Jonkheer Philippe Darius Hendrik von Weiler, geboren ‘s-Gravenhage 18 april 2025, zoon van jonkheer Mark Rudolf Alexander von Weiler en Dena von Weiler née Mokhberolsafa.
Jonkheer Duco Constant Pieter Wesselman van Helmond, geboren Breda 25 april 2025, zoon van jonkheer Pieter Gillis Wesselman van Helmond en Bella Wesselman van Helmond née Beukers.
Afb. 1. Links François Doublet van Groenevelt (1688-1725) en rechts Cornelia Doublet van Groenevelt (1678-1710). Portretten door Nicolaes Maes. Foto’s met hartelijke dank aan Veilinghuis Van Spengen in Hilversum.
Vanaf dinsdag 6 mei loopt er een timed online veiling af bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum met kunst, antiek, zilver, porselein, juwelen, enz. in allerlei prijsklassen. Tot de aangeboden kavels behoren ook portretten van twee kinderen Doublet van Groenevelt. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogus van Veilinghuis Van Spengen in Hilversum op vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog#responsive
Kavel 1 betreft twee kinderportretten van François Doublet (1688-1725) en Cornelia Doublet van Groenevelt (1678-1710) door Nicolaes Maes (1634-1693). Het jongensportret is gesigneerd en gedateerd ‘Maes 1691’. Beide portretten samen worden getaxeerd op 20.000-30.000 euro. Veilingopbrengst: 26.855 euro.
Mr. François Doublet, heer van Groenevelt en Moerkerken, (1642-1688), was schout en burgemeester van ‘s-Gravenhage en daarnaast drost en dijkgraaf van de stad Gorinchem en het land van Arkel. Hij was een nakomeling van de schatrijke Philips Doublet, die ontvanger-generaal was. Hij huwde 1e 1674 Abigail ten Hove (1650-1685) en 2e 1686 Maria Cornelia Fagel (1649-1739). Maria Cornelia was de dochter van mr. François Fagel (1585-1644), die raadsheer in de Hoge Raad van Holland en Zeeland was, en Maria Rosa (1595-1622).
Door hun financiële en bestuurlijke achtergrond behoorde het echtpaar Doublet van Groenevelt-Fagel tot de elite van ’s-Gravenhage en het is geen wonder dat zij twee kinderen lieten portretteren door de toonaangevende portretschilder op dat moment Nicolaes Maes (1634-1693): François Doublet van Groenevelt (1688-1725) en Cornelia Doublet van Groenevelt (1678-1710).
François Doublet van Groenevelt (1688-1725)
Mr. François Doublet van Groenevelt, heer van Groenevelt, werd gedoopt op 18 juli 1688 in ’s-Gravenhage. Hij werd veertigraad en schepen van Delft en huwde in 1715 (ondertr. 12 januari in Delft) Anna Constantia van der Beeke (1695-1723). Zij was een dochter van, de luitenant-generaal van de infanterie en gouverneur van de stad Venlo en het fort St. Michiel, Reijnier van der Beeke (1654-1724) en Maria Buysero (1673-1738), die de dochter was van de griffier en secretaris van Stadhouder Willem III: mr. Adriaan Buysero, heer van Dussen-Muilkerk en Ginhoven (1638-1680).
Anna Constantia van der Beeke overleed op 13 april 1723, niet lang na de bevalling van een dood kindje, en werd begraven in de Oude Kerk in Delft. François Doublet van Groenevelt overleed nog geen twee jaar later en werd op 15 september 1725 met koetsen uit ’s-Gravenhage gebracht en begraven in de Nieuwe Kerk in Delft. Zij lieten drie minderjarige kinderen na.
Eén van deze kinderen was Maria Doublet van Groenevelt (1720-1801). Maria bleef als 5-jarige wees achter. Haar oudoom mr. François Fagel (1659-1746) ontfermde zich over haar en werd haar voogd. Hij was zelf weduwnaar en zijn echtgenote stierf in het kraambed, terwijl zijn enige dochter op 20-jarige leeftijd overleed. Hij was de derde van zijn familie die griffier bij de Staten-Generaal was en door zijn vele kwaliteiten beschikte hij over veel invloed en gezag. Over hem werd gezegd dat hij naast de toenmalige weinig betekende Raadspensionarissen feitelijk jarenlang leiding had gegeven aan de buitenlandse politiek van de Republiek.
Door de buitenlandse contacten van haar oudoom zal Maria haar echtgenoot Robert d’Arcy, 4th Earl of Holderness, 8th Lord Conyers, 11th Lord Darcy de Knayth, hebben leren kennen. Op 29 oktober 1743 traden zij in het huwelijk en het jaar erna vertrok het echtpaar naar Venetië, waar haar echtgenoot tot ambassadeur was benoemd. Zij was inmiddels hoogzwanger en om de tijd te vullen, liet zij zich portretteren door Liotard. Op 13 augustus schreef zij aan haar voormalige voogd: ‘Alsoo niet veel te doen hebbe gehad seedert mijn verblijf hier soo hebbe mij verschijden maalen laten schilderen in Pastel, ik hebbe de vrijheid genoomen van U. Ed[elen] een van die over te senden hoopende dat U Ed het niet quaalijk sult nemen’ en ‘het is een van de Port[r]aiten die mij het meesten lijken hoewel na mijn gedagten het niet veel over heeft.’ Haar oud-oom reageerde met: ‘ick bedancke U Weled; voor het oversenden van dit aengenaeme portrait, als oock voor de parmesaense kaas, daarvan ick een portie hebbe, en die ick wonder goed bevinde.’
In september van dat jaar werd haar eerste kind geboren, een zoon, die echter niet oud werd. Haar tweede zoon stierf ook kort na de geboorte en alleen haar dochter Amelia bereikte de volwassen leeftijd. Met deze dochter kreeg zij het flink te stellen: zij was een gevierde schoonheid in haar tijd en deed aanvankelijk een schitterend huwelijk met de toekomstige 5de Hertog van Leeds. Zij werd echter verliefd op de vader van de dichter Lord Byron, scheidde van haar eerste echtgenoot en hertrouwde met haar minnaar. De staatsman Horace Walpole sprak over ‘a great breach in the house of Holderness’ en dat haar moeder geen contact meer met haar wilde. Uit dit tweede huwelijk werd een dochter geboren, en deze kleindochter werd na het overlijden van haar moeder door haar grootmoeder, de Gravin van Holderness, opgevoed.
Op 13 oktober 1801 kwam The Countess of Holderness née Mary Doublet van Groenevelt te overlijden, na jarenlang de respectabele positie van Lady of the Bedchamber aan het Hof van Koning George III bij diens echtgenote te hebben bekleed. Haar fijnzinnige pastelportret bleef eeuwenlang een gewaardeerd familiebezit: een herinnering aan een verweesd meisje dat liefdevol in de familie Fagel werd opgenomen en dat een glorieuze alliantie met een Engelse graaf aanging.
Afb. Jonkheer Careltje von Weiler (1880-1882). Foto part. coll.
Jonkheer Godfried Carl von Weiler werd geboren op 21 februari 1880 in het Zwitserse Davos Platz als eerste en enige kind van jonkheer mr. Jacob Lambert Wilhelm Carel von Weiler – telg uit een in 1822 in de Nederlandse adel ingelijfde Duitse adellijke familie – en Bernardina Lamberta von Weiler née van Lidth de Jeude.
Zijn ouders verbleven in verband met hun tuberculose in Davos Platz, maar een week na zijn geboorte sloeg het noodlot toe en overleed zijn moeder in het kraambed op 24-jarige leeftijd. Een half jaar later overleed op 28-jarige leeftijd ook zijn vader en Careltje bleef als weesje achter.
De achterzijde van deze foto vermeldt: “Na zijner ouders overlijden ten huize zijner grootouders Von Weiler te Zutphen trouw verpleegd door zijnen jeugdige tante Louise von Weiler.” Jonkvrouwe Johanna Louise von Weiler – de jeugdige tante – was op dat moment zelf pas zeventien jaar en huwde later de broer van haar jong overleden schoonzusje.
Haar goede zorgen mochten niet baten, want op 17 juni 1882 plaatsten de vier grootouders een annonce in de courant: “Heden overleed te Zutphen ons bemind kleinzoontje GODFRIED CARL von WEILER, in den leeftijd van 2 jaar en 4 maanden.” en Careltje werd “… aldaar begraven in het familiegraf.” Wat bleef, is een foto als herinnering aan een verweesd en ziekelijk jongetje dat opgedoft in een jurkje een beetje boos vanuit het verleden ons lijkt aan te kijken – maar zouden niet alle jongetjes zo kijken als ze een jurkje aan moesten?
Afb. Een adellijke wijnkelder bij het artikel ‘A taste of nobility. The wine cellars of Alfred Vilain XIIII in late nineteenth-century Belgium’.
De Werkgroep Adelsgeschiedenis (www.adelsgeschiedenis.nl) is opgericht in 1993 en heeft als voornaamste doel het bevorderen van de beoefening van en de kennis over de geschiedenis van de (Nederlandse) adel. Dit doet de werkgroep door middel van het uitgeven van het Jaarboek Virtus en monografieën in de Reeks Adelsgeschiedenis. Daarnaast organiseert de werkgroep symposia om het contact tussen onderzoekers en belangstellenden te vergroten. Ook organiseert ze voor haar leden excursies en webinars.
Virtus is het jaarboek van de Werkgroep Adelsgeschiedenis, met zowel Nederlandse als Engelstalige bijdragen. In deze editie staat het thema ‘Adel en eten’ centraal. Drie artikelen onderzoeken de rol van tafelen in de vroegmoderne diplomatie, (de kosten van) koninklijke menu’s en de wijnkelders van een prominente Belgische edelman. Daarnaast leest u in dit jaarboek o.a. over de oorlogsvoorbereidingen van een vijftiende-eeuwse edelman en een symposium over adellijke overlevingsstrategieën (1918-1955).
Afb. 1. Tulpenbal 2025: walsen aan zee in het Kurhaus in Scheveningen.
Op zaterdag 17 mei zal voor de elfde keer het Tulpenbal georganiseerd worden in een weekend vol activiteiten. Ook dit jaar is als locatie gekozen voor de sfeervolle grote zaal in het Kurhaus in Scheveningen. Hier zullen gasten uit binnen- en buitenland, van adel en niet van adel zich verzamelen voor een feestelijke avond in stijl en met traditie, maar tegelijk is er ook een ongedwongen sfeer en mogelijkheid om oude bekenden te ontmoeten en nieuwe vriendschappen te sluiten. Link naar een promotiefilmpje: https://youtube.com/shorts/DFSkD8gkZv8
Veiling voor het goede doel
Ook dit jaar zal er weer een veiling zijn voor twee goede doelen: ‘Johanniter Netherland’ en ‘Diakoniezentrum Borwinheim’. Vorig jaar werd er 14.000 euro opgehaald bij de veiling op het Tulpenbal! De Orde van Sint-Jan staat bekend om haar eigentijdse benadering van hulpverlening, pragmatisch, doelgericht en inclusief. Het Diakoniezentrum Borwinheim ligt in het centrum van Neustrelitz, Duitsland, en combineert het leven van de stadskerkgemeenschap met verschillende sociale hulpdiensten onder één dak. Het werd in 1908 opgericht door de Evangelische Kerkgemeenschap van Neustrelitz, met de steun van en vernoemd naar Hertog Borwin van Mecklenburg.
Koop nu uw toegangskaart!
Iedereen die een toegangskaart koopt, is welkom en de kaartverkoop is inmiddels gestart! Kaarten voor het Tulpenbal met diner vooraf of voor de verschillende activiteiten op vrijdag en zondag kunnen via de website besteld worden: https://www.tulipsball.com
Afb. 2. Vorig jaar vond in het Kurhaus in Scheveningen voor de 10e keer het Tulpenbal plaats. Ruim 400 balgasten uit 28 landen namen hier aan deel. Vanuit heel Europa en van Australië t/m de Verenigde Staten waren de aanwezigen naar Nederland afgereisd voor een feestelijk avond die in het teken stond van charity, vriendschap en traditie.Afb. 3. Clemens van Steijn, in zijn rol als veilingmeester, daarbij geassisteerd door jonkvrouwe Stephanie de Beaufort, wist vorig jaar 14.000 euro bijeen te krijgen voor goede doelen.Afb. 4. Onder een beschilderd plafond met flonkerende kroonluchters werd er vorig jaar volop gedanst op de klanken van het ConForte Symphonic Orchestra, dat uit vijftig orkestleden bestond, maar ook de DJ aansluitend kon op een volle dansvloer rekenen!
Afb. Op de voorzijde: ‘De Vaart bij ‘s-Graveland’ door Pieter Gerardus van Os in 1818.
’s-Graveland viert in 2025 een bijzondere mijlpaal: 400 jaar sinds de verkrijging van het octrooi in 1625. Bij het ontstaan waren bekende namen betrokken als Hooft, Bicker, Pauw, waarvan leden later in de adel verheven zouden worden, maar ook de Utrechtse edelman Godert van Reede, heer van Nederhorst deed mee.
Dit boek neemt je mee op een fascinerende reis door de tijd. In tien boeiende thema’s worden de verhalen beschreven van de mensen die hier woonden en leefden, voorzien van prachtige illustraties. Veel aspecten van het leven in ’s-Graveland komen aan bod, zoals de moeizame stappen in de begintijd in het thema Aanvang, de indrukwekkende Stalpaertkerk in het thema Geloof en de fusieperikelen in het thema Bestuur. De ’s-Gravelandse Vaart, ooit de levensader van het dorp, wordt belicht bij Vervoer, terwijl Kunst en Cultuur aandacht schenkt aan kunstenaars en koren. Dat en nog veel meer komt aan de orde in de hoofdstukken vol interessante feiten en ook herkenbare verhalen. Het boek biedt een schat aan informatie voor iedereen die ’s-Graveland en zijn geschiedenis een warm hart toedraagt. Of je nu specifieke onderwerpen wilt verkennen of het boek van kaft tot kaft wilt verslinden, het belooft een boeiende lees- en kijk ervaring te zijn.
Afb. V.l.n.r. H.K.H. Prinses Alexia, H.M. Koningin Máxima, Z.M. de Koning en H.K.H. de Prinses van Oranje.
AiN feliciteert Z.M. de Koning van harte met zijn verjaardag en wenst hem, zijn familie en u een mooie Koningsdag toe!
In onzekere tijden zoals deze, waarin er in de wereld nog meer dan anders gebeurt, is hij samen met zijn familie een stabiele factor in ons land en staat hij symbool voor onze vrijheid, onafhankelijkheid, continuïteit en democratische waarden.
Afb. 1. Op de eerste rij, tweede van rechts, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau: jonkheer dr. ing. Tom Versélewel de Witt Hamer.
Ter gelegenheid van de verjaardag van Z.M. de Koning zijn de volgende leden van de Nederlandse adel Koninklijk onderscheiden:
Mevrouw mr. P.F.M. de Beaufort-van der Meer Mohr, echtgenote van jonkheer dr. A.J. de Beaufort, wonende te ‘s-Gravenhage, toezichthouder, voor verdiensten op het terrein van o.a. corporate governance, ondernemersbelangen en cultuur: Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Mevrouw mr. E.Y. Beelaerts van Blokland née van Schaijk, echtgenote van jonkheer mr. A.W. Beelaerts van Blokland, wonende te ‘s-Gravenhage, voor verdiensten op het terrein van o.a. armoedebestrijding en cultuur: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Jonkheer drs. C.S. Dedel, wonende te Bloemendaal, voor verdiensten op het terrein van welzijn en inclusie: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Mevrouw I.T. de Geer-Huisman, wonende te Zeist, echtgenote van jonkheer D.B. de Geer, voor verdiensten op het terrein van o.a. ontwikkelingshulp en welzijn: Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Jonkheer dr. ing. T.J. Versélewel de Witt Hamer, wonende te Groningen, voor verdiensten op het terrein van cultureel erfgoed en welzijn: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Tom de Witt Hamer is onder meer (vice-)president van de Ridderschap van Groningen en is één van de initiatiefnemers voor de heroprichting hiervan in 2012. Hij is voorzitter van de Stichting Uitgave Nederland’s Adelsboek en ere-rechtsridder Johanniter Orde. In 2017 promoveerde hij over ridderlijke orden (zie: Promotie Tom de Witt Hamer over ridderlijke orden: “Lid worden in de voetstappen van de historie.” – Adel in Nederland). Hij is altijd bereid om zijn grote kennis op adellijk gebied te delen en om advies te geven in het belang van de stichting Adel in Nederland. Het is bovendien steeds een groot genoegen om hem te ontmoeten, want met zijn humor bevind je je met hem in meer dan alleen maar goed gezelschap.
Mr. drs. R.M.H.R. barones van Pallandt née Reichling LLM, wonende te ‘s-Gravenhage, voor verdiensten op het terrein van hulpverlening: Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Jonkheer mr. F.J.M.I. van Rijckevorsel van Kessel, wonende te ‘s-Gravenhage, voor verdiensten op het terrein van o.a. erfgoed, heraldiek en religieus leven: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Frans van Rijckevorsel is sinds 2017 Lid van de Hoge Raad van Adel.
Afb. 2. Louise barones van Wassenaer met haar laatste publicatie: ‘Tragiek en heldendom. Het leven van Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden’.
L. barones van Wassenaer née Wiarda, wonende te ‘s-Gravenhage, voor verdiensten op het terrein van geschiedenis: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Louise van Wassenaer brengt de familiegeschiedenis tot leven en door haar onderzoek en publicaties is er veel meer over de Van Wassenaers niet alleen voor haar eigen familie, maar ook voor een groter publiek toegankelijk geworden. Het doorvertellen van verhalen gebeurt in iedere familie, maar het vastleggen hiervan wordt vaak nagelaten. Hierdoor is zij dé familie-chroniqueur van de Van Wassenaers bij uitstek geworden en is veel vastgelegd, wat anders niet doorgegeven zou zijn geworden aan volgende generaties. In 2022 interviewde de stichting Adel in Nederland haar naar aanleiding van haar laatste publicatie (zie: ‘Tragiek en heldendom. Het leven van Jan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden’ – AiN sprak Louise barones van Wassenaer-Wiarda over haar nieuwste boek – Adel in Nederland).
Mevrouw V.M.G. van Asch van Wijck née Freifrau von Papen, douairière jonkheer mr. L.H.J.M. van Asch van Wijck, wonende te Rhenen, voor verdiensten op het terrein van cultureel erfgoed, landschapsbeheer en natuureducatie: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Mevrouw E.O.E. Zwartkruis née jonkvrouw von Weiler, wonende te Waalre, voor verdiensten op het terrein van armoedebestrijding: Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Onder de gedecoreerden ook enkele namen, die wij hierbij noemen vanwege hun betekenis voor het adellijke erfgoed:
De heer K.M. Akkerman, wonende te Amsterdam, juwelenhistoricus, voor verdienste op het terrein van kunst en cultuur: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Martijn Akkerman kent als geen ander in Nederland de geschiedenis van Koninklijke en adellijke juwelen, publiceert hierover en vertelt hierover op aansprekende wijze in onder meer in Tussen Kunst en Kitsch.
Mevrouw drs. J.J.M.A.M. Jonker-Duijnstee, wonende te Vreeland, gemeente Stichtse Vecht, voor verdiensten op het terrein van o.a. heemkunde, media en landschapsbeheer: Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Juliette Jonker-Duijnstee is onder meer auteur en publiceerde over o.a. buitenplaatsen in de Vechtstreek, waarvan velen nauw met de geschiedenis van adellijke families verbonden zijn.
De heer dr. L.P. van Putten, wonende te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, voormalig geschiedenisdocent en historicus, voor verdiensten op het terrein van o.a. voortgezet onderwijs, heemkunde en monumentenzorg: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
De heer J.M. Jansen, wonende te Oegstgeest, luitenant-kolonel bij het Wapen der Artillerie, voor verdiensten op het terrein van schietsport, faunabeheer en de krijgsmacht: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden.
Thijs Jansen is onder meer Lid van de Raad van Advies van de stichting Adel in Nederland. Vanmorgen zei Z.E. de minister van Defensie, de heer R. Brekelmans, over hem over zijn grote kennis op ceremonieel gebied onder meer: “Thijs wéét deze dingen!” En dat kunnen wij alleen maar bevestigen. Hij is een groot expert op het gebied van onderscheidingen en protocol en is altijd bereid om zijn grote kennis op dit én ander gebied ten behoeve van berichtgeving door de stichting Adel in Nederland te delen. Hij leest kritisch mee, geeft goede adviezen en geeft regelmatig bruikbare tips om over te berichten. Met zijn humor en relativeringsvermogen is hij bovendien een grote persoonlijke steun en toeverlaat.
Afb. 3. Links: luitenant-kolonel Thijs Jansen & Lid van de Raad van Advies van de stichting Adel in Nederland: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. John Töpfer, directeur stichting Adel in Nederland, schreef met groot genoegen één van de vele aanbevelingsbrieven ter ondersteuning van de aanvraag voor zijn Koninklijke onderscheiding.
Afb. 1. Een zilveren schotel met het alliantiewapen Van Limburg Stirum-Willink. Foto’s met hartelijke dank aan Veilinghuis Peerdeman in Utrecht.
Op zondag 27 april loopt er een timed online veiling af bij Veilinghuis Peerdeman in Utrecht met kunst, antiek, design en sieraden. Tot de aangeboden kavels behoort ook een zilveren schotel met het alliantiewapen Van Limburg Stirum-Willink. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogi van Veilinghuis Peerdeman in Utrecht op Veilinghuis Peerdeman Utrecht – Online Catalogus
Lotnummer 2056 betreft een zilveren geschulpte schotel uit 1883 met geprofileerde rand, gegraveerd met het alliantiewapen Van Limburg Stirum-Willink met daarboven een gravenkroon. Het wordt getaxeerd op 400-600 euro. Veilingopbrengst: 850 euro.
Mr. Samuel John graaf van Limburg Stirum (1832-1926) was een zoon van Louis Gaspard Adrien graaf van Limburg Stirum en Cecilia Johanna van Scheltinga. Zijn vader werd onder meer commissaris des Konings, eerst in Groningen en later in Gelderland. Ook had deze enkele functies aan het Hof: opperschenker en opperjagermeester.
Samuel John werd advocaat en huwde in 1864 Maria Henriette Willink (1839-1928). Zij was de dochter van Jan Willink en Elisabeth Maria Luden, die beiden uit vermogende patriciaatsfamilies stamden uit het Blauwe Boekje. Het echtpaar vestigde zich op huis Lichtenbeek in Arnhem en hier woonde het echtpaar uiteindelijk 62 jaar samen. Koning Willem III en Koningin Emma waren hier een aantal keren te gast en Kroonprins Willem nam hier deel aan de jacht. Hun enige kind, een zoon, werd op dit huis geboren. Net als zijn vader vervulde ook Samuel John functies aan het Hof en zo was jagermeester in de jaren 1863-1906 en daarna jagermeester i.b.d. Vanaf 1879 was hij kamerheer i.b.d. van Koning Willem III en daarna van Koningin Wilhelmina. Daarnaast was hij voorzitter van de Geldersche Renvereeniging en was hij tot op hoge leeftijd een actief deelnemer aan de jachtritten van de Koninklijke Veluwsche Jachtvereeniging. Vanwege zijn verdiensten aan het Hof ontving hij bij zijn 90ste verjaardag het Grootkruis in de Huisorde van Oranje. In 1924 vierde het echtpaar hun diamanten bruiloft.
Samuel John graaf van Limburg Stirum overleed hoogbejaard op 94-jarige leeftijd op huis Lichtenbeek in 1926. Prins Hendrik kwam persoonlijk op huis Lichtenbeek de familie condoleren en de Koningin liet zich bij zijn begrafenis vertegenwoordigen door haar kamerheer i.b.d. baron Van Pallandt van Rosendael. Zijn zoon dankte bij het graf voor alle blijken van Koninklijk medeleven en sloot af met een laatste vaarwel aan zijn vader, die volgens hem geen vijanden, maar slechts vrienden had. Zijn weduwe Maria Henriette Willink overleefde hem twee jaar en overleed op 89-jarige leeftijd in het Diaconessenhuis in Arnhem.
Afb. 2. Mr. Samuel John graaf van Limburg Stirum (1832-1926) en Maria Henriette Willink (1839-1928). Foto’s met dank aan ‘Iconografie van het Geslacht van Limburg Stirum’, door C.J. graaf van Limburg Stirum, Zutphen (1994), 171.
Afb. Prinses Marianne (1810-1883), was de jongste dochter van koning Willem I en Wilhelmina van Pruisen.
Onlangs verscheen het boek Op reis met prinses Marianne. Een pelgrimage naar het Heilige Land en een vakantietochtje in Silezië. Like dit bericht op onze facebook- of instagrampagina en maak kans op dit boek over deze spraakmakende prinses! Meedoen kan t/m vr. 28 april. 2025 24.00 uur. Over de uitslag kan niet gecorrespondeerd worden. U kunt het boek natuurlijk nu ook meteen bestellen via de uitgever: www.walburgpers.nl/nl/book/9789464565195/op-reis-met-prinses-marianne.
Prinses Marianne (1810-1883), de jongste dochter van koning Willem I en Wilhelmina van Pruisen, had een ongelukkig huwelijk. Daarom ging zij vaak op reis, vanaf 1844 veelal vergezeld door haar secretaris en minnaar Johannes van Rossum. Ook reisde zij vaak tussen de diverse kastelen en buitenplaatsen die zij had verworven in Nederland en in het huidige Italië, Duitsland en Polen. In 1849 maakte zij een bijzondere pelgrimsreis naar Palestina, onder leiding van de befaamde kenner van het Heilige Land, dominee Van Senden. Hoewel deze tocht veel aandacht kreeg in de toenmalige pers, werd verzwegen dat de prinses een geheim met zich meedroeg. In de brieven die Van Senden aan zijn familie en vrienden thuis stuurde, komen tal van interessante details voor, die licht werpen op deze pelgrimsreis en de vorstelijke reizigster.
Op reis met prinses Marianne neemt de lezer mee op de vele uitstapjes die de vorstelijke reizigster ondernam. Aan de hand van dagboeken, brieven en de collectie souvenirs die dominee van Senden als geschenk kreeg van de prinses, beschrijven Kees van der Leer en Marieke Spliethoff de reizen van Marianne. Unieke negentiende- eeuwse kaarten en gravures zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel. Zo werpen de auteurs een nieuw licht op deze spraakmakende en eigenzinnige prinses.