Adel in Nederland bestaat sinds 23 september 2012 en volgend jaar vieren we ons 12 ½ jarig jubileum, maar op 29 februari 2016 werd in Hilversum bij notaris mr. A.C.W. graaf van Limburg Stirum de stichting Adel in Nederland opgericht.
Ons jubileum in 2025 zullen we vanzelfsprekend uitgebreid vieren, maar deze tweede keer dat wij op deze schrikkeldatum onze verjaardag als stichting kunnen vieren, willen we niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Daarom verloten wij via onze facebookpagina vijf exemplaren van het Vriendenmagazine van Slot Zuylen. Hierin staat uitgebreide achtergrondinformatie over de tentoonstelling ‘Met Van Tuyll aan tafel’. Volgt u ons niet op Facebook, dan kunt u ons mailen via info@adelinnederland.nl.
U kunt tot 1 maart 2024 24.00 uur meedoen aan deze actie.
Kasteel de Wildenborch is één van de zes kastelen van Vorden en was eeuwenlang in het bezit van adellijke geslachten als Van Wisch en Van Limburg Stirum. In 1780 werd het kasteel gekocht door Damiaan Hugo Staring (1736-1783) en de Wildenborch wordt nog steeds bewoond door deze patriciaatsfamilie.
Tussen 2008 en 2016 zijn de tuinen grootscheeps vernieuwd, waarbij waterpartijen hersteld zijn en vele gezichtsbepalende tuinelementen gerestaureerd werden. Op een aantal dagen in het jaar zijn de tuinen opengesteld en op 23 en 24 februari is het weer zover: dan zijn de eerste open tuindagen van dit jaar.
Onder de bomen en langs de paden is een tapijt van sneeuwvlokjes te zien met daartussen gele winterakonieten. De tuinen zijn tussen 11.00-15.30 uur te bezoeken en de entree bedraagt 7,50 euro.
De Werkgroep Adelsgeschiedenis (www.adelsgeschiedenis.nl) is opgericht in 1993 en heeft als voornaamste doel het bevorderen van de beoefening van en de kennis over de geschiedenis van de (Nederlandse) adel. Dit doet de werkgroep door middel van het uitgeven van het Jaarboek Virtus en monografieën in de Reeks Adelsgeschiedenis. Daarnaast organiseert de werkgroep symposia om het contact tussen onderzoekers en belangstellenden te vergroten. Ook organiseert ze voor haar leden excursies en webinars.
Op donderdagavond 29 februari gaat het webinar over De verzamelende baron – W.A.A.J. Schimmelpenninck van der Oye, Duivenvoorde en zijn familiecollectie en spreker zal zijn Simone Nieuwenbroek
Vanaf het moment dat hij in 1912 het landgoed, het kasteel en de familiecollectie in Voorschoten erfde, droeg Willem Anne Assueer Jacob baron Schimmelpenninck van der Oye (1889-1957) zorg voor de geschiedenis die zijn voorouders gedurende ruim zeven eeuwen hadden opgebouwd. Talloze briefjes met genealogische aantekeningen van zijn hand, rekeningen van restauratoren en briefwisselingen laten zien hoe sterk hij zich verbonden voelde met zijn familiegeschiedenis. Daarbij drukte de baron op een bijzondere manier zijn eigen stempel op de ‘collectie Duivenvoorde’: hij deed grote moeite om via veilingen en particuliere verkopen verdwenen delen van de oorspronkelijke familiecollectie terug te brengen op Duivenvoorde. Waarom was de baron zo gedreven om de oude collectie Duivenvoorde te reconstrueren, hoe verschilt dit van de verzamelmotieven van zijn voorouders en hoe kunnen we dit zien in het licht van de identiteitscrisis waarin de Nederlandse adel in de vroege twintigste eeuw verzeild was geraakt?
Programma webinar
20:00 uur: Opening door Guus van Breugel
20:05 uur: Lezing door Simone Nieuwenbroek
20:40 uur: Discussie
21:00 uur: Einde webinar
*De Zoom meeting room is vanaf 19:45 uur geopend. Wanneer u zich heeft aangemeld krijgt u op de dag van de webinar zelf de link naar de zoom meeting room toegestuurd via een separate mail.
Sinds de Gouden Eeuw maken mensen in huiselijke omgeving uit papier de mooiste creaties met mes of schaar. Zonder scholing, zonder leermeester en zonder voorbeelden knippen of snijden zij illustraties bij verhalen, sierlijk schoonschrift, geboorte- en bruiloftsherinneringen, portretten, godsdienstige en politieke prenten of scènes uit hun dagelijks leven. Zij doen dat ieder op hun eigen manier: symmetrisch of niet, in het platte vlak of met een vleugje reliëf, heel naïef of uiterst verfijnd. Een enkeling is beroemd in zijn tijd, om daarna weer snel te worden vergeten. Aan de hand van hun werk geeft Het scherp van de snede aan dertig papierknipkunstenaars weer een gezicht. Daarmee vertelt het ook de geschiedenis van vier eeuwen papierknipkunst in Nederland.
In één van de 30 hoofdstukken over papierkunstenaars van de 17e tot de 20e eeuw is een hoofdstuk over de 18e-eeuwse snijkunstenaar Frederik Hendrik baron van Voorst.
Van 26 t/m 29 februari loopt er een timed online veiling af bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum met kunst, antiek, zilver, porselein, juwelen, enz. Tot de aangeboden kavels behoort o.a. zilver met het wapen Boreel. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogus voor wat verder geveild wordt op https://vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog
Lotnr. 2016 betreft twee zilveren borden met gecountourneerde rand, voorzien van het gegraveerde familiewapen van Boreel. De borden zijn in Amsterdam gemaakt anno 1773 en 1774 en zijn beide van meester Frederik Manicus I (Citroen nr. 226) (diameter 25 cm., gewicht 1160 gram). De opbrengst is ten bate van het Rode Kruis.
De twee borden worden getaxeerd op 600-800 euro. Veilingopbrengst: 2.355 euro.
De familie Boreel is een oude regentenfamilie en behoort sinds 1814 tot de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer/jonkvrouwe. In 1645 werd een voorvader al door Koning Karel I van Engeland verheven tot Baronet. Deze niet-adellijke, maar wel erfelijke titel geeft de drager het recht het Engelse predikaat Sir te voeren. De familie Boreel is de enige overgebleven Nederlandse adellijke familie die dit Engelse predikaat heeft. De huidige Chef de Famille is de 14e Baronet.
In de St-Michiels en St-Goedelekathedraal in Brussel bevindt zich links voorin, op een prominente plek, een grafkelder van de familie De Roest d’Alkemade – een Belgische adellijke familie, die zijn oorsprong vindt in Amsterdam.
De familie Roest van Alkemade is een van oorsprong Amsterdamse familie en begint in 1553 met de vermelding van de stamouders Elbert N.N. en Belie Jacobsdr. Hun zoon, Roelof Elbertsz., werd in 1557 als zuivelkoper in de Kromme Elleboogsteeg in Amsterdam vermeld. Het was diens zoon, de zijdelakenverkoper Frederik Roelofszn., die in 1588 in Amsterdam in het huwelijk trad met Alyt Roest en hun nageslacht nam de familienaam Roest over.
In de volgende generatie huwde de advocaat mr. Adriaen Vredericksz Roest (1593-1636) in 1630 Catharina van Alkemade (ca. 1597-1645) en hun nageslacht verkreeg op deze wijze de dubbele achternaam Roest van Alkemade. Het was hun zoon mr. Adriaen Roest van Alkemade (1639-1692), die advocaat en regent van het Aalmoezeniersweeshuis in Amsterdam was, die in 1669 een buitengewoon gunstig huwelijk sloot met de vermogende Ida Maria Cromhout (1649-1692). Haar ouders stonden met 1 miljoen gulden op de 20ste plaats van rijksten in de 17e eeuw. Adriaen en Ida Maria werden zelf in 1674 aangeslagen voor een vermogen van 250.000 gulden. De familie Roest van Alkemade bleef rooms-katholiek, waardoor bepaalde regentenfuncties niet meer bereikbaar waren, maar hun vermogen en hun gunstige huwelijken zorgden er voor dat zij tot de elite bleven behoren.
De sterke sociale stijging en het grote familiekapitaal opende de adellijke huwelijksmarkt en in 1746 trad hun kleinzoon Jacob Theodoor Roest van Alkemade (1717-1767), die meester-munter in de Munt in Dordrecht was, in het huwelijk met de adellijke Elisabeth Maria Cornelia Oem van Moesenbroeck, vrouwe van Moesenbroeck (1727-1785).
Hun oudste zoon werd in 1816 opgenomen in de Nederlandse adel met de titel baron op basis van het adelsdiploma van Keizer Jozef II uit 1782. Deze tak stierf in 1851 uit. Hun tweede zoon voegde de naam van zijn moeder toe en deze tak werd uiteindelijk in de Belgische adel opgenomen waar zij voortleeft als De Roest d’Alkemade en De Roest d’Alkemade gezegd Oem van Moesenbroeck. Deze tak heeft de titel burggraaf bij eerstgeboorte.
Een leuke ontdekking in de St-Michiels en St-Goedelekathedraal in Brussel: een herdenkingsplaat van de familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn. Daarboven een geschonken glas-in-lood raam, waarover op een later moment meer op AiN!
Philippine Karin Josephina barones van der Feltz, geboren Singapore 12 februari 2024, dochter van Rutger Robert Jan baron van der Feltz en Liselotte Willemijn barones van der Feltz née Wijsman.
Margaretha van Reede leefde in roerige tijden met als dieptepunt het Rampjaar 1672, waarin de Republiek door onder meer de Franse troepen werd aangevallen, die in februari 1673 het kasteel Amerongen van de Van Reedes in de brand staken. Hierover schreef zij kort daarop op 27 februari: ‘dat de franse hetselfve aen de vier hoecke soude aen brant gesteecke hebbe (…) het soude twee dage brant hebbe.’
Margaretha van Reede stond er alleen voor in deze moeilijke jaren, omdat haar echtgenoot, de diplomaat Godard Adriaan baron van Reede (1621-1691), veel in het buitenland verbleef. Eén à twee maal per week schreef zij echter trouw aan haar echtgenoot en besprak in deze brieven de dagelijkse beslommeringen, de herbouw en het beheer van kasteel Amerongen, de financiën en gebeurtenissen in de naaste familie. Vrijwel steevast liet zij de brieven aan haar echtgenoot beginnen met de aanhef ‘Mijn heer en lieste hartge’ en eindigde deze met ‘uhEd (U hoog Edele – red.) getrouwe wijff, M. Turnor’
Over deze brieven verscheen een bijzonder boekje, dat op kasteel Amerongen nog steeds te koop is: D. Pezarro, Mijn heer en liefste hartje, (Amerongen, 1991).
HET GRAF VAN JONKHEER HUGO ANTONIO LOPEZ DIAZ DA FONSECA (1814-1836)
Op de zeer fraai aangelegde begraafplaats Soestbergen in Utrecht – naar een ontwerp van J.D. Zocher uit 1830 – treft men veel adellijk funerair erfgoed. Eén voorbeeld hiervan is het opvallende grafmonument voor de jonggestorven voornoemde jonkheer Lopez Suasso Diaz da Fonseca.
Boven zijn graf verheft zich een afgeknotte zuil als symbool van het plotseling, jong afgebroken leven, waarop het familiewapen is aangebracht met daarboven een Brabantse baronnenkroon met zeven parels. Het familiewapen is omringd door een lauwerkrans, waarvan de bladeren, die altijd groen blijven, symbool staan voor het eeuwige leven en voor de onvergankelijkheid, maar de krans is tevens een symbool van eerbetoon aan de overledene.
Jonkheer Hugo Antonio Lopez Suasso Diaz da Fonseca werd geboren op 1 september 1814 te Horsham in Sussex (UK). Zijn vader, jonkheer Antonio Lopez Suasso Diaz da Foseca, stamde uit een Portugees-joods geslacht en een voorvader werd in 1676 door de Spaanse Koning Karel II verheven tot Baron van Avernas le Gras. De familie vestigde zich in de 17e eeuw in ‘s-Gravenhage en in 1831 volgde de erkenning in de Nederlandse adel en de benoeming in de Ridderschap van Zuid-Holland. Zijn moeder, Esther Elisabeth de Carteret, was afkomstig van het eiland Jersey en stamde uit een Franse adellijke familie.
Hij groeide als tweede kind in het gezin met een oudere broer en een jonger zusje en broertje de eerste jaren op in Horsham, Southampton en Plymouth. Hier woonde het gezin, omdat zijn vader na de Bataafse Revolutie in 1795 het land verlaten had en als kapitein in dienst getreden was bij de Horseguards. Na het overlijden van zijn moeder in 1829 nam zijn vader ontslag uit het leger en vestigde zich in Brussel, maar door de Belgische Opstand van 1830 ging het gezin in Nederland wonen. Jonkheer Hugo Antonio Lopez Suasso Diaz da Fonseca ging vervolgens letteren en rechten studeren in Utrecht, maar kwam hier op 27 januari 1836 op eenentwintigjarige leeftijd te overlijden. Zijn diepbedroefde vader stichtte hem een monumentaal graf, dat nog heden getuigt van dit grote verdriet.