Afb. 1. Kasteel d’Ursel werd in 1761 en 1765 door de Italiaanse architect Servandoni in classicistische stijl aangepast en verkreeg toen de huidige verschijning.
Van 2 juli tot 10 september kunt u elke zondagnamiddag het kasteel bezoeken. De tentoonstelling start met de bouwgeschiedenis van het kasteel. Gedurende bijna vier eeuwen verblijft de familie d’Ursel ’s zomers in Hingene, maar ’s winters in Brussel. Generatie na generatie wonen ze in het hôtel d’Ursel op de Houtmarkt. Plannen, maquettes, foto’s en een 3D-model wekken deze schitterende stadsresidentie opnieuw tot leven. We vertellen ook het verhaal van de sloop in 1960.
Het contrast met de zomerresidentie kan niet groter zijn. De recente terugplaatsing van tientallen wandbespanningen met bedrukt en beschilderd katoen bekroont de jarenlange restauratie. Er wordt het verhaal verteld van de restauratie en de ontstaansgeschiedenis: van het productieproces en de technieken tot de motieven en de kleuren. Ze sluiten aan bij een lange artistieke traditie.
Al in de 18de en de 19de eeuw is het kasteel het thuis van enkele adellijke amateurschilderessen. De centrale figuur is Antonine de Mun, 6de hertogin d’Ursel (1849–1931). Tot slot bezoekt u de spiegelzaal en de salons, waarvan sommige zijn gedecoreerd met katoenen wandbespanning en andere met schitterend roze en blauw Chinees papierbehang. En ook de zeldzame zijden sprei, die recent opdook bij een Nederlandse antiquair, is deze zomer te zien in Hingene!
Praktisch
Elke zondag van 2 juli tot 10 september, van 13 tot 18 uur Toegang: vrije bijdrage
https://www.kasteeldursel.be/
Afb. 2. Een maquette van de voorgevel van het Hôtel d’Ursel in de grote salon van kasteel d’Ursel in Hingene met zijn unieke roze Chinese behang.
De Nederlandse adel kent op dit moment geen leden met de titel van hertog, maar onder Koning Willem I werden er drie hertogen in de Nederlandse adel opgenomen: De Beaufort-Spontin, De Looz-Corswarem en D’Ursel. Hun nakomelingen kozen in 1830 na de Belgische afscheiding voor de Belgische nationaliteit en gingen daardoor deel uitmaken van de Belgische adel, maar formeel behoren zij ook nog steeds tot de Nederlandse adel.
Eén van deze drie was Charles Joseph hertog d’Ursul (1777-1860). Hij werd grootmeester van Koningin Wilhelmina, de echtgenote van Koning Willem I. In 1830 stond hij bekend als zeer orangistisch en zijn huis in Brussel werd door het opstandige volk geplunderd. Hij zocht zijn toevlucht in zijn zomerverblijf kasteel d’Ursel in Hingene en schreef: ‘Ik heb een grote weerzin om opnieuw voet in Brussel te zetten en ik ben niet meer in het huis geweest sinds ik er verjaagd ben door een bende plunderaars.’ Uiteindelijk koos hij in 1830 voor de Belgische nationaliteit en zijn nakomelingen leven nog steeds voort in de Belgische adel, waarbij de Chef de Famille de titel van hertog heeft en de overige leden graaf/gravin zijn.
In 1973 werd het kasteel d’Ursel verkocht door de 8e hertog. Sinds 1994 is het kasteel in het bezit van de provincie, die het restaureerde en er sindsdien succesvol vele activiteiten organiseert. In 2009 keerde een belangrijk deel van de oorspronkelijk inrichting terug dankzij een bruikleen van de 10e hertog: duizenden boeken en verder portretten, meubelen en siervoorwerpen.
Afb. 3. De grote salon in het verdwenen Hôtel d’Ursel in Brussel.Afb. 4. Portretten en voorwerpen uit het verdwenen Hôtel d’Ursel in Brussel.Afb. 5. Het toegangshek met in de verte het kasteel d’Ursel in Hingene.
Onderstaand verhaal stond in ons laatste digitale magazine, dat onze donateurs in hun mailbox ontvangen. Voor 17,50 euro per jaar kunt ook u donateur worden en ontvangt u dit magazine in uw mailbox. Mail voor meer informatie naar info@adelinnederland.nl.
Jonkvrouwe Lady Maureen Isabel Le Poer Trench of the Earls of Clancarty/der markiezen van Heusden, geboren op Little Weir House in Bisham (Marlow, Buckinghamshire, UK) 20 december 1923, overleden Verenigd Koninkrijk 16 maart 2016, weduwe van Christopher Colin Cooper.
In Memoriam
Jonkvrouwe Lady Maureen Isabel Le Poer Trench werd geboren op 20 december 1923 op het Little Weir House in Bisham. Haar vader, jonkheer Richard Frederick John Donough Le Poer Trench, droeg op dat moment als oudste zoon en toekomstig familiehoofd de Engelse hoffelijkheidstitel van Lord Kilconnel, maar zou zijn vader in 1929 opvolgen als 6th Earl of Clancarty, 5th Viscount Dunlo, 5th Baron Kilconnel, 5th Viscount Clancarty, 5th Baron Trench en (5e) markies van Heusden. Laatstgenoemde Nederlandse titel werd in 1815 aan een voorvader verleend door Koning Willem I, vanwege zijn inzet als Engelse ambassadeur voor de belangen van de Koning.
Afb. 1. Richard Le Poer Trench 2nd Earl of Clancarty en (1e) markies van Heusden, portret door J. Paelinck uit 1817, National Portrait Gallery, London (NPG 5252)
Het geslacht Trench gaat terug tot omstreeks 1575, toen de eerst genoemde voorvader Frédéric de la Trenche zich vanuit het Franse Poitou in Northumberland vestigde. Zijn nakomelingen werden officieren, parlementsleden en door de aankoop van kasteel Garbally grootgrondbezitters in Ierland en in 1797 volgde de verheffing tot Baron Kilconnel of Garbally. In latere jaren volgden nog de titels van Viscount Dunlo of Dunlo and Balinasloe, Earl of Clancarty, Baron Trench en Viscount Clancarty.
Afb. 2. Garbally Court, Ballinasloe, County Galway, gebouwd in 1819 ter vervanging van het huis dat in 1798 afbrandde. Het landgoed behoorde omstreeks 1870 met 24.000 acres tot de grootste landgoederen in de omgeving. Het werd in 1907 door de 5th Earl of Clancarty verkocht, nadat een belangrijk deel van het grondbezit onteigend was door de Landhervormingswetten, foto met dank aan www.archiseek.com
Haar vader was eerst gehuwd geweest met Edith Constance May Rawlinson, dochter van een majoor, maar hertrouwde in 1919 de Australische Cora Maria Edith Spooner. Haar vader, Horace Harry Spooner, was vanuit Engeland naar Australië geëmigreerd en huwde hier in Adelaide in 1890 de Australische Maria Whinnerah. Hij werd bekend als illustrator, cartoonist, criticus en journalist. Tijdens de Boerenoorlog werd hij als speciale oorlogscorrespondent voor twee kranten naar Zuid-Afrika gestuurd. Zijn verslagen maakten veel indruk en droegen bij aan zijn grote reputatie als journalist, maar hij werd ziek door de zware omstandigheden waaronder hij moest werken en overleed aan tyfus.
Maureen Isabel werd geboren als eerste kind in het gezin en werd vernoemd naar haar grootmoeder Isabel Maud Penrice Bilton, echtgenote van de 5th Earl of Clancarty. Haar levensverhaal vulde destijds de boulevardpers: geboren als dochter van een sergeant bij de artillerie maakte zij haar debuut op het podium van de kazerne, maar trad al snel op in music-halls in Londen, waar zij als actrice en zangeres onder de naam Belle Bilton tot de favorieten ging behoren. Vanwege haar schoonheid werd zij ‘la Belle Bilton’ genoemd.
Afb. 3. Belle Bilton, foto door Alexander Bassano uit 1889, National Portrait Gallery (NPG x135958)
Eén van haar bewonderaars was de destijds 20-jarige Viscount Dunlo, de erfgenaam van de 4th Earl of Clancarty. Hij huwde in 1889, zeer tegen de zin van zijn familie, de 22-jarige Belle Bilton en vervolgens werd zijn toelage door zijn vader stopgezet en werd hij naar Australië gestuurd. Al snel keerde hij terug en wist de vaderlijke eis voor een scheiding te weerstaan. Belle Bilton ging opnieuw optreden om voor het gezinsinkomen te zorgen, maar na het overlijden in 1891 van de 4th Earl erfde haar echtgenoot niet alleen diens titels, maar ook het familielandgoed met de bijbehorende inkomsten. La Belle Bilton werd vervolgens The Countess of Clancarty, vervulde haar rol als kasteelvrouwe voor de adellijke buren met veel allure en werd geliefd bij de pachters.
In het jaar 1902 werd zij in al haar glorie als gravin en markiezin gefotografeerd in hermelijnen mantel met diadeem en coronet, toen zij aanwezig was bij de Kroning van Edward VII op 9 augustus 1902. Vier jaar later overleed zij echter aan de gevolgen van kanker op veertigjarige leeftijd, een bedroefde echtgenoot en vier minderjarige kinderen achterlatende.
Afb. 4. The Countess of Clancarty en markiezin van Heusden op 9 augustus 1902 in ‘coronation robes’ bij de Kroning van Edward VII, foto met dank aan www.lafayette.org.uk
Na Maureen Isabel werden er nog een broertje en twee zusjes geboren, maar haar broertje overleed twee maanden na de geboorte, zodat haar vader uiteindelijk na zijn overlijden in zijn Engelse titels en de Nederlandse titel van markies van Heusden werd opgevolgd door een jongere broer. Op 16 maart 1949 huwde zij Christopher Colin Cooper. Hij was de zoon van de zakenman en majoor Colin Cooper en Thelma Meta C. Cooper née Hartman, die op Barnwell Manor naast Barnwell Castle in Northampshire woonden en daar plaatselijke bekendheid verwierven door het kweken van bloemen, waarmee zij regelmatig op bloemententoonstellingen prijzen wonnen.
Barnwell Manor werd in die tijd omschreven als een opvallend Tudor landhuis met vele puntgevels. Het uit de 16e eeuw daterende landhuis werd door majoor Colin Cooper gemoderniseerd. Het had grote tuinen, een tennisbaan, een squasbaan en een zwembad. Op het landgoed stond de ruïne van het 13e eeuwse kasteel van Barnwell. Zijn vader had zijn eigen meute Beagles voor de jacht op konijnen en hazen en had daarom ook een jachtopziener in dienst. Hij bekleedde sinds 1938 de ceremoniële functie van High Sheriff van het Graafschap Northamptonshire en overleed onverwachts datzelfde jaar tijdens een jachtexpeditie in Kenya. Barnwell Castle werd later dat jaar verkocht aan de Duke of Gloucester, derde zoon van Koning Edward V.
Afb. 5. Barnwell Manor, foto met dank aan www.windsorhouseantiques.co.uk/p/about-us
Na haar huwelijk ging zij volgens Engels gebruik voortaan door het leven als The Lady Maureen Cooper, omdat zij als dochter van een Earl recht bleef houden op de hoffelijkheidstitel van Lady. Haar echtgenoot werd verkoopagent bij een helicopterfirma en samen kregen zij een dochter en een zoon. Op 25 september 1997 kwam haar echtgenoot in Kensington te overlijden en zelf woonde zij de laatste jaren in Winchester. Jonkvrouwe Lady Maureen Isabel Le Poer Trench of the Earls of Clancarty/der markiezen van Heusden kwam op 21 maart 2016 op tweeënnegentigjarige leeftijd te overlijden.
Afb. Huis de Schaffelaar in Barneveld, een nieuw kasteel uit 1852 met torens, tinnen en transen.
In 1852 huwde Jasper Hendrik baron van Zuylen van Nievelt (1808-1877), heer van de Schaffelaar (1828-1877) Jeanne Cornélie barones van Tuyll van Serooskerken (1822-1890) en in datzelfde jaar werd de eerste steen gelegd voor een groot nieuw huis in de toen uiterst modieuze Engelseneo-Tudorstijl. Wie het nu ziet, krijgt een beetje ‘Downton Abbey gevoel’.
Door het overlijden van hun enige zoon, Coenraad Jan baron van Zuylen van Nievelt, in 1865 op elfjarige leeftijd werd hun dochter Johanna Magdalena Cornelia barones van Zuylen van Nievelt (1856-1934) de volgende vrouwe van de Schaffelaar (1877-1934). Haar echtgenoot, Anne Willem Jacob Joost baron van Nagell (1851-1936), was voorbestemd om zijn vader als oudste zoon op het huis Ampsen op te volgen, maar door het huwelijk met deze erfdochter vestigde hij zich op de Schaffelaar en was gedurende tweeënveertig jaar burgemeester van Barneveld. Tegenover het kasteel herinnert een borstbeeld aan zijn jaren als burgervader.
In 1934 werd hun oudste dochter, Johanna Cornelia barones van Nagell (1881-1935), de volgende vrouwe van de Schaffelaar (1934-1935), maar zij overleed het jaar erna helaas aan een ongeneeslijke ziekte en de Schaffelaar vererfde op haar neef Egbert Joost baron van Nagell (1923-1944), die de nieuwe heer van de Schaffelaar (1935-1944) werd. In datzelfde jaar verliet de familie het kasteel. Egbert Joost sneuvelde als vliegenier voor het vaderland en zijn zusje Jeanne Linnie Alice barones van Nagell (1918-2007) werd de laatste vrouwe van de Schaffelaar (1944-1968).
Zij huwde in 1939 jonkheer Willem François Clifford Kocq van Breugel (1914-2015), maar bewoonde het huis nimmer; de kosten van onderhoud en de successierechten, die drie keer in tien jaar tijd betaald moesten worden, maakten dit niet mogelijk. Even ging nog het gerucht dat Prinses Margriet en echtgenoot mr. Pieter van Vollenhoven het zouden gaan bewonen en zelfs was er even sprake van dat het misschien gesloopt zou worden.
In 1967 verkocht mevrouw Van Breugel echter het 90 ha. grote landgoed aan het Geldersch Landschap en het kasteel werd voor het symbolische bedrag van 1 gulden verkocht aan de gemeente Barneveld. Nadien volgde er een veiling van een deel van de inboedel en antieke meubelen, kristal, porselein, luchters, kristallen kronen, klokken, Perzische tapijten, enz. wisselden van eigenaar. De laatste vrouwe van de Schaffelaar heeft naar verluidt nimmer meer voet in Barneveld gezet, maar keerde pas in 2007 terug, toen zij herenigd werd met haar voorouders in het familiegraf.
Afb. 1. Corinne Ellemeet. Foto met dank aan Groen Links.
Vandaag maakte Corinne Ellemeet bekend dat zij na de verkiezingen stopt. Corinne Ellemeet is Tweede Kamerlid voor Groen Links en stond bij de voorlaatste verkiezingen nog op nummer 7. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 stond zij op nummer 2.
Eén van de vele leuke bijkomstigheden van het bezig zijn voor AiN is, dat je nieuwe mensen leert kennen die inspirerend zijn – Corinne Ellemeet is er daar één van. Sinds ik haar ‘beroepsmatig’ volg op Twitter viel het mij op hoe ongelooflijk betrokken en gedreven zij is en steeds gaat voor de verbinding in het algemeen belang. In tegenstelling tot velen kiest zij niet alleen voor het debat en de aanval maar is zij ook steeds oprecht in het geven van complimenten; ook naar politieke tegenstanders. Haar wellevendheid vind ik een verademing in al het verbale Twittergeweld.
Haar ‘dienstmededeling’ is daar ook weer een mooi voorbeeld van. Zij geeft aan dat zij haar periode in de Tweede Kamer beschouwt als ‘een soort intensieve maatschappelijke diensttijd’, benadrukt dat zij haar werk alleen met anderen kon doen en roemt de samenwerking met meerdere politieke tegenstanders, waarbij hun namen zelfs genoemd worden. Corinne, bedankt voor je tomeloze inzet, geniet van alles wat je met anderen tot stand hebt weten te brengen in de afgelopen jaren en heel veel succes met de volgende stap!
Biografie
Corinne Ellemeet, die voluit jonkvrouwe Corinne Elisabeth de Jonge van Ellemeet heet, maar als Corinne Ellemeet door het leven gaat, werd geboren op 26 april 1976 in Rotterdam. Haar vader stamt uit een oude Zeeuwse familie die eeuwenlang bestuurlijke functies vervulde en een voorvader werd in 1884 in de Nederlandse adel verheven met het predikaat jonkheer. Haar moeder is afkomstig uit de patriciaatsfamilie Brandt Corstius en heeft als oom de bekende letterkundige en hoogleraar Jan Brandt Corstius, als nichtje de columniste en schrijfster Aafke Brandt Corstius en als neef de columnist en schrijver Hugo Brandt Corstius.
Zij groeide de eerste jaren op in Rotterdam, waar haar vader als econoom werkzaam was bij Pakhoed Holding N.V. en hier werd ook haar eerste zusje geboren. Nadat haar vader naar Bonaire uitgezonden was, woonde het gezin hier drie jaar en daar begon haar liefde voor de zee en voor dansen. Na terugkeer in Nederland woonde de familie eerst in Capelle a.d. IJssel, waar haar tweede zusje werd geboren, en vervolgens in Wassenaar. Hier bezocht zij het Rijnlands Lyceum. Op haar 17e vertrok zij met een beurs alleen naar Italië en bezocht het United World College, waar leerlingen uit meer dan 70 verschillende landen op zaten. Deze periode vormde haar sterk door de vriendschappen, de culturele uitwisselingen en haar ervaringen met vrijwilligerswerk in vluchtelingenkampen met kinderen uit het voormalig Joegoslavië.
Na terugkeer in Nederland studeerde zij geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en werkte vervolgens eerst als senior beleidsmedewerker op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en daarna als adjunct-directeur van het economisch programmabureau voor de gemeente Amsterdam. Na haar pre-master bedrijfskunde werd Corinne adjunct-directeur van De Westergasfabriek, een cultuurcentrum voor film, theater en beeldende kunst, om vervolgens netwerkdirecteur van Natuur- en Milieufederaties te worden.
Na eerst voorzitter van de afdeling Abcoude van GroenLinks te zijn geweest, stond zij in 2012 voor het eerst op de kandidatenlijst van GroenLinks op nummer 9, maar werd toen niet gekozen. Over de aanleiding om zich destijds kandidaat te stellen zei zij in een interview in de NRC: ”De gedoogconstructie met de PVV was de directe aanleiding om me als kandidaat-Kamerlid te melden. Ik vond dat zó erg dat ik dacht: je kunt wel aan de kant blijven staan, maar je kunt ook zelf iets doen.” Van november 2014 tot in maart 2015 zat Corinne in de Tweede Kamer, toen zij Linda Voortman als Tweede Kamerlid verving, die met zwangerschapsverlof was. In deze periode was zij verantwoordelijk voor de portefeuilles zorg en asiel, en zij maakte indruk met haar debatten over de zorg.
Afb. 2. Jonkheer mr. Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet (1811-1888), lid Eerste Kamer der Staten-Generaal. Foto met dank aan ‘Geschiedenis en genealogie van het geslacht De Jonge’.
Als kamerlid is zij in de voetsporen getreden van haar voorvader jonkheer mr. Willem Cornelis Mary de Jonge, heer van Ellemeet en Elkerzee (1811-1888), die in de jaren 1849-1853 lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal was. Diens vader maakte overigens deel uit van de Grote Vergadering van Notabelen, die in 1814 over de ontwerp-Grondwet voor Nederland moest beslissen. Daarnaast zijn er in haar grote familie in het verleden uit verschillende takken meer familieleden geweest die Kamerlid waren en zelfs minister; zo was haar verre familielid jonkheer mr. Bonifacius Cornelis de Jonge (1875-1958) minister van Oorlog en daarna van Marine ad interim.
De kandidatencommissie van Groen Links zei destijds over haar waarnemend Kamerlidmaatschap: ‘Dankzij parate dossierkennis, politiek strategisch vernuft en praktisch idealisme wist zij in no time een effectieve politicus te zijn. Corinne is resultaatgericht, begeistert en weet met een naar buitengerichte houding (on)verwachte coalities te smeden. Haar inhoudelijke affiniteit ligt bij thema’s als zorg, cultuur, asiel en onderwijs.’
Waar zij voor staat, wordt op de website van GroenLinks als volgt verwoord: ‘Corinne is ervan overtuigd dat de huidige neoliberale samenleving mensen buitensluit en tegen elkaar opzet. Onze maatschappij, dat zijn wij samen. Populisme en polarisatie gaan ons land niet verder helpen. Het moet anders. Corinne wil een nieuwe toon en koers zetten: de mensen weer centraal stellen in de zorg en de verkapte lastenverzwaring voor kwetsbaren terugdringen. Ook wil zij werk maken van het voorkomen van ziekte en daarmee de kloof tussen kans-rijken en kansarmen verkleinen. Corinne wil investeren in cultuur. Een mooie film, muziek of een voorstelling laat ons de schoonheid en kwetsbaarheid van het leven ervaren en verbindt mensen. Daarom moet ze voor iedereen toegankelijk zijn. Ook mensen werkzaam in de kunsten verdienen een betere positie dan ze nu hebben.’
De voordracht commissie van Groen Links zei over haar: ‘In Corinne ziet de commissie de ideale nummer twee, die samen met Jesse de partij naar een volgend niveau kan tillen. Corinne is een ervaren Kamerlid; een scherpe debater en een ijzersterke woordvoerder op het complexe zorgdossier. In het fractiebestuur richt zij zich op de mens, maar ook op de toekomst. In de gesprekken is de kandidatencommissie onder de indruk geraakt van Corinnes leiderschap, en enthousiast geworden van de energie die ze meebrengt om GroenLinks nog groter te maken en naar regeringsdeelname te brengen. Met Corinne op twee ontstaat een stabiele basis voor Jesse en de partij om op te bouwen, wanneer die coalitiedeelname in zicht komt. Corinne heeft gezag, natuurlijk leiderschap en een goed strategisch inzicht. Tegelijkertijd ziet de commissie in haar een intelligente, authentieke en warme idealist, die de nieuwe fractie kan begeleiden en op sleeptouw kan nemen.’
Bo Anne Saskia Bijl de Vroe, geboren ’s-Gravenhage 6 juli 2023, dochter van Cornelis Sander Dirk Bijl de Vroe en jonkvrouwe Elisabeth Lilian Corine Backer.
De familie Bijl de Vroe is een patriciaatsfamilie die is opgenomen in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat.
Afb. 1. V.l.n.r. Ellen Versélewel de Witt Hamer, jonkheer Tom Versélewel de Witt Hamer (vice-president Ridderschap van Groningen), Afiena van IJken (directeur Menkemaborg), Egge Knol (conservator Groninger Museum), Harrie Sienot (bestuursecretaris Stichting Museum Menkemaborg, John Töpfer (directeur stichting Adel in Nederland) en Fred van der Kamp, medewerker en rondleider op de Menkemaborg. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.
Begin dit jaar kocht de stichting Adel in Nederland (AiN) op een veiling bij het Venduehuis in Den Haag een klein, maar zeer charmant portretje van freule Mellina Anna Alberda van Nijensteyn (1756-1822). AiN heeft dit portretje aan het Groninger Museum geschonken met als bestemming de Menkemaborg en vrijdag 7 juli jl. vond hier de officiële overdracht plaats.
John Töpfer, directeur stichting Adel in Nederland, droeg het portretje over aan Egge Knol, conservator Groninger Museum, en daarna gaf Afiena van IJken, directeur Menkemaborg, het portretje een waardige nieuwe bestemming in de ontvangstsalon van de Menkemaborg, waar het voor iedereen te bezichtigen is.
Afb. 2. Freule Mellina Anna Alberda terug op de Menkemaborg in de ontvangstsalon. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.
Grootvader Alberda herenigd met kleindochter
Mellina Anna Alberda van Nijensteyn was een dochter van Mello Alberda van Nijensteyn, heer van Nijensteyn, en Anna Christina van Echten. Haar overgrootvader, Mello Alberda, was heer van Menkema en de familie Alberda bewoonde eeuwenlang de Menkemaborg tot in 1902 de laatste jonkheer Alberda van Menkema overleed. Zijn erfgenamen schonken huis en landgoed aan het Groninger Museum, die het zó inrichtte dat het een zeer fraai beeld geeft van de leefstijl van de Groninger adel. Zo hangt hier ook het portret van de grootvader van Mellina Alberda: Onno Tamminga Alberda, heer van Rensuma (1669-1743). Afgelopen vrijdag werd hij tijdens een fotomoment even herenigd met zijn kleindochter.
Mellina Alberda huwde in 1777 mr. Johan Hendrik baron Mollerus, heer van Westkerke en Wulpendaal (1750-1834), die uit een regentenfamilie stamde en die een indrukwekkende bestuurlijke carrière had. Uiteindelijk zou hij onder meer vice-president van de Raad van State en minister van Staat worden. In 1816 werd hij verheven in de Nederlandse adel en in 1820 werd hem de titel baron bij eerstgeboorte verleend. Over het echtpaar Mollerus-Alberda van Nijensteyn kunt u meer horen in het onderstaande filmpje door John Töpfer , tijdens de overdracht op de Menkemaborg.
Ridderschap van Groningen
Het portretje van Mellina Anna Alberda van Nijensteyn kon aangekocht worden dankzij een succesvolle crowdfundingsactie, waaraan ook de Ridderschap van Groningen heeft bijgedragen. Enkele jaren geleden maakte de Ridderschap de aankoop van nieuwe perenbomen in de boomgaard van de Menkemaborg mogelijk en de aanwezige vice-president van de Ridderschap, jonkheer Tom Versélewel de Witt Hamer, kon vrijdag met eigen ogen aanschouwen hoe deze perenbomen gegroeid zijn.
Afb. 3. V.l.n.r. Afiena van IJken, jonkheer Tom en Ellen Versélewel de Witt Hamer bij één van de door de Ridderschap van Groningen geschonken bomen.
Bezoek de Menkemaborg
Op de Menkemaborg wordt een compleet beeld getoond van het leven upstairs & downstairs en ook de tuinen zijn zonder meer de moeite waard. Op dit moment staan de rozen in de tuin volop in bloei, waaronder de befaamde rozentunnel. Wilt u zelf het portretje zien en de Menkemaborg met de fraaie tuinen bewonderen? Kijk dan op de website voor meer informatie: https://menkemaborg.nl/
In het komende magazine van AiN het verhaal van freule Mellina Anna Alberda van Nijensteyn met meer foto’s van de feestelijke overdracht op de Menkemaborg. Ook u kunt dit digitale magazine ontvangen door voor 17,50 euro per jaar donateur te worden. Mail voor meer informatie naar info@adelinnederland.nl.
Onderstaande foto’s zijn met hartelijke dank aan Hans Hampsink, huisfotograaf van AiN.
Afb. 4. Een speeltafel in de grote zaal op de Menkemaborg.Afb. 5. Een sfeervol hoekje om in weg te dromen.Afb. 6. De Menkemaborg is zó ingericht als de familie Alberda van Menkema even weg is.Afb. 7. Eén van de befaamde rozenbogen in de tuinen van de Menkemaborg.Afb. 8. Een berceaux met leifruit.Afb. 9. Een grimmig kijkende leeuw met het familiewapen Alberda houdt de wacht op de toegangsbrug van de Menkemaborg.
Afb. portretminiaturen uit de Patriottentijd met o.a. midden bovenaan Stadhouder Willem V en echtgenote Wilhelmina Prinses van Pruisen met in hun midden een oranjeboompje. Foto met hartelijke dank aan het Venduehuis.
Op maandag 10 juli eindigt de online Next Door veiling bij het Venduehuis in Den Haag met een brede keuze aan schilderijen en werken op papier, zilver, Europees en Aziatisch porselein, meubelen, design en andere kunstvoorwerpen. Bieden kan al vanaf 35 euro! Een bijzonder lot betreft lot 2113, waarvan een lijst met vijf miniaturen deel uitmaakt van Stadhouder Willem V en zijn echtgenote Wilhelmina Prinses van Pruisen. Lees het verhaal hierbij of kijk in de online catalogus van het Venduehuis om te zien wat er verder geveild wordt op https://auctions.venduehuis.com/nl/#/auctions/651fa486-be28-4ddd-b7f1-fca93beeff81?lot_status=all
Lot 139 betreft portretminiaturen in lijst, daarbij twee etsen van Poppe Damave (1921-1988). De vijf portretminiaturen in één lijst betreffen Stadhouder Willem V met Wilhelmina Prinses van Pruisen, die in de Patriottentijd gemaakt lijken te zijn voor Oranje-aanhangers. Willem V is drie keer afgebeeld, waarbij de miniatuur midden bovenaan samen met zijn echtgenote is, met tussenin een oranjeboompje. De jongeman in het midden is vermoedelijk hun oudste zoon, de latere Koning Willem I.
Afb. 1. Jonkheer dr. Chris van Hoogenhouck Tulleken en jonkheer dr. Xan van Hoogenhouck Tulleken. Screenshot met dank aan Who Do You Think You Are/BBC ONE.
Vorige week was op BBC One een aflevering te zien van ‘Who Do You Think You Are?’, waarin de kijkers twee Britse nazaten van de Nederlandse adellijke familie Van Hoogenhouck Tulleken in hun speurtocht naar hun verleden konden volgen. Hieronder herplaatsen wij het bericht hierover, omdat deze aflevering vanavond in de herhaling te zien is op BBC One om 23.40 uur
Het geslacht Tulleken is een van oorsprong Arnhemse regentenfamilie en in 1847 en in 1899 werden twee telgen in de Nederlandse adel verheven. De Nederlandse tak Tulleken is in de mannelijke lijn uitgestorven, maar de tak Van Hoogenhouck Tulleken leeft in Australië, Zuid-Afrika, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten voort.
De tweelingbroers jonkheer dr. Alexander Gerald (‘Xan’) van Hoogenhouck Tulleken (specialist tropische geneeskunde) en jonkheer dr. Christoffer Rodolphe (‘Chris’) van Hoogenhouck Tulleken (specialist besmettelijke ziekten), zijn beiden afgestudeerd in Oxford en wonen in Londen. Ondanks de aanwezigheid van een familiearchief en aanwezige familie-erfstukken, weten beiden vrijwel niets van hun Nederlandse, adellijke familiegeschiedenis, behalve hoe zij hun familienaam correct moeten uitspreken. Het leverde een geweldige aflevering op vol ontdekkingen, die één van de twee aan het einde deed verzuchten: “The ancestors came alive.”
Helaas is de aflevering alleen in het Verenigd Koninkrijk online terug te zien, maar hierbij toch de link naar de website, waar ook iets meer te lezen is over deze aflevering met daarbij een kort fragment-filmpje: https://www.bbc.co.uk/programmes/m001nbhz
In ons volgende magazine meer informatie over wat hun zoektocht opleverde.
De herhaling van deze aflevering is woensdag 5 juli op BBC One 23.40 uur.
Afb. 2. Op bezoek bij de Hoge Raad van Adel: v.l.n.r. dr. Conrad Gietman, wetenschappenlijk medewerker Hoge Raad van Adel, jonkheer dr. Chris en jonkheer dr. Xan van Hoogenhouck Tulleken. Screenshot met dank aan Who Do You Think You Are/BBC ONE.
Afb. Op de voorkant: Koning Willem I, met rechts naast hem Koningin Wilhelmina en links naast hem zijn oudste zoon Willem Prins van Oranje, die zijn vader zou opvolgen als Koning Willem II.
‘Het hof is hier ontzaglijk briljant,’ schrijft een vrouw in 1829 nadat ze in het paleis in Brussel een bal heeft bezocht. Het ene jaar resideert koning Willem I in deze stad, het andere in Den Haag. In beide steden beschikt hij over een paleis en een aparte hofhouding. Personen uit de voornaamste adellijke families van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden spelen daarin een sleutelrol.
Zowel letterlijk als figuurlijk danst men rond de koning. Mannen die vaart willen brengen in hun ambtelijke of militaire carrière, ondernemers op zoek naar kredieten, kunstenaars die een mecenas nodig hebben, mensen die geen rust kennen zonder ereteken op de borst; ze schakelen allemaal hun netwerk in om het oor van de koning te krijgen en hun wensen te verzilveren. Als makelaars op het pad naar succes spelen vrouwen een belangrijke rol.
Vier jaar lang zocht historicus dr. JOOST WELTEN naar vergeten brieven en dagboeken. Zijn vondsten bieden een intieme inkijk in het hofleven rond Willem I en tonen tegelijk de verstrengeling van dat hofleven met landsbestuur en politiek. Na zijn vorige succesboek ‘De vergeten prinsessen van Thorn’ (zie een bericht hierover op onze website uit 2019: Boekennieuws: De Vergeten prinsessen van Thorn – Adel in Nederland), heeft Joost Welten nu opnieuw een boek geschreven over een vergeten vorstelijke leefwereld vol grandeur, waarin adellijke dames een belangrijke rol spelen.