Jorden van Foreest: winnaar Tata Steel-schaaktoernooi

Afb. Jorden van Foreest, screenshot met dank aan de NOS.

Jonkheer Jorden van Foreest (21 jaar) won gisteren in Wijk aan Zee de 83ste editie van het Tata Steel-schaaktoernooi. Kenners zien in deze zege een doorbraak naar de wereldtop.

In de familie van Jorden van Foreest komt meer schaaktalent voor: niet alleen zijn zusje en vier broers schaken, maar ook zijn overgrootvader jonkheer Arnold Engelinus van Foreest (1863-1954) en diens broer jonkheer Dirk van Foreest (1862-1956) waren grote schaaktalenten; beiden waren drie keer Nederlands kampioen.

Link naar het bericht over zijn overwinning op de site van de NOS met een filmpje, waarin Jorden van Foreest geïnterviewd wordt: https://nos.nl/artikel/2366818-van-foreest-stunt-bij-tata-schaaktoernooi-eerste-nederlandse-winnaar-sinds-1985.html

Boekennieuws: Vier seizoenen in Damascus, door Fernande van Tets

In maart 2018, als de oorlog in Syrië zijn achtste jaar ingaat, verhuist Fernande van Tets naar Damascus. Terwijl om haar heen het Syrische leger de laatste opstandige gebieden door middel van uithongering en bombardementen tot overgave dwingt, leeft zij als communicatiemedewerker voor de Verenigde Naties in de weelde van het Four Seasons Hotel, met de geheime dienst in de lobby. Tijdens het zogeheten ‘jaar van de overwinning’ ziet ze wat die overwinning gekost heeft: een land in puin en een bevolking op drift. Ze praat met Syriërs over hoe zij de toekomst zien – van de angst om te verdwijnen in een Syrische gevangenis tot het vinden van een geschikte partner nu zoveel mensen dood of gevlucht zijn. Syrië stuurt aan op de terugkeer van vluchtelingen uit het buitenland, en ook in Nederland vinden we dat het tijd is voor de Syriërs om naar huis te gaan. Maar wat is er voor hen nog om naar terug te keren? Fernande van Tets schetst een indrukwekkend en huiveringwekkend beeld van een land waar het leven niet vanzelfsprekend is.

Jonkvrouwe Fernande van Tets (1985) heeft Arabisch en politicologie gestudeerd. In 2011 verhuisde zij naar Beiroet. Zij heeft als freelancejournalist voor onder meer Trouw, De Groene Amsterdammer, The Independent en de televisiezender France 24 gewerkt. In de jaren 2018-2019 werkte zij als communicatiemedewerker voor UNRWA, de hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen van de VNi n Damascus.

Link naar bestelmogelijkheid https://www.thomasrap.nl/boek/vier-seizoenen-in-damascus/

Kijk hieronder de boekpresentatie terug met een interview met de auteur:

 

TV tip: De strijd om het Binnenhof, over Rutger Jan Schimmelpenninck

Afb. Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825), op een portret als gezant van de Bataafse Republiek te Parijs (1798-1802, 1803-05), met zijn vrouw Catharina Nahuys (1770-1844) en zijn kinderen Catharina (1790-1842) en Gerrit (1794-1863). Dochter Catharina zou later in het huwelijk treden met Salomon baron Dedel (1775-1846). Zoon Gerrit werd in 1834 verheven in de Nederlandse adel en hem werd de titel graaf verleend. Uit het tweede huwelijk van zoon Gerrit met Jeannette Philippine Frederique Caroline Constantine von Knobelsdorff (1796-1852) komen de huidige graven en jonkheren Schimmelpenninck voort. Portret door Pierre Prud’hon, 1801 – 1802, coll. Rijksmuseum Amsterdam.

Mr. Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825), stamvader van de graven en jonkheren Schimmelpenninck, groeide op in Deventer waar zijn vader wijnkoper was. Hij had in de Franse tijd een stormachtige carrière en bracht het in de jaren 1805-1806 tot raadspensionaris van Nederland, waarmee hij grote invloed kreeg. In 1799 kocht hij voor 36.000 gulden de havezate Nijenhuis. Het huis en het omringende 200 ha. grote landgoed zijn nog steeds in het bezit van zijn familie en het huis wordt bewoond door zijn nazaten, de graven Schimmelpenninck.

Vanavond is op NPO 2 tussen 22.20-23.15 uur De strijd om het Binnenhof te zien, waarin dit keer Rutger Jan Schimmelpenninck en echtgenote Catharina Nahuys de hoofdpersonen zijn.

Link naar meer informatie over deze uitzending: https://www.tvgids.nl/tv/de-strijd-om-het-binnenhof/102652511

Link naar een interview (PREMIUM artikel) met nazaat Albert graaf Schimmelpenninck over zijn voorvader Rutger Jan Schimmelpenninck n.a.v. deze uitzending: https://www.tubantia.nl/hof-van-twente/in-diepenheim-leeft-de-geest-van-bijna-president-rutger-jan-schimmelpenninck-voort~a6b40b34/

Boekennieuws: Sporen van Six in Lisse

Afb. Op de voorkant het portret van (waarsch.) Pieter Six (1655-1703) door Caspar Netscher uit 1677.

De voetafdruk van een Amsterdamse familie op een dorpsgemeenschap in de jaren 1640-1763.

De Nederlandse familie Six behoorde eeuwenlang tot de elite van de maatschappij en vanaf 1815 werden verschillende leden in de Nederlandse adel opgenomen als jonkheer of baron bij eerstgeboorte. Over de verschillende generaties Jan Six is veel geschreven. Over de drie generaties Pieter Six is weinig bekend. Wie waren zij en welke sporen hebben zij achtergelaten in Lisse? Ze maakten deel uit van de vroedschap van Amsterdam, werden advocaat, burgemeester en bewindhebber van de VOC. Dankzij erfenissen zat Pieter Six I goed in de slappe was. Hij bleek in 1674 rijker te zijn dan zijn broer Jan. De generaties Pieter Six hadden vanaf 1640 een hofstede met landerijen in Lisse. Dat verrijkten zij in 1662 met de aankoop van het Keukenduin. Ze groeven het duin af, het zand werd met duizenden schepen afgevoerd door de zandsloot.

Pieter Six II was een fervent kunstverzamelaar, zijn huis aan de Herengracht in Amsterdam leek wel een museum. Ook in de hofstede in Lisse hingen veel schilderijen waaronder het bekende portret van Jan Six I door Rembrandt uit 1654. Het boek Sporen van Six in Lisse laat zien dat de band met het dorp steeds hechter werd. Pieter Six III liet in zijn testament een legaat na aan de Diaconie van Lisse om er een hofje mee te stichten. Hij overleed in 1755, zijn echtgenote Geertruida van der Lijn in 1763, kinderloos. Het einde van een tijdperk.

Link naar bestelmogelijkheid via Uitgeverij Verloren https://verloren.nl/boeken/regio-s-en-steden/holland_2/sporen-van-six-in-lisse

Bevrijding Auschwitz: de familie Lopes Suasso

Afb. Jonkheer Francisco Ephraïm Lopes Suasso (1864-1944), de laatste mannelijke telg van het adellijke geslacht Lopes Suasso. Foto met dank aan www.joodsmonument.nl.

Zesenzeventig jaar geleden werd op 27 januari het vernietigingskamp Auschwitz bevrijd. Op deze datum wordt maandag herdacht dat zes miljoen Joden vermoord werden.

Onder deze zes miljoen namen ook drie leden en drie aangehuwde leden van de adellijke familie Lopes Suasso. Het geslacht Lopes Suasso gaat terug tot in de 16e eeuw in Spanje. In 1676 werd een voorvader door Koning Karel II van Spanje verheven tot Baron van Avernas le Gras. In de 17e eeuw vestigde de familie zich in Nederland en behoorde hier tot de Portugees-Joodse gemeente.

De familie maakte fortuin als handelaren en bankiers en financierde de politiek van Stadhouder Willem III die leidde tot de ‘Glorious Revolution’ in Engeland en de koningskroon voor Willem III. In de jaren 1818, 1821 en 1831 werden drie leden in de Nederlandse adel erkend met het predikaat van jonkheer.

In de Tweede Wereldoorlog kwamen de volgende familieleden om in de concentratiekampen:

Jonkheer Francisco Ephraïm Lopes Suasso, geboren Amsterdam 31 oktober 1864, overleden concentratiekamp Auschwitz omstr. 21 mei 1944, 79 jaar, weduwnaar van Estella Lopes Suasso née Henriques de Castro (1861-1941). Hij was de laatste mannelijke nakomeling van de familie Lopes Suasso.

Jonkheer David Gabriël Leonard Lopes Suasso, geboren ’s-Gravenhage 25 april 1891, overleden concentratiekamp Auschwitz omstreeks 26 februari 1943, 51 jaar (zoon van voorgaande).

Anna Bosch née jonkvrouwe Lopes Suasso, geboren Hannover 30 januari 1867, overleden Theresienstadt 24 mei 1944, 76 jaar, weduwe van François Gustaaf Thierry Bosch (1856-1940) (zusje van jonkheer Francisco Ephraïm).

Mozes Spier, geboren Kalkar 10 september 1864, overleden concentratiekamp Sobibor 30 april 1943, 78 jaar, gescheiden echtgenoot van jonkvrouwe Rachel Lopes Suasso (1863-1912).

Rachel Anna Mendes da Costa, geboren Amsterdam 30 maart 1892, overleden concentratiekamp Sobibor 16 april 1943, 51 jaar, douairière jonkheer Mozes Lopes Suasso (1880-1931), zij hertrouwde in 1933 Albert Cohn, geboren Magdeburg 11 juli 1871, overleden concentratiekamp Auschwitz 6 september 1944, 73 jaar.

Bénoit Franco Mendes, geboren Amsterdam 18 maart 1869, overleden concentratiekamp Auschwitz 20 oktober 1944, weduwnaar van Esther Franco Mendes née jonkvrouwe Lopes Suasso (1881-1931), 75 jaar.

In het komende themanummer ‘Oorlog & Vrede’ van het digitale magazine van de stichting Adel in Nederland, dat de donateurs vier keer per jaar per mail toegestuurd krijgen, zal het tragische verhaal van de familie Lopes Suasso te lezen zijn. Benieuwd naar dit verhaal? Word dan voor 17,50 euro per jaar donateur. Mail voor meer informatie naar info@adelinnederland.nl.

Veilingnieuws: het verhaal bij het portret van Cornelis Gerritsz. de Lange

Afb. Portret van een koopman uit de 17e eeuw.

Op maandag 25 januari loopt er een online veiling af bij Veilinghuis Korendijk, dat een dependance is van het Zeeuws Veilinghuis in Middelburg. Eén van de aangeboden kavels is dit portret. Lees het verhaal hierbij hieronder of kijk in de catalogus voor wat er verder geveild wordt op https://korendijk.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

RECTIFICATIE:
Dankzij een attente en zeer gewaardeerde tip werden wij er attent op gemaakt dat het afgebeelde portret niet Cornelis Gerritsz. de Lange kan betreffen. De schilder heeft wel de houding en de achtergrond (de traanrokerij ‘Het Platten’) overgenomen van het oorspronkelijke portret door Lucas van de Kaey uit 1664, maar het gezicht is teveel afwijkend. In de catalogus van Veilinghuis Korendijk staat het daarom nu omschreven als ‘Portret van een koopman uit de 17e eeuw’. Intrigerende vraag hierbij blijft wel, wat de schilder of de opdrachtgever heeft bewogen een kopie te (laten) maken met een afwijkend gezicht, terwijl op de zuil wel vermeld staat ‘Cornelis de Lange AETATIS 75’.

Afb. 2. Het originele portret: Cornelis Gerritsz. de Lange, portret door Lucas van de Kaey 1664. Foto RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.

Cornelis Gerritsz. de Lange werd geboren omstreeks 1589 en overleed in Jisp op 28 december 1664. Hij was eigenaar van de (walvis)traankokerij ‘Het Platten’ in Jisp. Jisp maakte in de 16e en 17e eeuw een grote bloei door, mede dankzij de walvisvaart. De familie De Lange was zeer prominent in Jisp en hield zich niet alleen bezig met de walvisvaart, maar was ook actief als traankoker, olieslager, koopman en bestuurder. Cornelis de Lange was commandeur-eigenaar walvisvaarder en burgemeester van Jisp. Mogelijk had zijn achternaam De Lange een verband met zijn rijzige gestalte.

Zijn achterkleindochter Anna Adriaans de Lange (1714-1753) trad in 1734 in het huwelijk met Pieter Pergerrits (1707-1757), die koopman in obligaties, brouwer, jeneverstoker en schepen van Purmerend was. Hij werd verbannen uit Holland en Westfriesland, nadat hij obligaties vervalst had en vluchtte naar Denemarken. Zijn vrouw en kinderen liet hij achter en deze kinderen namen daarop de familienaam van hun moeder over. De huidige jonkheren De Lange zijn nakomelingen van dit echtpaar.

Pieter Pergerrits kwam in Denemarken tot aanzien, werd zeepfabrikant en kocht het landgoed Buderupholm. In 1752 werd hij door Koning Frederik V van Denemarken in de Deense adelstand verheven met de familienaam De Lange van Bergen. Op basis van deze adelsverheffing werden nakomelingen van hem in de jaren 1996-1998 ingelijfd in de Nederlandse adel.

Informatie op het kopieportret:
Op het portret staat een man afgebeeld met een brief in zijn hand met daarop de tekst  ‘Volherdt staegh volmaeckt slaegh anno 1654’ en op de zuil ‘Cornelis de Lange AETATIS 75’. Op de achtergrond is de traankokerij ‘Het Platten’ te zien.

Het portret meet 116-99 cm en is een vrije kopie naar het portret door Lucas van de Kaey uit 1664 van Pieter Gerritsz. de Lange. Het wordt getaxeerd op 600-800 euro.

Kijk in de online catalogus voor wat verder geveild wordt op https://korendijk.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

De ‘Heimführung’ van het echtpaar Von Rechteren-Limpurg-Speckfeld – Van Rechteren Limpurg in 1907

Afb. 1. Afb. 1. ‘Heimführung Sr. (Seiner – red.) Erlaucht des Grafen Friedrich von Rechteren Limpurg und Ihrer Erlaucht der Gräfin Adolphine geborenen Gräfin v. Rechteren Limpurg – 24 Okt. 1907.’

Op 17 oktober 1907 trad de Duitse ‘eerste luitenant à la suite in het Beijersche Leger’ Friedrich Ludwig Botha Alfred Conrad Graf von Rechteren-Limpurg-Speckfeld op het stadhuis van ’s-Gravenhage in het huwelijk met zijn Nederlandse achternichtje Adolphina Adriana gravin van Rechteren Limpurg.

De bruidegom was 31 jaar en woonachtig in Markt Einersheim in Beieren, terwijl de bruid 19 jaar was en in ’s-Gravenhage woonde. Met haar ouders en broertje bewoonde zij hier een vorstelijk stadspaleis aan de Javastraat nr. 26, dat in latere jaren groot genoeg was om als stadhuis van ’s-Gravenhage te kunnen dienen.

Het bruidspaar had gemeenschappelijke voorouders in Jan Everard Adolph Graaf van Rechteren, heer van Rechteren, de Schuilenburg en de Eze (1714-1754) en Sophia Carolina Florentina des H.R. Rijksgravin van Rechteren, vrouwe van Almelo en Vriezenveen (1725-1805). De oudste zoon van dit echtpaar werd de stamvader van de Nederlandse takken op kasteel Rechteren en huis Almelo, terwijl hun jongste zoon de stamvader werd van de Duitse tak, die zou opvolgen in de Beierse bezittingen.

Het was een indrukwekkend gezelschap dat zich op het Haagse gemeentehuis verzamelde: de bruid werd vergezeld door haar ouders Wilhelm Reinhard Adolph Carel graaf van Rechteren Limpurg en jonkvrouwe Constance Jacoba Johanna Wilhelmina van den Santheuvel. Als getuigen voor haar traden haar oom Henrij Boudewijn de Roo van Capelle, heer van Westmaas en Greup, uit Dordrecht en haar oom Samuël Adolph graaf van Rechteren Limpurg op. Laatstgenoemde was oud-consul in Bordeaux en woonde in Rozendaal. De vader van de bruidegom, Friedrich Albrecht Emil August Graf von Rechteren-Limpurg-Speckfeld, was 14 jaar daarvoor al overleden en zijn moeder, Christine Gräfin zu Stolberg-Wernigerode, had de lange reis niet ondernomen en was in Beieren gebleven. Zijn getuigen waren Willem Peter graaf van Bylandt, referendaris bij het Kabinet der Koningin, en een Nederlandse achterneef, Adolph Zeyger graaf van Rechteren Limpurg, die op het stamslot Rechteren van de familie in Dalfsen woonde.

Een week na de voltrekking van het huwelijk kwam het grafelijk echtpaar in Beieren aan en ter gelegenheid van hun terugkeer werd deze fotokaart uitgegeven, waarop het jonggehuwde paar staat afgebeeld met boven hen hun beider wapens met daarboven een vorstenkroon; de Van Rechterens werden tot de Hohe Adel gerekend en het Hoofd van deze tak voerde het predikaat ‘Erlaucht’, dat zich in het Nederlands laat vertalen als Illustere Hoogheid.

In latere jaren werd Friedrich uiteindelijk ritmeester in Beierse dienst en rechtsridder bij de Johanniter Orde. Het echtpaar kreeg twee dochters, waaruit nakomelingen in Duitsland en Nederland voortleven.

Afb. 2. De handtekeningen onder de huwelijksakte.