Her Grace The Dowager Duchess of Grafton – een Engels In Memoriam met een Nederlands tintje

Afb. 1. De Hertogin van Grafton, toen nog getiteld Gravin van Euston, als Lady of the Bedchamber, in een rood fluwelen mantel met hermelijn gevoerd, recht achter Koningin Elizabeth in het cortège, tijdens de Kroning in 1953. Screenshot afkomstig uit The Coronation.

Hoewel niet behorend tot de Nederlandse adel is het overlijden van de Hertogin douairière van Grafton voor AiN toch aanleiding voor een In Memoriam, omdat haar levensverhaal ook het verhaal vertelt van Engelse adel nu en adellijke representatie.

Op 3 december jl. overleed op 101-jarige leeftijd Fortune Dowager Duchess of Grafton. Ann Fortune Smith werd geboren op 24 februari 1920 als dochter van kapitein Evan Cadogan Eric Smith en Helen Williams. Haar vader was drager van het Military Cross en voorzitter van de National Provincial Bank. Hij stamde uit een geslacht dat teruggaat tot in de 15e eeuw. In de 17e eeuw was een voorvader drapenier, die zich bezighield met de productie en verkoop van laken, maar de maatschappelijke stijging begon in de 18e eeuw met een voorvader die bankier werd en in 1658 Smith’s Bank of Nottingham stichtte. Het sterk groeiende familievermogen zorgde voor stijging op de maatschappelijke ladder en er werden landgoederen aangekocht. Verschillende nakomelingen werden in de Engelse adel verheven en zo werd een Smith Marquess of Lincolnshire (uitgestorven in 1928) en een andere Smith werd Baron Carrington of of Upton. Voor deze tak werd de familienaam Smith te gewoon bevonden en deze werd gewijzigd in Carington. De bekendste naamsdrager uit deze tak is ongetwijfeld de 5th Baron Carrington, die als Lord Carrington in de jaren 1983-1988 Secretaris-Generaal van de NAVO was. Zo werden de Smiths van middenstanders dankzij hun fortuin ‘upper class’ en worden zij tot de ‘landed gentry’ gerekend; de ongetitelde landadel, die met hun grondbezit en leefstijl adellijke allure heeft.

Fortune was de oudste dochter in het gezin en groeide op met een oudere broer, een jonger zusjes en broertje. Tijdens een ball op Euston Hall leerde zij haar toekomstige echtgenoot kennen: Hugh Denis Charles Fitzroy, Earl of Euston (1919-2011). Hij was de oudste zoon van de 10th Duke of Grafton en zou zijn vader als 11th Duke of Grafton opvolgen. Zijn grootmoeder van moederszijde was een Smith en op deze wijze waren zij verre neef en nicht van elkaar.

De familie Fitzroy (wat letterlijk zoon-van-de-koning betekent) stamt af van een natuurlijke zoon van Koning Charles II Stuart (1630-1685) bij zijn maîtresse Barbara Villiers (1640-1709): Henry Fitzroy (1663-1690). Hij werd op 8-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan de 4-jarige Isabella Bennet, erfdochter van de 1st Earl of Arlington. Volgens de overlevering bedong haar vader dat zijn jonge schoonzoon een hertogelijke titel moest krijgen, hetgeen drie jaar na het huwelijk ook gebeurde. Zij bracht onder meer Euston Hall als bezit mee en de 12th Duke of Grafton woont hier nóg (zie https://www.eustonhall.co.uk). Isabella Bennet was via haar moeder, Elisabeth van Nassau, een achterkleindochter van Willem van Oranje.

De echtgenoot van Fortune werd kapitein bij de Grenadier Guards en was in de jaren 1943-1947 aide-de-camp van de onderkoning van India. Nadat hij zijn vader in 1970 was opgevolgd als 11th Duke of Grafton, 11th Earl of Euston, 11th Viscount of Ipswich en 11th Baron Sudbury of Sudbury, beheerde hij Euston Hall en het bijbehorende grootgrondbezit van ruim 10.000 acres. Daarnaast werd hij ‘Deputy Lieutenant of Suffolk’, lid van de Society of Antiquaries, voorzitter en later president van de Society for the Protection of Ancient Buildings, en zat hij verschillende keren de Historic Churches Preservation Trust, de Architectural Heritage Fund, de Church of England’s Cathedral Advisory Commission en Sir John Soane’s Museum voor. Bij zijn overlijden in in 2011 werd over hem gezegd: “Hij was een welbespraakte voorvechter van natuurbehoud, gaf lezingen over de hele wereld en zat in een adembenemende reeks van stichtingen op het gebied van architectuur en faciliterende instanties.” In 1975 werd hij door de Engelse Koningin benoemd tot Ridder in de Orde van de Kouseband.

Zijn echtgenote had haar eigen carrière: in 1949 werd zij benoemd in het ‘Office of Justice of the Peace’ voor het graafschap Londen. In 1953 volgde een benoeming die haar leven zou gaan bepalen: zij werd benoemd tot hofdame met de rang van Lady of the Bedchamber. In deze functie nam zij deel aan de Kroning van Koningin Elisabeth II en ging zij de hofdames voor in het cortège achter de Koningin. Zij zou Lady of the Bedchamber blijven tot in 1966 en werd in 1967 benoemd tot Mistress of the Robes. Oorspronkelijk hield dit toezicht houden op de kleding en juwelen van de Koningin in, maar haar taak was de aanwezigheid van de hofdames bij de koningin te regelen en aanwezig te zijn bij officiële gelegenheden. Zo was zij bij staatsbezoeken in binnen- en buitenland aanwezig, maar ook menig keer bij de opening van het parlementaire jaar, waarbij zij achter de troon stond.

Bij deze en andere officiële gelegenheden droeg zij steeds een imposant diadeem, bezet met flonkerende diamanten, een diamanten halsketting, oorringen en broche. Hoezeer de hertogelijke waardigheid tot de verbeelding sprak, bleek zelfs uit haar In Memoriam in The Times, waarin haar diadeem de ‘Grafton Tiara’ werd genoemd en ‘een koninklijk familiejuweel’, terwijl zij deze al die jaren van haar schoonzusje Smith née Denham of the Barons Denham of Dovedale geleend had.

Een voormalige lakei zei over haar: “Ik herinner me dat de Hertogin heel goed sprak, onberispelijke manieren had, net als Hare Majesteit, en altijd aanwezig was met een subtiele toepassing van make-up in natuurlijke kleuren en de zeer zoete geur van Floris-parfum – heel elegant.”

Naast haar officiële taken zette zij zich voor vele lokale goede doelen in, waaronder de British Heart Foundation.

Uit haar huwelijk werden twee zoons en drie dochters geboren. Haar oudste zoon overleed aan kanker voordat zijn vader zou overlijden en daarom werd deze laatstgenoemde in 2011 als Duke of Grafton opgevolgd door zijn kleinzoon, de huidige 12th Duke of Grafton.

Vanwege haar verdiensten werd the Duchess of Grafton in 1970 benoemd tot Dame Commander, Royal Victorian Order (D.C.V.O.) en in 1980 volgde haar benoeming tot Dame Grand Cross, Royal Victorian Order (G.C.V.O.). Her Grace The Dowager Duchess of Grafton née Anne Fortune Smith overleed op 3 december 2021 op de leeftijd van 101 jaar.

Informatie over het diadeem en de citaten met dank aan https://royalwatcherblog.com/2018/02/24/grafton-tiara/