Zomer 1880: de bloeiende Agave americana op Den Bramel

Afb. 1. De bloeiende Agave americana op Den Bramel en tuinbaas Jäncke, foto part. coll.
Afb. 1. De bloeiende Agave americana op Den Bramel en tuinbaas Jäncke, foto part. coll.

Op Den Bramel, één van de acht kastelen van Vorden, woonde in 1880 jonkheer Imilius Frederik Storm van ’s Gravesande (1822-1891) met zijn gezin. De familie leefde op grote voet en zo werd het huis aan de achterzijde uitgebouwd, waren er reisjes en ontvangsten en was er ruim personeel aanwezig, waaronder een Zwitserse gouvernante. Op de tuin was men zeer gesteld en aan het hoofd stond ‘Baas Jäncke’ met wie niet te spotten viel en zonder wiens toestemming de kinderen Storm nog geen kersje van de boom mochten plukken – ook al gebeurde dat achter zijn rug om natuurlijk wel.

Afb. 2. Den Bramel in 1870, voor de grote verbouwingen, foto part. coll.
Afb. 2. Den Bramel in 1870, voor de grote verbouwingen, foto part. coll.

In de zomer van 1880 haalde Den Bramel de krant, omdat een vijfenzeventigjarige Agave americana daar een hoogte van ongeveer zes meter bereikt had en tot bloei was gekomen. Voor deze bijzondere gelegenheid kwam er zelfs een fotograaf naar Den Bramel om dit vast te leggen, want men was hier trots op.

Een zekere statusgevoeligheid lag hier ook wel aan ten grondslag, want een bloeiende agave kwam in die tijd niet heel vaak voor. Om de agave nog groter te doen lijken, zat de tuinman er op zijn knieën naast. Op de andere foto zien we hem geduldig voor de camera poserend met zijn gieter in de ene en een bosje bloemen in de andere hand als toonbeeld van zijn werkzaamheden.

Hoge Raad van Adel: rouwbord Mackay gerestaureerd

Afb. 1. Van links naar rechts: mr. Marc Scheidius, secretaris van de Hoge Raad van Adel, de beide restauratoren Rómulo Döderlein de Win en Bert van de Burgt, en jonkheer mr. Pieter de Savornin Lohman, voorzitter van de Hoge Raad van Adel.

Na een intensieve restauratie en afwezigheid van enkele maanden is het rouwbord van Daniël baron Mackay terug in Den Haag bij de Hoge Raad van Adel. Op 29 juni vond de overdracht plaats in aanwezigheid van Bert van de Burgt, meubelrestaurator, Rómulo Döderlein de Win, restaurator, jonkheer mr. Pieter de Savornin Lohman, voorzitter van de Hoge Raad van Adel, en mr. Marc Scheidius, secretaris van de Hoge Raad van Adel.

Het houtwerk is gerestaureerd in de werkplaats van de meubelrestaurator Bert van de Burgt uit Wijk bij Duurstede. Het hele bord, inclusief omlijsting plus ornamenten, was ernstig door houtworm aangetast. Verschillende onderdelen, waaronder de schedel aan de bovenzijde van de lijst, waren zo poreus en fragiel geworden, dat ze na behandeling, gedrenkt zijn in een speciale vloeistof die na droging de hardheid van het oorspronkelijke hout aanneemt. Hierna konden ze weer bewerkt en gepolychromeerd worden.

Hieronder: foto’s voor de restauratie.

Het rouwbord is uit de lijst gehaald en zowel het bovenste als het onderste ornament is door de meubelrestaurator demontabel gemaakt, dit i.v.m. handzaamheid tijdens vervoer en verplaatsing van het 100 kg. wegende gevaarte als het helemaal compleet is. Het bord zelf, bestaande uit drie planken, vertoonde kieren en is ook helemaal los gehaald. Hierna zijn de planken weer tegen elkaar aan geplaatst.

Vervolgens is het bord in 4 onderdelen bij restaurator Rómulo Dóderlein de Win in Maartensdijk gearriveerd, en kon deze aan het werk. Het hele bord is inclusief omlijsting onder handen genomen. Het hout is opnieuw gezwart, de wapenschilden hersteld, de kapotte beschadigde goudlagen hersteld en waar nodig voorzien van een nieuwe vergulding. Er waren meerdere foute overschilderingen en beschadigingen, die allemaal hersteld zijn.

Voor de bovenste ornamenten (de schedel, de twee rond speren gedrapeerde vaandels en de twee urnen waar vlammen uitkomen) is voor beschildering een traditionele mixtion-vergulding met bladgoud (bijna puur goud, 23.75 karaat dubbel torengoud) gebruikt.

Het rouwbord hing ooit in de Sint Nicolaaskerk aan het Kerkveld in Jutphaas. Deze kerk is in 1820 wegens bouwvalligheid afgebroken. De wapenborden zijn toen overgebracht naar kasteel Rijnhuizen te Jutphaas en uiteindelijk in 1958 naar de Hoge Raad van Adel. Het rouwbord herdenkt Daniël baron Mackay (1744-1782). Hij stamde uit een Schots geslacht van officieren in dienst van de Republiek. Zelf was hij ook officier en bereikte de rang van majoor. Hij huwde in 1772 Isabella Constantia de Geer. Haar familie bezat Rijnhuizen in Jutphaas en op dit huis overleed in 1782 Daniël Mackay vermoedelijk dan ook.

Verschillende leden van de familie Mackay werden vanaf 1815 opgenomen in de Nederlandse adel en hun nakomelingen leven tot op heden als baron/barones Mackay voort. De Chef de Famille is tevens 14th Baron Reay of Reay en Baronet of Nova Scotia – Schotse titels die in 1627 en 1628 door Koning Karel I van Engeland verleend werden.

Afb. 2. Het gerestaureerde rouwbord in hernieuwde glorie aan de wand bij de Hoge Raad van Adel.

Weekendtip: de Menkemaborg in Uithuizen

Afb. De Menkemaborg in Uithuizen toont de glorie van de Groninger jonkers.
Afb. De Menkemaborg in Uithuizen toont de glorie van de Groninger jonkers.

De Menkemaborg werd vanaf 1682 bewoond door de adellijke familie Alberda van Menkema, tot de laatste jonkheer in 1902 overleed. Zijn erfgenamen schonken huis en landgoed aan het Groninger Museum, die het zó inrichtte dat het een zeer fraai  beeld geeft van de leefstijl van de Groninger adel. Op de Menkemaborg wordt een compleet beeld getoond van het leven upstairs & downstairs en ook de tuinen zijn zonder meer de moeite waard. Op dit moment staan de rozen in de tuin volop in bloei, waaronder de befaamde rozentunnel.

Meer weten over de Menkemaborg en bezoekmogelijkheden? Kijk dan op http://www.menkemaborg.nl/

Afb. 2. De kamer van meneer op de Menkemaborg.

 

Restauratieproject portretten huis Landfort voltooid

Afb. Wim Dröge (links), collectiebeheerder stichting Erfgoed Landfort, neemt de laatste twee zeer fraai gerestaureerde portretten in ontvangst van restaurator Rómulo Döderlein de Win.

In de afgelopen twee jaar heeft restaurator Rómulo Döderlein de Win 15 familieportretten gerestaureerd, die allen de familie Luyken betreffen. De restauratie was in opdracht van de stichting Erfgoed Landfort (www.erfgoedlandfort.nl), die niet alleen bezig is met een grondige restauratie van het in- en exterieur van het huis, maar ook het bijbehorende fantastische park onder handen neemt, om het weer in oude luister te laten stralen. De familie Luyken bezat Landfort in de jaren 1823-1970 en hun portretten komen te hangen in een kamer die de herinnering aan deze familie, die voor het aanzien van Landfort zo belangrijk is geweest, levend zal houden.

Rómulo Döderlein de Win zegt over het restauratieproces: “Het is een zeer arbeidsintensieve klus geweest, vooral omdat vrijwel de meeste portretten tijdens de Tweede Wereldoorlog ernstig beschadigd zijn geraakt. Een enthousiaste amateur heeft vervolgens in het verleden alle portretten overschilderd om beschadigingen te maskeren. Ik heb uiteindelijk alle overschilderingen verwijderd en bijvoorbeeld kledingstukken kunnen reconstrueren aan de hand van oude foto’s van de portretten die zich bij het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis bevinden.”

Afgelopen zaterdag heeft Wim Dröge, collectiebeheerder stichting Erfgoed Landfort, de laatste twee gerestaureerde portretten in ontvangst genomen, zodat de familie Luyken nu weer in oude glorie aan de muren van huis Landfort kan stralen.

Ook benieuwd naar huis Landfort? Kijk dan op http://www.erfgoedlandfort.nl

Mevrouw drs. L.A.C. barones van Tuyll van Serooskerken verrast met Koninklijke Onderscheiding op Slot Zuylen

Afb. 1. Lucile barones van Tuyll van Serooskerken kreeg haar Koninklijke Onderscheiding overhandigd door burgemeester Ap Reinders van de gemeente Stichtse Vecht.

Mevrouw drs. L.A.C. barones van Tuyll van Serooskerken uit Oud-Zuilen is zaterdag 20 juni jongstleden benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zij ontving deze Koninklijke Onderscheiding voor haar vele vrijwilligerswerk op het gebied van cultuur, cultuurbehoud in de Vechtstreek en Interlandelijke adoptie van kinderen.
Burgemeester Ap Reinders overhandigde haar de geopende etui met de Koninklijke Onderscheiding. Voor mevrouw Van Tuyll waren de komst van de burgemeester en de Koninklijke Onderscheiding een grote verrassing.

Verdiensten van mw. drs. L.A.C. barones van Tuyll van Serooskerken
Mevrouw Van Tuyll van Serooskerken is een nakomeling van de familie die Slot Zuylen als laatste in particulier bezit had. Sinds 1951 is Slot Zuylen geen eigendom meer van de familie Van Tuyll van Serooskerken maar overgedragen aan de gelijknamige stichting. Vanaf 1981 is mevrouw Van Tuyll van Serooskerken actief betrokken bij de stichting als voorzitter en als bestuurslid van de vereniging Vrienden van museum Slot Zuylen, waarvan 25 jaar als voorzitter.

Afb. 2. Lucile van Tuyll van Serooskerken omringd door haar broer en zusters.

Toeristische Opstapplaatsen
Daarnaast maakte zij als bestuurslid deel uit van de gebiedscommissie Utrechtse Vecht en Weiden (2008-2012) en was zij voorzitter van de door de gebiedscommissie opgezette werkgroep Recreatie, Landschap en Cultuurhistorie. Mevrouw Van Tuyll van Serooskerken speelde verder een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de Toeristische Overstapplaatsen in de Vechtstreek en de toeristische wandel-, fiets- en kanoroutes. Dit leidde weer tot oprichting van de Stichting Het Vechtsnoer, waar zij voorzitter van werd. Deze stichting verbindt inmiddels 20 aangesloten erfgoedinstellingen in de Vechtstreek.

Interlandelijke adoptie van kinderen
Naast haar inzet voor het behoud van het cultureel historisch erfgoed in de Vechtstreek was mevrouw van Tuyll van Serooskerken vanaf de jaren zeventig actief betrokken bij interlandelijke adoptie van kinderen in Nederland. Ook daarin vervulde zij als vrijwilliger, zowel nationaal als internationaal, verschillende bestuurlijke functies. Enkele voorbeelden hiervan zijn: medeoprichter en bestuurslid van AdoptieDriehoek interactief, lid van de Raad van toezicht van Stichting Wereldkinderen, bestuurslid en voorzitter van Euradopt. Verder werkte zij mee aan de totstandkoming van het Haags Adoptieverdrag, voorzitter van de Stichting Adoptie Driehoek Onderzoeks Centrum en voorzitter en de Vereniging Aangaande Adoptie in Nederland.

In zijn toespraak roemde burgemeester Reinder mevrouw Van Tuyll van Serooskerken om haar grote inzet en betrokkenheid en noemde hij haar: “Een vrouw die het verschil heeft gemaakt bij het opstellen van sterke adoptieprocedures in Nederland en België die vandaag de dag nog gelden.”

Afb. 3. Lucile van Tuyll van Serooskerken met rechts dr. Joyce Sylvester, voorzitter van de Raad van Toezicht van Slot Zuylen, die vergezeld werd door haar zoon Hendrik Yuan Comvalius.

Dr. Joyce Sylvester, voorzitter van de onlangs ingestelde Raad van Toezicht van Slot Zuylen, vertelt: “De uitreiking van deze Koninklijke Onderscheiding komt op een bijzonder moment. In de afgelopen periode is er hard gewerkt om Slot Zuylen toekomstbestendig te maken. De governance structuur is aangepast aan de huidige tijd en mevrouw Van Tuyll van Serooskerken is na al die jaren gestopt als voorzitter. Gelukkig is zij bereid om bij Slot Zuylen betrokken te blijven als beschermvrouwe. Namens de familie maakt Daan de Roo van Alderwerelt nu onderdeel van de Raad van Toezicht. En dit is nog niet alles. Half juli start onze nieuwe directeur Willem te Slaa. Al met al zijn dit veel ontwikkelingen, die er voor moeten zorgen dat het mooie Slot Zuylen nog vele generaties door kan.”

Afb. 4. Slot Zuylen werd tot 1951 bewoond door de baronnen Van Tuyll van Serooskerken en werd in 1952 in een stichting ondergebracht. Slot Zuylen is sindsdien opengesteld voor bezoekers. Lees meer over de openstelling op donderdag t/m zondag van 11.00-16.00 uur op www.slotzuylen.nl.

Zeeuws Veilinghuis zoekt beeldmateriaal over Rudolf Bonnet

Afb. Een voorstudie voor een schilderij door Rudolf Bonnet.

Het Zeeuws Veilinghuis (Vriend van de stichting Adel in Nederland) is onder meer gespecialiseerd in Indonesische schilderijen. In de afgelopen jaren veilden zij zo’n 150 werken van Rudolf Bonnet (1895-1978), die jarenlang in Indonesië tekende en schilderde. Voor een nieuw boek over Rudolf Bonnet is het Zeeuws Veilinghuis op zoek naar beeldmateriaal van Rudolf Bonnet zelf of van zijn werk. Kijk voor een filmpje hieronder.

Recordopbrengst veiling Frymerson collectie

Afb. 1. Maria Magdalena, door Daniele da Volterra (1509-1566). Foto met dank aan Burgersdijk & Niermans in Leiden.

Op 16 en 17 juni vond er bij Burgersdijk & Niermans in Leiden een veiling plaats, waarbij ook de Frymerson collectie geveild werd. 31 kavels met prenten, tekeningen werden uit deze collectie aangeboden.

Het huis Frymerson werd in 1865 in opdracht van de Belgische jonkheren De Zantis de Frymerson gebouwd door de bekende architect P.J.H. Cuypers. Tot aan haar overlijden woonde hier Johanna de Zantis de Frymerson née jonkvrouwe van der Goes (1921-2016), douairière jonkheer Jean Auguste Theodore Alfred de Zantis de Frymerson (voor haar In Memoriam zie https://www.adelinnederland.nl/overleden-j-zantis-frymerson-nee-jonkvrouwe-goes/)

Onder de kavels bevond zich onder meer het portret van Albert Carel baron Snouckaert van Schauburg (1763-1841). Hij was een rechtstreekse voorvader van haar stiefmoeder Agnes van der Goes née barones Snouckaert van Schauburg (1902-1973).

De veiling bracht ruim 50.000 euro op, waarbij de grote verrassing een tekening door Daniele da Volterra (1509-1566) van Maria Magdalena was. Deze werd vooraf getaxeerd op 600 euro en bracht uiteindelijk 37.000 euro op.

Afb. 2. Albert Carel baron Snouckaert van Schauburg (1763-1841). Van hem stammen alle huidige baronnen en baronessen Snouckaert van Schauburg af. Foto met dank aan Burgersdijk & Niermans in Leiden.

Toen op 18 juni 1815: graaf Van Heiden van Reinestein gesneuveld bij Waterloo

Afb. Huis Laarwoud in Zuidlaren, familiebezit van de graven Van Heiden sinds 1750.

Op 18 juni 1815 vond de Slag bij Waterloo plaats, waarbij Napoleon definitief werd verslagen. Aan Nederlandse zijde verwierf het Regiment Huzaren van Boreel veel faam (zie hierover https://www.adelinnederland.nl/de-huzaren-van-boreel-jonkheer-willem-francois-boreel/), maar er waren ook gewonden en doden te betreuren. Onder hen ook de graaf Van Heiden van Reinestein. Onderstaand verhaal stond in jaargang 3, nummer 2 – juli 2019 van het digitale magazine dat de donateurs van de stichting Adel in Nederland vier keer per jaar per mail toegestuurd krijgen. Wilt u ook voor 17,50 euro per jaar donateur worden en dit magazine vier keer in uw mailbox ontvangen? Mail dan naar info@adelinnederland.nl.

Op 18 juni 1815 sneuvelde jonkheer Frederik Maurits des H.R. Rijksgraaf van Heiden van Reinestein bij Waterloo. Hij werd geboren op 22 september 1775 in ’s-Gravenhage als zoon van Sigismund Pierre Alexander des H.R. Rijksgraaf van Heiden, heer van Entinge en Reinestein (1740-1806) en Lady Maria Frederica Barones van Reede (1748-1807).
Hij groeide deels in ’s-Gravenhage en deels op Huis Laarwoud in Drenthe op. In 1792 trad hij zeventien jaar oud in dienst van het Staatse leger als ‘extraordinaire ingenieur’ en werd in 1794 gepromoveerd tot ‘luitenant-ingenieur’. Hij nam deel aan de campagnes in 1793 en 1794 in Brabant en Vlaanderen, maar nam met de komst van de Fransen in 1795 ontslag en trad een jaar later als kornet in dienst van het Regiment Dragonders ‘Prinz Ludwig’ in Brunswijk.

Nadat Brunswijk deel ging uitmaken van het Koninkrijk Westfalen nam hij ontslag en trad vervolgens in dienst van het Koninkrijk Holland met de rang van 1e luitenant. Door de inlijving van Holland bij het Keizerrijk Frankrijk werd hij Frans officier en verkreeg hij de rang van kapitein. Hij maakte in 1812 de Tocht naar Rusland mee en werd bij de beruchte oversteek over de rivier de Berezina gewond aan een been, maar slaagde er toch wonderwel in veilig terug te keren – in tegenstelling tot het grootste deel van het leger.
Na zijn herstel werd hij opnieuw kapitein in het Franse leger, tot hij in 1814 ontslag nam en in datzelfde jaar als kapitein bij de cavalerie van het 6e Regiment Huzaren in Nederlandse dienst trad. Op 28 maart 1815 volgde zijn benoeming als lid van de Ridderschap van Drenthe en hierdoor ging hij met het predikaat jonkheer deel uitmaken van de Nederlandse adel. De Nederlandse grafelijke titel kreeg hij in tegenstelling tot zijn twee broers nimmer, omdat hij door de geschiedenis werd ingehaald. Op 16 juni 1815 nam hij nam als ritmeester in het Regiment Huzaren van Boreel deel aan de Slag bij Quartre-Bras en ‘sneuvelde roemrijk voor zijn Vaderland’ twee dagen later bij Waterloo.

Zijn familie verkeerde even in onzekerheid over zijn lot, want pas op 8 juli verscheen er in de ‘Opregte Haarlemsche Courant’ een annonce, waarin ‘tot bittere droefheid zijner familie’ zijn overlijden ‘in den bloeijenden leeftijd van 39 Jaren’ werd bekend gemaakt.

Bronnen & Literatuur
Nederland’s Adelsboek jaargang 85 (1995), ’s-Gravenhage1-13.
Opregte Haarlemsche Courant, 8 juli 1815, 2.
http://www.napoleon-series.org/research/biographies/Holland/Cavalry/Officers/c_Heiden.html