Maandag 10 okt.: afloop timed-online veiling bij Veilinghuis Korendijk met o.a. ‘Nieuwe Cronyk Van Zeeland’

Afb. 1. De titelpagina. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Korendijk.

Op maandag 10 oktober loopt er een timed-online veiling af van kunst, antiek, zilver, schilderijen, enz. in allerlei prijsklassen bij Veilinghuis Korendijk, dat een dependance is van het Zeeuws Veilinghuis in Middelburg. Eén van de kavels betreft de ‘Nieuwe Cronyk Van Zeeland’. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogus om te zien wat er verder geveild wordt op https://korendijk.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

Jacobus Eyndius schreef de ‘Chronici Zelandiae’ en Johan Reygersberg ‘Dye Chronijck van Zeelandt’. Mattheus Smallegange (1624-1710) gaf als vervolg hierop de ‘Nieuwe Cronyk van Zeeland’ uit, waarin hij ook samenvattingen gaf van voornoemde auteurs: ‘Nieuwe Cronyk Van Zeeland, Eerste Deel Vervattende De voor desen uitgegeven Cronyken van de Heeren, Jacobus Eyndius, en Johan Reygersberg, veel vermeerdert ontrent deses Landschaps Oudheden en Herkomsten, Wateren en Stroomen, Eilanden, Steden..’ Deze uitgave is compleet met alle prenten, waaronder een ‘Oostersteyn met een pissende koe’ en ‘Byvoegselen tot de Cronyk van Zeeland’. Wat deze uitgave extra interessant maakt (ook al kunnen hier kritische kanttekeningen bij geplaatst worden), is de ‘Beschryving van den Zeelandschen adel’ met zes wapenkaarten uitgegeven te Middelburg door Joannes Meertens en Abraham van Someren, 1696 en 1704.

Het betreft kavel 1147 en het wordt getaxeerd op 900-1000 euro. Veilingopbrengst: 860 euro.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt bij Veilinghuis Korendijk? Kijk dan in de online catalogus op https://korendijk.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

Afb. 2. Een geliefde prent: ‘Oostersteyn met een pissende koe’. In het verleden werden prenten vaak uit boeken gesneden, omdat ze per stuk meer opbrachten. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Korendijk.

 

Veilingnieuws do. 6 t/m za. 8 okt. Twents Veilinghuis: bijzonder portret van Ernst Wilhelm Graaf zu Bentheim und Steinfurt (1623-1693) en wapenporselein

Afb. 1. Het portret van Ernst Wilhelm Graaf zu Bentheim und Steinfurt is gesigneerd door Carl Maratti en geannoteerd 1655. De stadswapens en het portret zijn door Maratti en de rest is door leerlingen. Het heeft een oudere bedoeking en er heeft een kleine restauratie van kogelgaten midden bovenin plaatsgevonden. Het betreft olieverf op linnen. Afmeting: 88×75 cm. Bieden vanaf 5000 euro. Veilingopbrengst: 6500 euro. Foto met hartelijke dank aan het Twents Veilinghuis

Van donderdag 6 t/m zaterdag 8 oktober vindt er bij het Twents Veilinghuis in Enschede een grote veiling plaats met antiek, zilver, sieraden, militaria, enz., met onder meer een bijzonder portret van Ernst Wilhelm Graaf zu Bentheim und Steinfurt (1623-1693) en wapenporselein. Lees het verhaal hierbij hieronder of kijk in de online catalogus wat verder te koop is op https://www.twentsveilinghuis.nl/nl/objekte/au-60/oktoberveiling_2022?Lstatus=0

Kavel 1018 betreft een olieverfportret door Carl Maratti (1625-1713) uit 1655. Afgebeeld is een Graaf zu Bentheim und Steinfurt. Linksboven is het samengestelde familiewapen van deze graaf te zien en zijn beeltenis is omringd door de wapens van de verschillende steden in zijn graafschap, waarover hij heerste. Rechtsboven houdt een putto daarom een vorstenkroon vast als teken van de soevereiniteit over zijn graafschap. Deze stadswapens zijn voor een deel ook terug te zien in zijn samengestelde familiewapen linksboven. Duidelijk herkenbaar is het stamwapen Bentheim (in rood twintig gouden schijfjes, waarvan in de tweede rij de buitensten voor de helft in de schildrand verdwijnen) en Steinfurt (in goud een rode zwaan). Gezien het jaartal lijkt het hier vrijwel zeker Ernst Wilhelm Graaf zu Bentheim und Steinfurt (1623-1693) te zijn en met hem is een bijzonder verhaal verbonden.

Ernst Wilhelm Graaf zu Bentheim und Steinfurt werd geboren in 1623 als zoon van Arnold Jobst Graaf zu Bentheim und Steinfurt en Anna Amalia Gravin von Isenburg-Büdingen. Beide ouders stamden uit regerende families in het Duitse Rijk. In 1643 werd hij regerend Graaf, maar dit was voor hem geen aanleiding om in het huwelijk te treden. Daarom benoemde hij een jongere broer tot erfgenaam en opvolger. In 1661 werd Ernst Wilhelm echter verliefd op een hofdame van zijn moeder op kasteel Bentheim en huwde in het geheim met haar: de Nederlandse Geertruida van Zelst (1633-1679), die niet van adel was. Dit laatste was een probleem, want het huwelijk was niet op stand en de familie van Ernst Wilhelm had grote bezwaren hiertegen. Ernst Wilhelm bevestigde daarop nogmaals zijn jongere broer als opvolger.

Ernst Wilhelm en Geertruida kregen zes kinderen en om de toekomst van haar kinderen veilig te stellen, schreef Geertruida een brief aan Bernhard van Galen, bisschop van Münster, en verzocht hem om de voogdij over haar kinderen op zich te nemen. De bisschop nam dit verzoek aan en zorgde bovendien voor een verheffing in de adel van Geertruida van Zelst. Alle problemen leken nu opgelost, maar de bisschop wilde meer: hij wilde dat de familie rooms-katholiek werd, zodat Bentheim ook een rooms-katholiek Graafschap zou worden.

Ernst Wilhelm bekeerde zich onder dwang en Geertruida stuurde daarop hun kinderen naar de Republiek, zodat zij protestant konden blijven. Zijzelf werd korte tijd door de bisschop gevangen genomen, maar zij wist te ontsnappen en vluchtte naar Den Haag. Hier werd Koning-Stadhouder Willem III de vertegenwoordiger van de belangen van haar oudste zoon. Met pauselijke ondersteuning werd het huwelijk ontbonden en Ernst Wilhelm hertrouwde Anna Isabella Gravin van Limburg Stirum (1654-1723). Uit dit huwelijk werd één dochter geboren.

Na het overlijden van Ernst Wilhelm kwam de familie tot een vergelijk: de nakomelingen van de jongere broer van Ernst Wilhelm volgden op in het Graafschap Bentheim en de oudste zoon van Ernst Wilhelm en Geertruida van Zelst volgde op in het kleinere Graafschap Steinfurt. Een eeuw later stierf de regerende tak in Bentheim uit en werden Bentheim en Steinfurt herenigd. In 1819 kreeg een nakomeling van Ernst Wilhelm en Geertruida van Zelst de titel Fürst en de familie regeerde tot in 1918 over het Vorstendom Bentheim und Steinfurt. Burg Bentheim is tot op de dag van vandaag familiebezit.

Benieuwd naar wat er nog meer geveild wordt? Kijk dan in de online catalogus van het Twents Veilinghuis op  https://www.twentsveilinghuis.nl/nl/objekte/au-60/oktoberveiling_2022?Lstatus=0

Afb. 2. Kavel 7004: een 18e-eeuws Chinees servies met een onbekend wapen (reacties zijn welkom!). De startprijs is 800 euro. Veilingopbrengst: 7000 euro. Foto met hartelijke dank aan het Twents Veilinghuis.

 

Dierendag: het graf van het lievelingspaard van de Keizerin op Amerongen

Afb. Een verstilde plek in het kasteelpark van Amerongen met het paardengraf van Uranus.

Toen Keizer Wilhelm II in 1918 naar Nederland vluchtte, vond hij een gastvrij onderdak op kasteel Amerongen bij Godard graaf van Aldenburg Bentinck. Zijn echtgenote Keizerin Auguste Victoria voegde zich later bij hem. De vleugel-adjudant van de Keizer, Sigurd von Ilsemann (1884-1952), huwde de dochter des huizes, Elizabeth gravin van Aldenburg Bentinck (1892-1971) en zij kreeg van de Keizerin als blijk van erkentenis voor de genoten gastvrijheid op kasteel Amerongen in 1919 haar lievelingspaard Uranus cadeau.

Elizabeth was een groot dierenvriend en toen Uranus op 12 augustus 1935 overleed, kreeg hij een speciale laatste plek en werd hij begraven in het kasteelpark onder een gedenksteen:

URANUS
GEB. 1915 GEST. 12 AUG. 1935
LIEVELINGS PAARD VAN H.M. DE KEIZERIN
GESCHONKEN AAN MEVR. VON ILSEMANN
1919

Wie nu in het kasteelpark van Amerongen rondwandelt, vindt daar nog steeds het graf van Uranus in het midden van een buxuscirkel met een in obeliskvorm gesnoeide taxus achter zijn grafsteen.

3 t/m 6 okt.: timed online veiling Veilinghuis Van Spengen met portret Boogaert van Alblasserdam

Afb. Lydia Cornelia Boogaert van Alblasserdam née van Riel (1744-1814), portret door N.L. Brugman uit 1785. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Van Spengen in Hilversum/https://www.vanspengen.nl.

Van 3 t/m 6 oktober loopt er een timed online veiling af bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum met kunst, antiek, zilver, porselein, juwelen, enz. Tot de aangeboden kavels behoren o.a. een portret van Lydia Cornelia Boogaert van Alblasserdam née van Riel. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogus voor wat verder geveild wordt op https://vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog#

Kavel 1013 betreft het portret van Lydia Cornelia Boogaert van Alblasserdam née van Riel (1744-1814), die een voormoeder is van de huidige graaf en baronnen Van Hogendorp. Lydia Cornelia van Riel werd geboren in 1744 in Rotterdam als dochter van Olivier van Riel en Johanna van Rijckevorsel. Haar vader was koopman, schepen en ouderling van de Waalse gemeente in Rotterdam en via haar moeder stamde zij uit het Rotterdamse regentengeslacht Van Rijckevorsel. In 1762 huwde zij mr. Nicolaas Martinus Boogaert van Alblasserdam (1737-1828). Hij was commissaris van het Zeegerecht Rotterdam en stamde uit een Delfts regentengeslacht, waaruit in de jaren 1905 en 1906 vier telgen werden verheven in de Nederlandse adel en nakomelingen leven als jonkheren Van Adrichem Boogaert en Bogaert voort.

Zijn voorvader mr. Andries Nicolaaszn Boogaert (1628-1699) maakte fortuin in Ned.-Indië en kocht de heerlijkheid Alblasserdam. Het echtpaar kreeg vijf dochters en deze huwden telgen uit de patriciaatsfamilies Umbgrove, Van Riemsdijk en Visscher en uit de adellijke families Van Reede van Oudtshoorn en Van Hogendorp. Hun nakomelingen uit deze tak van de baronnen Van Reede van Oudtshoorn zijn uitgestorven, maar hun nakomelingen uit de familie Van Hogendorp leven voort.

In 1814 kwam Lydia Cornelia Boogaert van Alblasserdam née van Riel te overlijden en haar echtgenoot liet in de ’s Gravenhaagsche Courant de volgende annonce plaatsen: ‘Het behaagde God, deze middag ten drie uren, door een onverwacht en schielyk toenemend verval  van krachten, uit myne liefde armen weg te nemen, myne dierbare Echtgenote, Vrouwe LYDIA CORNELIA VAN RIEL, in den ouderdom van ruim zeventig jaren, na eene gezegende Echtverbintenis van byna twee-en-vyftig jaren.— Ik houde my verzekert, dat een ieder welke de overledene heeft mogen kennen, een gevoelig deel zal nemen in de smerte die ik en de vyf overgeblevene onzer Kinderen door dat treffend verlies ondervinden, zonder dat het noodig zal zyn zulks door Condoleantie-brieven te betuigen.

Lydia Cornelia Boogaert van Alblasserdam née van Riel staat op dit portret met bladmuziek afgebeeld. Het portret is gesigneerd rechtsmidden ‘N.L. Brugman’ en gedateerd 1785. Het betreft een olieverfportret op ovaal paneel en heeft als afmeingen 37 x 30,5 cm. Het wordt getaxeerd op 800-1200 euro. Veilingopbrengst: 1505 euro.

Benieuwd naar wat er verder bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum geveild wordt? Kijk dan in de online catalogus https://vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog#

Geboren: Van Vierssen Trip, De Graeff en Bloemers

Afb. 1. Het familiewapen Van Vierssen Trip.

Jonkvrouwe Fiep Jolijn Pien van Vierssen Trip, geboren Stockholm (SE), 11 september 2022, dochter van jonkheer Frans Willem (‘Ward’) van Vierssen Trip en Mechteld van Vierssen Trip née van Spaendonck.

De familie Van Spaendonck is opgenomen in het Blauwe Boekje van het Nederland’s Patriciaat.

Afb. 2. Het familiewapen De Graeff.

Jonkheer Pieter Allard de Graeff, geboren Amsterdam 17 september 2022, zoon van jonkheer Cornelis Dirk de Graeff en Suzanne de Graeff née van Welie.

Afb. 3. Het familiewapen Fane of the Earls of Westmorland. Afbeelding met dank aan By NoahHK – Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=70327859.

Ferdinand Dirk Bloemers, geboren Londen 18 september 2022, zoon van Hemmo Synco Bloemers en Lady Daisy Caroline Bloemers née Fane of the Earls of Westmorland.

Erkenning adeldom: jonkheer Frans Lauta van Aijsma

Afb. 1. Jonkheer Frans Lauta van Aijsma bekijkt zijn adelsdiploma. V.l.n.r. jonkheer mr. Pieter de Savornin Lohman (voorzitter Hoge Raad van Adel), jonkheer Frans Lauta van Aijsma, mr. Hanneke Schipper-Spanninga (directeur-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en mr. Marc Scheidius (secretaris Hoge Raad van Adel). Foto met hartelijke dank aan de Hoge Raad van Adel/jonkvrouw Marjolein van Panhuys/www.instagram.com/marjoleinvanpanhuys/.

Op 26 september 2022 was het een feestelijke dag voor jonkheer Frans Lauta van Aijsma. Op die dag heeft de directeur-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties drs. J. Schipper-Spanninga het adelsdiploma aan de genobiliteerde uitgereikt tijdens een bijeenkomst bij de Hoge Raad van Adel. Hij werd daarbij erkend tot de Nederlandse adel te behoren.

De voorgeschiedenis was al in kleine kring bekend. Het begon allemaal in Schettens, een dorp onder Bolsward. Daar bevond zich een prachtige helm uit de zestiende eeuw, en onder in een grafkelder lagen ook de beenderen van enige Friese adellijke krijgslieden uit de zelfde tijd, onder wie die van de kolonel Schelte van Aysma (1578 – 1637). Deze beenderen zijn op 23 mei 2018 onder grote belangstelling bijgezet in de kerk van Schettens. Maar voordat dit kon gebeuren, moest eerst de identiteit worden vastgesteld van de overleden krijgslieden. En daarbij leidde het spoor naar Frans Lauta van Aijsma (1945-). Frans heeft op verzoek DNA afgestaan en na wetenschappelijk onderzoek in het laboratorium in Leiden werd onomstotelijk vastgesteld, dat hij een rechtstreekse voorvader deelt met Schelte van Aysma. En hij was ook de enige nog levende mannelijke telg van deze familie.

En dit leidde vanzelf tot de wens van Frans om evenals zijn vroegere verwanten in de Nederlandse adel te worden erkend. Zijn vriend André Buwalda, geboren en woonachtig in Schettens, had zich al jarenlang bezig gehouden met de genealogie van het geslacht Lauta van Aijsma, (sinds 1853 gespeld met Aij, voordien met Ay) en hij was hem hierbij behulpzaam.

Op 10 augustus 2021 richtte de 76 jaar oude Frans Lauta van Aijsma het verzoek aan Zijne Majesteit de Koning om samen met zijn enige dochter Miranda in de Nederlandse adel te worden erkend, waarbij hij erop wees, dat drie halfbroers van zijn voorvader Mathias Lauta van Aijsma (1808 – 1872) al in 1825 waren erkend. Die tak was in 1898 uitgestorven.

Afb. 2. Het familiewapen van de jonkheren Lauta van Aijsma, zoals dat op het adelsdiploma is aangebracht, met eronder de wapenspreuk ‘Met ouderwetse deugd en trouw’.

De Hoge Raad van Adel bracht al op 18 november 2021 advies uit aan het ministerie. Dit advies was kort en duidelijk: Frans voldeed aan de wettelijke vereisten om te worden erkend in de Nederlandse adel, omdat hij behoorde tot een geslacht, dat al voor 1795 behoorde tot de inheemse Nederlandse adel. En op 8 maart 2022 werd het Koninklijk Besluit ondertekend, waarbij de adeldom van Frans daadwerkelijk werd erkend, onder het gebruikelijke voorbehoud, dat eerst inschrijving van het adelsdiploma bij de Hoge Raad van Adel moest plaatsvinden. En dat is dan nu op feestelijke wijze gebeurd.

Toch was dit op het ministerie vervaardigde besluit in zoverre bijzonder, dat hierbij geen eisen van welstand aan de betrokkene en van zijn voorouders werden gesteld. In een geschrift uit 1949 merkte mr. W.J.J.C. Bijleveld nog op, dat de niet – geadelde tak Lauta van Aijsma ‘maatschappelijk vervallen’ zou zijn. Dat valt overigens nog te bezien, want nog in het begin van de twintigste eeuw trouwde een jongedame Lauta van Aijsma met een telg uit het patriciërsgeslacht van Eldik Thieme, en op dit moment zijn er nog vrouwelijke telgen van de familie, die zich verdienstelijk hebben gemaakt en nog maken voor de wetenschap. Maar inderdaad, Frans is een eenvoudige AOW-er en, naar hij zelf zegt, oud – fabrieksarbeider en op dit moment vrijwilliger in de mantelzorg. En hij woont in een huurflat. Hij bezit geen kasteel, zelfs geen auto en hij leeft sober.

Enige jaren geleden, in 2014, werd een soortgelijk verzoek tot erkenning in de adeldom nog afgewezen. De betrokkene had zijn afstamming van de vijftiende eeuwse graven van Limburg – Broich bewezen en zijn voorvaderen werden nog in de achttiende eeuw als jonker aangeduid, maar het ministerie was van oordeel, dat zij op grond van de door hen uitgeoefende beroepen destijds niet meer tot de adel werden gerekend. Afstamming betekent dus niet alles, althans volgens het ministerie.

Maar erkend kan worden dat het in het geval van Frans Lauta van Aijsma eenvoudiger lag, omdat de halfbroers van zijn voorvader Mathias in 1825 in elk geval wel tot de adel werden gerekend. Deze halfbroers vervulden in die tijd de functies van rentmeester der domeinen in Noord – Brabant, landbouwer en ambtenaar bij de domeinen en het amortisatiesyndicaat. Terecht vond het ministerie het niet nodig om verder onderzoek te doen naar de maatschappelijke positie van de toenmalige voorvader van Frans, de jongere halfbroer Mathias.

Hoe dit ook zij: Voor Frans en zijn dochter Miranda was het een bijzondere dag, waarop hij tijdens zijn bezoek aan de Hoge Raad van Adel zijn diploma in ontvangst mocht nemen.

Jonkheer mr. Dolph Boddaert
Bergen 26 september 2022

Meer weten en zien over deze bijzondere gelegenheid? Kijk dan op de website van de Hoge Raad van Adel: https://www.hogeraadvanadel.nl/actueel/nieuws/2022/09/27/adelsdiploma-voor-jonkheer-frans-lauta-van-aijsma

Benieuwd naar de kerk in Schettens, de grafkelder aldaar en de mogelijkheid om in deze kerk te overnachten? Kijk dan op: https://kerkovernachting.nl/

Afb. 3. Bloemen in de kleuren van het familiewapen Lauta van Aijsma namens de stichting Adel in Nederland. V.l.n.r. John Töpfer (directeur stichting Adel in Nederland), André Buwalda (kerkrentmeester in Schettens en grote drijvende kracht achter deze adelserkenning), jonkheer Frans Lauta van Aijsma, jonkvrouw Miranda Lauta van Aijsma, jonkheer mr. Dolph Boddaert (lid Raad van Advies van de stichting Adel in Nederland) en Diane. Foto met hartelijke dank aan de Hoge Raad van Adel/jonkvrouw Marjolein van Panhuys/www.instagram.com/marjoleinvanpanhuys/.

‘Tragiek en heldendom. Het leven van Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden’ – AiN sprak Louise barones van Wassenaer-Wiarda over haar nieuwste boek

Afb. 1. Louise barones van Wassenaer-Wiarda met haar nieuwste boek: ‘Tragiek en heldendom. Het leven van Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden’.

Zes jaar werkte Louise barones van Wassenaer née Wiarda aan dit boek en onlangs kwam het uit: ‘Tragiek en heldendom. Het leven van Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden’. Het was eigenlijk een boek dat zij samen met haar echtgenoot Otto baron van Wassenaer had willen schrijven, maar hij overleed helaas in 1996, het jaar waarin hij met pensioen ging, en Louise van Wassenaer besloot het boek alleen te gaan schrijven. De stichting Adel in Nederland werd door haar gastvrij ontvangen en sprak met haar over Jan van Wassenaer.

Hiervoor deed zij eerst jarenlang onderzoek en ontdekte hierbij de grote mogelijkheden van internet. Tussen de papieren van haar echtgenoot vond zij een stukje papier waarop hij ‘Jean de Wassenaere’ geschreven had en dit bleek de toegang te zijn tot een schat aan informatie. Zij gebruikte deze Franse vorm van Jan van Wassenaer als zoekterm in online archieven en vond daardoor bv. tien onbekende brieven van Jan van Wassenaer aan Landvoogdes Margaretha van Bourgondië. “Het is toch niet te geloven, dat één snipper papier tot zó’n vondst kan leiden?” Het was voor haar alsof haar man over haar schouder meekeek en meehielp. Veel hulp kreeg zij ook in het archief op kasteel Twickel: “Echt prachtig, zoals ze het archief daar hebben geïnventariseerd. Ik kreeg er ook geweldige hulp bij het ontcijferen van oude handschriften.” Haar zoon Diederik baron van Wassenaer is voorzitter van het bestuur van Stichting Twickel en hier hangt in de bibliotheek ook een portret van Jan van Wassenaer.

Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden (1486-1523), bijgenaamd ‘Jan met de Kaak’, was voorbestemd om in dienst te treden van Keizer Maximiliaan van Habsburg en zijn dochter Landvoogdes Margaretha van Bourgondië. Zijn vader was één van de rijkste en machtigste edelen van Holland. In 1511 trad Jan in het huwelijk met Josina van Egmont. Haar vader Jan graaf van Egmont, stadhouder van Holland en Zeeland, was een grote vriend van de vader van Jan II van Wassenaer. Haar moeder was een nichtje van Keizer Maximiliaan. Jan koos voor een militaire carrière in dienst van Maximiliaan en Karel van Egmont en de Friezen werden zijn tegenstanders. Jan werd gevangen genomen en twee jaar lang opgesloten in een kooi aan het kasteel de Dikke Tinne in Hattem. Hij kwam pas vrij na betaling van een losgeld van 20.000 gouden florijnen (nu ongeveer 3 miljoen euro). In 1523 overleed Jan aan een kogelwond bij de belegering van Sloten en werd begraven in de Kloosterkerk in Den Haag.

Wat vond zij nu opvallend aan het leven van Jan van Wassenaer? “Het militaire aspect. Er was altijd maar oorlog. Hij moet als jongen een moedig en krachtig persoon zijn geweest. Hij groeide op aan het hof van Margaretha van Bourgondië en vroeg vijftien jaar oud of hij met Filips II mee mocht op diens reis naar Spanje. Een lange en zeker niet ongevaarlijke reis. Jan had durf en zat vol met plannen.”

Opvallend aan zijn tijd zijn de paralellen met nu: “Er was steeds sprake van oorlog en men was bang voor de Turken, die steeds verder oprukten en een bedreiging vormden.” Haar verraste de wreedheid in die tijd van bv. Karel van Egmond, maar tegelijk was zij onder de indruk van zijn slimheid hoe hij Zaltbommel d.m.v. een list wist te veroveren.

En welke vragen zou zij hem stellen, als dat nu kon? “Ik ben erg benieuwd waarom hij niet meer kinderen heeft gekregen. Hij kreeg twee dochters, maar geen zoon, waardoor zijn tak uitstierf. Maar hij kreeg wel na zijn twee dochters jaren later nog een bastaardzoon.” Louise van Wassenaer zou ook benieuwd zijn naar zijn welzijn: “Jan van Wassenaer heeft op zijn portret een groot litteken. Bij het beleg van Padua raakte een kogel zijn kaak. Deze brak en hij verloor zeven tanden. Heeft hij altijd pijn hiervan gehad?” Zij vertelde ook heel nieuwsgierig te zijn naar de beweegredenen achter zijn testament: “Jan was zeer zorgvuldig en had tot in de puntjes zijn testament opgesteld. Welke dochter kreeg wat, maar ook, als er toch nog een zoon geboren zou worden, wat kreeg een mogelijke zoon en wat bleef er daarna voor zijn dochters over? Ook in zijn huwelijkse voorwaarden zie je dat hij alles zorgvuldig uitdacht.”

Louise van Wassenaer vertelde tot slot aan het gesprek met AiN dat zij ook medelijden met Jan van Wassenaer had: “Het leven als commandant in het leger was niet makkelijk. Hij was altijd van huis en onderweg. In één van zijn brieven schrijft hij aan Margaretha van Bourgondië: ‘Nu ga ik maar naar huis, één man kan dit ook wel doen.’ Hij verlangde naar huis en was het eeuwige onderweg zijn blijkbaar moe.”

Benieuwd naar dit zeer boeiende boek over Jan van Wassenaer en zijn tijd? Kijk dan op de site van de uitgever van het boek voor meer informatie en bestelmogelijkheid https://www.conserve.nl/fonds/tragiek-en-heldendom-399/?searchresult=1&sstring=wassenaer

Afb. 2. Afb. 2. Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden, op zijn portret dat zowel op kasteel Duivenvoorde als op kasteel Twickel hangt.

Boekpresentatie: H.K.H. Prinses Margriet neemt ‘Oranjeprinses op drift. Wilhelmina van Pruisen en de Nederlanders’ van auteur Maarten-Jan Dongelmans in ontvangst.

Afb. 1. H.K.H. Prinses Margriet ontving uit handen van auteur Maarten-Jan Dongelmans het eerste exemplaar ‘Oranjeprinses op drift. Wilhelmina van Pruisen en de Nederlanders’ in de Audiëntiezaal van Paleis Het Loo.

Gisteren vond op paleis Het Loo in Apeldoorn een bijzondere ontvangst plaats voor een bijzonder boek: auteur Maarten-Jan Dongelmans presenteerde hier zijn boek ‘Oranjeprinses op drift. Wilhelmina van Pruisen en de Nederlanders’ op een plek, die nauw met de hoofdpersoon verbonden is, en overhandigde het eerste exemplaar aan H.K.H. Prinses Margriet. Zij is een nakomelinge van Wilhelmina van Pruisen en woont nog steeds nabij het paleis waar Wilhelmina vaak verbleef. Het tweede exemplaar was bestemd voor Michel van Maarseveen, algemeen directeur van Paleis Het Loo.

Kijk in het filmpje hieronder voor de toespraak van auteur Maarten-Jan Dongelmans en de overhandiging aan H.K.K. Prinses Margriet.

Auteur Maarten-Jan Dongelmans vertelde in het kort over Wilhelmina van Pruisen, de echtgenote van Stadhouder Willem V en vertelde nadien aan AiN over zijn bewondering voor haar eigenschappen standvastigheid en loyaliteit. Zij bleef vaak tot diep in de nacht aan het werk met het ontcijferen van correspondentie in geheimschrift en zette zich onvermoeibaar in voor haar echtgenoot Stadhouder Willem V en haar zoon, de latere Koning Willem I.

Afb. 2. Wilhelmina van Pruisen, echtgenote van Stadhouder Willem V, te paard, op de voorkant van het boek.

Het portret op de voorkant van het boek toont ook haar sterke karakter: zij is te paard afgebeeld en reed niet in amazonezit, zoals toen voor dames gebruikelijk was. Zij overvleugelde met haar kwaliteiten haar echtgenoot en werd befaamd dankzij haar aanhouding door de Patriotten bij Goejanverwellesluis, die als vernederend werd ervaren, maar haar daarna ook roem bracht.

Het boek neemt u mee in het kleurrijke leven van een sterke vrouw, die de stormen van haar tijd moest doorstaan: in haar jeugd op de vlucht tijdens de Zevenjarige Oorlog in Pruisen, belaagd door de Patriotten in de Republiek, gevlucht voor de Fransen naar Engeland en het lange wachten op herstel van het aanzien van de Oranjes na de Franse Tijd met een wispelturige Keizer Napoleon, die haar zoon eerst compenseerde voor de geleden verliezen en daarna alles weer ontnam. Zij maakte het allemaal mee en beleefde op haar oude dag toch nog de terugkeer van de Oranjes in Nederland en maakte zelfs de geboorte van de latere Koning Willem III nog mee.

Afb. 3. In het midden: Wilhelmina van Pruisen op haar portret door J.F.A. Tischbein. Links haar echtgenoot Stadhouder Willem V. Rechts hun drie kinderen door Tischbein: v.l.n.r. de latere Koning Willem I (1772-1843), Frederica Louisa Wilhelmina (1770-1819) en Willem George Frederik (1774-1799). De portretten hangen hier in het Paleis op de Dam bij de tentoonstelling ‘Dynasty’ in 2016.

Het boek beschrijft gedetailleerd haar leven en leest toch vlot weg. Het neemt de lezer mee naar haar glorieuze momenten als Koninklijke Hoogheid en hoogste in rang aan het stadhouderlijke hof tot aan de trieste, zoals haar vlucht naar Engeland – ook al kunnen we dit laatste wel wat nuanceren, omdat er tachtig schepen met de nodige familiebezittingen in enkele maanden tijd die kant op voeren. “Wat een verandering in zoo weynig jaaren”, verzuchtte Wilhelmina in het jaar van de Inhuldiging van haar zoon in 1813 en in dit boek neemt de auteur Maarten-Jan Dongelmans u mee in dit roerige leven en kijkt u over haar schouder als het ware mee. Een aanrader om te lezen!

Benieuwd naar dit boek? Kijk dan voor meer informatie en bestelmogelijkheid op https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789462499294/oranjeprinses-op-drift

Afb. 4. De genodigden bijeen op de Colonnade achterin de paleistuinen van Het Loo. Vierde van links: auteur Maarten-Jan Dongelmans. Eerste van links: Paul Rem, conservator museum Paleis Het Loo. Vijfde van Links: Michel van Maarseveen, directeur museum Paleis Het Loo. Vijfde van rechts: Patric Aalders, auteur van ‘De Oranjes’en ‘Sisi sprookje en werkelijkheid’.
Afb. 5. Paleis Het Loo met de florale pracht van de tuinen, zoals ze waren in de gloriejaren van Wilhelmina van Pruisen.

 

Dr. Diana Spiekhout nieuw bestuurslid Nederlandse Kastelenstichting – een groot kenner van adellijk erfgoed uit de Middeleeuwen

Afb. Dr. Diana Spiekhout. Foto met hartelijke dank aan de Nederlandse Kastelenstichting.

Per 15 september is dr. Diana Spiekhout benoemd tot bestuurslid van de Nederlandse Kastelenstichting. Diana Spiekhout (34) studeerde archeologie en promoveerde in 2020 bij het Kenniscentrum Landschap aan de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift ‘Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht. De ontwikkeling van bisschoppelijke burchten, adellijke huizen en versterkingen in relatie tot het landschap en de samenleving in Noordoost-Nederland tussen 1050 en 1450.’ Daarin pleit ze voor een interdisciplinaire theoretische en methodologische benadering voor kastelen.

NKS-voorzitter jonkheer Robert Quarles van Ufford: “Ik ben bijzonder verheugd over het toetreden van Diana Spiekhout. Vanwege haar brede kennis over (vroeg-)middeleeuwse kastelen en haar achtergrond als archeoloog, kan de NKS meer aandacht geven aan het belangwekkende archeologisch kastelenerfgoed”.

Diana Spiekhout is sinds 2018 werkzaam bij het Fries Museum als conservator middeleeuwen en terpencultuur. Ze stelde de tentoonsteling ‘Wij Vikingen’ en de net geopende – en nu al bijzonder goed bezochte – tentoonstelling ‘Vrijheid, Vetes, Vagevuur; de middeleeuwen in het noorden’ samen. Als wetenschapper en conservator probeert ze nieuw onderzoek voor een breed publiek toegankelijk te maken.

Benieuwd naar voornoemde tentoonstelling? Kijk dan voor meer informatie op https://www.friesmuseum.nl/te-zien-en-te-doen/tentoonstellingen/middeleeuwen

Boekennieuws: ‘Tragiek en heldendom. Het leven van Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden’, door Louise barones van Wassenaer-Wiarda

Afb. 1. Louise barones van Wassenaer née Wiarda bij de presentatie van haar boek op kasteel Duivenvoorde. Foto met hartelijke dank aan www.maritiemportal.nl en https://twitter.com/MaritiemPortal.

Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden (1486-1523), bijgenaamd ‘Jan met de Kaak’, was voorbestemd om in dienst te treden van Keizer Maximiliaan van Habsburg en zijn dochter Landvoogdes Margaretha van Bourgondië. Zijn vader was één van de rijkste en machtigste edelen van Holland. In 1511 trad Jan in het huwelijk met Josina van Egmont. Haar vader Jan graaf van Egmont, stadhouder van Holland en Zeeland, was een grote vriend van de vader van Jan II van Wassenaer. Haar moeder was een nichtje van Keizer Maximiliaan. Jan koos voor een militaire carrière in dienst van Maximiliaan en Karel van Egmont en de Friezen werden zijn tegenstanders. Jan werd gevangen genomen en twee jaar lang opgesloten in een kooi aan het kasteel de Dikke Tinne in Hattem. Hij kwam pas vrij na betaling van een losgeld van 20.000 gouden florijnen (nu ongeveer 3 miljoen euro). In 1523 overleed Jan aan een kogelwond bij de belegering van Sloten en werd begraven in de Kloosterkerk in Den Haag.

Louise barones van Wassenaer née Wiarda (Amsterdam, 1933) huwde in 1954 Otto baron van Wassenaer. Beiden waren geïnteresseerd in de verhalen over de familie Van Wassenaer. Otto en Louise waren van plan om na hun pensioen samen de oude en nieuwe verhalen op te sporen. Helaas overleed Otto van Wassenaer in 1996, het jaar waarin hij met pensioen ging. Louise van Wassenaer is na zijn dood doorgegaan met het familieonderzoek. Dankzij het vele onderzoek in goed bijgehouden archieven uit de heel vroege Middeleeuwen, waarbij zij zelfs tien onbekende brieven van Jan II van Wassenaer ontdekte, is het boek over Jan II van Wassenaer, zijn familie en zijn tijd nu verschenen.

Lees hier meer over het boek en over de bestelmogelijkheid https://www.conserve.nl/fonds/tragiek-en-heldendom-399/?searchresult=1&sstring=wassenaer

Afb. 2. Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden, op zijn portret dat zowel op kasteel Duivenvoorde als op kasteel Twickel hangt.