Tentoonstelling Aanzienlijke portretten. Adolf Pirsch (1858-1929) in Nederland in Museum Van Loon in Amsterdam en aanbieding boek Aanzienlijke portretten; Adolf Pirsch in Nederland (1858-1929) van Rudi Ekkart en Claire van den Donk

Afb. 1. Jonkvrouwe Maria Repelaer (1863-1939), vrouwe van Broekhuizen, echtgenote van mr. Maarten Iman ridder Pauw van Wieldrecht, heer van Wieldrecht en Darthuizen. Portret door A. Pirsch 1912. Part. coll.

Opening expositie Aanzienlijke portretten Adolf Pirsch in Nederland (1858 – 1929) en aanbieding boek.

Op donderdagavond 7 april 2022 werd in Museum Van Loon te Amsterdam de expositie Aanzienlijke portretten; Adolf Pirsch (1858-1929) in Nederland, geopend. Deze tentoonstelling is in het Museum Van Loon te zien van vrijdag 8 april tot en met zondag 12 juni 2022.  De expositie werd geopend door Christiaan graaf van Rechteren Limpurg met een toelichting op de portretten door Pirsch die zich in de collectie van zijn familie in Almelo en Rechteren bevinden. Een aantal schilderijen uit deze collectie wordt voor deze gelegenheid in Museum Van Loon getoond. Ter gelegenheid van de tentoonstelling werd een boek gepubliceerd met dezelfde naam van de hand van de portretspecialisten Prof.dr. Rudi Ekkart en mevrouw Claire van den Donk. Een uitgave van W Books, Zwolle in samenwerking met Museum Van Loon.

De tentoonstelling over de schilder Adolf Pirsch en het gelijknamige boek Aanzienlijke portretten staan in een langere traditie van exposities en boeken in en vanuit Museum Van Loon met als hoofd onderwerp  portretten en de achtergronden hiervan over onder andere over Thérèse van Duyl – Schwartze (1851-1918), Sir Philip de László (1869-1937), pastels van Heinrich Siebert en pastelportretten in het algemeen.

Afb. 2. Johanna Ida gravin van Limburg Stirum née Randebrock. Portret door Sir Philip de László. Collectie L. graaf van Limburg Stirum, Offem, Noordwijk.

Internationale context
De toonaangevende Nederlandse portrettisten in de latere negentiende eeuw waren Jozef Israëls (1824-1911, Thérèse Schwartze, Pieter Josselin de Jong (1861-1906), Hendrik Jan Haverman (1857-1928) en Jan Pieter Veth (1864-1925). De laatste werkte ook in Duitsland, Engeland en de Verenigde Staten[i].  In dit verband zouden ook nog andere namen genoemd kunnen worden. In deze periode lieten Nederlanders als zij in het buiteland verbleven zich ook portretteren door vooraanstaande buitenlandse kunstenaars[ii]. Hoewel er aan het einde van de 19e en aan het begin van de 20e eeuw voldoende bekwame Nederlandse portrettisten met succes werkzaam waren, werd ons land ook een aantrekkelijk werkgebied voor enkele buitenlandse kunstenaars. Waarschijnlijk had dit te maken met een groeiende betekenis van Nederland in de internationale politieke, financiële en economische wereld. Vanaf ca. 1900 waren er drie buitenlandse schilders die grote aantallen portretten van Nederlanders in ons land vervaardigden. Zij hadden alle drie een achtergrond in het in 1867 gevormde Habsburgse Keizerrijk-Koninkrijk Oostenrijk-Hongarije. Aan de portrettist Sir Philip Alexius de László (Budapest, 1869 – Hampstead, Londen, 1937) wijdde Museum Van Loon in 2006 eerder een expositie en een boek. Voor en na de Eerste Wereldoorlog zou hij een groot aantal vooraanstaande Nederlanders portretteren. Zijn voornaamste werkgebied als society portrettist was het Verenigd Koninkrijk.

Afb. 3. Carel Marie baron Brantsen (1834-1909). Portret door J.B. Discart. Collectie Brantsen-Van Limburg Stirum Stichting, Wielbergen, Angerlo.

De tweede portrettist was Jean Baptiste Discart (Modena, 1855 – Parijs, 1940) die aan de Akademie der bildende Künste in Wenen werd opgeleid. Hij zou vooral bekend worden door zijn oriëntalistische schilderijen gemaakt in Tanger, Marokko en soms afgemaakt in zijn atelier in Parijs en door zijn ca. 70 Nederlandse portretten in de periode eind 19e eeuw – 1930. Hiervoor vestigde Discart zich voor langere perioden in Den Haag. De derde in Nederland actief zijnde buitenlandse schilder was Adolf Pirsch.

Adolf Pirsch
Adolf Raimund Julius Pirsch werd op 4 juli 1858 geboren in Gradaz, Slovenië en zou in 1929 komen te overlijden in Graz, Oostenrijk. Hij werd opgeleid aan de Tekenacademie in Graz en kreeg onder andere les van de directeur Heinrich Schwach die hij ca. 1895 ook zou portretteren[iii]. Zijn activiteiten als schilder en portrettist kunnen worden onderscheiden in drie perioden: 1. De periode tot 1908 waarin hij rond 1900 onder andere portretten maakte van Paus Leo XIII (1810 – 1903, paus vanaf 1878), Keizer Franz Joseph (1830 – 1916, keizer vanaf 1848) en een groepsportret van de kinderen van aartshertog Franz Ferdinand (Graz, 1863 – Serajevo, 1916). Vanaf 1900 oriënteerde hij zich in Midden- en West-Europa op portretopdrachten in de hier liggende landen. 2. In 1909 en 1912 verbleef hij in Nederland om een groot aantal portretten te maken en af te maken. 3. Door de Eerste Wereldoorlog raakte hij zijn Oostenrijkse tegoeden kwijt. Hij vestigde zich daarna in Haarlem waar hij tot 1928 zou blijven wonen.

Afb. 4. Adolph Zeijger graaf van Rechteren Limpurg , heer van Rechteren, de Leemcule en Verborg (1863-1918). Portret door A. Pirsch. Collectie Stichting Kasteel rechteren, Dalfsen.

Adolf Pirsch schilderde portretten in opdracht, maakte ook ander werk en werkte ook voor zichzelf. Hadden de portretten meestal een formeel karakter. Het werk in eigen beheer gemaakt had vaak een losser, schetsmatiger en ook zoetiger karakter. Vermakelijk in het boek zijn de beschrijvingen van de pogingen van de kunstenaar om aan opdrachten te komen en enkele pogingen om via artikelen aan positieve publiciteit te komen. Enige overdrijving werd daarbij niet geschuwd[iv]. De sporadische Nederlandse kritieken naar aanleiding van de weinige exposities van zijn werk wisten eigenlijk niet goed wat zij met Pirsch aan moesten. Uiteindelijk werd wel maar dan enigszins schoorvoetend de waarde van zijn portretten erkend.

Naar de mening van de auteurs van het boek zijn de beste portretten van Pirsch gemaakt in de periode vòòr 1914 waarbij hij ook na 1918 soms fraaie portretten in de voor 1914 gehanteerde stijl afleverde. Vanaf 1920 zijn diverse portretten bekend die gaan in de richting van de Ard Deco-stijl. Aan de hand van de expositie en het boek oordele de bezoeker en de lezer zelf. Naar de mening van deze auteur hebben de schrijvers beargumenteerd gelijk dat de portretten uit de periode van voor de Eerste Wereldoorlog tot de beste van zijn werk behoren.

De klantenkring van de schilders Discart, De László en Pirsch was met enkele accentverschillen grotendeels dezelfde. Adolf Pirsch portretteerde mensen uit adel en patriciaat, het binnenlandsbestuur en in kunsten en wetenschappen.

De tentoonstelling roept de vraag op wie van de drie kunstenaars: Jean Baptiste Discart, Philip de László of Adolf Pirsch de beste was. Die vraag is niet eenvoudig en rechtstreeks te beantwoorden. Discart onderscheidt zich door zijn oriëntalistische schilderijen waarin hij prachtige gezichten vastlegde van mensen gericht op hun arbeid en bezigheid. In zijn beste Nederlandse portretten komen de gezichten van de mensen die hij portretteerde dan ook prachtig naar voren. De László liet een groot en zwierig oeuvre achter dat aan het einde van zijn leven wat soberder werd. Zijn portretten zijn vrijwel zonder uitzondering van een hoog niveau. Het werk van Pirsch is na 1918 enigszins anders van aard en van meer wisselende kwaliteit. In zijn werken van voor 1914 concentreerde hij zich in zijn portretten op de gezichten maar ook op de kleding van de geportretteerden. Hij laat de door hem geportretteerden uitkomen in hun eigen omgeving. De portretten van voor 1914 laat de schilder op zijn hoogtepunt zien. De geportretteerden laten een in hun verschijning een maatschappelijke vanzelfsprekendheid zien die na de Eerste Wereldoorlog niet vanzelfsprekend meer was. De auteurs geven in dit kader aan dat de schilder een zeker tegenwicht van zijn opdrachtgevers nodig had om in evenwicht te blijven[v]. Schilder en geportretteerde inspireerden elkaar. In de interieurs van de eigenaren kregen de portretten een passende plaats.

De schilder Pirsch raakte na zijn overlijden in 1929 geleidelijk aan in de vergetelheid. Het is mede door deze tentoonstelling en het gelijknamige boek dat de bijdrage van de schilder Pirsch aan dit deel van de Nederlandse geschiedenis en kunstgeschiedenis een blijvende plaats zal innemen.

Afb. 5. Thora Nanna van Loon née Egidius (1865-1945). Portret door A. Pirsch, Museum Van Loon.

Tentoonstelling
De tentoonstelling over het werk van Pirsch is bijzonder omdat het overgrote deel van zijn werk zich in particuliere collecties bevindt. Hoewel enkele werken van Pirsch zich in gemeentelijke, provinciale en universitaire collecties bevinden is het grootste deel niet toegankelijk. Dit is ook de belangrijkste reden dat Pirsch en zijn werk grotendeels in de vergetelheid zijn geraakt. De expositie laat drie fraaie werken zien vervaardigd in 1909 uit de vaste collectie van Museum Van Loon. Daarnaast worden portretten van Pirsch getoond uit 1909 – 1912 en werken uit de periode na 1918.

Een van de hoogtepunten uit het werk van Pirsch is het portret uit 1909 afgemaakt in 1912 van jonkvrouw Maria Repelaer (1863-1939) gehuwd met mr. Maarten Iman ridder Pauw van Wieldrecht en Darthuizen (1860-1906). Jkvr. Maria Repelaer en haar man kochten in 1897 landgoed en landhuis Broekhuizen in Leersum van de familie Van Nellesteijn. Discart had in 1905 op Broekhuizen hun zoon Reinier Pauw van Wieldrecht geportretteerd.

De expositie over de schilder Pirsch bestaat uit drie schilderijen in de vaste opstelling van Museum Van Loon. Daarnaast zijn in het koetshuis een groot aantal schilderijen te zien die voor deze tentoonstelling in bruikleen zijn gegeven.  Na het overlijden van Pirsch is een groot aantal tekeningen en voorstudies van zijn hand bewaard gebleven. Deze worden ook in vitrines in het koetshuis getoond en geven de werkwijze van de schilder aan.

Boek
Afgezien van een enkel artikel uit 1926 en vrij zeldzame kranten artikelen en meldingen over Pirsch bij een enkele expositie en naar aanleiding van zijn overlijden was er over Pirsch heel weinig bekend. In het prachtig uitgegeven boek van 80 pagina’s wordt voor het eerst een overzicht gegeven van het leven en van de portretten gemaakt door de schilder Pirsch. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de beschrijving van de portretkunst in Nederland in de eerste helft van de 20e eeuw. De afbeeldingen van de portretten afkomstig uit particulier bezit die nu meestal voor het eerst worden getoond geven aan deze publicatie een belangrijke meerwaarde. De auteurs geven aan dat hun onderzoek in archieven en collecties door de Corona-omstandigheden noodzakelijkerwijze beperkt werd. Desalniettemin heeft dit meer opgeleverd dan zij aanvankelijk verwacht hadden[vi]. In diverse particuliere collecties bevinden zich nog werken van Pirsch die tot nu toe verhuld zijn gebleven. Dit geldt zowel voor werken in Oostenrijk, Duitsland, Engeland en andere landen als Nederland. Het is dan ook te hopen dat deze studie en publicatie over het werk van Pirsch zal leiden tot verder onderzoek en nieuwe publicaties over zijn werk in zijn tijd.

De expositie Aanzienlijke portretten. Adolf Pirsch (1858-1929) in Nederland is in het Museum Van Loon, Keizersgracht 672, 1017 ET Amsterdam, te zien van vrijdag 8 april tot en met zondag 12 juni 2022

Theo Kralt

Theo P.G. Kralt publiceerde in 2019 en 2020 de boeken Jean Baptiste Discart, Oriëntalistische schilderijen en Nederlandse portretten, Uitgeverij van Gruting, Utrecht, 2019 en

Jean Baptiste Discart, Orientalist paintings and Dutch portraits, Van Gruting Publishers, Utrecht, 2020

[i] Idem, pagina 13

[ii] Idem, mevrouw Louise van Loon-Borski door Alexandre Cabanel, Museum Van Loon, Amsterdam, pagina 12

[iii] Idem, pagina 17

[iv] Idem, pagina 9

[v] Idem, pagina 65

[vi] Idem, pagina 71

Hieronder de portretten door A. Pirsch van Thora Nanna van Loon née Egidius (1865-1945), dame du palais van Koningin Wilhelmina, en echtgenoot jonkheer Willem Hendrik van Loon (1855-1935). Beide portretten hangen in de Blauwe Salon van Museum Van Loon.

Twee interessante lezingen op woensdag 13 april: in Sneek en in Holten

Afb. 1. luitenant-kolonel Adriaen Slijp (1587-1666). Fragment van zijn portret, dat aangekocht is door de Ottema-Kingma Stichting, samen met het portret van het halfzusje van Adriaen. Beide portretten zijn in bruikleen gegeven aan het Fries Scheepvaart Museum. Voor meer informatie hierover zie Portret van luitenant-kolonel Adriaen Slijp aangekocht | De Friese Regimenten

Fries Scheepvaart Museum in Sneek wo. 13 april 19.30 uur
Wie was Adriaen Slijp? Sinds eind 2021 hangt zijn portret in het museum te pronken. Hij was als kapitein van het Fries-Nassause leger in de 17e eeuw een vooraanstaand inwoner van Sneek. Maar wat was zijn betekenis? En hoe kunnen we hem plaatsen in de context van de Friese regimenten? Op 13 april geven André Buwalda en Jeroen Punt hier een lezing over.

Eén telg uit de familie Slijpe werd met de naam Van Slijpe verheven in de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer. Dit betrof jonkheer Godard Jan Cornelis van Slijpe (1757-1838). Aangezien hij bij zijn verheffing slechts twee dochters had en het duidelijk was dat deze familie spoedig zou uitsterven, werd bepaald dat deze verheffing na zijn overlijden zou overgaan op zijn enige kleinzoon Karel Godart Sophie Pichot. Deze werd geboren uit het huwelijk van zijn oudste dochter Cornelie Eleonore van Slijpe (1785-1840) met Frederic Cornelis Marie Pichot (1784-1845). De jonkheren Pichot van Slijpe stierven echter uiteindelijk in 1969 ook uit.

Opgeven via balie@friesscheepvaartmuseum.nl. De lezing begint om 19.30 uur, inloop vanaf 19.00 uur.

Kulturhus in Holten wo. 13 april 20.00 uur
Kasteel De Cloese in Lochem kent een turbulente geschiedenis. Nadat de pastoor van Lochem het huis in 1520 in een bocht van de Berkel liet bouwen, wisselde het in de loop der jaren vele malen van eigenaar en onderging het drie keer een totale metamorfose. Bovendien vervulde het verschillende functies, van vrouwenklooster tot politieschool.

Onlangs werden het huis en een deel van het landgoed geschikt gemaakt voor particuliere bewoning. John Töpfer, directeur stichting Adel in Nederland, deelt zijn unieke kennis over 500 veelbewogen jaren van Kasteel De Cloese graag met u tijdens deze interessante lezing! Na afloop is het boek ‘De Cloese. Havezate aan de Berkel’ te koop, waarvan hij één van de auteurs is.

Het kasteel werd bewoond door leden van de adellijke geslachten Van Kervenheim, Van Keppel, Schimmelpenninck van der Oye en Van Heeckeren. In de jaren 1907-1928 woonde hier het echtpaar Bieruma Oosting-barones Van Harinxma thoe Slooten. Hun oudste dochter is de bekende kunstenares Jeanne Bieruma Oosting, die ook op De Cloese geschilderd heeft. Sinds het afgelopen weekend is in Musea Zutphen een tentoonstelling over haar leven en werk te zien. Zie: https://museazutphen.nl/plan-je-bezoek/tentoonstellingen/jeanne-bieruma-oosting-1898-1994-geen-tijd-verliezen/

Kaarten bestellen gaat via https://kulturhusholten.nl/event/john-tappfer/

Afb. 2. De voorkant van het boek over De Cloese. Het 19e eeuwse uiterlijk doet niet vermoeden dat de geschiedenis van De Cloese veel ouder is. In het boek komen verschillende facetten van de rijke geschiedenis uitgebreid in woord en beeld aan bod.

Heiligen Beelden Museum: tentoonstelling Mysterieuze Kruisweg

Afb. 1. De H. Antonius van Paduakerk in Kranenburg: gesticht dankzij freule Josepha van Dorth tot Medler. Het is de oudst bewaard gebleven kerk van de bekende architect Pierre Cuypers.

Op Palmzondag vond in het Heiligen Beelden Museum in Kranenburg nabij Vorden de opening plaats van de tentoonstelling ‘Mysterieuze Kruisweg’ van de huisfotograaf van de stichting Adel in Nederland: Hans Hampsink. Het museum is gevestigd in de H. Antonius van Paduakerk, die in de jaren 1856-1867 gebouwd werd dankzij Josepha Joanna Arnolda Eleonora Charlotta Sophia barones van Dorth tot Medler (1800-1886). Het is de oudst bewaard gebleven kerk van de bekende architect Pierre Cuypers en het is één van zijn vroegste meesterwerken in de neo-gothiek.

Op de linker foto: de freules Josepha en Judith van Dorth tot Medler met hun broer baron Theodoor knielend afgebeeld in een gebrandschilderd raam achter het hoogaltaar. Rechts: de familiewapens Van Voorst tot Voorst (links) en Van Hövell tot Westerflier (rechts) onder de orgelgalerij, waarvan leden ook bijdroegen aan de bouw en voltooiingvan de kerk .

In het gebrandschilderde raam achter het hoogaltaar staat freule Josepha geknield afgebeeld, samen met haar broer Theodorus Joseph baron van Dorth tot Medler (1808-1863), die haar bijstond in de bouw, en haar zusje Judith Maria Ignatia Oliviera barones van Dorth tot Medler (1807-1853). Ook in het kerkportaal herinnert een gedenksteen aan haar en aan de consacratie in 1867 door Monseigneur Schaepman, Aartsbisschop van Utrecht. In 2009 werd de kerk verkocht aan de stichting Oude Gelderse Kerken en deze verhuurt de kerk aan het Heiligen Beelden Museum.

Freule Josepha zorgde ook voor de middelen voor de bouw van een school en kort voor haar overlijden schonk zij geld voor de bouw van een kerk in Lochem. Op de begraafplaats tegenover de kerk, waar ook de door Cuypers ontworpen familiegrafkapel Van Dorth tot Medler staat, zijn vele leden van de familie Van Dorth tot Medler bijgezet, waaronder ook freule Josepha. Daarnaast vonden ook telgen uit (aanverwante) adellijke families als Von Mengden, Van Grotenhuis en Bosch van Drakestein hier hun laatste rustplaats.

Op de linker foto: Ton Rutting, voorzitter van de stichting Vrienden van de Kerk op de Kranenburg, heet de aanwezigen welkom en leidt de lezing in. Rechts: Hans Hampsink aan het woord over de Semana Santa.

Na een welkomstwoord door de voorzitter van de stichting Vrienden van de Kerk op de Kranenburg Ton Rutting gaf Hans Hampsink een lezing, waarin hij op boeiende wijze de vele aanwezigen meenam in zijn verhaal over de voorgeschiedenis van de Semana Santa (Goede Week), de week tussen Palmzondag en Pasen in Andalusië. Een verhaal in woord en beeld naar de diep gewortelde tradities besloten in het Spaans DNA.

Afb. 2. Auteur Hans Hampsink (2e van rechts) bood het eerste exemplaar van zijn boek ‘Mysterieuze Kruisweg. Een zoektocht naar Spaans DNA verbeeld’, het eerste fotoboek over de Semana Santa in Nederland, aan John Töpfer (rechts)aan, directeur stichting Adel in Nederland. Het tweede en derde exemplaar waren voor zijn zoon en dochter Michiel en Suze Hampsink.

Aansluitend vond de presentatie plaats van zijn boek ‘Mysterieuze Kruisweg. Een Zoektocht naar Spaans DNA verbeeld’, het eerste Nederlandse fotoboek over de Semana Santa. In 14 hoofdstukken (een verwijzing naar de 14 stadiën van de kruisweg) vertelt hij hierin het verhaal van de Semana Santa, dat rijk geïllustreerd is door een kleine neerslag van de duizenden foto’s die hij hiervan gemaakt heeft. De foto’s brengen de verschillende facetten in beeld, waarbij onderwerpen als ‘De Ku Klux Klan revisted?’, ‘Bekeerlingen en Boetelingen’ en ‘Garanties voor de toekomst’ voorbij komen. Het boek is te bestellen via uw plaatselijke boekhandel ISBN 978-9490548-42-1 en kost 34,95 euro.

Tijdens de lezing werd de tegenstelling tussen het genieten nu, dat tegenwoordig veelal de boventoon lijkt te voeren, en het lijden tijdens de Goede Week, op aansprekende wijze duidelijk gemaakt.

Afb. 3. Er was veel belangstelling voor de lezing van Hans Hampsink in het Heiligen Beelden Museum in Kranenburg. De fototentoonstelling is gedurende de maanden april en mei te zien. Kijk voor meer informatie op Home | Heiligenbeeldenmuseum Kranenburg
Afb. 4. De sfeervolle H. Antonius van Paduakerk is een bij uitstek passende locatie voor het Heiligen Beelden Museum en een aanrader om een keer te bezoeken! Kijk voor meer informatie op Home | Heiligenbeeldenmuseum Kranenburg
Afb. 5. Eén van de foto’s in het boek van Hans Hampsink en op de tentoonstelling in het Heiligen Beelden Museum: het lijden van de dragers van een draagaltaar, dat vaak duizenden kilo’s weegt, tijdens een processie.

 

Getrouwd: Bloemers & Fane of the Earls of Westmorland

Afb. Apethorpe Hall kwam door huwelijk eind 16e eeuw in het bezit van de 1st Earl of Westmorland. Het bleef familiebezit van de graven van Westmorland tot de 13th Earl of Westmorland het huis in 1904 moest verkopen, vanwege financiële problemen. Na Wereldoorlog II werd ook het grootste deel van het omringende landgoed door de familie verkocht. Bron afb.: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Apethorpe1.JPG

Hemmo Synco Bloemers en the Lady Daisy Caroline Fane of the Earls of Westmorland, Londen 8 april 2022.

Hemmo Synco Bloemers werd geboren op 14 mei 1990 in Leigh (UK) als zoon van wijlen Dirk Bloemers en Alexandra Danièla Françoise Bloemers née Klaassen, die op 11 juni 1988 in Rotterdam in het huwelijk traden. Hemmo volgde zijn opleiding op Milton Abbey School en is werkzaam als jachtmakelaar, die klanten vertegenwoordigt bij de aankoop, charter en nieuwbouw van superjachten.

The Lady Daisy Caroline Fane werd geboren op 18 januari 1989 als enige kind van Anthony David Francis Henry Fane, 16th Earl of Westmorland, 16th Baron Burghersh, en the Countess of Westmorland née Caroline Eldred Hughes. Lady Daisy is managing director van Molino Recruitment Ltd.

Venduehuis Post-War and Contemporary Art: zaalveiling wo. 13 april en online veiling do. 14 april met bronzen Charlotte van Pallandt

Afb. Vijf bronzen door Charlotte barones van Pallandt op de online veiling op donderdag 14 april bij het Venduehuis in Den Haag. De taxaties variëren van 800-1200 euro tot 2000-3000 euro per beeld. Foto’s met hartelijke dank aan het Venduehuis in Den Haag/www.venduehuis.com.

Op woensdag 13 april is er een zaalveiling bij het Venduehuis in Den Haag en op donderdag 14 april eindigt hier een online veiling. Beide betreffen Post-War & Contemporary Art veilingen. Bij de online veiling worden vijf bronzen geveild van de beeldhouwster Charlotte barones van Pallandt. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogi om te zien wat er verder geveild wordt op https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=438 en https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=439&display=grid

Charlotte barones van Pallandt
Charlotte Dorothée barones van Pallandt (1898-1997) werd geboren als dochter van Jan Anne baron van Pallandt, heer van Walfort, en Sarah Agnes Sophie barones van Pallandt, die een verre neef en nicht van elkaar waren. Zij groeide op huis Schaarsbergen op in een gezin met een ouder zusje, twee jongere zusjes en een jonger broertje, maar haar oudste zusje overleed al jong op 13-jarige leeftijd. Haar vader was kamerheer i.b.d. van Koningin Wilhelmina en daarnaast majoor-commandant vrijwillig automobielcorps.

Zij huwde in 1919 Joachim Adolph Zeyger graaf van Rechteren Limpurg uit een puissant rijke zijtak van deze familie en ging met hem in Wenen wonen, waar hij als gezantschapsattaché werkzaam was. Het huwelijk hield niet lang stand en vijf jaar later besloten zij uiteen te gaan. Hierna wijdde zij zich geheel aan haar grote passie en werd de belangrijkste Nederlandse beeldhouwster van de 20e eeuw.

Haar meest bekende werk is het monumentale beeld dat zij van Koningin Wilhelmina maakte en dat velen kennen voor Paleis Noordeinde in ‘s-Gravenhage, maar zij maakte ook heel veel klein werk, zoals de hier afgebeelde bronzen.

Link naar de biografie van Charlotte van Pallandt in het Vrouwenlexicon (de naam Van Rechteren Limpurg is hierin foutief geschreven): http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Van_Pallandt

Benieuwd naar wat er verder op deze veilingen bij het Venduehuis in Den Haag geveild wordt? kijk dan in de online catalogi op https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=438 en https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=439&display=grid

Afb. 2. In 2019 was er een grote overzichtstentoonstelling in Museum De Fundatie in Zwolle van het leven en werk van Charlotte barones van Pallandt. Prominent aanwezig op deze tentoonstelling: haar beeld van Koningin Wilhelmina.
Afb. 3. Charlotte Dorothée barones van Pallandt (1898-1997).

Het heeft Z.M. de Koning behaagd: jonkheer C.F.C. Th. M. van Nispen tot Sevenaer

Afb. Burgemeester Sjoerd Potters van gemeente De Bilt reikte de onderscheiding uit aan jonkheer Christiaan van Nispen tot Sevenaer. Foto met hartelijke dank en © Gemeente De Bilt/Hans Lebbe.

Zestien jaar lang zat jonkheer Christiaan van Nispen tot Sevenaer voor de VVD in de raad van de gemeente De Bilt en drie keer opeenvolgend werd hij met voorkeurstemmen gekozen. Nu heeft Christiaan van Nispen afscheid genomen en behaagde het Z.M. de Koning om hem te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Bij zijn afscheid werd Christiaan van Nispen geroemd als het geheugen van de raad en als een volksvertegenwoordiger die zich inzette voor goede contacten tussen de raad en de inwoners. Inwoners waren altijd welkom bij hem met vragen en problemen en ook had hij goede contacten met ondernemers. Voor de jongste inwoners bracht hij de raad dichterbij door klassenbezoeken.

Lees meer op https://www.vierklank.nl/nieuws/algemeen/35296/afscheid-van-het-geheugen-van-de-raad

Baron Van Imhoff en de vrijgekochte tot slaafgemaakte Helena Pieters: portret bij Veilinghuis Korendijk op de online veiling, die ma. 4 april afloopt

Afb. Gouverneur-generaal Gustaaf Willem Baron van Imhoff. Gravure door P. Tanjé naar het portret door Ph. van Dijk. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Korendijk in Middelburg.

Op maandag 4 april loopt er een online veiling af van kunst, antiek, zilver, schilderijen, enz. in allerlei prijsklassen bij Veilinghuis Korendijk, dat een dependance is van het Zeeuws Veilinghuis in Middelburg. Lees het bijzondere verhaal bij het portret van baron Van Imhoff hieronder of kijk in de online catalogus voor wat er verder geveild wordt op https://korendijk.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog#

Gustaaf Willem des H.R. Rijksvrijheer van Imhoff werd geboren op 8 augustus 1705 in het Duitse Leer als zoon van de Duitse Wilhelm Heinrich des H.R. Rijksvrijheer van Imhoff en de Nederlandse Isabella Sophia Boreel, die uit de bekende Amsterdamse regentenfamilie Boreel stamde. Zijn vader was onder meer gezant in dienst van Vorst van Oost-Friesland en in opdracht van deze vorst ondernam hij diplomatieke reizen naar Engeland, Zweden, Polen, Brandenburg en Spanje.

In 1724 trad Gustaaf Willem in dienst van de V.O.C., waarbij zijn Amsterdamse familieconnecties zeker een rol gespeeld zullen hebben, en werd onderkoopman. Twee jaar later werd hij bevorderd tot koopman en opperhoofd van het generale soldijkantoor en hierna volgden zijn promoties in korte tijd snel op: in 1729 werd hij opperkoopman, in 1730 waterfiscaal, in 1732 raad extra-ordinaris, in 1736 gouverneur van Ceylon en in 1736 raad ordinaris. In 1740 bereikte hij de top in Ned.-Indië en werd gouverneur-generaal.

Inmiddels was hij in 1727 in Batavia in het huwelijk getreden met Catharina Magdalena Huysman (1708-1744), die uit een vermogende familie van V.O.C. ambtenaren stamde. Zo was haar vader directeur-generaal en haar grootvader directeur van Bengalen. Na zeventien jaar huwelijk overleed zijn echtgenote en een jaar voor zij overleed, maakte hij op bijzondere wijze kennis met zijn toekomstige partner: de Vorstin van Boni schonk hem een tot slaafgemaakte vrouw. Zij werd door hem vrijgekocht en kreeg bij haar doop de naam Helena Pieters.

Gustaaf Willem kreeg bij Helena Pieters vier kinderen, waaronder Jan Willem (1747-1791) en Isabella Antonia (1748-1786). Bij testament verzocht hij op 25 maart 1749 wettiging van zijn kinderen bij Helena Pieters en deze werd bekrachtigd door de Staten-Generaal op 7 juni 1757. Inmiddels was Gustaaf Willem des H.R. Rijksvrijheer van Imhoff op 1 november 1750 in Batavia overleden en werd hij met vorstelijk staatsie in de Hollandsche Kerk in Batavia bijgezet. Over hem schreef men: ‘… waar zijn naam nog lang in zegening bleef als van een der beste hoofdbestuurders van onze overzeesche bezittingen.’ Helena Pieters trouwde later Jan Andries Dürkopp, die majoor in dienst van de V.O.C. was, en overleed op 3 september 1759 in Batavia.

Hun kinderen werden naar Nederland gebracht en werden hier opgevoed. Mede dankzij de erfenis van hun vader sloten zij aanzienlijke huwelijken: Jan Willem werd officier bij de cavalerie in Statendienst en huwde freule Christina Emerentiana Lewe van Aduard (1747-1808) en Isabella Antonia huwde de brigade-generaal van de garde van Stadhouder Willem V Jean Guillaume Baron Le Vaillant (1747-1775), die uit een Franse adellijke familie stamde.

Onder de nakomelingen van gouverneur-generaal Gustaaf Willem des H.R. Rijksvrijheer van Imhoff en de door hem vrijgekochte Helena Pieters treffen we in Nederland tegenwoordig alle baronnen en baronessen Van Imhoff aan, maar ook jonkheren en baron Mollerus, baronnen Van Asbeck, jonkheren Van Vierssen Trip, baronnen Sloet van Oldruitenborgh en vele anderen.

De gravure wordt getaxeerd op 50-80 euro. Veilingopbrengst: 315 euro.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt bij Veilinghuis Korendijk? Kijk dan in de online catalogus https://korendijk.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog#

Clara Sloet van Oldruitenborgh: schenkt Berg en Caterstee

Afb. Clara barones Sloet van Oldruitenborgh in de zaal van havezate Oldenhof. Rechts van de deuropening het portret van haar vader ir. Jan Willem Gerard baron Sloet van Oldruitenborgh (1906-1994), die Oldenhof onderbracht in een stichting. Links van haar Martin Krol, die voorzitter is van Stichting ‘Den Oldenhof’. Foto en © met hartelijke dank aan Wilbert Bijzitter/www.wilbertbijzitter.nl.

Dr. Clara Johanna Margaretha barones Sloet van Oldruitenborgh (83) studeerde landbouwwetenschappen in Wageningen en is oud-wetenschappelijk hoofdmedewerkster van de Landbouwhogeschool vakgebied Natuur- en Landschapsbeheer. Door erfenis kwam zij in het bezit van het 32 hectare grote Berg en Caterstee, dat zij nu geschonken heeft aan de Stichting ‘Den Oldenhof’. Deze stichting is dankzij deze schenking verzekerd van pachtinkomsten, die een bijdrage zullen leveren aan de instandhouding van havezate Oldenhof in Vollenhove. Sinds de jaren negentig nam  Clara Sloet het beheer op zich van Oldenhof. Zij doorbrak het besloten karakter van het landgoed en organiseerde vele educatieve projecten voor scholen, excursies, concerten, open-tuindagen en bijzondere bijeenkomsten.

Voorvader Gerhard Sloet (1607-1681), heer van Oldenhof en Singraven, huwde in 1634 Johanna Florentina van Oer (1612-1665/1671) en in de akte van huwelijkse voorwaarden werd vermeld dat met de bouw van havezate Oldenhof zou worden begonnen. Gerhard Sloet was een man van aanzien en dit nieuwe huis paste bij zijn status als lid van de Ridderschap in Overijssel. Enkele jaren later werd hij bovendien gedeputeerde in de Staten van Overijssel en landrentmeester van Twente.

Door verkoop raakte Oldenhof in 1681 uit de familie, maar in 1825 kocht mr. Jan Willem baron Sloet van Oldruitenborgh (1792-1863) Oldenhof op een veiling voor 30.000 gulden en sindsdien bleef Oldenhof in het bezit van de familie Sloet. Eén van zijn kleindochters was Isabella Geertruida barones Sloet van Marxveld (1874-1973), die dame du palais hon. van de Koninginnen Wilhelmina en Juliana was en die betrokken was bij de opvoeding van prinses Juliana. Zij erfde in 1920 Oldenhof en liet na haar overlijden de keuze aan haar erfgenamen wie het wilde hebben. Haar neef ir. Jan Willem Gerard baron Sloet van Oldruitenborgh (1906-1994) nam deze verantwoordelijkheid op zich, om zo de historische band van de familie Sloet met Oldenhof voort te zetten. Hij bracht het huis met ruim twintig hectare grond in de Stichting ‘Den Oldenhof’ onder en zorgde voor een grondige restauratie van het huis, waarbij er vier appartementen in kwamen. Uit zijn huwelijk met Johanna Leonora barones van Dedem (1908-1996) werden vijf kinderen geboren, waarvan de oudste freule Clara Sloet is, die met haar genereuze schenking de toekomst van de stichting versterkt heeft.

Link naar het PREMIUM artikel in De Stentor, waarin Clara barones Sloet van Oldruitenborgh geïnterviewd wordt over haar schenking: https://www.destentor.nl/steenwijkerland/barones-doet-haar-landgoed-bij-vollenhove-zomaar-cadeau-het-was-hier-ver-ruk-ke-lijk~a0d26cdd/

Link naar de website van Stichting ‘Den Oldenhof’: https://www.landgoedoldenhof.nl

Meer weten over Oldenhof? Lees dan ‘De havezaten in het land van Vollenhove en hun bewoners’, door jonkheer A.J. Gevers, A.J. Mensema en Js. Mooijweer, Alphen aan den Rijn, 2004.

Kasteel Doorwerth bij Top 5 mooiste kastelen van Nederland

Afb. 1. Kasteel Doorwerth in al zijn glorie met torens, tinnen en transen.

Kasteel Doorwerth staat in de TOP 5 van de ANWB verkiezing “Het allermooiste kasteel van Nederland” waarin 25.000 stemmen werden uitgebracht.

Een deskundige jury kiest uit de selectie van de vijf genomineerden te weten Kasteel Westhove (ZL), Kasteel Hoensbroek (LB), Kasteel de Haar (UT), Kasteel Huis Bergh (GD) en Kasteel Doorwerth (GD), het kasteel dat zich het ‘Allermooiste kasteel van Nederland’ mag noemen.
Dankbaar
Kasteelmanager Carine van Ketwich Verschuur: “We zijn erg dankbaar voor alle publieke stemmen voor kasteel Doorwerth en hopen dat de deskundige jury de kwaliteit, de toewijding en liefde voor ons kasteel door al onze medewerkers, vrijwilligers en uitbaters zal zien. Dat alles maakt ons kasteel zo ontzettend mooi, bijzonder, aantrekkelijk en toegankelijk”.
Bekendmaking winnaar
De winnaar wordt maandag 6 juni (tweede pinksterdag) bekendgemaakt op de Dag van het Kasteel. Bovendien worden alle 50 kastelen van de longlist opgenomen in een nieuw boek van de ANWB: De allermooiste kastelen van Nederland.

Kasteel Doorwerth
Kasteel Doorwerth heeft een lange geschiedenis met kleurrijke verhalen en was eigendom van adellijke geslachten als Van Dorenweerd, Van Homoet, Schellart van Obbendorf, Von Aldenburg en Bentinck. In de 19e eeuw ontfermde een baron Van Brakell zich over het kasteel en restaureerde het groots. Zijn nakomelingen verkochten het weer en hierna zette de neergang weer in. De militair en historicus Frederic Adolph Hoefer (1850-1938), die met een barones Van Heemstra gehuwd was, trok zich het lot van het kasteel aan en het artilleriemuseum werd er in ondergebracht. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog ging het kasteel bijna ten onder, maar een grootscheepse restauratie en herbouw maakt dat Doorwerth er nog steeds uitziet, zoals een kasteel er moet uitzien: met een slotgracht, een voorburcht, torens, tinnen en transen.Kasteel Doorwerth is één van de zeven opengestelde kastelen van Geldersch Landschap & Kasteelen. Voor meer informatie en bezoekmogelijkheden: houd de website van Geldersch Landschap & Kasteelen in de gaten! Zie https://doorwerth.glk.nl/.

Afb. 2. De eetkamer met de schenking van de patriciaatsfamilie Scheidius.