-over-zwanendriften–zwanenhalsbanden

Voorjaar op Clingendael: boshyacinten

Afb. 1. Bloeiende boshyacinten in het park van Clingendael.

Tegenwoordig geniet huis Clingendael bekendheid door het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen, dat hier gevestigd is, maar tot in 1968 werd het particulier bewoond. Clingendael werd in 1804 door de vermogende Willem Joseph baron van Brienen (1760-1839) gekocht. De familie bewoonde daarnaast in latere jaren een stadspaleis op het Lange Voorhout, het huidige Hotel Des Indes. Het park werd door de bekende tuinarchitect J.D. Zocher ontworpen en freule Daisy, de achterkleindochter van baron Van Brienen, verrijkte het geheel met een oud-Hollandse tuin en een Japanse tuin.

Afb. 2. De Hollandse tuin op Clingendael, aangelegd in opdracht van freule Daisy van Brienen.

Het verhaal bij een foto: freule Tindal

Afb. Jonkvrouwe Hélène Marie Wilhelmine Tindal (1862-1905). Coll. stichting Adel in Nederland.

Jonkvrouwe Hélène Marie Wilhelmine Tindal werd geboren op 26 juli 1862 “…des morgens ten twee uur…” in ’s-Gravenhage als dochter van jonkheer Willem Frederik Tindal en Maria Tindal née van der Vliet. Zij was het negende kind in het gezin, maar twee broertjes overleden reeds voor ze een jaar oud waren.

Haar vader deed twee dagen later aangifte van haar geboorte en volgens de geboortakte was hij op dat moment “…Ritmeester der Cavalerie, Kamerheer des Konings…” Als getuigen bracht hij een familielid van haar moeder mee, Hendrik Vollenhoven, die referendaris was bij het Departement van Binnenlandsche Zaken en Hugo Ferdinand baron van Zuylen van Nijevelt. Deze was wethouder in ’s-Gravenhage en een goede bekende van haar vader, want ook hij was kamerheer bij Koning Willem III. Net als de andere kinderen in het gezin werd zij gedoopt in de Waalse Kerk in ’s-Gravenhage.

Twee jaar na haar geboorte beviel haar moeder van een levenloze dochter en vijf dagen later overleed zij in het kraambed. Haar vader bleef achter met zeven kinderen, waarvan de oudste op dat moment negentien jaar was en zijzelf pas twee. Een jaar later, in 1865, raakte zij ook haar vader kwijt, toen deze beschuldigd werd van intieme betrekkingen met Koningin Sophie. Hij werd oneervol ontslagen als majoor, ontheven van zijn functie als kamerheer en verliet daarop het land. Hij vertrok naar Mexico en overleed uiteindelijk in 1882 in Brussel.

Hélène en haar broers en zusters werden vervolgens ondergebracht bij familieleden. Vanaf 1879 woonde zij bij een neef van haar moeder en diens echtgenote, het echtpaar Van der Vliet-von Hemert, aan het Westeinde 7 in Amsterdam en de zomermaanden bracht zij door op hun buitenplaats Casa Nova in Overveen. Ter voltooiing van haar opvoeding werd zij naar een Duitse kostschool voor meisjes in Bonn in gestuurd en uit deze periode stamt ook deze foto, die afkomstig is uit een album met leerlingen op deze school.

Volgens haar zusje, die geruchtmakende herinneringen publiceerde onder de titel ‘Achter de schermen’, was zij voortdurend op zoek naar een echtgenoot, maar steeds zonder succes: “Deze kuische jonkvrouw, die nu langzaam maar zeker op de dertig toestevent en die tot nog toe te vergeefs met hare groengrijze kattenpupillen op den uitkijk na een mannelijk offer gezeten heeft, is nu juist niet mijn ideaal van een prettige logé! Venijnig, haatdragend en kwaadsprekend tracht ze altijd den boel in de war te schoppen, om dan in troebel water te visschen. Waarna weet de lezer reeds…”

Hélène bleef ongehuwd en de laatste jaren van haar leven verbleef zij, mogelijk vanwege haar gezondheid, in de Franse badplaats Biarritz. Hier overleed op 28 december 1905 op drieënveertigjarige leeftijd “… tot onze diepe droefheid onze geliefde zuster en behuwdzuster…” jonkvrouwe Hélène Marie Wilhelmine Tindal.

Boekennieuws: Hindersteyn. Het verhaal.

Afb. 1. Hindersteyn behoort tot de weinige kastelen in Nederland, waarvan het neogotische uiterlijk bewaard is gebleven. Links herkent men het oudste deel van het kasteel: de oorspronkelijke woontoren, waarmee het kasteel zeven eeuwen geleden begon.

Onlangs verscheen dit boek over ridderhofstad Hindersteyn, één van de kastelen aan de Langbroekerdijk in Utrecht, die voor de meeste mensen onbekend is, maar waar steeds meer mensen een kijkje komen nemen tijdens de jaarlijkse Open Tuindagen. Dit boek biedt nu in woord en zeer fraai beeld voor iedereen de mogelijkheid om Hindersteyn beter te leren kennen, waarbij er (heel bijzonder!) uitgebreid aandacht is voor wat er nu bij komt kijken om het huis en de tuinen in stand te houden.

De 700 jaar oude ridderhofstad is in het verleden eigendom geweest van adellijke families als Van Zuylen van Nijevelt en De Wijkerslooth de Weerdesteyn. In 1972 werd Hindersteyn gekocht door Antonius Franciscus Geytenbeek en met de komst van deze familie is een nieuwe bloeiperiode voor het huis en de tuinen aangebroken. Met grote liefde voor dit unieke culturele erfgoed (er zijn niet heel veel kastelen in neogotische stijl in Nederland) heeft de familie Geytenbeek het kasteel gerestaureerd en passend ingericht. Bijzonder hierbij is dat de bewoners, met veel gevoel voor traditie, door aankoop op veilingen ook spullen hebben weten te verwerven, die afkomstig zijn van andere kastelen en zo niet alleen het interieur verrijken, maar tegelijk ook een verhaal vertellen.

Afb. 2. De hal met spiegel en 18e-eeuwse portretten van een echtpaar dat zelf ook een buitenplaats bezat in de omgeving van Arnhem. De foto’s zijn allen met hartelijke dank aan de auteur Erik Geytenbeek.

In tegenstelling tot vorige eigenaren, die het huis meestal niet permanent bewoonden, doet de familie Geytenbeek dit wel en dit heeft er voor gezorgd dat niet alleen het huis, maar ook de tuinen tot nieuwe bloei zijn gekomen. Hiermee zet de familie een eeuwenoude traditie voort, waarbij huis en tuinen een eenheid vormen en bedoeld zijn om de bezoekers visueel te laten genieten van alles wat bij een buitenplaats hoort. Zo werd er een slangenmuur gebouwd, waar leifruit tegen aan kon groeien, er werden historische kassen geplaatst, waar tegenwoordig romantisch in gedineerd kan worden, er kwam een fontein en er werden veel fraaie tuinelementen ingebracht, waarbij bv. de twee sfinxen iedere bezoeker de eerste keer weten te verrassen.

Afb. 3. de hal met neogotische raampartij – één van de vele fraaie foto’s in het boek.

De meeste boeken over kastelen en buitenplaatsen vertellen alleen het historische verhaal, maar dit boek gaat veel verder: het vertelt over het restauratieproces van het huis en het inrichten, over hoe de tuinverfraaiingen tot stand zijn gekomen en ook wat er nu gedaan wordt om alles in stand te houden. Zo zijn er de jaarlijkse Open Tuindagen en is er de mogelijkheid om hier je huwelijk te houden, waarbij het huis en de tuinen het arcadische decor voor de mooiste dag van je leven zorgen. Hierbij is de inzet van de zesendertig vrijwilligers onmisbaar. Zij zorgen er met grote inzet en liefde voor dat Hindersteyn blijft zoals het nu is geworden: een lust voor het oog, waar het goed is om te vertoeven! Noteer daarom nu alvast de Open Tuindag op zondag 31 augustus!

Benieuwd naar dit boek (aanrader!) met 240 pagina’s vol met fraaie foto’s van het kasteel, het interieur en de tuinen? Kijk dan voor meer informatie en bestelmogelijkheid op Hindersteyn, het verhaal – Hindersteyn

Afb. 4. De in oude glorie herstelde eetkamer op Hindersteyn.
Afb. 5. Deze sfinx is één van de vele verfraaiingen die in de tuin zijn aangebracht, nadat Hindersteyn eigendom werd van de familie Geytenbeek. Het zorgt er voor dat de tuinen tijdens een wandeling de bezoekers blijft verrassen. Noteert u ook alvast de Open Tuindag op Hindersteyn op zondag 31 augustus 2025?

T/m 31 aug. 2025 in Museum Panorama Mesdag: Scarlett Hooft Graafland. Mesmerizing

Afb. Screenshot met dank aan de website van Museum Mesdag in Den Haag.

In Museum Panorama Mesdag in Den Haag is t/m 31 augustus een overzichtstentoonstelling te zien van kunstenaar Scarlett Hooft Graafland getiteld ‘Mesmerizing’. Het toont een brede selectie kunstwerken, inclusief haar nieuwste werk.

Jonkvrouwe Scarlett Hooft Graafland (1973) volgde opleidingen in Groningen, Den Haag, Jeruzalem en New York. Voor haar foto’s reist zij het liefste naar plekken met nog intacte culturen. Pas ter plaatse bedenkt ze wat ze wil fotograferen. Hier improviseert ze met materialen en situaties. Ze vindt dat het landschap een verhaal vertelt en met haar foto’s probeert ze daar grip op te krijgen. Haar werk ziet ze veel eerder als sculpturen dan als fotografie. Samen met inwoners van een gebied, waar ze soms maanden verblijft, ensceneert ze objecten en legt met foto’s sculpturale performances vast.

Link naar de website van Museum Panorama Mesdag: https://panorama-mesdag.nl

Een douairière in Menton: C.H. Bloijs van Treslong-Jongsma

Afb. Catharina Henrica Bloijs van Treslong née Jongsma (1855-1944), douairière jonkheer Johan Pieter Bloijs van Treslong, flanerend op de boulevard in het Franse Menton. Coll. stichting Adel in Nederland.

Vorig jaar kocht de stichting Adel in Nederland op een veiling een 19e-eeuws foto-album van de uitgestorven adellijke familie De Senarclens de Grancy (zie: Bijzonder aankoop AiN: 19e-eeuws foto-album De Senarclens de Grancy – Adel in Nederland). Hierbij zat ook een aantal losse foto’s, waarvan deze er één is. Het betreft Catharina Henrica Bloijs van Treslong née Jongsma (1855-1944), douairière jonkheer Johan Pieter Bloijs van Treslong.

In de winter van 1921 verbleef de douairière in het Franse Menton aan de Côte d’Azur, die geliefd was bij de Europese elite, vanwege het aangename klimaat – en blijkbaar rekende de douairière zich hiertoe. Daar stond op de boulevard fotograaf A. Migret, die de douairière met adellijke allure fotografeerde: in gedistingeerd zwart, met hoed, handtas, parasol en een pelerine van bont om haar schouders. Deze foto kon, volgens de opdruk op de achterzijde, als ‘carte postale’ verstuurd worden of aan vrienden als geschenk gegeven te worden. En dat heeft zij, blijkbaar, volgens het achterschrift ook gedaan.

In het komende magazine van de stichting Adel in Nederland (AiN) komt haar verhaal te staan, dat inmiddels uitgezocht is. Donateurs van AiN ontvangen dit digitale magazine drie keer per jaar in hun mailbox. Ook u kunt dit ontvangen als u voor 17,50 euro per jaar donateur wordt. Mail voor meer informatie naar: info@adelinnederland.nl.

Ladies of Soul: een zingende Koningin én barones

Afb. 1. Screenshot van een zingende Koningin Máxima met haar beste vriendinnen Samantha van Welderen barones Rengers née Deane (met rode blouse) en Valeria Delger (met grijs jasje). Screenshot met dank aan Trijntje Oosterhuis op haar instagramaccount.

Op haar instagramaccount deelde zangeres Trijntje Oosterhuis een filmpje van de Ladies of Soul, die backstage Koningin Máxima mochten ontvangen samen met haar beste vriendinnen Samantha Maria van Welderen barones Rengers née Deane en Valeria Delger.

Valeria Delger was één van de bruidsmeisjes bij het huwelijk van Koningin Máxima en Samantha Deane was één van de getuigen voor haar bij het kerkelijk huwelijk. In 2003 werd zij één van de meters bij de doop van Prinses Catharina-Amalia en een jaar later huwde zij Willem Frederik van Welderen baron Rengers.

De familie Rengers behoort tot de oudste overgebleven adellijke geslachten uit Groningen en de stamreeks gaat terug tot voorvader Ditmar Rengers, die in 1353 genoemd werd als burgemeester van Groningen. Door het huwelijk van Siuck Gerrolt Juckema van Burmania Rengers, heer van Camminghaburg en Oosterbroek (1713-1784) met Odilia Amelia des H.R. Rijksgravin van Welderen (1723-1788) werden deze namen uiteindelijk met elkaar verbonden. Haar familie stierf uit en hun tweede zoon kreeg de familienaam van zijn moeder toegevoegd om deze te laten voortbestaan.

De overgrootmoeder van Willem Frederik van Welderen Rengers, Marie Amélie van Welderen barones Rengers née Hoevenaar (1854-1932) kocht in 1910 het landgoed en het huis ’t Relaer in Raalte en de familie Van Welderen Rengers woont hier nog steeds. Het verhaal over het huis ’t Relaer kunt u hieronder lezen.