Herfstbeelden op de Wiersse – en het verhaal van de Van Heeckerens

Afb. 1. De Wiersse in herfstkleuren weerspiegeld in de Baakse Beek.
Afb. 1. De Wiersse in herfstkleuren weerspiegeld in het water van de Baakse Beek.

De Wiersse is één van de acht zo bekende kastelen van Vorden en kent een rijke geschiedenis, waarin met name het adellijke geslacht Van Heeckeren een belangrijke rol gespeeld heeft. Enkele jaren geleden bezocht AiN de Wiersse en maakte daar foto’s van de wonderschone tuinen in kleurrijke herfstpracht. Ook was er een ontmoeting met de huidige eigenaar en bewoner, de heer E.V. Gatacre. Hieronder volgen deze foto’s met het verhaal van de bewoners in de jaren 1678-1855.

In 1678 kwam de Wiersse in het bezit van Enno Matthias ten Broeck (1641-1685), telg uit een vooraanstaande Zutphense regentenfamilie. Hij studeerde in Groningen en Leiden en werd burgemeester van Zutphen en stadhouder van het scholtambt Zutphen. In 1677 huwde hij Helena de l’Espaul (1650-overl. voor 1686), die uit een Amsterdamse familie van kooplieden stamde. Het echtpaar kreeg een zoon, die op jonge leeftijd overleed, en dat maakte hun dochter Maria Helena ten Broeck tot een belangrijke erfdochter. Door het overlijden van haar oom Jan Evert ten Broeck kwam daar in 1714 ook nog eens huis en landgoed het Onstein bij, dat eveneens in Vorden gelegen was.

Afb. 2. Het fraaie landschapspark van de Wiersse met mooie vergezichten.
Afb. 2. Het fraaie landschapspark van de Wiersse met mooie vergezichten.

Maria Helena ten Broeck (geb. 1678) huwde in 1709 mr. Adriaan Balthazar Valck (1668-1730). Hij stamde eveneens uit een Zutphens regentengeslacht en studeerde in Leiden. Nadien werd hij onder meer burgemeester van Zutphen. Het echtpaar kreeg één dochter: Susanna Johanna Everdina. Deze Susanna Valck (geb. 1711) moet het rijkste meisje van haar tijd zijn geweest. Niet alleen was zij de erfdochter van de familie Valck met een imposant huis op het ‘s Gravenhof (nu Huize van de Kasteele geheten), een uitgebreid goederenbezit en een grote effectenportefeuille, maar ook was zij de erfgename van de huizen en landgoederen de Wiersse en het Onstein. Haar ouders zochten en vonden een prominente huwelijkspartner: Ludolf Hendrik Burchard Sylvius van Heeckeren, heer van Campherbeek (1696-1762).

Afb. 3. De achterzijde van het huis De Wiersse met de Baakse Beek op de voorgrond.
Afb. 3. De achterzijde van het huis De Wiersse met de Baakse Beek op de voorgrond.

Ludolf van Heeckeren stamde uit de belangrijkste adellijke familie in de Graafschap Zutphen, die tussen 1625 en 1767 vrijwel ononderbroken het ambt van Landdrost uitoefende en daarmee aan de top van het bestuur in de Graafschap stond. Als jongste zoon van een vader die op jonge leeftijd overleed, viel hem geen grote erfenis ten deel en moest hij het doen met de havezate Campherbeek bij Zwolle. Een rijke erfdochter was voor hem de uitkomst en hoewel Susanna niet van adel was en hun kinderen hierdoor geen toegang zouden krijgen tot de Ridderschap van Zutphen, werd dat ruimschoots vergoed door haar kapitaal, een kapitaal dat tussen de 350.000 en 400.000 gulden groot was en waarmee zij in de Quote Top 100 van de 18e eeuw moet hebben gestaan.

Afb. 5. Strak geschoren taxusvormen, die een doorkijk vormen in het landschapspark.
Afb. 4. Strak geschoren taxusvormen, die een doorkijk vormen in het landschapspark.

In 1724 werd het huwelijk tussen de dertienjarige Susanna en de achtentwintigjarige Ludolf van Heeckeren voltrokken en voorafgaand werd er een huwelijkscontact opgesteld: “Op huijden dato ondergeschreven is ten overstaen van Ons als Specialijk versochte naest verwanten en houwelijx Luijden, ter eeren Gods Almachtigh en tot voortsettinge van het menschelijcke geslachte en stichtinge van meerdere vriendschap een Echt en de wettelijck houwelijck opgericht beraemt en gesloten tussen den HooghWelgeboren Heer Ludolph Henrick Borchard Silvius vrij Heer van Heeckeren tot Campherbeek Bruijdegom ten eenre en de Weleddele Juffer Susanna Johanna Everdina Valck Bruijd ten andere Sijden.”

En met de ‘voortsettinge van het menschelijcke geslachte’ maakte Ludolph haast, want zonder kinderen zou haar erfenis bij haar overlijden aan de familie Valck terugvallen. Een jaar later werd het eerste kind al geboren en er zouden er nog dertien volgen; Susanne Valck moet vrijwel doorlopend in blijde verwachting zijn geweest. Ondertussen kocht haar echtgenoot met haar geld de landgoederen Waliën en Kemnade en verbouwde het huis in Zutphen tot een vorstelijke woning met een imposant inrijhek, waarin hun beider initialen nog heden te zien zijn. Hij maakte daarnaast carriere in het bestuur en zo was hij jarenlang burgemeester van Doesburg.

Afb. De zijkant van het huis gezien vanuit de rozentuin met een teruggevonden tuinbeeld uit de tijd van de Van Heeckerens.
Afb. 5. De zijkant van het huis gezien vanuit de rozentuin, met een teruggevonden tuinbeeld uit de tijd van de Van Heeckerens.

Van de veertien kinderen bereikten er slechts vier de volwassen leeftijd en hiervan zorgden maar twee zoons voor nageslacht. De oudste van deze twee was Robbert Jacob van Heeckeren (1729-1795) en hij volgde op als heer van de Wiersse. Toegang tot de Ridderschap had hij niet, vanwege zijn niet-adellijke moeder, maar van haar kapitaal kon hij een comfortabel leven als rentenier leiden en zo leende hij geld uit aan standgenoten. Uit zijn huwelijk met freule Maria Philippina Ernestina van Voërst (1729-1777) volgde opnieuw de oudste zoon op als heer van de Wiersse: Ludolph van Heeckeren (1755-1841).

Afb. 4. Alexander baron van Heeckeren (1806-1891), die het voortbestaan van de Wiersse verzekerde door het te verkopen.
Afb. 6. Alexander baron van Heeckeren (1806-1891), die het voortbestaan van de Wiersse verzekerde door het te verkopen.

Ludolph van Heeckeren werd bestuurlijk actief en bracht het tot burgemeester van Zutphen. In 1814 werd hij benoemd in de Ridderschap van Gelderland en vijf jaar later werd voor zijn familie de titel van baron erkend.  Uit zijn huwelijk met Margaretha barones Schimmelpenninck van der Oye (1760-1840) werden onder meer drie zoons geboren: Robbert Jacob (1785-1854), Willem Frederik (1790-1812) en mr. Alexander (1806-1891). Willem Frederik werd luitenant bij de cavalerie en raakte vermist bij de beruchte tocht van Napoleon in 1812 naar Moskou. Robbert Jacob werd kapitein en verloor in 1813 een been tijdens oorlogshandelingen in Silezië. Hij bleef ongehuwd en werd na het overlijden van zijn vader heer van de Wiersse. Hij leidde een teruggetrokken leven als rentenier, daarbij terzijde gestaan door zijn dienstknecht. Bij zijn overlijden kreeg deze “Tot erkentenis van de getrouwe diensten…” 30 gulden voor ieder jaar dat hij zijn gehandicapte meester had bijgestaan en “… mijne geheele lijfskleeding niets hiervan uitgezonderd.” In zijn testament had Robbert Jacob tevens bepaald, dat zijn broer Alexander uit zijn nalatenschap de Wiersse zou mogen overnemen.

Door de standsbewuste huwelijken in de twee laatste generaties waren er weer genoeg adellijke kwartieren verzameld en konden zowel Robbert Jacob als Alexander lid worden van de prestigieuze Ridderlijke Duitsche Orde. Naast het inkomen dat dit opleverde, was er nog steeds voldoende over van het kapitaal van Susanna Valck om een rentenierend bestaan te leiden. Voor Alexander baron van Heeckeren drong zich echter de vraag op, wat er met de Wiersse moest gebeuren om het voortbestaan van dit geliefde familiebezit te verzekeren. Voor het geld hoefde hij het niet te doen, want bij zijn overlijden bleek hij een vermogen van bijna 290.000 gulden na te laten; omgerekend naar huidige maatstaven een miljoenenvermogen.

Afb. 5. De heer E.V. Gatacre.
Afb. 7. De heer E.V. Gatacre voor het huis de Wiersse.

Toen zijn broer overleed, was hij 48 jaar en ongehuwd. Hij besloot uiteindelijk de Wiersse te verkopen en in 1855 werd het huis en een deel van het landgoed voor 49.600 gulden verkocht aan Geertruijd Sara Agatha barones van Heeckeren née jonkvrouwe van Pabst (1774-1866), die het kocht voor haar ongehuwde dochters. Alexander van Heeckeren bleef eigenaar van een deel van de boerderijen en het grondbezit en bepaalde uit liefde voor de Wiersse in zijn testament, dat zijn erfgenaam dit “… nimmer zal mogen vervreemden of te gelde maken zijnde hiervan uitgezonderd eene overdracht aan den tegenwoordigen of toekomstigen eigenaar van het Huis de Wiersse…”

De huidige eigenaar, de heer Edward Victor Gatacre, is een rechtstreekse nakomeling van degene die het in 1855 kocht. Sindsdien is er veel gedaan aan huis en landgoed: het huis werd gerestaureerd en vergroot, de tuinen werden hersteld en het landgoed werd gemoderniseerd. Voor de huidige tuinaanleg is de moeder van de heer Gatacre, jonkvrouwe Alice Jacqueline Hortense Julie Aurélie de Stuers (1895-1988), van groot belang geweest. Op jonge leeftijd begon zij al met aanpassingen en verbeteringen, die zij samen met haar latere echtgenoot, de Engelsman William Edward Gatacre (1878-1959), voortzette en die De Wiersse maakt tot wat het nu is: een uniek landschapspark vol verrassende doorkijkjes en met tal van fraaie tuinelementen, die bij iedere wending tijdens het wandelen het oog aangenaam verrassen. Voor meer informatie over de Wiersse en voor de mogelijkheid om de unieke tuinen te bezichtigen, zie: www.dewiersse.com.

Noot voor de lezer: schrijver dezes is bezig met een sociaal-economisch onderzoek naar verschillende takken van het geslacht Van Heeckeren. Bovenstaande komt voort uit het onderzoek naar de tak Van Heeckeren van de Wiersse.

Bent u ook geïnteresseerd in adellijk erfgoed en nieuws en wilt u de werkzaamheden van onze stichting steunen? Word dan voor 17,50 euro per jaar donateur van onze Stichting Adel in Nederland door een mail te sturen naar info@adelinnederland.nl. U ontvangt dan vier keer per jaar ons digitale magazine boordevol informatie.