De jas van opperjagermeester baron Van Pallandt

Afb. Links de jas in de collectie van Paleis Het Loo op een foto met dank aan Niels Coppes en rechts baron Van Pallandt in vol ornaat op een foto in de collectie van Slot Zuylen.
Afb. Links de jas in de collectie van Paleis Het Loo op een foto met dank aan Niels Coppes en rechts baron Van Pallandt in vol ornaat (foto part. coll.).

De conservator kostuum en textiel bij Paleis Het Loo, Trudie Rosa de Carvalho, deed uitgebreid onderzoek naar de jas van een opperjagermeester in het textieldepot van Het Loo. Bij deze speurtocht kwam zij als conservator in de rol van een detective en analyseerde zij dit kledingstuk tot in het detail, wat verrassende informatie opleverde. Lees meer hierover op www.modemuze.nl/blog/wat-kleren-ons-vertellen-de-jas-van-de-opperjagermeester.

De jas behoorde ooit aan Jan Werner baron van Pallandt, heer van Oud-Beyerland (1835-1907). Hij werd in 1868 benoemd tot jagermeester voor Gelderland en was in de jaren 1870-1886 lid van de Provinciale Staten van Gelderland. In 1879 huwde hij Louise Constance Jeanne barones van Brakell (1831-1884), die douairière was van Henri baron de Smeth.

Nog geen vijf jaar duurde het huwelijk, toen zijn echtgenote kwam te overlijden op het Huis Duno in Doorwerth, waar haar familie onder meer het kasteel Doorwerth bezat. Haar verbondenheid met Doorwerth en zijn bevolking bleek na haar overlijden: ‘De Heer J. W. Baron van Pallandt van Oud-Beierland, te Doornweerd, heeft ingevolge den wensch van wijlen zijne echtgenoote L. C. J. baronesse van Brakell van Doornweerd, aan de Herv. Diaconie aldaar f 1000 geschonken’; tegenwoordig vergelijkbaar met bijna 12.000 euro.

Baron Van Pallandt hertrouwde niet en werd in 1891 tot opperjagermeester van Koningin Wilhelmina benoemd, waarvoor hij zich een indrukwekkend kostuum aanschafte. Hiervan bleef alleen de jas bewaard, die getuigt van het rijke ceremoniële hofleven van weleer. Vanwege zijn eervolle verdiensten ontving hij meerdere onderscheidingen – op zijn foto zien we hem met twee borststerren, halskruizen en een grootlint – waaronder het Grootkruis in de Orde van de Eikenkroon. Dit was een Luxemburgse Orde, die Koning Willem III als Groothertog van Luxemburg kon verlenen.

In 1907 kwam hij te overlijden: ‘Heden ontsliep te Arnhem, in den ouderdom van 71 jaren, onze geliefde Oom en Behuwdoom’ en in zijn annonce werd met trots vermeld dat hij ‘Opperjagermeester van H.M. de Koningin’ was geweest – een functie waarin hij jarenlang met zijn kostuum geschitterd had en waarmee hij prominent aanwezig was als lid van de hofhouding bij de Inhuldiging in 1898. Na zijn overlijden werd er geen opperjagermeester meer benoemd en zo ging hij als laatste met deze rang aan het Hof de geschiedenis in.