Zes jaar werkte Louise barones van Wassenaer née Wiarda aan dit boek en onlangs kwam het uit: ‘Tragiek en heldendom. Het leven van Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden’. Het was eigenlijk een boek dat zij samen met haar echtgenoot Otto baron van Wassenaer had willen schrijven, maar hij overleed helaas in 1996, het jaar waarin hij met pensioen ging, en Louise van Wassenaer besloot het boek alleen te gaan schrijven. De stichting Adel in Nederland werd door haar gastvrij ontvangen en sprak met haar over Jan van Wassenaer.
Hiervoor deed zij eerst jarenlang onderzoek en ontdekte hierbij de grote mogelijkheden van internet. Tussen de papieren van haar echtgenoot vond zij een stukje papier waarop hij ‘Jean de Wassenaere’ geschreven had en dit bleek de toegang te zijn tot een schat aan informatie. Zij gebruikte deze Franse vorm van Jan van Wassenaer als zoekterm in online archieven en vond daardoor bv. tien onbekende brieven van Jan van Wassenaer aan Landvoogdes Margaretha van Bourgondië. “Het is toch niet te geloven, dat één snipper papier tot zó’n vondst kan leiden?” Het was voor haar alsof haar man over haar schouder meekeek en meehielp. Veel hulp kreeg zij ook in het archief op kasteel Twickel: “Echt prachtig, zoals ze het archief daar hebben geïnventariseerd. Ik kreeg er ook geweldige hulp bij het ontcijferen van oude handschriften.” Haar zoon Diederik baron van Wassenaer is voorzitter van het bestuur van Stichting Twickel en hier hangt in de bibliotheek ook een portret van Jan van Wassenaer.
Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden (1486-1523), bijgenaamd ‘Jan met de Kaak’, was voorbestemd om in dienst te treden van Keizer Maximiliaan van Habsburg en zijn dochter Landvoogdes Margaretha van Bourgondië. Zijn vader was één van de rijkste en machtigste edelen van Holland. In 1511 trad Jan in het huwelijk met Josina van Egmont. Haar vader Jan graaf van Egmont, stadhouder van Holland en Zeeland, was een grote vriend van de vader van Jan II van Wassenaer. Haar moeder was een nichtje van Keizer Maximiliaan. Jan koos voor een militaire carrière in dienst van Maximiliaan en Karel van Egmont en de Friezen werden zijn tegenstanders. Jan werd gevangen genomen en twee jaar lang opgesloten in een kooi aan het kasteel de Dikke Tinne in Hattem. Hij kwam pas vrij na betaling van een losgeld van 20.000 gouden florijnen (nu ongeveer 3 miljoen euro). In 1523 overleed Jan aan een kogelwond bij de belegering van Sloten en werd begraven in de Kloosterkerk in Den Haag.
Wat vond zij nu opvallend aan het leven van Jan van Wassenaer? “Het militaire aspect. Er was altijd maar oorlog. Hij moet als jongen een moedig en krachtig persoon zijn geweest. Hij groeide op aan het hof van Margaretha van Bourgondië en vroeg vijftien jaar oud of hij met Filips II mee mocht op diens reis naar Spanje. Een lange en zeker niet ongevaarlijke reis. Jan had durf en zat vol met plannen.”
Opvallend aan zijn tijd zijn de paralellen met nu: “Er was steeds sprake van oorlog en men was bang voor de Turken, die steeds verder oprukten en een bedreiging vormden.” Haar verraste de wreedheid in die tijd van bv. Karel van Egmond, maar tegelijk was zij onder de indruk van zijn slimheid hoe hij Zaltbommel d.m.v. een list wist te veroveren.
En welke vragen zou zij hem stellen, als dat nu kon? “Ik ben erg benieuwd waarom hij niet meer kinderen heeft gekregen. Hij kreeg twee dochters, maar geen zoon, waardoor zijn tak uitstierf. Maar hij kreeg wel na zijn twee dochters jaren later nog een bastaardzoon.” Louise van Wassenaer zou ook benieuwd zijn naar zijn welzijn: “Jan van Wassenaer heeft op zijn portret een groot litteken. Bij het beleg van Padua raakte een kogel zijn kaak. Deze brak en hij verloor zeven tanden. Heeft hij altijd pijn hiervan gehad?” Zij vertelde ook heel nieuwsgierig te zijn naar de beweegredenen achter zijn testament: “Jan was zeer zorgvuldig en had tot in de puntjes zijn testament opgesteld. Welke dochter kreeg wat, maar ook, als er toch nog een zoon geboren zou worden, wat kreeg een mogelijke zoon en wat bleef er daarna voor zijn dochters over? Ook in zijn huwelijkse voorwaarden zie je dat hij alles zorgvuldig uitdacht.”
Louise van Wassenaer vertelde tot slot aan het gesprek met AiN dat zij ook medelijden met Jan van Wassenaer had: “Het leven als commandant in het leger was niet makkelijk. Hij was altijd van huis en onderweg. In één van zijn brieven schrijft hij aan Margaretha van Bourgondië: ‘Nu ga ik maar naar huis, één man kan dit ook wel doen.’ Hij verlangde naar huis en was het eeuwige onderweg zijn blijkbaar moe.”
Benieuwd naar dit zeer boeiende boek over Jan van Wassenaer en zijn tijd? Kijk dan op de site van de uitgever van het boek voor meer informatie en bestelmogelijkheid https://www.conserve.nl/fonds/tragiek-en-heldendom-399/?searchresult=1&sstring=wassenaer